❒houd de SET/
knop nogmaals
ingedrukt om terug te keren naar
het standaardscherm of het
hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
Meeteenheid
(Meeteenheid instellen)
Met deze functie kunnen de
meeteenheden via drie submenu’s
ingesteld worden: “Afstand”, “Verbruik”
en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de
meeteenheid in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop om
de drie submenu's weer te geven;
❒druk op de knop ""of"
"
om de drie submenu's te doorlopen;
❒nadat het te wijzigen submenu is
gekozen, kort op de SET/
knop
drukken;
❒wanneer het submenu “Afstand”
wordt gekozen: kortstondig drukken
op SET/
toont "km" of "mi" ,
afhankelijk van de vorige instelling;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;❒wanneer het submenu “Verbruik”
wordt gekozen: kortstondig drukken
op SET/
toont km/l, l/100 km
of mpg, afhankelijk van de vorige
instelling;
Wanneer “km” is ingesteld, wordt het
brandstofverbruik in km/l of l/100km op
de display weergegeven.
Wanneer “mi” is ingesteld, wordt het
brandstofverbruik in “mpg" op de
display weergegeven.
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
❒wanneer het submenu “Temperatuur”
wordt gekozen: drukken op
SET/
toont “°C” of “°F”,
afhankelijk van de vorige instelling;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
Wanneer de gewenste instellingen zijn
uitgevoerd, druk kortstondig op de
SET/
knop om terug te keren naar
het menuscherm of druk langdurig
op de knop om terug te keren naar het
hoofdmenu zonder op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de
SET/knop om terug te keren naar
het standaardscherm of het hoofdmenu
in functie van waar men zich bevindt.Taal (Taal instellen)
De meldingen op de display kunnen in
de volgende talen worden
weergegeven: Italiano, English,
Deutsch, Português, Español, Français,
Nederlands, Türk en Português
Brasileiro.
Ga als volgt te werk om de gewenste
taal in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop: op het display begint de
voorheen ingestelde "taal" te
knipperen;
❒druk op de knop "
"of"
"
om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om
terug te keren naar het menuscherm
of druk langdurig op de knop om
terug te keren naar het
standaardscherm zonder op te slaan.
Geluidssterkte
waarschuwingen
(Volumeregeling
geluidssignaal
storing/waarschuwing)
Met deze functie kan het volume van de
zoemer, die klinkt als een storing/
waarschuwing op de display wordt
weergegeven, worden ingesteld op 8
niveaus.
97
Volg onderstaande aanwijzingen om de
auto correct te wassen:
❒verwijder de antenne van het dak als
de auto in een wastunnel wordt
gewassen;
❒als voor het wassen van de auto
hogedrukreinigers worden gebruikt,
houd dan een afstand van minimaal
40 cm t.o.v. de carrosserie aan
om beschadiging of aantasting te
voorkomen. Onthoud dat stagnerend
water op lange termijn de auto kan
beschadigen.
❒maak de carrosserie eerst nat met
een waterstraal onder lage druk;
❒was de carrosserie met een zachte
spons met een lichte zeepoplossing
en spoel de spons regelmatig uit;
❒spoel goed af met schoon water en
droog met een luchtstraal of een
zeemleren lap.
Droog de minder zichtbare delen (bijv.
randen van portieren, motorkap,
koplampranden) zorgvuldig, aangezien
in deze zones water makkelijker kan
stagneren. Was de auto nooit als hij in
de zon heeft gestaan of als de
motorkap nog warm is: de glans van de
lak kan afnemen.De kunststof carrosseriedelen moeten
op dezelfde wijze als de rest van de
auto gewassen worden.
BELANGRIJK
Parkeer de auto zo min mogelijk onder
bomen: de hars die uit de bomen
druppelt, maakt de lak mat en vergroot
de kans op roestvorming.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed
mogelijk verwijderd worden, omdat
hierin bijzonder agressieve zuren
aanwezig zijn.
Ruiten
Gebruik specifieke
schoonmaakmiddelen en schone,
zachte doeken om krassen en
beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het
binnenoppervlak van de achterruit
voorzichtig met een doek af, en volg
hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de
achterruitverwarming niet te
beschadigen.Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die
in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit
aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic
lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een
hogedrukreiniger wordt gewassen,
moet de straal op minstens 20 cm van
de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het
winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de
elektronische regeleenheden of op
de motoren van de ruitenwissers
worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een
gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van
de motorruimte moet de contactsleutel
in de stand STOP staan en de motor
koud zijn. Controleer na het reinigen of
de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet
verwijderd of beschadigd zijn.
228
ONDERHOUD EN ZORG