142Inleiding
■ Als de verkeersberichten zijn inge‐schakeld, wordt, [TP] of [ ] getoond
3 149.
■ Bij het plaatsen van een CD ver‐ schijnt CD of CD in . Als er een CD
met MP3-muziekbestanden wordt afgespeeld, wordt MP3 eveneens
getoond 3 155.
■ Na het activeren van Random cd verschijnt RDM of g 3 155.
Buitentemperatuur
Aanduiding van de huidige buiten‐
temperatuur. Raadpleeg de gebrui‐
kershandleiding van uw auto.
Tijd
Weergave van de huidige tijd. Raad‐
pleeg de gebruikershandleiding van
uw auto.
Informatie van de
klimaatregelingsautomaat
Raadpleeg de gebruikershandleiding
van de auto.
Geluidsinstellingen Druk op de SOUND-toets voor de vol‐
gende instellingen:
■ Fader
■ Balance
■ Bass
■ Treble
■ Sound
Volumeverdeling voor - achter instellen
1. Druk op de SOUND-toets.
Fader verschijnt in de display.
2. Pas de waarde aan met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de
laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
of:Druk op een van de functietoetsen
TUNER , MEDIA of BC om de betref‐
fende functie weer te geven.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
1. Druk meerdere malen op de toets
SOUND tot Balance op het dis‐
play verschijnt.
2. Pas de waarde aan met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de
laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
of:
Druk op een van de functietoetsen
TUNER , MEDIA of BC om de betref‐
fende functie weer te geven.
Bass en Treble instellen
Bedenk dat eventueel uitgevoerde
klankoptimalisaties (zie "Klank" on‐
derstaand) gedeactiveerd worden.
Inleiding143
1.Druk meerdere malen op de toets
SOUND tot Bass of Treble op het
display verschijnt.
2. Pas de waarde aan met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de
laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
of:
Druk op een van de functietoetsen
TUNER , MEDIA of BC om de betref‐
fende functie weer te geven.
Sound 1. Druk meerdere malen op de toets
SOUND tot Sound en de momen‐
teel ingestelde toonkleur of Off op
het display verschijnen.
2. Selecteer een toonkleur, bv. Rock of Classic of Off met
m of n .
Na enkele seconden verschijnt de
laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
of:Druk op een van de functietoetsen
TUNER , MEDIA of BC om de betref‐
fende functie weer te geven.
Tooninstellingen in het menu
Settings Eventueel kunt u de instellingen voor
Fader , Balance en Sound in het menu
Settings aanpassen:
1. Druk op de SETTINGS-toets.
2. Druk meerdere malen op de toets
OK totdat de betreffende functie
verschijnt.
3. Pas de waarde aan of selecteer een klankkleur (zie bovenstaand)
met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de
laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
4. Druk nogmaals op de toets SETTINGS om naar de laatste ac‐
tieve aanduiding op het display te‐
rug te keren.
Volume-instellingen Druk op de SETTINGS-toets.De volgende menu-items zijn be‐
schikbaar:
■ AUX Vol. AUX-ingangsvolume, vb.
een draagbare CD-speler
■ TA Volume : volume van verkeers‐
informatie
■ SDVC : snelheidsafhankelijke volu‐
meverhoging
■ On Volume : maximaal volume wan‐
neer het infotainmentsysteem aan‐
staat
■ Ext. In Vol. : volume van een ex‐
terne bron (vb. bij aansluiten van
een GSM)
AUX Vol. Gebruik deze functie om het niveau
van de AUX-ingang aan te passen in
verhouding tot een andere audiobron (vb. radio). Deze functie is alleen be‐
schikbaar wanneer de AUX-audio‐
bron ingeschakeld is.
1. Zet de externe audiobron op het maximaal volume.
2. Druk op de SETTINGS-toets.
144Inleiding
3.Druk meerdere malen op de toets
OK totdat de betreffende functie
verschijnt.
4. Pas de waarde aan met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
5. Druk nogmaals op de toets SETTINGS om naar de laatste ac‐
tieve aanduiding op het display te‐
rug te keren.
TA Volume Als de TP-functie aanstaat, verhoogt
het systeem standaard het volume
voor verkeersberichten. Met deze
functie kunt u een minimumvolume
instellen voor verkeersberichten.
1. Druk op de SETTINGS-toets.
2. Druk meerdere malen op de toets
OK totdat de betreffende functie
verschijnt.3. Pas de waarde aan met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de
laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
4. Druk nogmaals op de toets SETTINGS om naar de laatste ac‐
tieve aanduiding op het display te‐
rug te keren.
Een minimumvolume voor verkeers‐
berichten wordt alleen ingesteld als
het op dat moment ingestelde volume lager is dan het gekozen minimale be‐
richtenvolume.
SDVC
Om omgevings- en rijgeluiden te
compenseren, wordt het volume van
het infotainmentsysteem aangepast
aan de snelheid van de auto. U kunt
de SDVC-functie gebruiken om het
snelheidsafhankelijk volume aan te
passen.
1. Druk op de SETTINGS-toets.
2. Druk meerdere malen op de toets
OK totdat de betreffende functie
verschijnt.3. Pas de waarde aan met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de
laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
4. Druk nogmaals op de toets SETTINGS om naar de laatste ac‐
tieve aanduiding op het display te‐
rug te keren.
On Volume 1. Druk op de SETTINGS-toets.
2. Druk meerdere malen op de toets
OK totdat de betreffende functie
verschijnt.
3. Pas de waarde aan met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de
laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
4. Druk nogmaals op de toets SETTINGS om naar de laatste ac‐
tieve aanduiding op het display te‐
rug te keren.
Het gekozen maximale inschakelvo‐
lume wordt alleen gebruikt als het vo‐
lume bij het uitschakelen hoger was
Inleiding145
dan het gekozen maximale inscha‐
kelvolume en het Infotainmentsys‐ teem minstens 5 minuten uitgescha‐
keld was met het contact uit.
Ext. In Vol.
Gebruik deze functie om een mini‐
mumvolume van externe audiobron‐
nen zoals een mobiele telefoon in te
stellen.
1. Druk op de SETTINGS-toets.
2. Druk meerdere malen op de toets
OK totdat de betreffende functie
verschijnt.
3. Pas de waarde aan met m of n .
Na enkele seconden verschijnt de laatste actieve aanduiding op‐
nieuw op het display.
4. Druk nogmaals op de toets SETTINGS om naar de laatste ac‐
tieve aanduiding op het display te‐
rug te keren.
Radio147
Als de radio geen station kan vinden,schakelt deze automatisch naar eengevoeliger zoekniveau (niet DAB).
Als nog steeds geen zender kan wor‐ den gevonden, wordt de laatste ac‐
tieve frequentie (FM) of ensemble
(DAB) ingesteld.
Handmatig zender zoeken Het handmatig zoeken naar een zen‐
der wordt gebruikt om af te stemmen
op zenders met bekende frequentie
(AM, FM) of ensembles (DAB).
Houd m of n ingedrukt totdat
MAN verschijnt.■ Grove afstemming:
Houd m of n ingedrukt tot de ge‐
wenste frequentie (AM, FM) of en‐
semble (DAB) bijna bereikt is.
■ Fijnafstemming: Tip m of n aan totdat de/het
exacte frequentie/ensemble bereikt is.
Als in het FM-frequentiebereik RDS
3 149 gedeactiveerd is of als het AM-
frequentiebereik actief is, dan wordt
bij het aantippen van m of n één
frequentiestap uitgevoerd.
ZendergeheugenVoor elk golfbereik (FM, AM) zijn
aparte geheugenposities beschik‐
baar:
Voor elk van de volgende golfberei‐ ken zijn 9 geheugenposities beschik‐
baar:
FM, FM-AS (automatisch opgeslagen
FM-zenders), AM, AM-AS (automa‐
tisch opgeslagen AM-zenders), DAB
en DAB-AS (automatisch opgeslagen
DAB-zenders).De geheugenposities kunnen via de
zendertoetsen rechtstreeks in het be‐
treffende golfbereik worden geselec‐
teerd.
Handmatig opslaan
Stem af op de gewenste zender.
Houd de zendertoets waarop de af‐
gestemde zender moet worden opge‐
slagen ingedrukt.
Het geluid van de radio wordt korte
tijd onderdrukt. De eerder op de ge‐
heugenpositie opgeslagen zender
verschijnt.
De afgestemde zender klinkt weer en verschijnt op het display.
De zender wordt op de gewenste ge‐
heugenpositie opgeslagen.
RDS on of RDS off 3 149 worden sa‐
men met de zender opgeslagen.
Lijst FM-zenders Het Infotainmentsysteem slaat alle
ontvangbare FM-zenders op de ach‐
tergrond op.
De lijst met ontvangbare zenders
wordt automatisch bijgewerkt wan‐ neer de radio naar een TP-zender
Radio149Radio Data System (RDS)
Is een dienst voor FM-zenders die er‐
voor zorgt dat de gewenste zender
aanzienlijk sneller wordt gevonden en zonder problemen wordt ontvangen.Voordelen van RDS ■ Op het display verschijnt de pro‐ grammanaam van de geselec‐
teerde zender i.p.v. de frequentie.
■ Bij het zoeken naar zenders stemt het infotainmentsysteem allee af op
RDS-zenders.
■ Het infotainmentsysteem stelt met behulp van AF (Alternative Fre‐
quency) altijd automatisch af op de zendfrequentie met de beste ont‐
vangst van de geselecteerde zen‐
der.
■ Afhankelijk van de ontvangen zen‐ der geeft het Infotainmentsysteem
radioteksten weer die bijv. informa‐
tie over het actuele programma
kunnen bevatten.
RDS is alleen in het frequentiebereik
FM mogelijk.
RDS in-/uitschakelen
Bij het inschakelen van RDS worden
de RDS-functies geactiveerd en
wordt er bij het automatisch zoeken
alleen naar RDS-zenders gezocht.
Bij het uitschakelen van RDS worden
de RDS-functies uitgeschakeld en
zoekt het systeem bij automatisch
zoeken niet alleen naar RDS-zen‐
ders.
Druk op de RDS-toets om RDS te ac‐
tiveren.
Na het inschakelen van de RDS-func‐
tie verschijnen RDS en de program‐
manaam van een RDS-zender.
Als de momenteel ingestelde zender
geen RDS-zender is, dan zoekt de ra‐ dio automatisch naar de volgende
ontvangbare RDS-zender.
Druk opnieuw op de RDS-toets om
RDS te deactiveren.
Als de RDS-functie niet ingeschakeld
is, verschijnt de frequentie van een
RDS-zender, RDS verschijnt niet.
RDS automatisch
Schakel automatische RDS in
RDS Auto On om te verzekeren dat
de RDS-functie geactiveerd is, zelfs
wanneer RDS gedeactiveerd is. Het
automatisch zender zoeken reageert echter ook op zenders zonder RDS.
Deze functie werkt alleen als RDS uit‐ geschakeld is.
Automatische RDS in-/uitschakelen:
Druk op de toets RDS totdat
RDS Auto On of Off verschijnt, wat de
huidige toestand van automatische
RDS aangeeft.
Laat de toets RDS los om de huidige
toestand te veranderen.
150Radio
Programmatype (PTY)
Veel RDS-zenders verzenden een PTY-code die aangeeft welk type pro‐
gramma u thans beluistert
(bijv.nieuws). Met de PTY-code kunt
u zenders op basis van het program‐
matype selecteren.
Programmatype selecteren 1. Druk op de SETTINGS-toets.
2. Druk op OK totdat PTY verschijnt.
3. Selecteer een van de 29 program‐
matypes, bijv. News of
Entertainment met m of n .
4. Houd de toets OK ingedrukt tot
het zender zoeken start.
Na het begin van het zender zoeken
verschijnt het radiodisplay.
Vindt de radio geen passende zen‐
der, dan hoort u de laatst ingestelde
zender.
Regionale programma's
Op bepaalde tijden zenden een aan‐
tal RDS-zenders op diverse frequen‐
ties programma's uit die per regio ver‐ schillen.Regionalisering in-/uitschakelen
De RDS-functie moet ingeschakeld
zijn.
Druk even op de toets REG om re‐
gionalisering in of uit te schakelen.
Als regionalisering ingeschakeld
wordt, wordt REG op het display ge‐
toond.
De radio blijft afgestemd op het regio‐ nale programma en zoekt naar de
best ontvangbare zenderfrequentie.
Als regionalisering uitgeschakeld
wordt (geen REG op het display),
maakt de radio overschakelen naar
een ander regionaal programma mo‐
gelijk.
Regionalisering automatiseren
Als regionalisering automatiseren in‐
geschakeld is ( REG Auto On), blijft de
radio afgestemd op het regionale pro‐ gramma en zoekt naar de zendfre‐
quentie met de sterkste ontvangst
(AF) voor een radioprogramma totdat
het programma niet meer zonder sto‐ ring kan worden ontvangen.Als de ontvangstkwaliteit van het re‐
gionale programma niet meer vol‐
staat voor storingsvrije ontvangst,
schakelt de radio over op een ander
regionaal programma.
Regionalisering automatiseren in-/
uitschakelen:
Druk op de toets REG totdat
REG Auto On of Off verschijnt, wat de
huidige toestand van regionalisering automatiseren aangeeft.
Laat de toets REG los om de huidige
toestand te veranderen.
Verkeersinformatie (TP)
Verkeersinformatiezenders zijn FM
RDS-zenders die verkeersberichten
uitzenden.
Zenders met verkeersinformatie kunt
u herkennen aan het TP-symbool in
de display.
Radio151
Verkeersinformatie in-/uitschakelen■ Na het activeren van radiover‐ keersberichten verschijnt [TP] of [ ].
■ Als de huidige zender een ver‐ keersinformatiezender is, ver‐
schijnt [TP] op het display.
■ Is de huidige zender geen ver‐ keersinformatiezender, dan zoekt
de radio automatisch de verkeers‐
informatiezender met de sterkste
ontvangst.
[ ] verschijnt niet op het display.
Druk tweemaal op de TP-knop om
TP in te schakelen.
[ ] verschijnt op het display.
■ Bij het automatisch zoeken van een
zender worden uitsluitend ver‐
keersinformatiezenders gezocht.
■ Tijdens het automatisch zoeken of als de ontvangst van een verkeers‐informatiezender niet mogelijk is,
verschijnt [ ] op het display.■ Als standby voor verkeersberichten
ingeschakeld is, wordt het afspelen van een cd of DAB-ontvangst tij‐
dens verkeersberichten onderbro‐
ken.
■ Verkeersberichten worden op het van tevoren ingestelde verkeersbe‐
richtenvolume 3 143 weergegeven.
Druk opnieuw op de toets TP om de
verkeersinformatie uit te schakelen.
[ ] verdwijnt van het display.
Verkeersinformatiezender zoeken
Deze functie is alleen beschikbaar
binnen het FM-golfbereik.
Houd m of n gedurende ongeveer
1 seconde ingedrukt.
De radio zoekt nu alleen naar zenders
met verkeersinformatie.
Alleen naar verkeersinformatie
luisteren
Activeer standby voor verkeersbe‐ richten.
Zet het volume geheel uit door de
knop o linksom te draaien.Verkeersberichten worden afge‐
speeld op het speciaal daarvoor in‐
gestelde volume 3 143.
Verkeersinformatie onderdrukken
Ga als volgt te werk om verkeersbe‐
richten uit te schakelen.bijv. tijdens
het beluisteren van een CD:
Druk op de TP-toets.
De verkeersinformatie wordt gestopt.
U hoort het laatste gespeelde cd-/
mp3-nummer.
Standby voor verkeersberichten blijft ingeschakeld.
Verkeersbericht terwijl er een externe
bron actief is
De externe bron (bijv.mobiele tele‐
foon) heeft een hogere prioriteit dan
verkeersberichten.
Tijdens het telefoongesprek hoort of
ziet u geen verkeersberichten.
Digital Audio Broadcasting
Digital Audio Broadcasting (DAB) is
een innovatief en universeel uitzend‐
systeem.