Page 25 of 101

Inleiding25
■ USB-poortfuncties 3 46
■ Werking van streaming audio via Bluetooth 3 49CD35 BT
Gedetailleerde beschrijving van:
■ CD-spelerfuncties 3 40
■ AUX-ingangsfuncties 3 44
■ USB-poortfuncties 3 46
■ Werking van streaming audio via Bluetooth 3 49
Navigatiesysteem
CD30 BT, CD35 BT
Gedetailleerde beschrijving van het
navigatie-systeem 3 56.
Telefoon
R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - Telefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
de toets 6 of TEL .
Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op de toets TEL en selecteer
Telefooninstellingen .CD30 BT - Telefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
de toets 6 of TEL.Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op de toets 0 en selecteer Te‐
lefooninstellingen .CD35 BT - Telefoon
Het Telefoon -menu openen: Druk op
de toets 6 of TEL.
Telefooninstellingenmenu openen:
Druk op de toets SETUP / TEXT en
selecteer Telefooninstellingen .
Gebruik de displayopties in deze me‐
nu's om mobiele telefoons te verbin‐
den, telefoongesprekken te voeren,
contactlijsten aan te maken en di‐
verse instellingen in te stellen.
Gedetailleerde beschrijving van de
functies van het handsfree-telefoon‐
systeemfuncties 3 76.
Geluidsinstellingen
R15 BT / CD15 BT -
Geluidsinstellingen In het audio-instellingenmenu kunnen
de toonkarakteristieken worden inge‐
steld.
Druk op de toets SETUP om het in‐
stellingenmenu te openen.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan de draaiknop OK totdat de ge‐
wenste instelling wordt geselecteerd
uit:
■ BASS (lage tonen)
■ TREBLE (hoge tonen)
■ FADER (balans voor/achter)
■ BALANCE (balans links/rechts)
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Selecteer de gewenste waarde door aan de draaiknop OK te draaien en
druk op de knop om de selecties te
bevestigen.
Om het audio-instellingenmenu af te
sluiten, drukt u op de toets /.
Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer Bass of Treble .
Page 26 of 101

26Inleiding
Selecteer de gewenste waarde door
aan de draaiknop OK te draaien en
druk op de knop om de instelling te
bevestigen.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer Balans.
Selecteer de gewenste waarde door
aan de draaiknop OK te draaien en
druk op de knop om de instelling te bevestigen.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
Selecteer Fader.
Selecteer de gewenste waarde door aan de draaiknop OK te draaien en
druk op de knop om de instelling te
bevestigen.
CD30 BT - GeluidsinstellingenIn het audio-instellingenmenu kunnen
de toonkarakteristieken worden inge‐
steld.
Om in het menu te bewegen en de di‐ verse titels te selecteren, draait u de
draaiknop om omhoog/omlaag te be‐
wegen en drukt u op de toets ⊲ of ⊳om naar links/rechts te bewegen. Of
druk op de draaiknop om alleen naar
rechts te bewegen.
Druk op de toets 0 om het instellin‐
genmenu te openen.
Selecteer Audio-instellingen en ge‐
bruik ⊲ of ⊳ en/of de draaiknop tot de
gewenste instelling is geselecteerd.
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
Om het instellingenmenu af te sluiten,
drukt u op 0.
Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐ teem het menu voor de audio-instel‐lingen automatisch af.
Geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.Draai de draaiknop om een keuze te
maken uit:
■ Spraak
■ Klassiek
■ Jazz
■ Neutraal
■ Pop
■ Rock
De getoonde opties bieden voor de desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde instellingen voor de lage,
midden en hoge tonen.
Stel de muziekstijl in door de draai‐
knop te draaien.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai de draaiknop om Bass/treble te
selecteren.
Druk op ⊲ of ⊳ om Bass of Treble te
openen.
Stel de gewenste waarde in voor de
geselecteerde optie door de draai‐ knop te draaien.
Page 27 of 101

Inleiding27
Geluidsverdeling optimaliseren
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Om de geluidsverdeling te optimali‐
seren voor de gehele auto of alleen
de bestuurder, draait u de draaiknop
om te selecteren uit: Auto of
Bestuurder .
Instellen door op de draaiknop te drukken.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer het Klankoptimalisatie - of
Balans/fader -menu.
Draai de draaiknop om Balans te se‐
lecteren.
Druk op de draaiknop of de toets
⊲ of ⊳ om de huidige displayinstellin‐
gen weer te geven en draai de draai‐
knop voor bijstelling.
Druk de draaiknop in om de gewenste
waarde in te stellen en de Fader-in‐
stelling weer te geven.Volumeverdeling voor - achter
instellen
De Fader -instelling wordt weergege‐
ven nadat Balans is ingesteld.
Draai de draaiknop om de fader tus‐ sen voor/achter af te stellen.
Middelhoog volume voorin
Het volume achterin onderdrukken en alleen het volume voorin de auto ma‐
tigen:
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai de draaiknop om Achter UIT te
selecteren en druk op de draaiknop
om in te stellen.
Loudness instellen
Selecteer het Andere audio-
instellingen -menu.
Selecteer Loudness door op de draai‐
knop te drukken.
CD35 BT - Geluidsinstellingen In het audio-instellingenmenu kunnen
de toonkarakteristieken worden inge‐ steld.Druk op de toets SETUP / TEXT om
het instellingenmenu te openen.
Selecteer Audio-instellingen en draai
aan de centrale draaiknop totdat de
gewenste instelling is geselecteerd.
Het display toont het type instelling
aan, gevolgd door de instellings‐
waarde.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
Om het instellingenmenu af te sluiten, drukt u op SETUP / TEXT (of /).
Let op
Als er geen activiteit is, sluit het sys‐
teem het menu voor de audio-instel‐ lingen automatisch af.
Geluid voor een muziekstijl
optimaliseren
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai de draaiknop om een keuze te
maken uit:
■ Pop / Rock
■ Klassiek
■ Jazz
■ Neutraal
Page 28 of 101

28Inleiding
De getoonde opties bieden voor de
desbetreffende muziekstijl geoptima‐
liseerde instellingen voor de lage,
midden en hoge tonen.
Stel de muziekstijl in door aan de cen‐
trale draaiknop te draaien.
Lage en hoge tonen instellen
Selecteer het Klankinstellingen -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Bass/treble te selecteren en druk op
de knop om te bevestigen.
Draai aan de centrale draaiknop om
Bass of Treble te openen en druk op
de knop om te bevestigen.
Stel de gewenste waarde in voor de
geselecteerde optie door aan de cen‐ trale draaiknop te draaien en druk op
de knop om te bevestigen.
Geluidsverdeling optimaliseren
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.Om de geluidsverdeling te optimali‐
seren voor de gehele auto of alleen
de bestuurder, draait u aan de cen‐
trale draaiknop om te selecteren uit:
Auto of Bestuurder .
Instellen door op de knop te drukken.
Volumeverdeling rechts - links
instellen
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Balans/fader te selecteren. Druk op
de knop om de huidige displayinstel‐
lingen voor Balans weer te geven en
draai aan de draaiknop voor bijstel‐
ling.
Druk de knop in om de gewenste
waarde in te stellen en de Fader-in‐
stelling weer te geven.
Volumeverdeling voor - achter
instellen
De Fader -instelling wordt weergege‐
ven nadat Balans is ingesteld.
Draai aan de centrale draaiknop om
de fader tussen voor/achter af te stel‐
len.Middelhoog volume voorin
Het volume achterin onderdrukken en
alleen het volume voorin de auto ma‐ tigen:
Selecteer het Klankoptimalisatie -
menu.
Draai aan de centrale draaiknop om
Achter UIT te selecteren en druk op
de knop in te stellen.
Automatic Gain Control (AGC)
Contourfunctie inschakelen:
Selecteer het menu AGC
geactiveerd en druk op de centrale
draaiknop om te activeren.
Standaard audio-instellingen
herstellen
Selecteer Standaardinstellingen en
druk op de centrale draaiknop om te bevestigen.
Alle audio-instellingen worden weer
op hun standaardwaarden gezet.
Page 29 of 101

Inleiding29
Softwareversie weergeven
Om de softwareversie weer te geven,
gaat u naar het menu
Softwareversie en drukt u op de cen‐
trale draaiknop.
Volume-instellingen
Snelheidsafhankelijk volume
Wanneer deze functie wordt geacti‐ veerd. wordt het volume automatisch
aangepast om het weg- en windla‐
waai tijdens het rijden te compense‐
ren.
CD30 BT - Volume-instellingen
Wanneer deze functie wordt geacti‐
veerd. wordt het volume automatisch
aangepast om het weg- en windla‐
waai tijdens het rijden te compense‐
ren.
Druk op de toets 0 om het Audio-
instellingen -menu te openen.
Selecteer Andere audio-instellingen
en dan Aanpassing vol. km/u .
Draai de draaiknop om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
CD35 BT - Volume-instellingen
Wanneer deze functie wordt geacti‐
veerd. wordt het volume automatisch
aangepast om het weg- en windla‐
waai tijdens het rijden te compense‐
ren.
Druk op de toets SETUP / TEXT om
het instellingenmenu te openen. Se‐
lecteer Audio-instellingen gevolgd
door Aanpassing vol. km/u door aan
de centrale draaiknop te draaien en
erop te drukken om de selectie te be‐ vestigen.
Draai aan de knop om de mate van
volumeaanpassing in te stellen.
Een waarde van 0 betekent dat de
functie gedeactiveerd is.
Page 30 of 101

30RadioRadioGebruik........................................ 30
Zender zoeken ............................. 31
Autostore-lijsten ........................... 34
Radio Data System (RDS) ...........36Gebruik
Radio-ontvangst Tijdens de radio-ontvangst kan gesis,
geruis, signaalvervorming of signaal‐
uitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Bedieningstoetsen - R15 BT /
CD15 BT / R16 BT / CD16 BT /
CD18 BT
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
■ RADIO : Radio activeren, frequen‐
tiebereik wijzigen
■ 2 3 : Zender zoeken
■ Draaiknop OK: Frequentie wijzigen
■ Zendertoetsen 1...6: Voorkeurzen‐ dertoetsen■SETUP : Systeeminstellingen, zen‐
ders automatisch opslaan
■ TEXT : Radiotekstinformatie weer‐
geven
Radio activeren
Druk op de toets RADIO om de audi‐
obron naar radio te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk op de toets RADIO om tussen
de beschikbare golfbereiken te scha‐
kelen (bijv. FM1, FM2, AM).
De voorheen geselecteerde zender in
dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Bedieningstoetsen - CD30 BT
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
■ RADIO/CD : Radio activeren
■ Draaiknop in het midden: Frequen‐
tiebereik en frequentie wijzigen
■ ⊲ ⊳: Zoekmodus wijzigen (frequen‐ tie, zendernaam, opgeslagen zen‐
dernummer)
Page 31 of 101

Radio31
■2 3 : Zender zoeken
■ MEM : De opgeslagen lijst met radi‐
ozenders oproepen
■ Zendertoetsen 1...6: Voorkeurzen‐ dertoetsen
■ 0 : Systeeminstellingen
Radio activeren
Druk op de toets RADIO/CD om de
audiobron naar radio te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk op de toets ⊲ of ⊳ om het fre‐
quentiebereik in het displaymenu te marekren en draai de draaiknop ver‐volgens om het gewenste frequentie‐
bereik te selecteren.
De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.Bedieningstoetsen - CD35 BT
De belangrijkste toetsen voor het be‐
dienen van de radio zijn:
■ RADIO : Radio activeren, frequen‐
tiebereik wijzigen
■ 2 3 : Frequentie wijzigen, zender
zoeken
■ Draaiknop in het midden: De opge‐
slagen lijst met radiozenders op‐
roepen
■ Zendertoetsen 1...6: Voorkeurzen‐ dertoetsen
■ SETUP / TEXT : Systeeminstellin‐
gen
Radio activeren
Druk op de toets RADIO om de audi‐
obron naar radio te schakelen.
De voorheen geselecteerde zender
wordt nu ontvangen.
Frequentiebereik selecteren
Druk op de toets RADIO om tussen
de beschikbare golfbereiken te scha‐
kelen (bijv. FM1, FM2, MW, LW).De voorheen geselecteerde zender in dat frequentiebereik wordt ontvan‐
gen.
Zender zoeken
Automatisch zender zoeken R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - Automatisch
zenders zoeken
Druk even op de de toets 2 of 3
om naar de volgende te ontvangen
zender in het huidige frequentiebereik te zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
2 of 3 nogmaals wordt ingedrukt.
CD30 BT - Automatisch zender
zoeken
Markeer de frequentie in het display
met de toets ⊲ of ⊳.
Druk op de toets 2 of 3 om naar
de volgende te ontvangen zender in
het huidige frequentiebereik te zoe‐
ken.
Page 32 of 101

32Radio
CD35 BT - Automatisch zender
zoeken
Druk gedurende ongeveer
2 seconden op de toets 2 of 3 om
naar de volgende te ontvangen zen‐
der in het huidige frequentiebereik te
zoeken.
Als geen zender wordt gevonden,
gaat het automatisch zoeken door tot
2 of 3 nogmaals wordt ingedrukt.
Handmatig zender zoeken Opgeslagen zender zoeken
Hiermee kunt u radiozenders oproe‐
pen die u voorheen hebt opgeslagen.
Om een zender op te slaan, selec‐
teert u het gewenste frequentiebereik en de gewenste zender en drukt u
vervolgens op toets 1...6 van de zen‐
der totdat een akoestisch signaal
klinkt, wat bevestigt dat de zender in
de juiste zendertoets is opgeslagen.
Er kunnen 6 zenders per frequentie‐
bereik worden opgeslagen.Een opgeslagen zender oproepen
Om een zender op te roepen, selec‐
teert u het gewenste frequentiebereik en drukt u even op toets 1...6 van dezender.
R15 BT / CD15 BT / R16 BT /
CD16 BT / CD18 BT - Handmatig
zenders zoeken
Selecteer het gewenste frequentiebe‐
reik en houd vervolgens de toets 2
of 3 ingedrukt om het geselecteerde
frequentiebereik te scannen.
Laat de toets los wanneer u vlakbij de gewenste frequentie bent. Er wordt
dan automatisch gezocht naar de vol‐ gende te ontvangen zender en deze
wordt automatisch afgespeeld.
Draai aan de draaiknop OK om de
frequentie in stappen te wijzigen.
Opgeslagen zender zoeken
Hiermee kunt u radiozenders oproe‐
pen die u voorheen hebt opgeslagen.
Om een zender op te slaan, selec‐
teert u het gewenste frequentiebereik en de gewenste zender en drukt u
vervolgens op toets 1...6 van de zen‐der totdat een akoestisch signaal
klinkt, wat bevestigt dat de zender in
de juiste zendertoets is opgeslagen.
Er kunnen 6 zenders per frequentie‐
bereik worden opgeslagen.
Een opgeslagen zender oproepen
Om een zender op te roepen, selec‐ teert u het gewenste frequentiebereik
en drukt u even op toets 1...6 van de
zender.
Opgeslagen zender zoeken
Hiermee kunt u radiozenders oproe‐
pen die u voorheen hebt opgeslagen.
Op deze manier kunt u 12 FM,
6 langegolf- of 6 middengolf-zenders
opslaan.
Of houd de toets 1...6 van de zender
ingedrukt tot een akoestisch signaal
klinkt, wat bevestigt dat de zender in
de juiste zendertoets is opgeslagen.
Op deze manier kunnen 6 zenders
per frequentiebereik worden opgesla‐
gen.