2014.5 OPEL INSIGNIA display

[x] Cancel search: display

Page 135 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting133Koplampverstelling
Handmatige
koplampverstelling 
U kunt de lichtbundelhoogte aanpas‐
sen aan de belading om verblinding
te voorkomen: draai het kartelwiel‐
tje  ? in de gewenste sta

Page 140 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 138VerlichtingAchteruitrijlichtenHet achteruitrijlicht gaat branden
wanneer het contact aanstaat en de
auto in de achteruitversnelling staat.
Aangeslagen
lampenglazen
De binnenkant van de lampenglazen

Page 142 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 140Verlichting
Schakel de leeslampen in door op de
kap op  < te drukken.
Verlichting zonneklep
Brandt wanneer u het klepje opent.Verlichtingsfuncties
Verlichting middenconsole De spot in de binnenverl

Page 143 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Verlichting141
De koplampen, achterlichten en ken‐
tekenverlichting blijven een instelbare
tijd branden wanneer u de auto ver‐
laat.
Inschakelen 1. Ontsteking uitschakelen.
2. Contactsleutel verwi

Page 147 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling145Automatisch geregelde
airconditioning In de automatische modus worden
temperatuur, luchtdebiet en luchtver‐
deling automatisch geregeld.
Regeleenheid en toetsen voor de vol‐ gend

Page 148 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) 146Klimaatregeling
■ Druk op A/C voor het inschakelen
van optimale koeling en ontwase‐
ming. De activering wordt aange‐
duid door de LED in de toets.
■ Stel de temperatuur in door aan re‐
ge

Page 149 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling147
■Verwarming achterruit  Ü inschake‐
len.
■ Om weer naar de vorige modus te gaan: toets  V indrukken. Om de
automatische modus opnieuw in te
schakelen: toets  AUTO indrukken.

Page 151 of 329

OPEL INSIGNIA 2014.5  Gebruikershandleiding (in Dutch) Klimaatregeling149
Wanneer de omgevingslucht warm
en zeer vochtig is, kan de voorruit aan de buitenkant aandampen wanneer
er koud lucht naartoe stroomt. Als de
voorruit aan de buitenkant aandampt,
moe