Page 129 of 181

USB-poort129
iPod
Druk een of meerdere malen op de
MEDIA -toets om de iPod-modus te
activeren.
Het afspelen van audiogegevens die
op het iPod-opslagapparaat zijn op‐
geslagen, is gestart.
De bediening van de via USB aange‐ sloten iPod is hoofdzakelijk hetzelfde
als beschreven voor een audio-MP3
cd 3 122.
Hieronder staan alleen de bedie‐
ningsaspecten beschreven die afwij‐
kend/extra zijn.
Muziekzoekprogramma
Afhankelijk van het/de model/versie
van de aangesloten iPod en de opge‐
slagen gegevens zijn er diverse op‐
ties voor het selecteren en afspelen
van tracks.
Selecteer Album in het menu iPod om
een menu weer te geven met de be‐
schikbare opties voor het zoeken
naar muziek.
Selecteer de gewenste optie voor het zoeken naar muziek.
Afhankelijk van de geselecteerde op‐ tie verschijnt een volgend menu voor
zoeken naar muziek of het iPod-
menu.
De stappen voor titelselectie met de
iPod-menuopties of de kruistuimel‐
schakelaarknoppen m en n zijn
hetzelfde als beschrijven voor een
audio MP3-cd 3 122.
Let op
De kruistuimelschakelaarknoppen
c en d hebben geen functie als een
iPod is aangesloten.
Page 130 of 181

130TrefwoordenlijstAAfspelen van een cd starten .......122
Algemene aanwijzingen ............
.......................... 94, 121, 126, 127
AM .............................................. 109
Antidiefstalfunctie ........................95
AS ............................................... 113
Autostore-lijsten .......................... 113
AUX-ingang contactdoos ............................. 126
gebruik .................................... 126
B Balance....................................... 106Bass............................................ 106
Bediening ..................................... 99
C
Cd extra's ................................... 122
CD, invoeren............................... 122
CD-speler activeren ....................122
CD-speler gebruiken................... 122
Cd-tekst ...................................... 122
CD, uitwerpen ............................. 122
D DAB .................................... 109, 118
DAB-menu .................................. 118
DAB-radiotekst ........................... 118
De AUX-ingang gebruiken ..........126De USB-poort gebruiken ............127
Digital Audio Broadcasting .........118
E Ensemble.................................... 118
Extern in ..................................... 107
F
Fader .......................................... 106
FM .............................................. 109
G Gebruik ....................... 109, 122, 126
Gebruiker .................................... 106
Geluidsinstellingen .....................106
H
Handmatig zender zoeken .........109
Het Infotainmentsysteem in- of uitschakelen .............................. 99
Hoofdscherm ................................ 99
I
Infotainmentsysteem gebruiken ...99
Inschakelautomaat .......................99
K
Klankinstellingen ........................106
Page 131 of 181

131
M
Menubediening ............................. 99
Multifunctionele knop ....................99
N Nummer herhalen .......................122
O Opgeslagen audiobestanden afspelen................................... 128
Opslaan ...................................... 109
Overzicht ..................................... 96
P
Pop-up menu ................................ 99
Programmatype .......................... 114
PTY............................................. 114
R
Radio Data System (RDS) ......... 114 Radiotekst................................... 118
Random ...................................... 122
Random album ........................... 122
Regionale programma's .............114
S SDVC.......................................... 107Stand .......................................... 106
Startvolume ................................ 107
Subwoofer .................................. 106T
TA-volume .................................. 107
Titel even laten horen .................122
Titel tonen ................................... 122
TP ............................................... 114
Treble ......................................... 106
U Uitschakelautomaat ......................99
USB-poort belangrijke informatie ..............127
bewaarde audiobestanden
afspelen................................... 128
V Verkeersberichten ......................114
Verkeersinformatie .....................114
Verlaten van een menu ................99
Volume ......................................... 99
Volume instellen ........................... 99
Volume-instellingen ....................107
Voor snelheid gecompenseerde volumebediening (SDVC) .......107
Z
Zendergeheugen ........................109
Zenderlijst ................................... 109
Zendermenu ............................... 109
Zenders bijwerken ......................109
Zenders opvragen ......................109Zenders zoeken via doorloop .....109
Zender zoeken............................ 109
Page 132 of 181
Page 133 of 181
Inleiding..................................... 134
Radio ......................................... 146
Cd-speler ................................... 154
AUX-ingang ............................... 158
Trefwoordenlijst ......................... 160CD 30 / CD 30 MP3
Page 134 of 181

134InleidingInleidingAlgemene aanwijzingen.............134
Antidiefstalfunctie ......................135
Overzicht .................................... 136
Bediening ................................... 139
Geluidsinstellingen ....................142
Volume-instellingen ...................143Algemene aanwijzingen
Het infotainmentsysteem biedt u eer‐
steklas infotainment voor in uw auto.
De radio heeft negen geheugenposi‐
ties voor het automatisch opslaan van zenders voor elk frequentiebereik:
FM, AM en DAB (indien beschikbaar).
De digitale soundprocessor biedt u di‐ verse vooraf ingestelde klankinstellin‐gen, waarmee u het geluid kunt opti‐
maliseren.
De geïntegreerde cd-speler onder‐
houdt u zowel met audio-cd's als met
mp3-cd's.
Ook kan er op het Infotainmentsys‐
teem een externe bron, bijv. een mo‐
biele telefoon, worden aangesloten.
Het geluid van een op de AUX-ingang van uw auto aangesloten audiobron,
bijv. een draagbare cd-speler of een
mp3-speler, kan via de luidsprekers
van het Infotainmentsysteem worden
weergegeven.
Het Infotainmentsysteem kan ook
worden uitgerust met een mobiele te‐ lefoonportaal.Eventueel kunt u het Infotainmentsys‐
teem met de knoppen op het stuur‐
wiel bedienen.
Door het goeddoordachte design van
de bedieningselementen en de hel‐
dere displays kunt u het systeem ge‐
makkelijk en intuïtief bedienen.
Let op
Deze handleiding beschrijft alle voor
de diverse Infotainmentsystemen
beschikbare opties en functies. Be‐
paalde beschrijvingen, zoals die
voor display- en menufuncties, gel‐
den vanwege de modelvariant,
landspecifieke uitvoeringen, speci‐
ale uitrusting en toebehoren wellicht niet voor uw auto.
Belangrijke informatie over de bediening en de
verkeersveiligheid9 Waarschuwing
Het infotainment-systeem moet
worden gebruikt zodat er te allen
tijde veilig met de auto kan worden gereden. Zet bij twijfel uw auto aan
Page 135 of 181
Inleiding135de kant en bedien het
infotainment-systeem terwijl u stil‐ staat.
Radio-ontvangst
Tijdens de radio-ontvangst kunnen
gesis, geruis, signaalvervorming of
signaaluitval optreden door:
■ wijzigingen in de afstand tot de zen‐
der,
■ ontvangst van meerdere signalen tegelijk door reflecties,
■ obstakels.
Antidiefstalfunctie
Het Infotainmentsysteem is uitgerust met een elektronisch beveiligingssys‐
teem als diefstalalarm.
Het Infotainmentsysteem functio‐
neert daarom alleen in uw auto en is
waardeloos voor een dief.
Page 136 of 181
136InleidingOverzicht
Bedieningselementen op het instrumentenpaneel