2013 YAMAHA YZF-R125 Instructieboekje (in Dutch)

Page 49 of 86

YAMAHA YZF-R125 2013  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
DAU33482
Afstellen van het stationair toe-
rental Het stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalpe

Page 50 of 86

YAMAHA YZF-R125 2013  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
3. Draai de borgmoer aan.
DAU21401
Klepspeling De klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en

Page 51 of 86

YAMAHA YZF-R125 2013  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
WAARSCHUWING
DWA10511
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
Voor elke

Page 52 of 86

YAMAHA YZF-R125 2013  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
Bandeninformatie
Deze motorfiets is uitgerust met gietwielen
en tubeless banden met bandventielen.
WAARSCHUWING
DWA10901

Monteer altijd voor- en achterban-

Page 53 of 86

YAMAHA YZF-R125 2013  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU21960
Gietwielen Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.

Page 54 of 86

YAMAHA YZF-R125 2013  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
8. Draai de borgmoer bij de koppe-
lingshendel vast en schuif de rubber
afdekking weer naar de oorspronkelij-
ke positie.
DAUT1221
Vrije slag van voorremhend

Page 55 of 86

YAMAHA YZF-R125 2013  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
DAU22392
Controleren van voor- en achter-
remblokken De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperiod

Page 56 of 86

YAMAHA YZF-R125 2013  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul indien nodig bij.
Een laag remvloeistofniveau wij