FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
OPMERKING
Bij machines met een of meer radiator-
koelvinnen schakelt de radiatorkoelvin
automatisch in of uit op basis van de
koelvloeistoftemperatuur in de radia-
tor.
Als de motor oververhit raakt, staan op
pagina 6-38 nadere instructies ver-
meld.
DAUT1934
Waarschuwingslampje
motorstoring“”
Dit waarschuwingslampje begint te knippe-
ren of blijft branden wanneer een elektrisch
systeem dat de motorwerking controleert,
defect is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het zelfdiagnosesysteem te controle-
ren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschuwings-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet meteen
op wanneer u de sleutel naar “ON” draait of
blijft het lampje branden, laat het elektrisch
circuit dan door een Yamaha dealer contro-
leren.
DAU11872
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot aan het hoogste aantal toe-
ren per minuut en keert daarna weer terug
naar nul tpm om het elektrische circuit te
testen.LET OP
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 10000 tpm en hoger
DAUM2303
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA12312
Zet de machine stil voordat u wijzigingen
aanbrengt in de instellingen van het mul-
tifunctionele display. Het aanbrengen
van wijzigingen tijdens het rijden kan u
afleiden en vergroot het risico op een
ongeval.Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actuele rij-
snelheid aangeeft)
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
1. Multifunctioneel display
2.“RESET/SELECT”-toets
U5D7D1D0.book Page 3 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
DAU20070
Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU20092
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of
onder de merkstreep voor minimumni-
veau bevindt, open dan de reservoird-
op.4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout water,
dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof, anders
is het systeem niet beschermd te-
gen vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel
mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Dop koelvloeistofreservoir
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
U5D7D1D0.book Page 14 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
DAU33031
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10381]HAUM2390
Vervangen van het luchtfilterele-
ment en reinigen van de aftap-
slang Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Laat uw Yamaha-dealer het luchtfiltere-
lement vaker vervangen als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. Verder
moet de aftapslang van het luchtfilter regel-
matig worden gecontroleerd en gereinigd.
Reinigen van de luchtfilteraftapslang
1. Controleer of zich in de aftapslang aan
de zijkant van het luchtfilterhuis water
of vuil heeft verzameld.2. Haal de slang los als er vuil of water in
zit, reinig hem grondig en breng op-
nieuw aan.1. Aftapslang luchtfilter
U5D7D1D0.book Page 15 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
plek. LET OP: Draai voordat u de
accu verwijdert de sleutel naar
“OFF” en haal dan eerst de negatie-
ve kabel en daarna de positieve ka-
bel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt opgeborgen, moet het soortelijk
gewicht van de elektrolyt minstens
eens per maand worden gecontro-
leerd; laad de accu dan indien nodig
steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen en kijk of de ontluchtingsslang
de juiste ligging heeft, in goede condi-
tie verkeert en niet verstopt of afge-
kneld is. LET OP: Als het
ontluchtingsslangetje zo wordt ge-
plaatst dat het frame wordt blootge-
steld aan elektrolyt of gas uit de
accu, kan externe en structurele
schade aan het frame ontstaan.
[DCA10601]DAUM2412
Zekeringen vervangen Het zekeringenkastje bevindt zich onder het
bestuurderszadel. (Zie pagina 3-10.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekeringenkastje
2. Reservezekering
3. Koplampzekering
4. Zekering signaleringssysteem
5. Zekering ontstekingssysteem
6. Zekering radiatorkoelvin
7. Hoofdzekering
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
20.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
U5D7D1D0.book Page 31 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-39
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10400
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek, aan over de ra-
diatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen. Druk de
dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde. Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
U5D7D1D0.book Page 39 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2015 mm (79.3 in)
Totale breedte:
660 mm (26.0 in)
Totale hoogte:
1065 mm (41.9 in)
Zadelhoogte:
818 mm (32.2 in)
Wielbasis:
1355 mm (53.3 in)
Grondspeling:
155 mm (6.10 in)
Kleinste draaicirkel:
3100 mm (122.0 in)Gewicht:Incl. olie en brandstof:
138 kg (304 lb)Motor:Type motor:
Vloeistofgekoeld, 4-takt, SOHC
Cilinderopstelling:
1-cilinder, vooroverhellend
Slagvolume:
124 cm³
Boring × slag:
52.0 × 58.6 mm (2.05 × 2.31 in)
Compressieverhouding:
11.20 :1
Startsysteem:
Elektrische startmotor
Smeersysteem:
Wet sump
Motorolie:Type:
SAE 10W-30 of SAE 10W-40 of SAE 15W-
40 of SAE 20W-40 of SAE 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie:
Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterelement:
0.95 L (1.00 US qt, 0.84 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterelement:
1.00 L (1.06 US qt, 0.88 Imp.qt)Koelsysteem:Inhoud koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Inhoud radiator (inclusief alle leidingen):
1.00 L (1.06 US qt, 0.88 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:
Droog element
Brandstof:Aanbevolen brandstof:
Uitsluitend loodvrije superbenzine
Inhoud brandstoftank:
13.8 L (3.65 US gal, 3.04 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
1.6 L (0.42 US gal, 0.35 Imp.gal)Brandstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:
5D71 00Bougie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR8E
Elektrodenafstand:
0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)Koppeling:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellingsbak:Primair reductiesysteem:
Schroeftandwiel
Primaire reductieverhouding:
73/24 (3.042)
Secundair reductiesysteem:
Kettingaandrijving
Secundaire reductieverhouding:
48/14 (3.429)
Type versnellingbak:
Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
-20 -10 0
10 20 30
40
50 ˚C
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U5D7D1D0.book Page 1 Friday, September 4, 2009 9:18 AM
SPECIFICATIES
8-3
8
Accu:Model:
12N5.5-3B / YUASA
Voltage, capaciteit:
12 V, 5.5 AhKoplamp:Type gloeilamp:
HalogeenlampGloeilampen voltage, wattage × aantal:Koplamp:
12 V, 55 W × 2
Achterlicht/remlicht unit:
LED x 8
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht:
12 V, 5.0 W × 2
Instrumentenverlichting:
LED
Controlelampje vrijstand:
LED
Controlelampje grootlicht:
LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring:
LED
Zekeringen:Hoofdzekering:
20.0 A
Koplampzekering:
15.0 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
5.0 A
U5D7D1D0.book Page 3 Friday, September 4, 2009 9:18 AM