Page 73 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU23291
Controleren van wiellagers De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50290
Accu De accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-15.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
●
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uwogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel- heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi- nuten met water en roep direct
medische hulp in.
●
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
●
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Accu
3. Positieve accukabel (rood)
1
3
2
U5WMD9D0.book Page 29 Monday, December 3, 2012 1:26 PM
Page 74 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
LET OP
DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.Om de accu op te bergen1. Verwijder de accu als het voertuig lan- ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek. LET
OP: Draai voordat u de accu verwij-
dert de sleutel naar “OFF” en haal
dan eerst de negatieve kabel en
daarna de positieve kabel los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren. LET OP: Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie of de accuka- bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
DAU43272
Zekeringen vervangen De hoofdzekering bevindt zich onder het
zadel. (Zie pagina 3-15.)
Het zekeringenkastje met de zekeringen
voor afzonderlijke circuits bevindt zich ach-
ter paneel B. (Zie pagina 6-9.)1. Hoofdzekering
U5WMD9D0.book Page 30 Monday, December 3, 2012 1:26 PM
Page 75 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15131]
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU23798
Koplampgloeilamp vervangen De koplamp op dit model heeft een halo-
geen gloeilamp. Vervang de koplampgloei-
lamp als volgt als deze is doorgebrand.LET OP
DCA10650
Pas op en zorg dat de volgende onderde-
len niet worden beschadigd:●
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
●
Koplamplens
Plak geen kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Koplampzekering
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ontstekingssysteem
4. Zekering achterlichtcircuit
5. Zekering brandstofinjectiesysteem
6. Backup-zekering (voor klok en startblokkeer-systeem)
7. Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen: Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering: 15.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 7.5 A
Zekering signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering ontstekingssysteem: 15.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 15.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
U5WMD9D0.book Page 31 Monday, December 3, 2012 1:26 PM
Page 76 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
1. Verwijder de koplampunit door deschroeven los te halen.
2. Maak de koplampstekker los en ver- wijder dan de gloeilampkap. 3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Breng de gloeilampkap aan en sluit
dan de stekker aan. 6. Monteer de koplampunit door de
schroeven aan te brengen.
7. Vraag indien nodig een Yamaha dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Schroef
1. Koplampstekker
2. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
U5WMD9D0.book Page 32 Monday, December 3, 2012 1:26 PM
Page 77 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU24204
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-gaanwijzer door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door deze in te drukken en linksom te
draaien. 3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11191]
1. Schroef
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
U5WMD9D0.book Page 33 Monday, December 3, 2012 1:26 PM
Page 78 of 96
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
6
DAU24313
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen 1. Verwijder de lampeenheid voor kente-kenverlichting door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de gloeilampfitting van de kentekenverlichting (samen met de
gloeilamp) door deze uit te trekken. 3. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
4. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de lampeenheid voor kente- kenverlichting door de schroeven aan
te brengen.
DAU33544
Parkeerlichtgloeilamp vervangen Vervang een parkeerlichtgloeilamp als volgt
als deze is doorgebrand.1. Verwijder de koplampunit door de
schroeven los te halen.
2. Verwijder de parkeerlichtfitting (samen met de gloeilamp) door deze uit te
trekken.
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Schroef
1. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1. Schroef
U5WMD9D0.book Page 34 Monday, December 3, 2012 1:26 PM
Page 79 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
6
3. Verwijder de defecte gloeilamp doordeze in te drukken en linksom te
draaien.
4. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit- ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.
5. Breng de lampfitting aan (samen met de gloeilamp) door deze vast te druk-
ken.
6. Monteer de koplampunit door de schroeven aan te brengen.
DAU24360
Voorwiel
DAU38892
Om het voorwiel te verwijderen
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.1. Draai de klembout van de voorwielaslos en draai dan de wielas en de rem-
klauwbouten los.
2. Zet de motorfiets op de middenbok.
3. Verwijder aan beide zijden de rem- slanghouders door de bouten los te
halen. 4. Verwijder aan beide zijden de rem-
klauwen door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauwen zijn verwijderd,
hierdoor worden de remblokken te-
gen elkaar geknepen.
[DCA11051]
5. Trek de wielas uit en verwijder dan het wiel.
DAU33662
Aanbrengen van het voorwiel1. Breng het wiel omhoog tussen de vorkpoten.
2. Steek de wielas naar binnen.
3. Monteer de remklauwen door de bou-
ten aan te brengen.
1. Fitting parkeerlichtgloeilamp
1. Remklauwbout
2. Klembout voorwielas
3. Wielas
3
2
1
1. Remklauwbout
2. Remslanghouder
3. Remklauw
4. Bout
U5WMD9D0.book Page 35 Monday, December 3, 2012 1:26 PM
Page 80 of 96

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
6
OPMERKINGKijk of er voldoende afstand tussen de rem-
blokken is voordat de remklauwen over de
remschijven worden gemonteerd.4. Monteer de remslanghouders door debouten aan te brengen.
5. Haal de motorfiets van de middenbok,
zodat het voorwiel op de grond staat
en klap daarna de zijstandaard om-
laag.
6. Zet de wielas, de voorwielasklembout, de remklauwbouten en de remslang-
houderbouten vast met de voorge-
schreven aanhaalmomenten.
7. Duw het stuur enkele malen stevig op en neer om te controleren of de voor-
vork correct werkt.
DAU25080
Achterwiel
DAU25162
Verwijderen van het achterwiel
WAARSCHUWING
DWA10821
Zorg dat de machine veilig wordt onder-
steund, zodat deze niet kan omvallen.1. Draai de wielasmoer en de remklauw-
bouten los.
2. Haal de remankerstang los van de remklauwsteun door de moer en de
bout te verwijderen. 3. Zet de motorfiets op de middenbok.
4. Verwijder de wielasmoer en de rem-
klauw door de bouten los te halen.
LET OP: Bekrachtig de rem niet na-
dat de remklauw is verwijderd, hier-
door worden de remblokken tegen
elkaar geknepen.
[DCA11301]
5. Draai de borgmoeren los en draai dan
de stelbout voor kettingspanning aan
beide uiteinden van de achterbrug vol-
ledig in de richting (a).
Aanhaalmomenten:
Wielas:
72 Nm (7.2 m·kgf, 52 ft·lbf)
Klembout voorwielas: 20 Nm (2.0 m·kgf, 14 ft·lbf)
Remklauwbout: 40 Nm (4.0 m·kgf, 29 ft·lbf)
Remslanghouderbout:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1. Wielasmoer
2. Remklauwbout
1 2
1. Remklauw
2. Remklauwsteun
3. Remankerstang
4. Bout
5. Moer
3
5
4
12
U5WMD9D0.book Page 36 Monday, December 3, 2012 1:26 PM