qType B
Waarschuwings/indikatielampjes zullen verschijnen in de gearceerde gedeelten
Signaal Waarschuwings/indikatielampjes Pagina
Hoofdwaarschuwingslampje 4-50
Remwaarschuwingslampje 4-50
Waarschuwingslampje van anti-blokkeer remsysteem (ABS) 4-51
Laadsysteemwaarschuwingslampje 4-52
Motoroliewaarschuwingslampje 4-53
Motorwaarschuwingslampje 4-53
Waarschuwingslampje voor hoge motorkoelvloeistoftemperatuur (Rood) 4-54
i-stop waarschuwingslampje (Oranje)/indikatielampje (Groen) 4-55
Rijbaanveranderingcontrolesysteem (RVM) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-57
Rijstrookafwijkingwaarschuwingssysteem (LDWS) waarschuwingslampje
(Oranje)/indikatielampje (Groen)4-57
4WD waarschuwingslampje 4-58
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-47
OPGELET
lAls zich een van onderstaande
gevallen voordoet, is er mogelijk een
defect in het systeem. Laat de auto
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur controleren.
lHet lampje gaat tijdens het rijden
knipperen.
lHet lampje gaat niet branden
wanneer het contact op ON gezet
wordt.
lGebruik altijd banden van het
voorgeschreven formaat voor alle
wielen en van hetzelfde merk, soort
en profielpatroon. Bovendien geen
banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op
dezelfde auto gebruiken. Als
dergelijke ongeschikte banden
gebruikt worden, bestaat de kans dat
het LDWS niet normaal functioneert.
lWanneer een noodreservewiel wordt
gebruikt, bestaat de kans dat het
systeem niet normaal functioneert.
LDWS indikatielampje (Groen)
Wanneer het lampje brandt
lHet LDWS indikatielampje gaat
branden vanuit de standby toestand
wanneer aan de volgende voorwaarden
is voldaan.
lDe rijsnelheid is 65 km/h of hoger.lDe witte (gele) strepen worden
bespeurd.
lHet indikatielampje gaat uit wanneer
de LDWS schakelaar wordt ingedrukt.Wanneer het lampje knippert
Het indikatielampje gaat knipperen
wanneer het systeem bepaalt dat de auto
van zijn rijstrook afwijkt.
q4WD waarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampjeí
Type A
De waarschuwingsindikatie wordt onder
de volgende omstandigheden getoond;
lEr is een afwijking in het 4WD
systeem.
lEr is teveel verschil in de bandradius
tussen de voor- en achterwielen.
lDe temperatuur van de differentieelolie
is abnormaal hoog.
lEr is voortdurend een groot verschil
tussen het aantal omwentelingen van
de voor- en achterwielen, zoals
wanneer u probeert weg te rijden op
een bevroren wegdek of wanneer u de
auto probeert vrij te trekken uit
modder, zand of soortgelijke
omstandigheden.
Wanneer“4WD Systeem inspectie
vereist”wordt aangegeven
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
4-58
Tijdens het rijden
íBepaalde modellen.
Instrumentengroep en display
Wanneer“Voertuig stoppen op een
veilig plek”wordt aangegeven
Parkeer de auto op een veilige plaats. Als
de aanduiding na enkele ogenblikken
verdwijnt kunt u verder rijden. Als de
aanduiding niet verdwijnt, contact
opnemen met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
Type B
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
zal dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden blijven branden.
Het waarschuwingslampje zal onder de
volgende omstandigheden gaan branden
of knipperen:
lGaat branden wanneer er een afwijking
is in het 4WD systeem.
lGaat branden als er teveel verschil is in
de bandradius tussen de voor- en
achterwielen.
lGaat knipperen wanneer de
temperatuur van de differentieelolie
abnormaal hoog wordt.
lKnippert wanneer er voortdurend een
groot verschil is tussen het aantal
omwentelingen van de voor- en
achterwielen, zoals wanneer u probeert
weg te rijden op een bevroren wegdek
of wanneer u de auto probeert vrij te
trekken uit modder, zand of
soortgelijke omstandigheden.
Wanneer het lampje brandt
Als het 4WD waarschuwingslampje gaat
branden, contact opnemen met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.Wanneer het lampje knippert
Parkeer de auto op een veilige plaats. Start
de motor na enkele ogenblikken opnieuw,
als het waarschuwingslampje ophoudt met
knipperen kunt u verder rijden. Als het
lampje niet ophoudt met knipperen,
contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
qWaarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje voor
automatische transmissie
í
Type B
Wanneer het contact op ON wordt gezet,
zal dit waarschuwingslampje gedurende
enkele seconden blijven branden.
Type A/Type B
Het lampje/indikatie gaat branden
wanneer er een probleem is met de
transmissie.
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
4-59íBepaalde modellen.
Gebruik van de 4-
wielaandrijving (4WD)
lHet 4WD systeem zorgt voor
uitstekende rijeigenschappen op wegen
die met sneeuw of ijs overdekt zijn, bij
het rijden door zand en modder,
alsmede bij het rijden op steile
hellingen of op overige gladde
ondergrond.
lBij auto's met een type A
instrumentengroep, de toestand van de
auto controleren of de auto door een
deskundige reparateur laten
inspecteren, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur, overeenkomstig de
indikatie.
lSysteemdefecten of bedrijfstoestanden
worden aangeduid door een
waarschuwing.
Zie Waarschuwings/indikatielampjes
op pagina 4-41.
WAARSCHUWING
Laat nooit een wiel doorspinnen dat
niet met de grond in aanraking is:
Het laten doorspinnen van een wiel
dat niet met de grond in aanraking is
doordat de auto vast is komen te zitten
of in een greppel is geraakt, is
gevaarlijk. Het aandrijfaggregaat kan
ernstig beschadigd worden, hetgeen
tot een ongeluk kan leiden of zelfs
oververhitting, olielekkage en brand
kan veroorzaken.
qRijden met 4WD
WAARSCHUWING
Vermijd bij het rijden met deze auto
het maken van scherpe bochten,
overmatig hoge snelheden en
plotselinge manoeuvres:
Het maken van scherpe bochten, het
rijden met overmatig hoge snelheden
en het maken van plotselinge
manoeuvres met deze auto is
gevaarlijk aangezien dit het risico van
verlies van de macht over het stuur,
het kantelen van de auto of de kans op
persoonlijk of dodelijk letsel verhoogt.
Deze auto heeft een hoger
zwaartepunt. Auto's met een hoger
zwaartepunt zoals utiliteitsvoertuigen
en 4WD voertuigen hebben andere
rijeigenschappen dan auto's met een
lager zwaartepunt.
Utiliteitsvoertuigen en 4WD
voertuigen zijn net zo min geschikt
voor het maken van bochten met hoge
snelheden als dat sportwagens met
laag profiel geschikt zijn onder off-
road omstandigheden goede prestaties
te leveren. Bovendien is de kans op
kantelen bij een utiliteitsvoertuig
beduidend groter dan bij andere
soorten voertuigen.
4-134
Tijdens het rijden
4WD
WAARSCHUWING
Rijd voorzichtig wanneer de auto
geladen is door de rijsnelheid te
verlagen en de remmen eerder in
werking te stellen:
Het maken van plotselinge
manoeuvres en plotseling afremmen
tijdens het rijden met een geladen auto
is gevaarlijk, aangezien het rijgedrag
van een auto met een hoog
zwaartepunt in beladen toestand
anders is dan wanneer de auto niet
geladen is, hetgeen verlies van de
macht over het stuur en een ongeluk
kan veroorzaken.
qBanden en sneeuwkettingen
De toestand van de banden is van grote
invloed op de prestaties van de auto.
Bovendien dient u ter voorkoming van
beschadiging van het aandrijfmechanisme
op de volgende punten te letten:
Banden
lBij het vernieuwen van banden dienen
altijd alle voor- en achterbanden
tegelijkertijd vernieuwd te worden.
lAlle banden dienen van dezelfde maat,
constructie en fabricage te zijn en
dienen hetzelfde profielpatroon te
hebben. Besteed speciale aandacht bij
het monteren van sneeuwbanden of
andere soorten winterbanden.
lGebruik geen banden waarvan het
profiel versleten is tezamen met
normale banden.
lInspecteer de luchtdruk van de banden
bij de voorgeschreven intervallen, stel
deze af op de voorgeschreven
bandenspanning en initialiseer het
bandenspanningcontrolesysteem.
OPMERKING
Controleer voor de correcte
bandenspanning het
bandenspanningslabel dat aan het frame
van het bestuurdersportier bevestigd is.
lZorg ervoor dat de auto uitgerust is met
de oorspronkelijke velgen van de
voorgeschreven maat, op alle wielen.
Bij 4WD is het systeem gecalibreerd
met als uitgangspunt dat alle vier
wielen dezelfde afmetingen hebben.
Sneeuwkettingen
lMonteer sneeuwkettingen op de
voorbanden.
lGebruik geen sneeuwkettingen op de
achterwielen.
lWanneer de sneeuwkettingen zijn
aangebracht, niet sneller met de auto
rijden dan 30 km/h.
lRijd niet met de auto voorzien van
sneeuwkettingen op wegen die niet
overdekt zijn met sneeuw of ijs.
qSlepen
Als de auto gesleept moet worden, dient
deze met alle vier wielen volledig van de
grond af gesleept te worden (pagina 7-32).
Tijdens het rijden
4WD
4-135
Sleepmethoden
Indien slepen noodzakelijk is, wordt het
aanbevolen dit aan een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur of aan een erkend
sleepbedrijf over te laten.
Om beschadiging van de auto te
voorkomen, is het van belang dat de juiste
takel- en sleepmethoden gebruikt worden.
In het bijzonder bij het slepen van een
4WD voertuig waarbij alle wielen
aangesloten zijn op het aandrijfaggregaat,
is het juiste vervoer van de auto absoluut
van groot belang om beschadiging van het
aandrijfsysteem te voorkomen. Daarbij
dient men de wettelijke bepalingen
omtrent het slepen van auto's in acht te
nemen.
Wieldollies
Een 2WD auto die gesleept wordt dient
met de aangedreven wielen (voorwielen)
omhoog getakeld voortgetrokken te
worden. Indien dit door buitengewoon
grote schade aan de auto niet mogelijk is,
dienen wieldollies gebruikt te worden.
Ontspan de handrem bij het slepen van
een auto met 2WD met de achterwielen
op de grond.Een auto met 4WD welke gesleept wordt
dient met alle vier wielen van de grond af
gesleept te worden.
WAARSCHUWING
Sleep een auto met 4WD steeds met
alle vier wielen van de grond af:
Het slepen van een auto met 4WD met
de voorwielen of de achterwielen op de
grond is gevaarlijk, aangezien het
aandrijfaggregaat daardoor
beschadigd kan raken of de auto van
de takelwagen kan wegdraaien en een
ongeluk veroorzaken. Als het
aandrijfaggregaat beschadigd is, de
auto op een platte takelwagen
vervoeren.
7-32
Als er zich een probleem voordoet
Slepen in noodgevallen
OPGELET
lAls zich een van onderstaande
gevallen voordoet, is er mogelijk een
defect in het systeem. Laat de auto
door een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur controleren.
lHet lampje gaat tijdens het rijden
knipperen.
lHet lampje gaat niet branden
wanneer het contact op ON gezet
wordt.
lGebruik altijd banden van het
voorgeschreven formaat voor alle
wielen en van hetzelfde merk, soort
en profielpatroon. Bovendien geen
banden met duidelijk zichtbaar
verschillende slijtagepatronen op
dezelfde auto gebruiken. Als
dergelijke ongeschikte banden
gebruikt worden, bestaat de kans dat
het LDWS niet normaal functioneert.
lWanneer een noodreservewiel wordt
gebruikt, bestaat de kans dat het
systeem niet normaal functioneert.
qAls de 4WD waarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje wordt
aangegeven
í
Type A
De waarschuwingsindikatie wordt onder
de volgende omstandigheden getoond;
lEr is een afwijking in het 4WD
systeem.
lEr is teveel verschil in de bandradius
tussen de voor- en achterwielen.
lDe temperatuur van de differentieelolie
is abnormaal hoog.
lEr is voortdurend een groot verschil
tussen het aantal omwentelingen van
de voor- en achterwielen, zoals
wanneer u probeert weg te rijden op
een bevroren wegdek of wanneer u de
auto probeert vrij te trekken uit
modder, zand of soortgelijke
omstandigheden.
Wanneer“4WD Systeem inspectie
vereist”wordt aangegeven
Raadpleeg een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda reparateur.
7-42
Als er zich een probleem voordoet
íBepaalde modellen.
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
Wanneer“Voertuig stoppen op een
veilig plek”wordt aangegeven
Parkeer de auto op een veilige plaats. Als
de aanduiding na enkele ogenblikken
verdwijnt kunt u verder rijden. Als de
aanduiding niet verdwijnt, contact
opnemen met een deskundige reparateur,
bij voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
Type B
Het waarschuwingslampje zal onder de
volgende omstandigheden gaan branden
of knipperen:
lGaat branden wanneer er een afwijking
is in het 4WD systeem.
lGaat branden als er teveel verschil is in
de bandradius tussen de voor- en
achterwielen.
lGaat knipperen wanneer de
temperatuur van de differentieelolie
abnormaal hoog wordt.
lKnippert wanneer er voortdurend een
groot verschil is tussen het aantal
omwentelingen van de voor- en
achterwielen, zoals wanneer u probeert
weg te rijden op een bevroren wegdek
of wanneer u de auto probeert vrij te
trekken uit modder, zand of
soortgelijke omstandigheden.
Wanneer het lampje brandt
Als het 4WD waarschuwingslampje gaat
branden, contact opnemen met een
deskundige reparateur, bij voorkeur een
officiële Mazda reparateur.Wanneer het lampje knippert
Parkeer de auto op een veilige plaats. Start
de motor na enkele ogenblikken opnieuw,
als het waarschuwingslampje ophoudt met
knipperen kunt u verder rijden. Als het
lampje niet ophoudt met knipperen,
contact opnemen met een deskundige
reparateur, bij voorkeur een officiële
Mazda reparateur.
qAls de waarschuwingsindikatie/
waarschuwingslampje voor de
automatische transmissie wordt
aangegeven
í
Het lampje/indikatie gaat branden
wanneer er een probleem is met de
transmissie.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje/
waarschuwingsindikatie voor de
automatische transmissie gaat branden,
is er een elektrisch probleem in de
transmissie. Wanneer u in deze toestand
met uw Mazda blijft doorrijden, kan dit
beschadiging van uw transmissie tot
gevolg hebben. Raadpleeg zo spoedig
mogelijk een deskundige reparateur, bij
voorkeur een officiële Mazda
reparateur.
Als er zich een probleem voordoet
Waarschuwings-/indikatielampjes en waarschuwingszoemers
7-43íBepaalde modellen.