Page 201 of 295

NOODGEVALLEN199
4
WIEL VERWISSELEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
De auto kan zijn uitgerust met een noodreservewiel (optional
voor bepaalde uitvoeringen/markten).
Voor het verwisselen van het wiel en voor het juiste gebruik van
de krik en het noodreservewiel moeten de onderstaande voor-
zorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Het noodreservewiel (voor bepaalde uitvoerin-
gen/markten) behoort bij de auto waarbij het gele-
verd is. Gebruik het noodreservewiel niet bij
andere auto's en monteer geen reservewielen van andere
auto's. Het noodreservewiel mag alleen in noodgevallen
worden gebruikt. Het noodreservewiel moet zo kort moge-
lijk gebruikt worden en er mag niet sneller dan 80 km/h
mee worden gereden. Op het noodreservewiel is een oran-
je sticker aangebracht waarop de belangrijkste aanwij-
zingen en de beperkingen staan vermeld met betrekking
tot het gebruik van het reservewiel.
Deze sticker mag absoluut niet worden verwijderd
of afgedekt. Op het noodreservewiel mag nooit een
wieldeksel worden gemonteerd. Op de sticker
staan de volgende aanwijzingen in vier talen vermeld:
ATTENTIE! ALLEEN VOOR TIJDELIJK GEBRUIK!
80 KM/H MAX! VERVANG ZO SNEL MOGELIJK DOOR
EEN NORMAAL WIEL. BEDEK DEZE AANWIJZIN-
GEN NIET.
Als u het gemonteerde velgtype wilt vervangen (lichtme-
talen velgen in plaats van stalen of omgekeerd) moeten
tevens alle wielbouten worden vervangen door bouten met
een lengte die aangepast is aan het velgtype.
Attendeer het overige wegverkeer op de stil-
staande auto m.b.v.: de waarschuwingsknipper-
lichten, de gevarendriehoek enz. Tijdens het ver-
wisselen van een wiel moeten alle inzittenden de auto
hebben verlaten, vooral als de auto zwaar beladen is,
en op een veilige afstand van het verkeer wachten, tot-
dat het wiel verwisseld is. Blokkeer de wielen met ste-
nen of andere voorwerpen als de auto schuin op een hel-
ling of op een slecht wegdek staat.
Page 202 of 295

200NOODGEVALLEN
Bij een gemonteerd noodreservewiel veranderen
de rij-eigenschappen van de auto. Vermijd met
vol gas optrekken, bruusk remmen en hoge snel-
heden in de bochten. Het noodreservewiel heeft een
levensduur van ongeveer 3000 km. Na deze afstand
moet de band van het noodreservewiel vervangen wor-
den door een nieuwe band van hetzelfde type. Monteer
nooit een normale band op de velg van het noodreserve-
wiel. Laat het verwisselde wiel zo snel mogelijk repa-
reren en monteren. Gebruik nooit twee of meer noodre-
servewielen. Smeer voor montage de schroefdraad van
de wielbouten niet met vet: de bouten kunnen loslopen.De krik dient uitsluitend voor het verwisselen
van een wiel van de auto waarbij de krik gele-
verd is of voor auto's van hetzelfde model.
Gebruik de krik niet voor het opkrikken van andere
auto's. En beslist nooit voor het uitvoeren van werk-
zaamheden onder de auto. Als de krik niet juist
geplaatst wordt, kan de opgekrikte auto van de krik
vallen. Op een sticker op de krik is het maximum hef-
vermogen aangegeven; de krik mag nooit voor een
zwaardere last worden gebruikt. Het noodreservewiel
is niet geschikt voor de montage van sneeuwkettingen.
Als u een lekke voorband (aangedreven wiel) hebt en er
moet met sneeuwkettingen worden gereden, dan moet u
een wiel van de achteras afhalen en daarvoor in de
plaats het noodreservewiel monteren. Zo hebt u op de
vooras twee normale wielen waarop u sneeuwkettingen
kunt monteren.
Door een verkeerde montage kan het wieldeksel
tijdens het rijden loslaten. Maak het ventiel
absoluut niet open. Plaats geen enkel stuk
gereedschap tussen velg en band. Controleer regelmatig
de spanning van de banden en van het noodreservewiel
en houd daarbij de waarden aan die beschreven staan
in hoofdstuk “6”.
Gereedschaptas (uitvoeringen met Bose HI-FI)
Bij uitvoeringen met Bose HI-FI bevindt zich een gereedschap-
tas in de bagageruimte.
De gereedschaptas bevat:
❍schroevendraaier;
❍sleepoog;
❍wielboutsleutel;
❍montagehulpstuk voor wielbouten;
❍centreerpen voor lichtmetalen wielen;
❍krik.
Page 203 of 295

NOODGEVALLEN201
4
SUBWOOFER VERWIJDEREN
(uitvoeringen met Bose HI-FI)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
BELANGRIJK De volgende procedure geldt alleen voor auto's
die zijn uitgerust met een Bose HI-FI audio-installatie met Sub-
woofer (voor bepaalde uitvoeringen/markten).
SUBWOOFER EN NOODRESERVEWIEL
Ga voor het verwijderen van de Subwoofer als volgt te werk:
❍open de achterklep, trek aan de lus A-fig. 10 en trek de vloer-
bedekking omhoog;
❍draai de blokkeerschroef A-fig. 8 los, til de Subwoofer op en
verwijder vervolgens verbindingskabel B van klittenband C;❍plaats de Subwoofer opzij in de bagageruimte, verwijder de
houder en neem het noodreservewiel uit;
❍ga vervolgens verder met het verwisselen van het wiel zoals
in dit hoofdstuk wordt beschreven.
Ter afsluiting:
❍plaats de houder terug in de zitting en plaats de Subwoofer
in de houder zoals is aangegeven op de houder (fig. 9). De
pijl op het vulstuk moet in de rijrichting van de auto wij-
zen;
❍plaats de kabel B-fig. 8 op het klittenband C om afknelling
te voorkomen. Draai vervolgens de blokkeerschroef A-fig.
8 vast. Laat de vloerbedekking van de bagageruimte zak-
ken.
fig. 8
L0E0176mfig. 9L0E0177m
Page 204 of 295

202NOODGEVALLEN
RESERVEWIEL UITNEMEN
Het is nodig te weten dat:
❍de krik 1,76 kg weegt;
❍de krik geen afstelwerkzaamheden vereist;
❍de krik bij beschadiging vervangen moet worden door een
krik van hetzelfde type;
❍buiten de slinger geen enkel ander gereedschap op de krik
gemonteerd mag worden.
Ga voor het verwisselen van een wiel als volgt te werk:
❍zet de auto stil op een plaats waar het verkeer niet in ge-
vaar wordt gebracht en in alle veiligheid het wiel kan wor-
den verwisseld. Zet de auto zo mogelijk op een vlakke en ste-
vige ondergrond;
❍zet de motor uit en trek de handrem aan;
❍schakel de eerste versnelling of de achteruit in;
❍trek de vloerbedekking van de bagageruimte omhoog aan
handvat A-fig. 10 (bij uitvoeringen met een dubbele laad-
ruimte, til eerst de afdekplaat en vervolgens de vloerbedek-
king op);
❍draai de blokkeerschroef B-fig. 10 los;
❍neem de gereedschaphouder C uit en zet de houder dicht
bij het te verwisselen wiel;
❍neem het noodreservewiel D-fig. 10 uit;
❍verwijder met de bijgeleverde schroevendraaier het geklem-
de wieldeksel bij de inkeping op de rand van het deksel;
fig. 10
L0E0081m
Page 205 of 295
NOODGEVALLEN203
4
❍bij uitvoeringen met een dubbele laadruimte, til de bekle-
ding van de dubbele laadruimte op en maak er de vloerbe-
dekking van de bagageruimte aan vast, zoals is aangegeven
in fig. 10.
❍verwijder bij auto’s met lichtmetalen velgen het geklemde wiel-
deksel met behulp van de bijgeleverde schroevendraaier;
❍draai met de bijgeleverde sleutel E-fig. 11 de wielbouten van
het te verwisselen wiel ongeveer een slag los;
❍draai de slinger van de krik zo, dat de krik iets omhoog komt;
❍plaats de krik dicht bij het te verwisselen wiel, bij het teken
Oop de chassisbalk;
❍controleer of de groef F-fig. 12 van de krik goed om de rand
van de chassisbalk G valt;
fig. 11
L0E0082mfig. 12L0E0083m
Page 206 of 295

204NOODGEVALLEN
❍waarschuw eventuele omstanders dat de auto wordt opge-
krikt; zorg ervoor dat ze zich niet in de nabijheid van de
auto bevinden en de auto vooral niet aanraken totdat deze
weer geheel op de grond staat;
❍plaats de slinger H-fig. 12 op de plaats aangegeven met
I op de krik en zet de auto omhoog, totdat het wiel enige cen-
timeters los van de grond is. Als u de slinger draait, moet u
zorgen voor voldoende werkruimte, zodat u geen schaaf-
wonden aan uw hand oploopt door contact met de grond.
Ook de bewegende delen van de krik (schroefdraad en schar-
nieren) kunnen letsel veroorzaken: vermijd contact met de-
ze onderdelen. Reinig uw handen zorgvuldig als deze met vet
in contact zijn geweest;
❍zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
noodreservewiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevat-
ten, omdat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kun-
nen loslopen;
❍monteer het noodreservewiel, waarbij de pennen T-fig. 13 in
een van de gaten A in het wiel moeten vallen;
❍draai de 4 wielbouten handvast;
❍draai de slinger van de krik zodat de auto zakt, en verwij-
der de krik;
❍draai de wielbouten kruiselings vast, in de volgorde die is
aangegeven in fig. 13.
fig. 13
L0E0113m
Page 207 of 295

NOODGEVALLEN205
4
NORMALE WIEL MONTEREN
Volg de hiervoor beschreven procedure, krik de auto op en de-
monteer het noodreservewiel.
Uitvoeringen met stalen velgen
Ga als volgt te werk:
❍zorg ervoor dat de boutgaten en alle contactvlakken van het
normale wiel schoon zijn en geen onzuiverheden bevatten,
omdat hierdoor na verloop van tijd de wielbouten kunnen
loslopen;
❍monteer het normale wiel door de 4 wielbouten in de bout-
gaten te plaatsen;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten handvast aan;
❍monteer het geklemde wieldeksel, waarbij de inkeping (op
het wieldeksel) moet samenvallen met het ventiel;
❍laat de auto zakken en verwijder de krik;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten kruiselings
vast, in de volgorde die eerder is afgebeeld.Uitvoeringen met lichtmetalen velgen
❍plaats het wiel op de naaf en draai met de bijgeleverde sleu-
tel de bouten vast;
❍laat de auto zakken en verwijder de krik;
❍draai met de bijgeleverde sleutel de wielbouten vast in de
volgorde die is aangegeven in fig. 8;
❍monteer het geklemde wieldeksel en zorg ervoor dat het re-
ferentiegat op het wiel samenvalt met de referentiepen op het
wieldeksel.
BELANGRIJK Door een verkeerde montage kan het wieldeksel
tijdens het rijden loslaten.
Page 208 of 295

206NOODGEVALLEN
Ter afsluiting
❍plaats het noodreservewiel D-fig. 10 op de daarvoor bestemde
plek in de bagageruimte;
❍druk de half geopende krik stevig in de houder om rammelen
tijdens het rijden te voorkomen;
❍berg het gebruikte gereedschap op in de gereedschaphouder;
❍plaats de gereedschaphouder op het reservewiel en draai de
blokkeerschroef B-fig. 10 vast;
❍plaats de vloerbedekking op de juiste wijze op de vloer van
de bagageruimte.
BELANGRIJK In tubeless banden mogen geen binnenbanden
gebruikt worden. Controleer regelmatig de spanning van de ban-
den, ook van het noodreservewiel.GLOEILAMP VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
❍Controleer voordat u een lamp vervangt of de contacten niet
zijn geoxideerd;
❍vervang een defecte lamp door een exemplaar van hetzelf-
de type en vermogen;
❍als u een gloeilamp in de koplamp hebt vervangen, con-
troleer dan om veiligheidsredenen altijd of de afstelling nog
goed is;
❍als een lamp niet brandt, controleer dan eerst of de zeke-
ring niet doorgebrand is, voordat u de lamp vervangt: zie
voor de plaats van de zekeringen de paragraaf “Zekeringen
vervangen” in dit hoofdstuk.
Modificaties of reparaties aan de elektrische
installatie die niet correct worden uitgevoerd en
waarbij geen rekening wordt gehouden met de
technische specificaties van het systeem, kunnen storin-
gen in de werking en zelfs brand veroorzaken.
Afhankelijk van het gemonteerde velgtype (licht-
metaal of staal) worden specifieke wielbouten
gebruikt en een specifiek noodreservewiel die
alleen bij dat type velg horen. De wielbouten van de
lichtmetalen velgen zijn te herkennen aan de vaste ring
en aan een holle uitsparing op de kop van de wielbout
zelf. Mocht u toch het gemonteerde velgtype willen ver-
vangen (lichtmetalen velgen in plaats van stalen of omge-
keerd), dan dient u zich te wenden tot het Lancia
Servicenetwerk voor het juiste type wielbouten en het
juiste noodreservewiel. Bewaar de standaard gemonteer-
de wielbouten voor het geval dat u de oorspronkelijk op
de auto gemonteerde wielen weer wilt monteren.