Page 127 of 670

Rijden met uw auto
14
5
3. Druk de toets Engine Start/Stop in
terwijl u het rempedaal ingetrapt houdt.
4. Houd het rempedaal ingetrapt totdat het controlelampje voorgloeien dooft.
(ongeveer 5 seconden)
5. De motor start wanneer het controle- lampje voorgloeien dooft.
✽✽
AANWIJZING
Als u de toets Engine Start/Stop nogmaals indrukt terwijl de motorvoorgegloeid wordt, kan de motoraanslaan.
Starten en afzetten van een motor met
turbo/intercooler
1 Voer het toerental van de motor niet te hoog op en accelereer niet direct na
het starten van de motor.
Laat een koude motor enkele
seconden stationair draaien voordat u
wegrijdt om ervoor te zorgen dat de
turbocompressor voldoende smering
krijgt.
2. Na het rijden met hoge snelheid of een lange rit met een zware motorbelasting
dient de motor voor het afzetten
ongeveer 1 min stationair te draaien. Door de motor stationair te laten
draaien zal de turbo afkoelen voordat
de motor wordt afgezet. Zelfs als de Smart Key zich in de auto
bevindt, maar op enige afstand van u,zal de motor mogelijk niet aanslaan.
Wanneer de toets Engine Start/Stop in stand ACC of daarboven staat,
controleert het systeem of de Smart
Key aanwezig is wanneer een van de
portieren geopend wordt. Als de Smart
Key zich niet in de auto bevindt, gaathet controlelampje “”
branden en
verschijnt op het instrumentenpaneel
en het LCD-display de melding "Smart
Key niet in auto" (of "Key is not in
vehicle"). En wanneer alle portieren
gesloten worden, zal de zoemer 5
seconden klinken. Het controlelampje
of de waarschuwing dooft wanneer de
auto rijdt. Zorg dat u altijd de Smart
Key bij u hebt.
W-60
Controlelampje voorgloeien
WAARSCHUWING
De motor zal alleen aanslaan
wanneer de Smart Key zich in de
auto bevindt. Laat kinderen of anderen die niet
vertrouwd zijn met de auto nooit de
toets Engine Start/Stop of
aanverwante onderdelen aanraken.
OPMERKING
Zet de motor nooit direct af nadat hij zwaar belast is geweest. Dit kanzware schade veroorzaken aan demotor of de turbocompressor.
Page 182 of 670

569
Rijden met uw auto
Om het LDWS in te schakelen, drukt u op de toets terwijl de toets ENGINE
START/STOP in stand ON staat. Hetcontrolelampje op het
instrumentenpaneel gaat branden. Druk
opnieuw op de toets om het LDWS uit te
schakelen.
De kleur van het symbool is afhankelijk
van de conditie van het LDWS.
- Wit : De sensor signaleert geenrijstrookmarkering.
- Groen : De sensor signaleert de rijstrookmarkering. Als uw auto de rijstrook verlaat terwijl het
LDWS is ingeschakeld en de rijsnelheid
hoger is dan 60 km/h, dan werkt de
waarschuwing als volgt:
1. Visuele waarschuwing
Als u de rijstrook verlaat, knippert de
rijstrook die u verlaat geel op het LCD-
display met een interval van 0,8 s.
2. Hoorbare waarschuwing
Als u de rijstrook verlaat, klinkt het
waarschuwingsgeluid met een interval
van 0,8 s.
ODM052049
ODM042147
ODM042150
ODM042148
ODM042149
■
Wanneer de sensor de rijstrookmarkering
signaleert■ Waarschuwing bij het overschrijden van de
linker rijstrookmarkering
■ Wanneer de sensor de rijstrookmarkering niet
signaleert
■ Waarschuwing bij het overschrijden van de
rechter rijstrookmarkering
Page 462 of 670

419
Kenmerken van uw auto
Alarm geactiveerd
Het alarm wordt geactiveerd als een van
de volgende situaties zich voordoet
terwijl het alarm is ingeschakeld.
Een van de voor- of achterportierenwordt geopend zonder de afstands
-bediening of Smart Key.
De achterklep wordt zonder de afstandsbediening of de Smart Key geopend.
De motorkap wordt geopend.
Het alarm klinkt en de alarm
-knipperlichten knipperen gedurende 27
seconden, tenzij het systeem wordt
uitgeschakeld. Het alarm kan worden
uitgeschakeld door de portieren te
ontgrendelen met de afstandsbediening
of Smart Key. Alarm uitgeschakeld
Het systeem wordt in de volgende
situaties uitgeschakeld:
Afstandsbediening
- De toets voor portier ontgrendelen
wordt ingedrukt.
- De motor wordt gestart.
- Het contact staat gedurende ten minste 30 seconden in stand ON.
Smart Key
- De toets voor portier ontgrendelenwordt ingedrukt.
- De toets van het voorportier wordt ingedrukt terwijl u de Smart Key bij u heeft.
- De motor wordt gestart.
- De toets ENGINE START/STOP staat in stand ON.
Nadat de portieren zijn ontgrendeld,
knipperen de alarmknipperlichten
tweemaal om aan te geven dat het alarm
is uitgeschakeld.
Als er op de ontgrendeltoets van de
afstandsbediening wordt gedrukt en er
binnen 30 seconden geen portier (of
achterklep) wordt geopend, wordt het
alarm weer ingeschakeld.
✽✽ AANWIJZING
Page 501 of 670

Kenmerken van uw auto
58
4
Bediening instrumentenpaneel
Regelen dashboardverlichting
(indien van toepassing)
De intensiteit van de
dashboardverlichting kan worden
veranderd door de regelknop naar rechts
of links te bewegen als het contact of de
toets ENGINE START/STOP in de stand
ON staat of als de verlichting is
ingeschakeld. Er zijn 20 standen voor de
lichtintensiteit: 1 (MIN) ~ 20 (MAX)
Wanneer u de regelknop van de dashboardverlichting naar rechts (+) of
naar links (-) gedraaid houdt, wordt de
lichtintensiteit traploos geregeld.
Als de lichtintensiteit het maximale of minimale niveau bereikt, klinkt eengeluidssignaal. Bediening LCD-display
De instellingen van het LCD-display
kunnen worden gewijzigd met debedieningstoetsen op het stuurwiel.
(1) : Toets MODE voor het selecteren
van modi
(2) : Toets MOVE voor het selecteren van functies
(3) : Toets SELECT/RESET voor het instellen of resetten van de geselecteerde functie
❈ Zie "LCD-display" in dit hoofdstuk voorde LCD-modi.
ODM042056
ODM042224
ODMEDI2029/ODMEDI2029HO
■
Type A
■ Type B
ODMEDI2001■Type C
Page 504 of 670
461
Kenmerken van uw auto
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Wanneer het contact of de toets ENGINE
START/STOP in stand ON staat, geeft
deze meter de koelvloeistoftemperatuur
weer.
Brandstofmeter
De brandstofmeter geeft bij benadering
de hoeveelheid brandstof aan die nog in
de tank aanwezig is.
WAARSCHUWING
Verwijder de radiateurdop nooit als
de motor heet is. De koelvloeistof
staat onder druk en kan ernstige
brandwonden veroorzaken. Wacht
totdat de motor is afgekoeld
alvorens het reservoir bij te vullen
met koelvloeistof.
OPMERKING
Als de naald van de meter buiten het normale bereik komt en in derichting van stand 130 of Hbeweegt, duidt dit op oververhitting
van de motor, waardoor schade aande motor kan ontstaan.
Blijf niet rijden met een oververhittemotor. Raadpleeg "Als de motoroververhit raakt" in hoofdstuk 6
wanneer de motor oververhit raakt.
ODMEMM2223/ODMNMM2223
■
Type A
ODMEMM2351/ODMNMM2351
■
Type B
ODMEMM2222/ODMNMM2222
■
Type A
ODMEMM2352/ODMNMM2352
■
Type B
Page 506 of 670

463
Kenmerken van uw auto
Buitentemperatuurmeter
De buitentemperatuurmeter geeft de
actuele buitentemperatuur weer in
eenheden van 1°C (1°F).
- Temperatuurbereik : -40°C ~ 60°C (-40°F ~ 140°F)
De buitentemperatuur op het display
verandert mogelijk niet meteen zoals bij
een gewone thermometer om debestuurder niet af te leiden.
De temperatuureenheid kan worden
gewijzigd (van °C naar °F of andersom)
met de modus "Gebruikersinstell." van
het LCD-display. ❈ Zie "LCD-display" in dit hoofdstuk voor
meer informatie.
Waarschuwingslampje gladheid
(indien van toepassing)
Dit waarschuwingslampje brandt om de
bestuurder te waarschuwen voor een
mogelijk glad wegdek.
Onder de volgende omstandigheden
knippert dit waarschuwingslampje
(samen met de buitentemperatuurmeter)
10 keer en klinkt 3 keer een
geluidssignaal, waarna het
waarschuwingslampje blijft branden.
- De door de buitentemperatuurmeter weergegeven temperatuur is lager dan
ongeveer 4°C (39,2°F)
- Het contact of de toets ENGINE START/STOP staat in de stand ON
✽✽ AANWIJZING
Als het waarschuwingslampje voor een glad wegdek gaat branden tijdens het
rijden, moet u met meer aandacht en
veiliger rijden en te hoge snelheden,
snelle acceleratie, plotseling afremmenen plotselinge stuurbewegingenvermijden.
ODMEDI2905/OVF041089
■
Type A
■Type B
ODMEDI2906/OVF041090
■
Type A
■Type B
Page 509 of 670
Kenmerken van uw auto
66
4
Modus Onderhoud
Onderhoudsinterval
Onderhoud over
Deze modus berekent en laat zien
wanneer uw auto weer aan periodiekonderhoud toe is (in kilometers of indagen). Vanaf het moment dat er nog 1500 km of
30 dagen resteren voordat het
onderhoudsinterval is verstreken, wordt
nadat de toets ENGINE START/STOP in
de stand ON is gezet gedurende enkele
seconden de melding "Onderhoud over"
weergegeven.
Onderhoud vereist
Als u het periodieke onderhoud niet hebt
laten uitvoeren volgens het
geprogrammeerde onderhoudsinterval,
wordt nadat de toets ENGINE
START/STOP in de stand ON is gezet
gedurende enkele seconden de melding
"Onderhoud vereist" weergegeven. (In
plaats van het aantal km of de tijd wordt
"---" weergegeven)
ODMEDI2070/ODMEDI2070HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDI2066
ODMEDI2071/ODMEDI2071HO
■
Type A
■ Type B
ODMEDI2067■Type C
Page 511 of 670

Kenmerken van uw auto
68
4
Modus Gebruikersinstell.
Beschrijving
Via deze modus kunt u instellingen met
betrekking tot de portieren, verlichting,
enz. wijzigen.
Portier
Portier autom. vergr. (indien van toepassing)
Uit:
De centrale vergrendeling wordt
uitgeschakeld.
Snelheid: Alle portieren worden automatisch
vergrendeld als een snelheid van 15
km/h wordt bereikt.
Versnellingspook: Alle portieren worden automatisch
vergrendeld wanneer de
selectiehendel van de automatische
transmissie vanuit stand P
(parkeerstand) in stand R (achteruit),
N (neutraalstand) of D (rijstand) wordt
gezet. Portier autom. ontgr. (indien van toepassing)
Uit:
De centrale ontgrendeling wordt
uitgeschakeld.
Sleutel uit: Alle portieren worden automatisch
ontgrendeld als de contactsleutel uit
het contactslot wordt verwijderd of als
de toets ENGINE START/STOP in de
stand OFF wordt gezet.
Ontgrendelen bestuurdersportier: Alle portieren worden automatisch
ontgrendeld als het bestuurdersportier
wordt ontgrendeld.
Versnellingspook: Alle portieren worden automatisch
ontgrendeld wanneer de
selectiehendel van de automatische
transmissie in stand P (parkeerstand)
wordt gezet.
ODMEDI2054/ODMEDI2054HO
■
Type A
■ Type B ■Type C
ODMEDI2025