495
Kenmerken van uw auto
Waarschuwingslampje4WD-systeem (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
In het geval van een storing in het 4WD-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Waarschuwingslampje te
hoge snelheid (indien van toepassing)
Dit lampje gaat knipperen:
Wanneer u sneller rijdt dan 120 km/h.
- Dit dient om te voorkomen dat u demaximumsnelheid overschrijdt.
- Er klinkt tevens een
waarschuwingszoemer gedurende
ongeveer 5 seconden.
Adaptive Front Lighting
System (AFLS) (indien van toepassing)
Dit lampje gaat knipperen:
In het geval van een storing in het AFLS.
In het geval van een storing in het AFLS:
1. Rijd voorzichtig naar de kant van de weg en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
2. Zet de motor uit en start hem opnieuw. Als het waarschuwingslampje blijft
branden, adviseren we u de auto telaten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
AFLS120km/h
Kenmerken van uw auto
96
4
Controlelampjes
Controlelampje ESC
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
In het geval van een storing in het ESC.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Dit lampje knippert:
Terwijl het ESC in werking is.
Zie voor meer informatie "Elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC)" inhoofdstuk 5.
Controlelampje ESC OFF (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
Als u het ESC uitschakelt door op de toets ESC OFF te drukken.
Zie voor meer informatie "Elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC)" inhoofdstuk 5.
Controlelampje ECO (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als u het Active ECO-systeem inschakelt
met de toets ACTIVE ECO.
Zie voor meer informatie "Active ECO- systeem" in hoofdstuk 5.
ECO
497
Kenmerken van uw auto
Controlelampjestartblokkering (zonder Smart Key) (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als de auto de deblokkeercode van de sleutel herkent als het contact in de
stand ON wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motorstarten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart.
Dit lampje gaat knipperen:
In het geval van een storing in het startblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Controlelampje
startblokkering (met Smart Key) (indien van toepassing)
Dit lampje blijft gedurende maximaal 30 seconden branden:
Als de auto de Smart Key in de auto detecteert als de toets ENGINE
START/STOP in de stand ACC of ON
wordt gezet.
- Op dat moment kunt u de motorstarten.
- Het controlelampje gaat uit zodra de motor is gestart
Dit controlelampje knippert een paar seconden:
Als er geen Smart Key in de auto wordt gedetecteerd.
- Op dat moment kunt u de motor niet
starten. Dit controlelampje blijft 2 seconden branden en gaat dan uit:
Als in de auto aanwezige Smart Key
niet door de auto kan worden gedetecteerd en de toets ENGINE
START/STOP in de stand ON staat.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Dit lampje gaat knipperen:
Als de batterij van de Smart Key bijna leeg is.
- Op dat moment kunt u de motor nietop de normale manier starten. U kunt
de motor echter wel starten door de
toets ENGINE START/STOP met de
Smart Key in te drukken. (Zie voor
meer informatie "Starten van demotor" in hoofdstuk 5).
In het geval van een storing in het startblokkeersysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
499
Kenmerken van uw auto
Controlelampje AUTOHOLD (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
[Wit] Als u het AUTO HOLD-systeem inschakelt door de toets AUTO HOLD
in te drukken.
[Groen] Als u de auto door het intrappen van het rempedaal volledig
tot stilstand brengt terwijl het AUTO
HOLD-systeem is ingeschakeld.
[Geel] In het geval van een storing in het AUTO HOLD-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie "AUTO HOLD"in hoofdstuk 5.
Controlelampje voorgloeien (dieselmotor)
Dit lampje gaat branden:
Als nadat het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON
is gezet de motor wordt voorgegloeid.
- De motor kan worden gestart zodrahet controlelampje voorgloeien uitgaat.
- De voorgloeitijd is afhankelijk van de koelvloeistoftemperatuur, de
luchttemperatuur en de conditie vande accu.
Als het controlelampje blijft branden of
knippert nadat de motor is opgewarmd of
tijdens het rijden, is er mogelijk sprake
van een storing in het voorgloeisysteem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
✽✽ AANWIJZING - Voorgloeien
Als de motor niet binnen 10 seconden aanslaat nadat het voorgloeien isvoltooid, zet het contact of de toets
ENGINE START/STOP dan gedurende10 seconden terug in stand LOCK of
OFF en vervolgens weer in de stand ON
om nogmaals voor te gloeien.AUTO
HOLD
Kenmerken van uw auto
100
4
Controlelampje 4WD LOCK
(indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 seconden
branden en gaat dan uit.
Als u de stand 4WD LOCK selecteert door de toets 4WD LOCK in te
drukken.
- Het doel van de stand 4WD LOCK isom de aandrijfkracht te vergroten
wanneer er over natte of
besneeuwde wegen of in het terrein
wordt gereden.
Controlelampje
CRUISE (indienvan toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als de cruise control wordt ingeschakeld.
Zie voor meer informatie "Cruise control- systeem" in hoofdstuk 5.
Controlelampje SET (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als er een snelheid is ingesteld voor de cruise control.
Zie voor meer informatie "Cruise control- systeem" in hoofdstuk 5.
Controlelampje Downhill Brake Control (DBC) (indien van toepassing)
Dit lampje gaat branden:
Als het contact of de toets ENGINE START/STOP in de stand ON wordt
gezet.
- Het lampje blijft ongeveer 3 secondenbranden en gaat dan uit.
Als u het DBC-systeem inschakelt door op de toets DBC te drukken.
Dit lampje knippert:
Als het DBC-systeem in werking is. Dit lampje gaat geel branden:
In het geval van een storing in het DBC-systeem.
In dat geval adviseren we u de auto te laten controleren door een officiële
HYUNDAI-dealer.
Zie voor meer informatie "Downhill Brake Control (DBC)" in hoofdstuk 5.
CRUISE
SET
OPMERKING - Stand 4WD
LOCK
Gebruik de stand 4WD LOCK niet op droge verharde wegen of desnelweg. Dit kan leiden tot
bijgeluiden, trillingen en beschadiging van onderdelen vande vierwielaandrijving.
Veiligheidssysteem van uw auto
8
3
Geheugen bestuurdersstoel
(indien van toepassing, elektrisch
verstelbare stoel) De bestuurdersstoel heeft een
geheugen, waarin de stand van de stoel
en van de buitenspiegel met een druk op
de knop kunnen worden opgeslagen of
opgeroepen. Verschillende personen
kunnen zodoende elk hun eigen
voorkeursinstelling bewaren. Als de
accukabels worden losgenomen, wordt
het geheugen van de bestuurdersstoel
gewist. De voorkeursposities dienen in
dat geval opnieuw te wordenopgeslagen.Opslaan van stoelposities met
toetsen in het portier
Opslaan van posities bestuurdersstoel
1. Zet de selectiehendel in stand P of N (bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Verstel de bestuurdersstoel en de buitenspiegel naar de voor de
bestuurder meest comfortabele
positie.
3. Druk op toets SET op het bedienings- paneel. Het systeem geeft één piepje.
4. Druk binnen 5 seconden na het indrukken van toets SET op één van
de geheugentoetsen (1 of 2). Het
systeem geeft met twee piepjes aandat de instellingen met succes zijnopgeslagen.
ODM042335
WAARSCHUWING
Bedien het geheugen van de
bestuurdersstoel nooit tijdens hetrijden.
Hierdoor kunt u de controle
verliezen waardoor een ongeluk
met ernstig letsel of schade het
gevolg kan zijn.
39
Veiligheidssysteem van uw auto
Posities instellen vanuit geheugen
1. Zet de selectiehendel in stand P of N(bij een automatische transmissie) of
de versnellingspook in de vrijstand (bij
een handgeschakelde transmissie)
terwijl de toets ENGINE START/STOPAAN is of het contact in stand ONstaat.
2. Druk op de gewenste geheugentoets (1 of 2) om de instellingen op te
roepen. Het systeem geeft één piepje
en de bestuurdersstoel wordt automa
-tisch in de opgeslagen positie gezet.
Als tijdens het uitvoeren van de instellingen uit het geheugen de
schakelaar voor het verstellen van de
bestuurdersstoel wordt bediend, wordt
het instellen vanuit het geheugen
afgebroken en wordt de stoel in de
richting waarin de schakelaar wordt
bediend, bewogen.
Instapfunctie (indien van toepassing)
Het systeem beweegt de bestuurders-stoel als volgt automatisch:
Zonder Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de contactsleutel uit het
contactslot wordt verwijderd en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de contactsleutel in het
contactslot gestoken wordt.
Met Smart Key-systeem - De bestuurdersstoel beweegt naarachteren als de toets ENGINE
START/STOP UIT wordt gezet en het
bestuurdersportier wordt geopend.
- De bestuurdersstoel beweegt naar voren als de toets ENGINE
START/STOP in stand ACC of
START wordt gezet.
U kunt deze functie activeren of
deactiveren. Zie "Gebruikersinstell" in dithoofdstuk 4.WAARSCHUWING
Ga voorzichtig te werk als u
posities instelt vanuit het geheugen
als u in de auto zit. Duw de
schakelaar voor het verstellen van
de stoel onmiddellijk in de
gewenste richting als de stoel te
ver in een bepaalde richting
beweegt.
Uw auto in één oogopslag
6
2
DASHBOARD, OVERSICHT
1. Bedieningshendel verlichting ..........4-125
2. Toetsen afstandsbediening
audiosysteem ..................................4-193
3. Toetsen Bluetooth handsfree- systeem ..........................................4-244
4. Toets Cruise Control ........................5-60
5. Toetsen bediening LCD-display ........4-58
6. Claxon ..............................................4-45
7. Bestuurdersairbag ............................3-59
8. Bedieningshendel ruitenwissers en - sproeier ..........................................4-135
9. Contactslot of toets Engine start/stop ..................................5-6, 5-10
10. Audiosysteem ..............................4-192
11. Alarmknipperlichten ......................4-124
12. Verwarmings- en ventilatiesysteem ............................................4-146, 4-157
13. Voorpassagiersairbag ....................3-60
14. Dashboardkastje ..........................4-175
ODM012004
❈De werkelijke vorm kan verschillen van de afbeelding.