4155
Kenmerken van uw auto
13. Knop en
Draai deze knop rechtsom ommuziekstukken na het huidige
muziekstuk te doorzoeken of linksom
om muziekstukken vóór het huidige
muziekstuk te doorzoeken. Druk op de
knop om het muziekstuk af te spelen
dat wordt weergegeven.
Als deze knop wordt ingedrukt zonder dat eraan wordt gedraaid, wordt er
overgeschakeld naar de AUDIO
CONTROL-modus.
❈ EUROPA
13. Knop en
Draai deze knop rechtsom om muziekstukken na het huidige
muziekstuk te doorzoeken of linksom
om muziekstukken vóór het huidige
muziekstuk te doorzoeken. Druk op de
knop om het muziekstuk af te spelen
dat wordt weergegeven.
Als deze knop wordt ingedrukt zonder dat eraan wordt gedraaid, wordt er
overgeschakeld naar de AUDIO
CONTROL-modus. AANWIJZING:
Volgorde van afspelen van bestanden (mappen) :
1. Volgorde van afspelen van
muziekstukken : achtereenvolgens ~ . 2. Volgorde van afspelen van mappen :❋
Als er zich in een map geen
muziekstukken bevinden, dan wordt
die map niet weergegeven.
TUNEFILE
4157
Kenmerken van uw auto
5. Toets (RANDOM)
Druk deze toets maximaal 0,8 seconden
in om de RPT-modus te activeren en
druk deze toets ten minste 0,8 seconden
in om de FLD.RPT-modus te activeren.
RPT : Alleen een bestand wordtherhaaldelijk afgespeeld.
FLD.RPT : Alleen de bestanden in een map worden herhaaldelijk afgespeeld.
6. Toets (RANDOM)
Druk deze toets maximaal 0,8 seconden
in om de RDM-modus te activeren en
druk deze toets ten minste 0,8 seconden
in om de ALL RDM-modus te activeren.
FLD.RDM : Alleen de bestanden in een map worden in willekeurige volgorde afgespeeld.
ALL RDM : Alle bestanden op een USB-apparaat worden in willekeurige
volgorde afgespeeld. 7. Toets
Druk op de toets om naar
de submap van de huidige map te
gaan en het eerste muziekstuk in die
map weer te geven.
Druk op de knop om naar de map te gaan die wordt weergegeven. Het
eerste muziekstuk in die map zal
worden afgespeeld.
Druk op de toets om naar de hoofdmap te gaan en het eerste
muziekstuk in die map weer te geven.
o Druk op de knop om naar de map te
gaan die wordt weergegeven. 8. Knop en
toets
Draai deze knop rechtsom om muziekstukken na het huidige
muziekstuk te doorzoeken of linksom
om muziekstukken vóór het huidige
muziekstuk te doorzoeken. Druk op de
knop om het muziekstuk af te spelen
dat wordt weergegeven.
Als deze knop wordt ingedrukt zonder dat eraan wordt gedraaid, wordt er
overgeschakeld naar de AUDIO
CONTROL-modus.
❈ EUROPA
8. Knop en knop
Draai deze knop rechtsom om muziekstukken na het huidige
muziekstuk te doorzoeken of linksom
om muziekstukken vóór het huidige
muziekstuk te doorzoeken. Druk op de
knop om het muziekstuk af te spelen
dat wordt weergegeven.
Als deze knop wordt ingedrukt zonder dat eraan wordt gedraaid, wordt er
overgeschakeld naar de AUDIO
CONTROL-modus.
TUNEFILE
FOLDER
FOLDER
FOLDER
2 RDM
1 RPT
158
4
Kenmerken van uw auto
OPMERKING BIJ
GEBRUIK USB-APPARAAT
Zorg, om een USB-apparaat te
gebruiken, dat het apparaat niet is
aangesloten wanneer de motorwordt gestart. Sluit het apparaataan nadat de motor is gestart.
Als u de motor start terwijl het USB-apparaat is aangesloten, kanhet apparaat beschadigd raken.(USB-flashdrives zijn zeer gevoelig voor statische
elektriciteit.)
Als de motor wordt gestart of afgezet terwijl het externe USB-apparaat is aangesloten, werkthet apparaat mogelijk niet.
Niet-originele MP3- of WMA- bestanden worden mogelijk nietafgespeeld.
1) Er kunnen alleen MP3- bestanden met eencompressiesnelheid tussen 8
Kbps en 320 Kbps worden afgespeeld.
2) Er kunnen alleen WMA- muziekbestanden met een
compressiesnelheid tussen 8Kbps en 320 Kbps wordenafgespeeld.
(Vervolg)
(Vervolg) Voorkom statische elektriciteit bij het aansluiten of losnemen vanhet externe USB-apparaat.
Een gecodeerde MP3-speler wordt niet herkend.
Afhankelijk van het type extern USB-apparaat, wordt het apparaatmogelijk niet herkend.
Wanneer de geformatteerde byte/sector-instelling van het
externe USB-apparaat niet 512byte of 2048 byte is, zal hetapparaat niet worden herkend.
Het USB-apparaat mag uitsluitend geformatteerd zijn
volgens FAT 12/16/32.
USB-apparaten zonder USB I/F autorisatie worden mogelijk nietherkend.
Steek geen lichaamsdelen of externe voorwerpen in de USB-aansluiting.
Als u het USB-apparaat in korte tijd herhaaldelijk aansluit en weerlosneemt, kan het apparaat defect
raken.
U hoort mogelijk een vreemd geluid bij het aansluiten oflosnemen van het USB-apparaat.
(Vervolg)(Vervolg) Als u het externe USB-apparaat tijdens het afspelen losneemt,kan het apparaat beschadigdraken of niet goed meer werken.
Neem daarom het externe USB-apparaat los wanneer de motor is afgezet of wanneer het
audiosysteem in een andereweergave staat. (bijvoorbeeld radio of cd)
Afhankelijk van het type en de capaciteit van het externe USB-
apparaat of het bestandstype datin het apparaat is opgeslagen, kan de benodigde tijd voor hetherkennen van het apparaat
variëren.
Gebruik het USB-apparaat niet voor andere doeleinden dan hetafspelen van muziekbestanden.
Via de USB-aansluiting kunnen geen video's worden afgespeeld.
Het gebruik van USB-toebehoren als een lader of een verwarmingdie gebruikmaken van USB I/Fkan de prestaties negatief
beïnvloeden of storingen veroorzaken.
(Vervolg)
4159
Kenmerken van uw auto
(Vervolg) Als u een apart aangeschaft apparaat als bijvoorbeeld eenUSB-hub gebruikt, zal hetaudiosysteem het apparaat
mogelijk niet herkennen. Sluit hetUSB-apparaat rechtstreeks aanop de multimedia-aansluiting van
de auto.
Als het USB-apparaat is ingedeeld in logical drives,worden alleen de nummers op de drive met de hoogste prioriteit
herkend door het audiosysteemvan de auto.
Apparaten zoals een MP3-speler, mobiele telefoon en digitalecamera die niet door een
standaard USB I/F wordenherkend, worden mogelijk nietherkend.
Mogelijk kunnen bepaalde telefoons niet via de USB-aansluiting worden opgeladen.
❋
❋ Voor het gebruik van de iPod is
een voor de auto geschiktekabel nodig (verstrekt of
afzonderlijk verkocht).
(Vervolg)
(Vervolg) Niet-standaard USB-apparaten (METAL COVER TYPE USB)worden mogelijk niet herkend.
USB flash memory-lezers (zoals CF, SD, microSD, enz.) of externeHDD-apparaten worden mogelijkniet herkend.
Muziekbestanden die worden beschermd door DRM (DIGITAL
RIGHTS MANAGEMENT) worden niet herkend.
De gegevens in het USB- geheugen gaan mogelijk verlorenbij het gebruik van dit
audiosysteem. Het is aan tebevelen belangrijke gegevens in een extern geheugen op te slaan.
Een SD/USB-adapter werkt mogelijk niet in combinatie methet audiosysteem van de auto.
(Vervolg)(Vervolg) Maak geen gebruik van USB- sticks die als sleutelhanger ofaccessoire voor mobieletelefoons kunnen worden
gebruikt, aangezien ze het USB-systeem kunnen beschadigen. Zorg dat u alleen producten
gebruikt met eenstekkerverbinding zoals hieronder weergegeven.
162
4
Kenmerken van uw auto
✽✽
AANWIJZING voor het
gebruik van de iPod
Sommige iPod-modellen ondersteunen het
communicatieprotocol mogelijk niet
waardoor de bestanden niet
afgespeeld kunnen worden.
Ondersteunde iPod-modellen:
- iPod Mini
- iPod 4e (Photo) t/m 6e (Classic)generatie
- iPod Nano 1e t/m 4e generatie
- iPod Touch 1e en 2e generatie
De zoekvolgorde of de afspeelvolgorde van muziekstukken kan bij de iPod
verschillen van die van het
audiosysteem.
Als de iPod vanwege een interne storing wordt uitgeschakeld, moet de
iPod worden gereset. (Resetten:
Raadpleeg de handleiding van de
iPod)
Wanneer de batterij zwak is, werkt de
iPod mogelijk niet goed. (Vervolg)(Vervolg)
Sommige iPods, zoals de iPhone,
kunnen niet via de Bluetooth®
Wireless Technology-interface
worden aangesloten. Het apparaat
moet een Bluetooth®
Wireless
Technology-audiofunctie hebben
(zoals voor Bluetooth®
Wireless
Technology-stereohoofdtelefoon). Het
apparaat kan worden afgespeeld,
maar niet via het audiosysteem
worden bediend.OPMERKING BIJ
GEBRUIK VAN iPod
Sluit de iPod aan met het iPod-
voedingskabeltje van HYUNDAI
om hem via de audiotoetsen vanhet audiosysteem te kunnenbedienen. De USB-kabel vanApple kan storingen veroorzaken
en dient niet te worden gebruiktin een HYUNDAI .
❋
❋ Een iPod-voedingskabeltje van
HYUNDAI is verkrijgbaar bij uw
HYUNDAI Erkend Reparateur.
Steek de stekker van het iPod- voedingskabeltje bij hetaansluiten van de iPod volledig inde multimedia-aansluiting. Als u
dat niet doet, wordt decommunicatie tussen de iPod enhet audiosysteem mogelijk onderbroken.
Wanneer u de geluidseffecten van de iPod en het audiosysteemaanpast, zullen de effecten vanbeide apparaten elkaar
overlappen en kan degeluidskwaliteit afnemen of verstoord raken.
(Vervolg)
4163
Kenmerken van uw auto
(Vervolg) Schakel de equalizerfunctie van de iPod uit wanneer u degeluidssterkte van hetaudiosysteem aanpast en zet de
equalizer van het audiosysteemuit wanneer u die van de iPodgebruikt.
Wanneer alleen het iPod-kabeltje is aangesloten, kan het systeemin de stand AUX worden gezet enruis veroorzaken. Neem het iPod- kabeltje los wanneer u de iPod
niet langer gebruikt.
Haal het iPod-kabeltje los van de iPod wanneer u de iPod niet methet audiosysteem van de autogebruikt. Als u dit niet doet, blijft
de iPod mogelijk in deaccessoire-modus en werktmogelijk niet goed.
(Vervolg)(Vervolg)
Gebruik voor het aansluiten vande iPod de USB/AUX-aansluitingen.
Neem wanneer u de iPod losneemt beide USB/AUX-aansluitingen los.
De iPod-kabel dient te worden aangesloten op beide USB/AUX-aansluitingen voor het opladenen bedienen.
Afzonderlijke
USB/AUX-aansluitingAll-in-one USB/AUX- aansluiting
4165
Kenmerken van uw auto
■Telefoon instellen
Alle
Bluetooth®Wireless Technology-
functies kunnen worden bediend in het
menu PHONE.
1) Druk op de toets om naar de
SETUP-modus te gaan.
❈ EUROPA
❈ Behalve EUROPA 2) Draai aan de knop om de cursor van
item naar item te bewegen en druk op
de knop om "Phone" (telefoon) teselecteren.
3) Draai aan de knop om de cursor van item naar item te bewegen en druk op
de knop om het gewenste item teselecteren.
❈ EUROPA
❈ Behalve EUROPA koppelen
Alvorens de Bluetooth®Wireless
Technology-functies te gebruiken, moet
de telefoon eerst worden gekoppeld
(geregistreerd) aan het audiosysteem. Er
kunnen maximaal 5 telefoons aan het
systeem worden gekoppeld. AANWIJZING :
verschilt per model telefoon.
Raadpleeg eerst de
gebruiksaanwijzing van uw telefoon
voor het koppelen van de telefoon.
voltooid, hoeft deze telefoon niet
opnieuw te worden gekoppeld, tenzij
de telefoon handmatig uit het
audiosysteem is verwijderd
(raadpleeg "Telefoon verwijderen")
of de informatie van de auto uit de
telefoon is verwijderd.
SETUPCLOCK
166
4
Kenmerken van uw auto
1. Druk op de toets om naar de
SETUP-modus te gaan.
2. Selecteer "Phone" (telefoon) en vervolgens "Pair" (koppelen) in het
menu PHONE.
3. Het audiosysteem geeft "searching --- - passkey: 0000" (zoeken ----
wachtwoord: 0000) weer.
4. Zoek het
Bluetooth®Wireless
Technology-systeem op uw telefoon.
Uw telefoon dient [vehicle model
name] (modelnaam auto) weer te
geven in de lijst met
Bluetooth®
Wireless Technology-apparatuur.
Probeer vervolgens uw telefoon te
koppelen. AANWIJZING :
Als de telefoon op twee of meer auto's
van hetzelfde model (bijvoorbeeld
HYUNDAI GENESIS COUPE) is
gekoppeld, kan het zijn dat sommige
telefoons niet goed met de naam vande
Bluetooth®Wireless Technology-
apparatuur kunnen omgaan. In dat
geval moet u de naam die wordt
weergegeven op uw telefoon wijzigen
van GENESIS COUPE in GENESISCOUPE1 en GENESIS COUPE2.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van
uw telefoon of neem contact op met
uw telefoonmaatschappij of
telefoonfabrikant voor aanwijzingen. aansluiten Als het
Bluetooth®Wireless Technology-
systeem is ingeschakeld, wordt de
eerder gebruikte telefoon automatischgeselecteerd en opnieuw aangesloten.
Indien u een andere, reeds eerder
gekoppelde telefoon, wilt selecteren, dan
kan dat via het menu "Select Phone"
(selecteer telefoon).
Alleen een geselecteerde telefoon kan
worden gebruikt met het handsfree-systeem.
1. Druk op de toets om naar de SETUP-modus te gaan.
2. Kies "Phone" (telefoon) en vervolgens "Select" (selecteren) in het menu PHONE.
3. Kies de gewenste telefoonnaam uit de getoonde lijst.
SETUPCLOCK
SETUP
CLOCK