Overzicht hoofdzekeringen
ZekeringAmpèreFuncties
MF1*60 A Koelventilator.
MF2*30 A ABS-/ESP-pomp.
MF3 * 30 A ABS-/ESP-elektrokleppen.
MF4 * 60 A
Voeding BSI.
MF5 * 60 A
Voeding BSI.
MF6 * 30 A
Extra koelventilator (THP).
MF7 *80 A
Zekeringkast interieur.
MF
8 *- Niet gebruikt.
*
De hoofdzekeringen zorgen voor een extra beveiliging van de elektrische installatie. Werkzaamheden aan de hoofdzekeringen dienen door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats uitgevoerd te worden.
Praktische informatie
Trekken van een aanhanger, ...
De trekhaak bestaat uit een mechanisch systeem voor het aankoppelen van een
aanhanger en een elektrische aansluiting voor
de verlichting en signalering.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
ver voer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Wij raden u aan gebruik te maken van een speciaal door CITROËN getesteen goedgekeurde trekhaak inclusief bedrading en deze door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerdewerkplaats te laten monteren. Als de trekhaak wordt gemonteerd door een bedrijf dat niet tot het CITROËN-netwerk behoort, moet de montage altijd volgens de voorschriften van de fabrikant worden uitgevoerd.
Het ri
jden met een aanhanger heeft veel invloed op het rijgedrag van de auto en vergt daarom extra aandacht van de bestuurder.
Adviezen
Gewichtsverdeling
)
Verdeel het gewicht in de caravan/aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men opgrotere hoogte boven de zeespiegel komt.
Trek boven de 1000 m 10% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000 m.
Raadpleeg het hoofdstuk "Technische gegevens" voor de gewichten en
aanhangergewichten die voor uw auto van
toepassing zijn.
Zijwind
)
Houd er rekening mee dat de
zijwindgevoeligheid van de auto groter is.
URGENCE-OPROEP OF ASSISTANCE-OPROEP
CITROËN OPROEP NAAR URGENCE MET LOKALISERING
Druk in geval van nood langer dan 2 seconden op deze
toets. Het knipperen van het groene LED-lampje en een geluidssignaal bevestigen dat de oproep naar de alarmcentrale CITROËN-Urgence is verstuurd * . gg g pp
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de oproepgeannuleerd. Het groene LED-lampje dooft.
Wanneer u deze toets op een willekeuri
g moment langer dan 8 seconden
ingedrukt houdt, annuleert u de oproep.
CITROËN OPROEP NAAR ASSISTANCE MET LOKALISERING
Bij het aanzetten van het contact, gaat het groene lampje 3 seconden branden.Dit duidt op een goede werking van hetsysteem.
Het oranje lampje knippert: er is eenstoring in het systeem.
Het oranje lampje blijft branden: denoodbatterij moet vervangen worden.
Raadpleeg in beide gevallen het CITROËN-netwerk.pg
Door deze toets meteen opnieuw in te drukken, wordt de aanvraaggeannuleerd.Dit wordt bevestigd door een gesproken bericht.
Druk langer dan 2 seconden op deze toets voor het
aanvra
gen van hulp bij het stranden van de auto.
Een
gesproken bericht bevestigt dat de oproep is
verstuurd*.
WERKING VAN HET SYSTEEM Het groene LED-lampje blijft branden (zonder te knipperen) wanneer de
verbinding tot stand is gebracht. Aan het einde van het gesprek gaat het lampje uit.
Deze oproep wordt beheerd door de CITRO
ËN-Urgence alarmcentrale
die de informatie over de lokalisatie van de auto ontvangt en een
waarschuwing kan zenden naar de gekwalifi ceerde hulpdiensten.
In landen waar de alarmcentrale niet operationeel is of wanneer
de lokalisatie uitdrukkelijk is geweigerd, wordt de oproep meteen
doorgestuurd naar de hulpdiensten (11 2), zonder lokalisatie.
Wanneer de elektronische eenheid airba
gs een botsing heeft
waargenomen, wordt onafhankelijk van het eventueel afgaan vande airbags, automatisch een noodoproep gedaan.
*
Deze diensten zijn afhankelijk van bepaalde voorwaarden en
voorwaarden beschikbaarheid.
Raadpleeg het CITROÀN-netwerk.Wanneer u uw auto buiten het CITROÀN-netwerk hebt gekocht, raden
wi
j u aan de aanwezigheid van deze diensten bij het netwerk te latencontroleren en eventueel confi gureren. In een meertalig land kunt u het
systeem laten confi gureren in de offi ciële landstaal van uw voorkeur.
Om technische redenenen, zoals het verbeteren van de
telematicadiensten aan de klant, behoudt de constructeur zich het recht
voor om op elk willekeuri
g moment het telematicasysteem in de auto te
wijzigen. Indien u
gebruik maakt van de dienst CITROËN eTouch, beschikt u ook over aanvullende diensten via uw persoonlijke pagina MyCITROEN op deCITROËN-internetsite voor uw land. Surf hiervoor naar www.citroen.com. pjpgy p
01
Motor afgezet:
- Kort indrukken: aan/uit.- Lang indrukken: CD pauzeren, geluidsweergave g
radio onderbreken.pgg
Draaiende motor:
- Kort indrukken: CD pauzeren,geluidsweergave radio onderbreken. pp
- Lang indrukken: resetten van het systeem.gg
To egang tot het Menu "Radio".Weergave van hetzenderoverzicht.
To e
gang tot het Menu "Muziek".Weergave van
tracks.
Lang indrukken: toegang tot de audio-instellingen: geluidsverdeling voor/achter,gggggg
links/rechts, lage-/hogetonenregeling, gg ggg g
sfeerinstellingen, loudness, automatische gg gg,g g g g
volumecorrectie, standaardinstellingen. gg
Selectieknop voor deweergave op het display,p
afhankelijk van de gpgp
context van het menu. jj
Kort indrukken:contextmenu of
bevestigen.Lang indrukken:specifi ek contextmenugg
van de weergegeven p
lijst.
To egang tot het Menu "SETUP".
Lan
g indrukken :
toegang tot hetGPS-bereik ende demo-modus. To e
gang tot het Menu "Telefoon". Weergave van het logboek gesprekken.
Uitwer
pen van de CD.
Selecteren van de vorige/volgende radiozender.Selecteren van de vorige/volgende titel van een CD of gg
vorig/volgend MP3-bestand
.gg
Selecteren van het vorige/volgende item in een lijst. gg
Selecteren van de vorige/volgende radiozender in het gg
overzicht. g
Selecteren van de vorige/volgende MP3-afspeellijst. gg
Selecteren van het vorige/volgende pagina in een lijst. gg
ESC : huidige bewerkingafbreken.
To egang tot het Menu "Verkeer".
Weergave van de actueleverkeersinformatie.
SD-kaartlezer, uitsluitend voor navigatie.
To e
gang tot
het Menu
"Navigatie".
Weergave
van de laatst gekozenbestemmingen. To e
gang tot het Menu "MODE".
Selecteren van het achtereenvolgens weergeven
van:
Radio, Kaart, NAV (tijdens navigatie), Telefoon(tijdens een gesprek), Boordcomputer.
Lang indrukken: black-panelfunctie (DARK).
Toetsen 1 t/m 6 :
Selecteren van een in het
geheugen opgeslagen
r
adiozender.
Lan
g indrukken: in hetgeheugen opslaan van dehuidige radiozender.
Volumeregeling (individueel
voor iedere geluidsbron,
inclusief berichten en
waarschuwingen van het
navigatiesysteem).
03 ALGEMENE WERKING
Raadpleeg het hoofdstuk "Menustructuren displays" voor een gedetailleerd overzicht van de keuzemogelijkheden binnen demenu's.
Door meerdere keren achter elkaar op de toets MODE te drukken, krijgt u toegang tot de volgende menu's:
Gebruik voor het schoonmaken van het display een zacht, niet-schurend doekje (bijvoorbeeld een brillendoekje) zonder schoonmaakmiddel. RADIO
/ MULTIMEDIASPELERS
TELEFOON
(Tijdens een telefoongesprek) KAARTWEERGAVE OP
VOLLEDIG SCHERM
NAVIGATIE
(Tijdens navigatie)
SETUP :
taalkeuze * , datum en tijd *
, weergave, parameters van de auto *
, eenheden ensysteeminstellingen "Demo-modus".
VERKEER :
TMC-informatie en berichten.
*
Afhankeli
jk van de uitvoering. BOORDCOMPUTE
R
255
03ALGEMENE WERKING
Door de draaiknop OK in te drukken krijgt
u toegang tot de snelkeuzemenu's.
WEERGAVE AFHANKELIJK VAN DE CONTEXT
NAVIGATIE (TIJDENS NAVIGATIE):
BOORDCOMPUTER:
Navi
gatie stoppen
Bericht herhalen
Alternatieve route
Route-informatie
Bestemming tonen
Tra
jectinformatie
Navi
gatiecriteria
Vermi
jdcriteria
Aantal satellieten
Kaart verplaatsen
Gespr. bericht
Navigatie-optiesLo
gboek waarschuwingen
Status van functie
s
1
2
3
3
2
1
1
1
3
1
1
1
1
2
TELEFOON:
Ophangen
In de wacht zetten
Bellen
DTMF-tonen
Privémodus
Micro uit
1
1
1
1
1
1
04
5
6
3 2 1
4
NAVIGATIE-INSTELLINGEN
Selecteer "Instellen risicozones" voor
toegang tot de functies "Op kaart
weergeven", "Visuele waarschuwing" en "Akoestische waarschuwing".
Selecteer de functie "POI-categorieën op kaart" om de
POI's die standaard op de kaart
worden weergegeven in te stellen. Druk o
p de toets NAV.
Druk nogmaals op de toets NAV of selecteer de functie Menu "Navigatie" en druk op de draaiknop
om te bevestigen.
Selecteer de functie "Instellin
gen" en druk op de draaiknop om tebevestigen.POI-cate
gorieën op kaart
Instellingen
Instellen risiccozones
Menu "Navigatie"
NAVIGATIE
Selecteer de functie "Navigatievolume"
en draai aan de draaiknop om het
volume van de verschillende
gesproken
berichttypen (verkeersinformatie,
waarschuwingsmeldingen…) in te stellen.
Navigatie volume
Het volume van de POI-waarschuwingen kan alleen tijdens het
uitzenden ervan worden aangepast.
UPDATEN POI'S
De uitgebreide procedure voor het update van de POI's is
beschikbaar op de site "citroen.navigation.com ".
Hiervoor is een SDHC-speler
(High Capacity) vereist.
Als het navigatiesysteem is ingeschakeld en de kaart op het display wordt weergegeven,
kunt u de spraakbediening in- of uitschakelen door op het knopje te drukken en vervolgens
"Gespr. instructie" te selecteren of deze selectie juist ongedaan te maken.
Gespr. instructie
265
05
2 1
3
4
5
VERKEERSINFORMATIE
INSTELLEN VAN DE FILTERS EN DE
WEERGAVE VAN TMC-BERICHTEN
Selecteer vervolgens de gewenste straal van het fi lter (in km),
afhankelijk van de route, en bevestigdoor op de draaiknop te drukken.
W
anneer alle berichten over het
traject worden geselecteerd, wordt
aanbevolen een geografi sche
fi lter (over een straal van 5 km
bijvoorbeeld) toe te voegen omhet aantal berichten dat op dekaart verschijnt te verkleinen.Het geografi sch fi lter volgt de
verplaatsing van de auto.
De fi lters werken onafhankeli
jk van elkaar en cumulatief.
Het is raadzaam om een fi lter o
p de route en een fi lter rondom de auto in te schakelen van:
- 3 km o
f 5 km voor een gebied met een dicht wegennet,
- 10 km voor een
gebied met een normaal wegennet,
- 50 km voor lange trajecten
(autosnelweg).
Druk no
gmaals op de toets TRAFFICof selecteer het Menu Verkeer en druk op de draaiknop om te
bevestigen.Druk o
p de toets TRAFFIC.
Een TMC-bericht
(Trafi c Message Channel) is informatie met betrekking
tot het verkeer en het weer die in real time wordt ontvangen endoorgestuurd naar de bestuurder in de vorm van gesproken berichten en
visuele waarschuwingen op de navigatiekaart.
Het navigatiesysteem kan in dat geval een alternatieve route voorstellen.
Selecteer de functie "Geo
grafi sch
fi lter" en druk op de draaiknop om te
bevestigen.
Berichten op route
De lijst met TMC-berichten verschijnt onder Menu Verkeer op
volgorde van nabijheid.
Alleen waarsch. berichten op route
Menu Verkeer
Selecteer het
gewenste fi lter:
Alle waarschuwingsberichten
Alle berichten
De berichten verschijnen op de kaarten in de lijst.
Druk op ESC om het fi lter uit te schakelen.
Geografi sch fi lter