Page 12 of 393

Interieur
Sfeerverlichting
Het gedimde licht van de sfeer verlichting
verbetert bij weinig buitenlicht het zicht in het interieur. De verlichting bestaat uit
verscheidene lampen die in de voetenruimte en
in het onderste opbergvak van het dashboard
zijn aangebracht.
Opschakelindicator
Dit systeem is aanwezig in combinatie met eenhandgeschakelde versnellingsbak en adviseer t
u op te schakelen om het brandstofverbruik te
v
erminderen.
Par fumeur
De in het ventilatiesysteem opgenomen
parfumeur zorgt voor de verspreiding van een
aangename geur (naar keuze) in het geheleinterieur.
Automatische airconditioning
Deze functie maakt het mogelijk de
airconditioning op een bepaald comfor tniveau in
te stellen. Aan de hand van deze instelling en de
weersomstandigheden wordt de airconditioningver volgens automatisch geregeld.
119
160
77
73
283
Audio- encommunicatiesystemen
Deze systemen zijn voorzien van denieuwste technologie: Autoradio met MP3-
afspeelmogelijkheid, USB-aansluiting, Bluetoothhandsfree kit, MyWay met 16 x 9 kleurenscherm, AUX-aansluitingen, hifi-audiosysteem.
MyWay
251
Autoradio
Page 14 of 393
Cockpit
1.
Contact-/stuurslot. 2.
Stuurkolomschakelaar autoradio.3.
Schakelaar ruitenwissers/ruitensproeiers/boordcomputer.4.
Parfumeur.5.
Schakelaar centrale vergrendeling.
6.Multifunctioneel display.7. Schakelaar alarmknipperlichten.8.Middelste verstelbare en afsluitbare
ventilatieroosters.9. Zonnesensor.
Middelste luidspreker hifi-audiosysteem.10.Airbag passagier.11. Verstelbaar en afsluitbaar zijventilatierooster. 12.Dashboardkastje / Uitschakeling passagiersairbag. 13.Handrem.14 .Middenarmsteun met opbergvakken. 15.
Bovenste en onderste opbergvakken. 16.
MyWay of Autoradio.17.Bedieningspaneel ver warming/airconditioning.
Page 21 of 393

Eerste kennismaking
Veiligheid voor alle inzittenden
1.
Open het dashboardkastje.2.Steek de sleutel in de schakelaar.3.Selecteer de stand:"ON"(inschakelen) wanneer een passagier
op de voorstoel zit of een kinderzitje voor
ver voer met het gezicht in de rijrichting isbevestigd, "OFF"
(uitschakelen) wanneer eenkinderzitje voor ver voer met de rug in de rijrichting is bevestigd.4.Ver wijder de sleutel zonder de stand van deschakelaar te veranderen.
Airbag voorpassagier
152
A.
Waarschuwingslampje niet-vastgemaakte/losgemaakte autogordels voor.
Autogordels voor en
frontairbag aan passagierszijde
152
Personal styling
De stickers hebben een speciale behandelingondergaan waardoor ze slijtage- en
vandalismebestendig zijn.Ze zijn gemaakt om de buitenkant van decarrosserie een persoonlijk tintje te geven .
Ze zijn ook leverbaar als accessoire; wij raden
u evenwel aan ze door het CITROËN-netwerkof door een gekwalificeerde werkplaats te laten
aanbrengen.
Fraaie bestickering
Houd, wanneer u uw auto wast, voor de waterstraal een minimale afstand van 30 centimeter van de bestickering aan. B
. Controlelampje uitgeschakelde frontairbagaan passagierszijde. C.
Controlelampje ingeschakelde frontairbagaan passagierszijde. 147
Page 28 of 393
001
Controle tijdens het rijden
Om gebruik te kunnen maken van alle beschikbare rijinformatie,geeft dit hoofdstuk u uitleg over de werking van de drie verlichte
dashboardinstrumenten, de exacte plaats en functie van de diverse
controlelampjes en signaleringen, en de informatie afkomstig van de
boordcomputer.
Page 30 of 393

Instrumentenpaneel benzine - diesel met handgeschakelde
versnellingsbak, EGS-versnellingsbak of automatische versnellingsbak
Het instrumentenpaneel is permanent verlicht en bevat alle instrumenten en signaleringen voor de werking van de auto.
1.Toerenteller.
rGeeft het motortoerental aan(x 1000 t /min).2.Snelheidsmeter.Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 3.Koelvloeistoftemperatuurmeter.Geeft de temperatuur van de koelvloeistof
van de motor aan.
Instrumenten
7.Dimmer dashboardverlichting. Knop voor de instelling van de lichtsterkte
van de dashboardverlichting en desfeerverlichting.
4.Display.5.Brandstofniveaumeter. Geeft de resterende hoeveelheid brandstof in de tank aan.
6.Regelknop weergave display. Knop voor de weergave van afwisselend
de actieradius en de dagteller.
Knop voor de weer
gave van de informatie
van de onderhoudsintervalindicator.
Knop voor de nulstelling van degeselecteerde functie (dagteller of onderhoudsintervalindicator).
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een bepaalde functie de desbetreffendeparagraaf.
Page 32 of 393

Instrumentenpaneel benzinemotor met handgeschakelde versnellingsbak RACING Het instrumentenpaneel is permanent verlicht en bevat alle instrumenten en signaleringen voor de werking van de auto.
1. Toerenteller .
Geeft het motortoerental aan(x 1000 t/min).2.Snelheidsmeter.Geeft de wagensnelheid aan (km/h of mph). 3.Koelvloeistoftemperatuurmeter.Geeft de temperatuur van de koelvloeistof
van de motor aan.
Instrumenten
7.Dimmer dashboardverlichting. Knop voor de instelling van de lichtsterkte
van de dashboardverlichting en desfeerverlichting.
4.Display.5.Brandstofniveaumeter. Geeft de resterende hoeveelheid brandstof
in de tank aan.
6.Regelknop weergave display. Knop voor de weergave van afwisselend
de actieradius en de dagteller.
Knop voor de weergave van de informatie
van de onderhoudsintervalindicator.
Knop voor de nulstelling van degeselecteerde functie (dagteller of onderhoudsintervalindicator).
Raadpleeg voor meer informatie over
de werking en de weergave van een bepaalde functie de desbetreffendeparagraaf.
Page 35 of 393

33Controle tijdens het rijden
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer linksknipper t, metgeluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag beweegt.
Richtingaanwijzer rechtsknippert, metgeluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog beweegt.
Parkeerlichtenpermanent. De lichtschakelaar staat in de stand"Parkeerlichten".
Dimlichtpermanent. De lichtschakelaar staat in de stand"Dimlicht".
Grootlichtpermanent. Als u de lichtschakelaar naar u toetrekt.Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen naar dimlicht.
Mistlampen vóórpermanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichtenpermanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit
te schakelen.
Alarmknipperlichten
knipper t, met geluidssignaal.De schakelaar voor dealarmknipperlichten op het dashboardis ingedrukt.
De richtingaanwijzers links en rechts en de bijbehorende verklikkerlampjes knipperen
tegelijkertijd.
Page 37 of 393

35
Controle tijdens het rijden
Voet op hetrempedaal
permanent. Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Tr a p b ij de EGS-versnellingsbak het rempedaal in om
de motor te star ten (selectiehendel in stand N). Bij de automatische versnellingsbak moet u bij eendraaiende motor en voordat u de handrem vrijzet het
rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuitstand Pin een andere stand te kunnen zetten. Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit controlelampje blijven branden.
knippert.
Als u de auto met eenEGS-versnellingsbak op een hellingte lang probeert tegen te houden door het gaspedaal in te trappen,
raakt de koppeling over verhit. Gebruik het rempedaal en/of de handrem.
Automatische ruitenwisserspermanent. De ruitenwisserschakelaar is naar beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór isgeactiveerd.
Passagiersairbagpermanent. De schakelaar in het dashboardkastje staat in de stand " ON
".De passagiersairbag is ingeschakeld.
Plaats in dit geval geen kinderzitje metde "rug in de rijrichting".Z
et de schakelaar in de stand " OFF
" om de passagiersairbag uit te schakelen. U kunt nu een kinderzitje plaatsen met de "rug in de rijrichting".
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen