Page 38 of 393

Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld. Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "OFF".
De frontairbag aan passagierszijde is uitgeschakeld. In dit geval kunt u een kinderzitje met de "rug in de rijrichting" plaatsen. Z
et de schakelaar in de stand "ON
" om de frontairbag
aan passa
gierszijde in te schakelen. Bevestig in dit geval op deze zitplaats geen kinderzitje
met de "rug in de rijrichting".
ESP/ASR
permanent. De toets links onder op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorendecontrolelampje gaat branden.
De functie ESP/ASR wordt uitgeschakeld.
ESP: dynamische stabiliteitscontrole.
ASR: antislipegeling. Druk opnieuw op de toets om de functie ESP/ASR
weer te activeren. Het controlelamp
je dooft.
Het systeem wordt automatisch opnieuw geactiveerdbij snelheden hoger dan ongeveer 50 km/h, behalve bij uitvoeringen met een 1,6 l benzinemotor (THP 155, THP 150, THP 160) en de R ACING.
De functie ESP/ASR wordt automatisch geactiveerd als
de motor wordt gestart.
Page 48 of 393

De kilometer teller geeft de totale
kilometerstand van de auto aan.
De kilometer teller en dagteller worden gedurende 30 seconden weergegeven bij hetafzetten van het contact, bij het openen van het
bestuurdersportier en bij het vergrendelen en
ontgrendelen van de auto.
Kilometerteller
De dagteller geeft het aantal gereden kilometers weer nadat de bestuurder de teller
op 0 heeft gezet. ) Druk bij aangezet contact op de knop tot de
dagteller op 0 staat.
Dagteller
U kunt de lichtsterkte van dedashboardverlichting handmatig aanpassen
aan het licht van de omgeving.
Dimmer
dashboardverlichting
Actief
Als de verlichting van de auto is ingeschakeld: )druk op de knop om de sterkte van de
dashboardverlichting te variëren, )laat de knop los zodra de gewenste
lichtsterkte is bereikt.
Inactief
De dashboardverlichting kan niet wordeningesteld als de verlichting van de auto is
uitgeschakeld of, bij auto's met verlichtingoverdag, in de dagstand staat.
Verander om aan de plaatselijke regelgeving te kunnen voldoen de eenheid van de afstand (km of mijl) zodat deze overeenkomt met de eenheid die wordt gebruikt in het land waar u zich bevindt.Dit kunt u doen via het configuratiemenu.
Page 49 of 393
47Controle tijdens het rijden
Black-panelfunctie
Met dit systeem kan de verlichting van
bepaalde displays worden uitgeschakeld voor een rustiger beeld tijdens nachtelijke ritten.
Op het instrumentenpaneel blijft uitsluitend
de wagensnelheid en de informatie van
de snelheidsregelaar/-begrenzer (indien
ingeschakeld) verlicht.
De black-panelfunctie wordt uitgeschakeld
als er een waarschuwingsmelding wordt
doorgegeven en bij het wijzigen van functies of
instellingen.
Inschakelen
) Druk als de verlichting brandt meerdere keren op de linkerknop van het
instrumentenpaneel om de lichtsterkte
van de dashboardverlichtin
g geleidelijk te
verminderen. ) Druk nogmaals op de knop om delichtsterkte tot het minimumniveau tebeperken en de sfeer verlichting uit teschakelen.
)
Druk nogmaals op de knop om deblack-panelfunctie in te schakelen.
Page 69 of 393

67
Comfort
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeftgestaan en de temperatuur in hetinterieur hoog is opgelopen, zet dan de ruiten enige tijd open.Zorg er voor dat de aanjagersnelheidvoldoende hoog is ingesteld, zodat de lucht in het interieur goed ververstwordt. Het airconditioningssysteem is chloorvrij en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de volgende gebruiksadviezen in acht: )
Let erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur deuitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, ventilatieroostersen overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij blijven. )
Let erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient voor de regeling van de automatische airconditioning. )
Zet de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan om het systeem in perfecte staat te houden. )
Controleer regelmatig de staat van het interieurfilter en laat de filterelementen periodiekvervangen (zie het hoofdstuk "Controles"). Wij raden u een gecombineerd interieurfilter aan. Dankzij het toegevoegde specialeactieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en eenschoon interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag). )
Laat de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in hetonderhoudsboekje, om het systeem in per fecte staat te houden. )
Gebruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerkof een gekwalificeerde werkplaats.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor eenoptimale trekkracht van de motor.
Condensvorming in de airconditioning kan ertoe leiden dat zich een klein plasje water onder de auto vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Page 79 of 393

77Comfort
Par fumeur
De parfumeur zorgt voor een aangename geur in de auto en kan met een draaiknop naar wens worden ingesteld. Het geurelement is in verschillendegeuren leverbaar.
De regelknop is geïntegreerd in het dashboard.
Met behulp van deze knop kunt u de sterkte
van de geur instellen.
)Draai de knop naar rechts om de geur in de auto te verspreiden. )Draai de knop naar links om de par fumeur af te sluiten.
Regelknop
Het geurelement kan zeer eenvoudig worden
ver vangen. Vervang, als u de par fumeur voor het eerst gebruikt, het afdekkapje door een geurelement.U kunt het geurelement op elk moment
ver wisselen en buiten de auto bewaren, dankzij
de houder waarmee het element kan wordenafgesloten als het reeds is gebruikt.
Bij het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats zijn verschillende geuren leverbaar.
Houd de middelste ventilatieroostersgeopend.
De geursterkte is mede afhankelijk vande instellingen van de ventilatie en de airconditioning.
Geurelement
Gooi het originele element niet weg: dit moet worden gebruikt om het systeem af te sluiten als de geurelementen niet worden gebruikt.
Draai de knop voor een langerelevensduur van het geurelement volledig naar links zodra de sterkte van de geur in het interieur voldoende is.
Voer om veiligheidsredenen handelingen met het geurelementuitsluitend uit bij stilstaande auto.
Haal geurelementen niet uit elkaar.
Probeer noch de par fumeur noch de geurelementen bij te vullen.
Ver mijd elk contact met de huid en met de ogen. Houd de geurelementen buiten hetbereik van kinderen en huisdieren.
Page 96 of 393

Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het ver vangen van de batterijvan de afstandsbediening of een storing in deafstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendelden gelokaliseerd worden. )Ontgrendel of vergrendel de auto eerst met de sleutel in het slot. )Synchroniseer vervolgens deafstandsbediening.
Raadpleeg zo snel mogelijk hetCITROËN-netwerk als de storing niet is
verholpen.
Storing afstandsbediening
Synchroniseren
)Zet het contact af. )Zet de sleutel in de stand 2 (Contact). )Druk zo snel mogelijk gedurende enkele
seconden op de vergrendelknop (gesloten hangslot) van de afstandsbediening. )Zet het contact af en ver wijder de sleutel uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Batterij ver vangen
Batterij ref.: CR1620 / 3 V. )Wip het huis los door een muntstuk in de
opening te steken en dit ver volgens te
v
erdraaien. )Verwijder de lege batterij. )Schuif de nieuwe batterij in de juiste richting op zijn plaats. )Klik eerst het huis vast en daarna het
verchroomde deel. )Synchroniseer de afstandsbediening.
Als de batterij van de afstandsbedieningleeg is, wordt u gewaarschuwd door
dit waarschuwingslampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en een melding op
het multifunctionele display.
) Klap de sleutel uit. )
Ontgrendel het verchroomde deel door ophet nokje A
te drukken. )
Houd het nokje A
ingedrukt en schuif het
verchroomde deel 45° uit.
Page 121 of 393

119Zicht
Sfeerverlichting De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.
Inschakelen
Als het buiten donker is, gaan de
beenruimteverlichting en de verlichting van de
opbergruimte in het midden van het dashboard
automatisch branden als de parkeerlichten
worden in
geschakeld.
Uitschakelen
De sfeer verlichting gaat automatisch uit als deparkeerlichten worden uitgeschakeld.
De sfeerverlichting kan handmatig worden uitgeschakeld met de regelknop van de
dashboardverlichting. ) Druk als de parkeerlichten zijningeschakeld meerdere keren op de linker knop van het instrumentenpaneel om de lichtsterkte van de dashboardverlichting
geleidelijk te verminderen.
) Druk nogmaals op de knop om delichtsterkte tot een minimum te beperken
en de sfeer verlichting uit te schakelen.
De verlichting van de bagageruimte gaat
automatisch branden zodra de bagageruimte
wordt
geopend en dooft zodra deze wordt gesloten.
Ver lic ht ing
bagageruimte
De brandduur van de bagageruimteverlichting hangt af vande situatie:
- bij afgezet contact: ongeveer 10 minuten,
- in de eco-modus: ongeveer 30 seconden,
- bij draaiende motor: onbeperkt.
Page 122 of 393
006
Vo or zieningen
In dit hoofdstuk vindt u alle interieur voorzieningen, het dashboardkastje en de middenarmsteun met opbergruimte, de Jack- of USB-aansluiting
voor uw draagbare apparatuur, matten om de bekleding te beschermen,en alle voorzieningen van de bagageruimte.