167
Rijden
Wanneer u de selectiehendel door hetschakelpatroon beweegt, verschijnt het
desbetreffende pictogram op het instrumentenpaneel. P. Parking (parkeerstand)R.Reverse (achteruitversnelling)
N. Neutral (neutraalstand)D.Drive (automatisch schakelen)
S.Programma Sport 7.Programma Sneeuw1 2 3 4
. Ingeschakelde versnelling bijhandmatig schakelen-.
Ongeldige waarde bij handmatig schakelen
Weergave op het
instrumentenpaneel
Intrappen van het rempedaal
)
Als dit pictogram op het
instrumentenpaneel verschijnt,
trap dan het rempedaal in (bijv.: starten van de motor).
Wegrijden
Als tijdens het rijden per ongeluk destand N wordt geselecteerd, laat het
motortoerental dan zakken tot stationair toerental, zet de selectiehendel in de stand D
en trap het gaspedaal weer in.
Als de motor stationair draait, hetrempedaal is losgelaten en de stand R ,
D
of Mis geselecteerd, zet de auto zich zelfs al in beweging als het gaspedaalniet is ingetrapt.
Laat bij draaiende motor daarom geen kinderen alleen in de auto achter.
Trek de handrem aan en selecteer de stand P
indien er onderhoudswerkzaamheden moeten worden uitgevoerd bij draaiende motor.
)
Trek de handrem aan. )
Selecteer de stand Pof N. )
Start de motor.
Als niet aan de bovenstaande voorwaardenwordt voldaan, klinkt een geluidssignaal en
verschijnt een melding op het multifunctionele
display. ) Tr a p b ij draaiende motor het rempedaal in. )
Zet de handrem los. )
Selecteer de stand R, D
of M . )
Laat het rempedaal geleidelijk los. De auto begint te rijden.