Page 211 of 332

209
8
Onderhoud
benzinemotoren
Auto's met benzinemotoren kunnen probleemloos rijden op biobrandstoffen vanhet type E10 en E24 (deze bevatten resp. 10% en 24% ethanol) die voldoen aan de Europese
richtlijnen EN 228 en EN 15376.
Brandsto
ffen van het type E85 (deze bevatten
tot 85% ethanol) zijn uitsluitend geschikt voor
auto's die speciaal bestemd zijn voor dit type
brandstof (BioFlex-auto's). De kwaliteit van de ethanol moet voldoen aan de Europese richtlijn EN 15293.
Auto's die kunnen rijden op brandstoffen meteen ethanolgehalte tot 100% (type E100),
worden alleen verkocht in Brazilië.
Brandstofkwaliteit voor
dieselmotoren
Auto's met dieselmotoren kunnen probleemloos
rijden op biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige Europese richtlijnen voldoen (diesel
die voldoet aan de richtlijn EN 590 gemengd
met biobrandstof die voldoet aan de richtlijn
EN 14214) en die aan de pomp getankt kunnen
worden (met een gehalte aan
methyl-estervetzuren van 0 tot 7%).
Het gebruik van biobrandstof B30 is mogelijk bij
bepaalde dieselmotoren op voor waarde dat de
bi
jzondere onderhoudsvoorschriften strikt worden
nageleefd. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Het gebruik van elk ander type (bio)brandstof (zuivere of verdunde plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is nadrukkelijk verboden (kans opschade aan de motor en het brandstofcircuit). Hoewel de 1,6 liter benzinemotoren zi
jn
ontworpen voor het gebruik van 95 RON benzine, kunt u zonder dat er aanpassingenaan de motor noodzakelijk zijn ook benzine
met een octaangetal vanaf 90 RON tanken. De motorprestaties zullen dan echter iets
teruglopen.
Bij de 2,0 liter benzinemotoren kunt uprobleemloos benzine met een octaangetal
vanaf 90 RON tanken.
Page 213 of 332

211
8
Onderhoud
Niveaus controleren
Let bij werkzaamheden onder de motorkap goed op, want bepaalde delen van de motor kunnen zeer heet zijn (kans op brandwonden).
Motorolieniveau
Het motorolieniveau kan worden gecontroleerd met de oliepeilstok. Een controle van het motorolieniveau is alleen betrouwbaar als de auto
op een vlakke, horizontale ondergrond staat
en de motor ten minste 30 minuten niet heeftgedraaid.
Het is normaal dat u tussen tweeonderhoudsbeurten door olie moet bijvullen.CITROËN adviseer t u om elke 5000 km het
olieniveau te controleren en, indien nodig, oliebij te vullen.
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het
dashboard bij het aanzetten van het contact na
30 minuten de juiste waarde aangeven.
Olie verversen
Raadpleeg het onderhoudsboekje voor het
verversingsinterval voor uw auto.
Om een verminderde betrouwbaarheid van de
motor en de emissieregeling te voorkomen, ishet gebruik van additieven in de motorolie niettoegestaan.
Type motorolie
Gebruik de door de fabrikant aanbevolen
motorolie voor uw auto en motoruitvoering.
Laat in het
geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voor waarden zoals vermeld in het garantie- en onderhoudsboekje. Vul deze niveaus indien nodigbij, tenzij anders aangegeven.
Oliepeilstok
2 merktekens op de peilstok:
A
= m
axi.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of eengekwalificeerde werkplaats
als het oliepeil boven dit
merkteken uitkomt.
B
= mini.
Laat het oliepeil nooit onder
dit merkteken uitkomen.
Page 242 of 332

240
04
AUDIO-CD AFSPELEN
Wanneer een audio-
CD wordt geplaatst, wordt
deze automatisch afgespeeld. De tracks kunnen
worden opgeslagen op de harde schijf.
Dankzi
j de koppeling tussen de harde schijf en
de "Gracenote CD Database" kunnen de titels van tracks wordenherkend. De opnamesnelheid kan la
ger zijn dan 4-speed, afhankelijk van de systeembelasting en de kwaliteit van de Audio-CD.
Bij overslaan van het geluid of andere fouten kan de opname opnieuw gestart worden door terug te keren naar het begin van de track.
Tussen opgenomen tracks op de harde schijf wordt altijd een stilte
ingelast, ook wanneer de Audio-CD geen stiltes bevat.
CD-SPELER
AUDIO/VIDEO
OPNEMEN OP DE MUSIC SERVER
Audio-CD tracks (geen MP3/WMA-bestanden) kunnen
op 4-speed worden opgenomen op de harde schijf (bijvoorbeeld: 60 minuten muziek in 15 minuten) en opgeslagen opde Music Server.
Door om
gevingsgeluid kan de kwaliteit van het opgenomen geluid afwijken van het origineel.
Tracks die zi
jn opgenomen op de Music Server, kunnen niet worden
overgezet naar andere geluidsdragers (CD-R/RW, HDD, enz. ...).
Eerder opgenomen tracks kunnen niet opnieuw worden opgenomen
vanaf dezelfde CD.
Een track wordt onbruikbaar wanneer de
CD tijdens de opname
wordt uitgeworpen of wanneer de motor wordt afgezet.
Het is mo
gelijk dat het navigatiesysteem tijdens opnames trager
werkt dan normaal.
HOE WERKT DE GRACENOTE CD DATABASE?
Dankzij de Gracenote CD Database op de harde schijf kunnengegevens als titel en huidige track worden weergegeven.
Gracenote heeft deze standaard ontwikkeld om muziek en de
bijbehorende gegevens te kunnen identificeren:
- a
lbumtitel,
- naam artiest,
- titels van tracks,
- muziek
genre, ...
Ki
jk voor meer details op de website: www.gracenote.com.
De op het s
ysteem geïnstalleerde Gracenote CD Database kan nietgaranderen dat 100% van alle bestandsgegevens wordt gevonden. Ukunt de database updaten met een optioneel verkrijgbare DVD.
AUTEURSRECHTEN
Op de meeste muziek die u kunt afspelen op uw audiosysteem
rust nationaal en internationaal auteursrecht. Wij adviseren u dit
auteursrecht te respecteren.
Met uw audio-telematicas
ysteem kunt uw audio-CD's beluisteren (CDDA, CD-Text, CD-R/RW) of MP3-en WMA-CD's.
Page 244 of 332

242
04 AUDIO/VIDEO
CD AFSPELEN
Druk achtereenvolgens op de toetsen MODE en CD, als er zich al een CD in de speler bevindt.
Toets
FunctieWerking
Zodra u een nieuwe CD in de CD-speler plaatst, wordt deze automatisch afgespeeld.
Druk op [
Track] om de vorige track te selecteren of terug te keren naar het begin
van de huidige track.
Houd de toets ingedrukt voor versneld achterwaarts a
fspelen.
Druk op [Track ] om de volgende track te selecteren.
Houd de toets in
gedrukt voor versneld vooruit afspelen.
Druk op [
^] om het submenu te openen.
Druk op [Repeat] om de track continu af te spelen
(repeat).
Druk achtereenvolgens op [^] en [Repeat] om de functie uit te schakelen.
Druk op [
Scan] om de eerste 9 seconden van elke track af te spelen (introscan). Druk
achtereenvolgens op [^] en [Scan] om de functie uit te schakelen, of druk op de huidige
track om deze volledig af te spelen.
Druk op [Random] om alle tracks in willekeuri
ge volgorde af te spelen. Druk
achtereenvolgens op [^] en [Random] om de functie uit te schakelen.
Een track selecteren
Afspeelmodus wi
jzigen
Page 245 of 332

243
04AUDIO/VIDEO
CD opnemen in de Music Server (1/3)
ToetsFunctie
Werking
Wanneer een CD wordt geplaatst, worden alle tracks automatisch opgenomen.
Deze automatische opname is standaard voor
geprogrammeerd in de fabriek.
Automatische o
pname alle tracks
Als u de opnamestand gewijzigd hebt (handmatig of eerste track) tijdens het afspelen
drukt u op [^] om het submenu te activeren.
Druk op [REC. Settin
g].
Druk op [Auto RE
C.] en bevestig met [Back].
Werp vervol
gens de huidige CD uit en voer een andere CD in, waarna alle tracks
worden opgenomen.
Als u de huidige CD wilt opnemen, druk dan op [^] om het submenu te activeren en
druk op [REC. Start].
Wanneer tijdens de opname een andere reeds opgenomen track wordt geselecteerd,gaat de opname door en wordt de nieuw geselecteerde track afgespeeld.
Wanneer een track wordt geselecteerd die nog niet opgenomen is, wordt de huidige opname gestaakt en begint de opname van de nieuw geselecteerde track. Tijdens het opnemen wordt deze track afgespeeld.
Page 246 of 332
244
04 AUDIO/VIDEO
CD opnemen in de Music Server (2/3)
Toets
FunctieWerking
Losse tracks o
pnemen
U kunt tracks handmati
g één voor één opnemen.
Druk ti
jdens het afspelen van een CD op [^] om het submenu te activeren.
Druk op [RE
C. Setting].
Druk op [Manual RE
C.] en bevestig met [Back].
Kies na het pro
grammeren de track die moet worden opgenomen en druk op [^].
Druk op [REC. Start] om de opname van de
geselecteerde track te starten.
Wanneer tijdens de opname een andere track wordt geselecteerd, wordt de opname gestaakt en de nieuw geselecteerde track afgespeeld.
Page 247 of 332
245
04AUDIO/VIDEO
CD opnemen in de Music Server (3/3)
ToetsFunctieWerking
Automatische o
pname eerste track
U kunt voorprogrammeren dat de eerste track automatisch wordt opgenomen zodraeen CD wordt geplaatst.
Druk ti
jdens het afspelen van een CD op [^] om het submenu te activeren.
Druk eerst op [REC. Settin
g], daarna op [REC.] en bevestig met [Back].
Werp de huidi
ge CD uit en plaats een nieuwe CD, de eerste track wordt automatischopgenomen.
Als u de eerste track van de huidi
ge CD wilt opnemen, druk dan op [^] om het submenu
te activeren, en vervolgens op [REC. Start].
Wanneer u tijdens de opname een andere track selecteert, wordt de opname afgebroken en wordt de geselecteerde track afgespeeld.
Automatische of handmatige opnamestop
Druk ti
jdens de opname van een CD of track op [^] om het submenu te activeren.
Druk vervol
gens op [REC. Stop] om de opname te stoppen.
Page 252 of 332
250
04AUDIO/VIDEO
SELECTIE VAN EEN TRACK OF PLAYLIST OP DE MUSIC SERVER
FunctieWerking
To ets
Druk achtereenvol
gens op de toets MODE en op Music Server.
De playlists worden weergegeven door middel van een doorlopend menu.
De server kan tegelijkertijd een track afspelen en een andere track van een CD opnemen. Deze kan pas worden afgespeeld als de opname voltooid is.
Een track selecteren
Druk op deze toetsen om achtereenvolgens groepen, playlists of tracks teselecteren.
U kunt niet rechtstreeks van groepen naar tracks gaan.
Druk op [
Track] om de vorige track af te spelen, of om terug te keren naar het begin
van de huidige track.
Houd de toets in
gedrukt voor versneld terugspoelen.
Druk op [Track
] om de volgende track af te spelen.
Houd de toets in
gedrukt voor versneld vooruitspoelen.
Een pla
ylist selecteren
Druk o
p [ Playlist] om de vorige playlist te selecteren.
Druk op [Pla
ylist
] om de volgende playlist te selecteren.