226
03 NAVIGATIE
Het ingebouwde navigatiesysteem leidt de bestuurder naar elkegewenste bestemming, via een vooraf gekozen route.
Het s
ysteem zoekt eerst de gewenste bestemming, berekent
vervolgens de beste route, en geeft de bestuurder aanwijzingen in beeld en geluid.
Een point o
f interest (POI) zoals een vliegveld, station
of stadhuis wordt op de kaart weergegeven als een pictogram. WAT IS EEN POINT OF INTEREST
(POI) ?
Het s
ysteem kan tot 40 verschillende pictogrammen
weergeven (zie het hoofdstuk over "Pictogram van
Points of interest").
Deze points of interest zijn verdeeld over 5 categorieën,
die elk in hun eigen kleur worden weergegeven:
- Zakelijk en financieel (Groen),
- Auto's en reizen (Donkerblauw),
- Restaurants (Oranje),
- Openbare voorzieningen en noodgevallen (Bruin),
- Ontspanning en amusement (Blauw).
Het
GPS-systeem (Global Positioning System) bestaat
uit verschillende satellieten die op vaste posities tenopzichte van de aarde staan. Deze satellieten zenden
via twee verschillende frequenties permanent digitale signalen uit met de snelheid van het licht.
Het systeem ontvangt continu gegevens over de afstand
ten opzichte van de satellieten, in combinatie met een
ti
jdsignaal.
Zo berekent de telematische eenheid zijn eigen positie, en dus die van de auto.
Het systeem vergelijkt de coördinaten van de autosteeds met de cartografische gegevens op deharde schijf, waardoor de positie van de auto en de
bestemming zo exact mogelijk bepaald kunnen worden.
GPS-SYSTEEM
HOE IS DE WERKING VAN HET NAVIGATIESYSTEEM EN
HET GPS ?
In de volgende situaties kan het systeem de positie van de auto niet exact berekenen:
- in een tunnel of overdekte parkeer
garage,
- onder viaducten of overdekte ri
jbanen,
-
in een omgeving waar veel hoge gebouwen staan,
- tussen dicht bij elkaar staande bomen.
In bepaalde situaties o
f bij slechte GPS-ontvangst is het mogelijk
dat de weergave op het display gedurende korte tijd wegvalt.
WAT ZIJN DE VOORWAARDEN VOOR EEN GOEDE
WERKING VAN HET SYSTEEM ?
Plaats
geen voorwerpen op of in de nabijheid van de GPS-antenne.
Gebruik
geen digitale communicatieapparatuur (computers, enz) in
de nabijheid van de GPS-antenne.
Plak
geen carbon of reflecterende folie op de autoruiten.
261
06INFORMATIE
SYSTEEMVERSIE, SATELLIET
- Systeeminformatie:
A
- softwareversie,
A1
- versie navigatiekaarten,
A2
- versie database met systeeminformatie.
A3
Voor updates zijn DVD's met nieuwe versies beschikbaar, plaats deze en volgde aanwijzingen op het display.
- GPS-informatie:B
- overzicht positie satellieten,B1 bewegingsrichting auto en positiesatellietontvangers,
- huidige positie, B2
- lengte- en breedtegraad huidige positie,B3
- status positiebepaling (2D = 3 of minder B4 satellieten, 3D = 4 of meer satellieten),
- aantal satellietontvangers,B5
- plaats het noorden bovenaan de kaart, B6
- plaats rijrichting van de auto naar deB7 bovenkant van de kaart,
- draai de kaart of de weergavehoek.B8
A2A1
A3
B1B2
B3B4
B5B6B7B8
AB