ZEKERINGENKAST
INSTRUMENTENPANEELfig. 162STROOMVERBRUIKERZEKERING AMPÈRE
Rechter grootlichtF91 7,5
Linker grootlichtF90 7,5
Rechter dimlicht (versies met halogeen koplampen) F12 7,5
Linker dimlicht (versies met halogeen koplampen) F13 7,5
Rechter dimlicht (versies met Bi-Xenon koplampen) F12 15
Linker dimlicht (versies met Bi-Xenon koplampen) F13 15
Rechter mistlichtF93 7,5
Linker mistlichtF92 7,5
Bagageruimteverlichting/Zonneklepverlichting//Dashboardkastverlichting/Plafondlichten voor
en achter/Display radio-navigatiesysteemF32 10
Diverse voorzieningenF31 5
Elektrische ruitbediening (linksachter) F33 20
Elektrische ruitbediening (rechtsachter) F34 20
+30F36 10
Diverse voorzieningenF37 7,5
Centrale portiervergrendelingF38 20
Body ComputerF42 5
Tweeweg-ruitensproeierpompF43 20
Elektrische ruitbediening bestuurderszijde F47 20
180WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
STROOMVERBRUIKERZEKERING AMPÈRE
Elektrische ruitbediening passagierszijde F48 20
Diverse voorzieningenF49 5
Diverse voorzieningenF50 7.5
Diverse voorzieningenF51 5
+30F53 7,5
Voeding display radionavigatiesysteem F89 5
181WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDENNOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ONDERHOUD EN ZORG
GEPROGRAMMEERD
ONDERHOUDJuist onderhoud is uiterst belangrijk voor een lange levensduur van de
auto onder optimale omstandigheden.
Om die reden heeft Alfa Romeo een reeks controles en
onderhoudsbeurten opgesteld die elke 30.000 kilometer (voor 1.4
benzineversies) of elke 35.000 kilometer (voor 1750 Turbo Benzine-
en dieselversies) uitgevoerd moeten worden.
Vóór 30.000/35.000 km en vervolgens tussen elke twee
servicebeurten is het sowieso nodig om bepaalde items van het
Geprogrammeerde Onderhoudsplan te controleren (bijv. periodieke
controle van het niveau van de vloeistoffen, bandenspanning, etc.).
De servicebeurten van het Geprogrammeerde Onderhoud worden
volgens een vast tijdsschema door het Alfa Romeo Servicenetwerk
uitgevoerd. Eventuele reparaties die nodig blijken tijdens het uitvoeren
van de diverse inspecties en controles van het geprogrammeerd
onderhoud, mogen uitsluitend worden uitgevoerd na toestemming van
de klant. Als de auto dikwijls gebruikt wordt voor het trekken van
aanhangers, dan moet een korter interval tussen de
onderhoudsbeurten worden aangehouden.WAARSCHUWING
Op 2000 km vóór de volgende servicebeurt zal de display een
melding tonen.
De servicebeurten van het Geprogrammeerde Onderhoud zijn door de
fabrikant voorgeschreven. Het niet uitvoeren ervan kan het vervallen
van de garantie tot gevolg hebben.
Het is raadzaam het Alfa Romeo Servicenetwerk onmiddellijk te
informeren over eventuele kleine storingen en niet te wachten tot de
volgende servicebeurt.
186WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
INLEIDING .................................................................................... 245
TIPS ........................................................................................... 245
TECHNISCHE GEGEVENS .......................................................... 246
BASIC LEVEL SYSTEEM ............................................................... 246
MEDIUM LEVEL SYSTEEM ........................................................... 246
BOSE HI-FI LEVEL SYSTEEM ......................................................... 247
SNELGIDS .................................................................................... 248
ALGEMENE FUNCTIES ................................................................ 249
RADIOFUNCTIES ........................................................................ 250
CD-FUNCTIES ............................................................................ 250
Media Player FUNCTIES (alleen bijBlue&Me™) ......................... 250
BEDIENINGSTOETSEN OP STUURWIEL ......................................... 251
ALGEMENE INFORMATIE .............................................................. 253
FUNCTIES EN INSTELLINGEN ........................................................ 255
INSCHAKELING AUTORADIO ..................................................... 255
UITSCHAKELING AUTORADIO .................................................... 255
RADIOFUNCTIES KIEZEN ............................................................ 255
CD-FUNCTIE KIEZEN .................................................................. 255
GEHEUGENFUNCTIE AUDIOBRON ............................................. 255
VOLUMEREGELING .................................................................... 255
MUTE/PAUSE FUNCTIE (volume op nul stellen) ............................. 255
GELUIDSINSTELLINGEN .............................................................. 256
TOONREGELING (lage/hoge tonen) ............................................ 256
BALANSREGELING ..................................................................... 256
FADERREGELING ........................................................................ 257
LOUDNESSFUNCTIE ................................................................... 257
EQ-FUNCTIE .............................................................................. 257
FUNCTIE USER EQ SETTINGS ...................................................... 258
MENU ....................................................................................... 258
AF SWITCHING functie .............................................................. 258TRAFFIC INFORMATION functie .................................................. 259
REGIONAL MODE functie .......................................................... 260
MP3 DISPLAY functie ................................................................... 260
SPEED VOLUME functie .............................................................. 260
RADIO ON VOLUME functie ........................................................ 261
AUX OFFSET functie .................................................................... 261
RADIO OFF functie .................................................................... 261
SYSTEM RESET functie ................................................................. 262
TELEFOONFUNCTIE ................................................................... 262
DIEFSTALBEVEILIGING ................................................................ 262
RADIO (TUNER) ............................................................................ 264
INLEIDING ................................................................................. 264
KEUZE GOLFBAND..................................................................... 264
VOORKEUZETOETSEN ............................................................... 264
OPSLAG VAN LAATST BELUISTERDE STATION .............................. 264
AUTOMATISCHE AFSTEMMING .................................................. 264
HANDMATIGE AFSTEMMING ..................................................... 265
AUTOSTORE FUNCTIE ................................................................ 265
ONTVANGST VAN NOODBERICHTEN ........................................ 265
EON FUNCTIE (Enhanced Other Network) .................................... 266
STEREO-UITZENDINGEN ............................................................ 266
CD-SPELER.................................................................................... 266
INLEIDING ................................................................................. 266
KEUZE VAN DE CD-SPELER ......................................................... 266
INBRENGEN/UITWERPEN VAN DE CD........................................ 266
DISPLAY-INFORMATIE ................................................................. 267
KEUZE VAN NUMMER (vooruit/achteruit) .................................... 267
SNEL VOORUIT-/TERUGSPOELEN VAN NUMMERS...................... 267
PAUZE-FUNCTIE ......................................................................... 268
CD MP3-SPELER ............................................................................ 268
243AUTORADIO
OVERZICHT
INLEIDING ................................................................................. 268
MP3 WERKING .......................................................................... 268
KEUZE VAN MP3-SESSIES OP HYBRIDE DISKS ............................. 269
DISPLAY-INFORMATIE ................................................................. 269
KEUZE VAN VOLGENDE/VORIGE MAP ....................................... 269
STRUCTUUR VAN DE MAPPEN .................................................... 270AUX (uitsluitend bij hetBlue&Me™ systeem) ................................. 270
INLEIDING ................................................................................. 270
AUX MODUS ............................................................................. 270
PROBLEEMOPLOSSING ................................................................. 271
ALGEMEEN ................................................................................ 271
CD-SPELER ................................................................................. 271
LEZEN VAN MP3-BESTAND ......................................................... 271
244
AUTORADIO
ALGEMENE INFORMATIEDe autoradio biedt de volgende functies:
Radio
❒PLL-tuner met FM/AM/MW golfbanden;
❒RDS (Radio Data System) met TA-functie (verkeersinformatie) - TP
(verkeersprogramma's) - EON (Enhanced Other Network) - REG
(regionale programma's);
❒AF: zoeken naar alternatieve frequenties in RDS;
❒voorbereiding voor noodberichten;
❒automatisch/handmatig afstemmen op stations;
❒FM Multipath detector;
❒handmatige opslag van 30 stations: 18 op FM-golfband (6 op
FM1, 6 op FM2, 6 op FMT), 12 op MW-golfband (6 op MW1,
6 op MW2);
❒automatische opslag (AUTOSTORE-functie) van 6 stations op
betreffende FM-golfband;
❒SPEED VOLUME functie (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI
systeem): automatische snelheidsafhankelijke volumeregeling;
❒automatische Stereo/Mono selectie.CD-speler
❒Directe keuze van de CD;
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie CD-display: weergave van CD-naam en verstreken tijd
vanaf begin van het nummer;
❒Afspelen van audio CD, CD-R en CD-RW.
Multimedia CD's bevatten naast audiotracks ook
tracks met gegevens. Het afspelen van dit type
CD kan ruis met een zodanig volume
veroorzaken, dat niet alleen de verkeersveiligheid in
gevaar komt, maar ook de eindversterker en de
speakers beschadigd kunnen raken.
253AUTORADIO
MP3 CD-speler
❒Functie MP3-Info (ID3-TAG);
❒Keuze van map (vorige/volgende);
❒Keuze van nummer (vooruit/achteruit);
❒Nummers snel vooruit-/terugspoelen;
❒Functie MP3-Display: weergave van mapnaam, ID3-TAG
informatie, verstreken tijd vanaf het begin van het nummer,
bestandsnaam;
❒Afspelen van audio- of gegevens-CD, CD-R en CD-RW.
Audiogedeelte
❒Mute/Pause functie;
❒Soft-Mute functie;
❒Loudness functie (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI systeem);
❒Grafische 7-bands equalizer (behalve uitvoeringen met Bose
HI-FI systeem);
❒Gescheiden regeling hoge/lage tonen;
❒Balansregeling linker/rechter kanalen.Media Player gedeelte (alleen bij Blue&Me™)
Zie voor de functies van de Media Player hetBlue&Me™
supplement.
AUX (alleen met Blue&Me™)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten, waar aanwezig)
❒Selectie AUX-bron;
❒AUX Offset functie: afstelling volume van draagbaar apparaat
op dat van een van de andere bronnen;
❒Draagbare speler afspelen.
254
AUTORADIO
Wanneer het volumeniveau wordt gewijzigd met de hiervoor
bestemde toetsen, dan wordt de Mute-functie uitgeschakeld en het
volume ingesteld op het nieuwe gekozen niveau.
Bij geactiveerde Mute-functie, wordt deze genegeerd wanneer
verkeersinformatie binnenkomt (als de TA-functie is geactiveerd) of
als een alarmbericht wordt ontvangen. De functie wordt weer
ingeschakeld wanneer het bericht beëindigd is.GELUIDSINSTELLINGENDe functies van het audiomenu zijn afhankelijk van de
geactiveerde bron: AM/FM/CD/Media Player (alleen bij
Blue&Me™) /AUX (alleen bijBlue&Me™, voor bepaalde
versies/markten).
Druk kortstondig op de
toets om de audiofuncties te
veranderen.
Na de eerste druk op detoets, toont de display de waarde van
het bass-niveau voor de op dat moment ingeschakelde bron (bijv.
bij gebruik van FM, toont de display de woorden "FM Bass +2").
Gebruik de
of
toets om door de menufuncties te lopen.
Gebruik voor het wijzigen van de instelling van de gekozen functie
de
of
toets. De huidige status van de gekozen functie
verschijnt op de display.
De functies waarin het menu voorziet zijn:
❒BASS (regeling van lage tonen);
❒TREBLE (regeling hoge tonen);
❒BALANCE (regeling balans rechts/links);
❒FADER (regeling balans voor/achter);
❒LOUDNESS (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI systeem)
(inschakelen/uitschakelen functie LOUDNESS);❒EQUALIZER (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI systeem)
(inschakeling en selectie fabrieksinstellingen equalizer);
❒USER EQUALISER (behalve uitvoeringen met Bose HI-FI systeem)
(gepersonaliseerde equalizerinstellingen).
TOONREGELING (lage/hoge tonen)Ga als volgt te werk:
❒Gebruik de
of
toets om “Bass” of “Treble” in het AUDIO-
menu in te stellen;
❒druk op de
of
toets om de lage of hoge tonen te
verhogen/verlagen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
BALANSREGELINGGa als volgt te werk:
❒Gebruik de
of
toets om de "Balance" in het AUDIO-menu
in te stellen;
❒druk op de
toets om het volume van de rechter speakers te
verhogen of op de
toets om het volume van de linker
speakers te verhogen.
Door kortstondig op de toetsen te drukken, zullen de niveaus in
stappen veranderen. Door ze langer ingedrukt te houden, zullen
de niveaus sneller veranderen.
Kies de waarde "
0
" om de audio-uitgangen rechts en links
op dezelfde waarde in te stellen.
256
AUTORADIO