
06
354
Een gesprek ontvangen
Een inkomend gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het verschijnen van een venster op het display van de auto.
Selecteer met behulp van de toetsen de knop JA op het scherm en bevestig met OK.
Druk op deze toets om het gesprek te accepteren.
Bellen
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio "Beheer van het telefoongesprek" en vervolgens "Bellen", "Logboek gesprekken" of "Adresboek".
Druk gedurende meer dan twee seconden op deze toets om toegang te krijgen tot uw adresboek. Gebruik vervolgens de rolknop om het nummer te selecteren.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord van uw telefoon om een nummer in te voeren.
PEUGEOT CONNECT BLUETOOTH
Het systeem heeft, afhankelijk van de compatibiliteit van de telefoon en gedurende de Bluetooth-verbinding, toegang tot de contactenlijst van de telefoon.
Vanaf bepaalde typen gekoppelde Bluetooth-telefoons kunt u contacten vanuit de telefoon opslaan in het geheugen van de autoradio.
De op deze manier geïmporteerde contacten worden opgeslagen in een contactenlijst die, ongeacht welke telefoon is gekoppeld, vrij toegankel\
ijk is.
Het menu van de contactenlijst is niet beschikbaar als de contactenlijst\
leeg is.

06
355
Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon en de auto. Deze procedure kan gestart worden via het telefoonmenu van de auto of via het toetsenbord van de telefoon. Raadpleeg de eerder beschreven stappen "Koppelen van een telefoon". Tijdens de koppeling moet de auto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te koppelen telefoon.
Het audiosysteem wordt automatisch verbonden met de zojuist gekoppelde telefoon.
Bluetooth streaming audio *
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de telefoon naar het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteunen.
* Volgens de compatibiliteit van de telefoon.
** In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het toetsenbord worden geactiveerd.
*** Als de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron Streaming door op de toets SOURCE ** te drukken. Via de toetsen op het bedieningspaneel van de radio en de bediening op het stuurwiel kunt u op de gebruikelijke wijze de muziekstukken aansturen *** . De informatie over de muziekstukken kan op het display worden weergegeven.
Druk gedurende het gesprek meer dan twee seconden op deze toets.
Bevestig met OK om het gesprek te beëindigen.
Een gesprek beëindigen
PEUGEOT CONNECT BLUETOOTH

07
356
MENUSTRUCTUUR/MENUSTRUCTUREN DISPLAY(S)
aanzetten/uitzetten RDS
aanzetten/uitzetten modus REG
aanzetten/uitzetten radiotext
RADIO
aanzetten/uitzetten Intro
CD/MP3-CD
aanzetten/uitzetten herhalen tracks (de hele huidige CD voor CD, de hele huidige map voor MP3-CD)
aanzetten/uitzetten random play (de hele huidige CD voor CD, de hele huidige map voor MP3-CD)
aanzetten/uitzetten herhalen van tracks(van de map / artiest / genre / huidige afspeellijst)
USB
aanzetten/uitzetten random play (shuffl e)(van de map / artiest / genre / huidige afspeellijst)
1
1
1
1
1
1
1
1
Display C
Wanneer u op de toets OK drukt, komt u in de verkorte menu's terecht, afhankelijk van de weergave op het scherm:

07
357
MENUSTRUCTUUR/MENUSTRUCTUREN DISPLAY(S)
Audiofuncties
RDS-functie
inschakelen/uitschakelen
Voorkeuze FM
REG-functie
inschakelen/uitschakelen
Weergave radiotext (RDTXT)
inschakelen/uitschakelen
1
2
3
4
3
4
3
4
Afspeelmogelijkheden
RPT-functie (CD herhalen)
inschakelen/uitschakelen
RDM-functie (random)
inschakelen/uitschakelen
2
3
4
3
4
Boordcomputer
Afstand : x km
Invoeren afstand tot eindbestemminig
Diagnose
Logboek waarschuwingsmeldingen
Functies in- of uitgeschakeld
Status van de functies *
1
2
3
3
2
3
2
* De parameters variëren afhankelijk van de auto.
Display C Door het indrukken van de toets MENU is de volgende weergave mogelijk:

359
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORDOPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussen de verschillende geluidsbronnen (radio, CD...).
Voor een optimaal luistergenot kunt u de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) voor elke geluidsbron afzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een ander\
e geluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar\
zijn.
Controleer of de audio-instellingen (volume, bassen, hoge tonen, geluidssfeer, loudness) zijn afgestemd op de verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de AUDIO-functies (bassen, hoge tonen, balans V-A, balans L-R) in de middelste stand te zetten, de geluidssfeer "Geen" te selecteren en de functie Loudness in de stand "Actief" te zetten als de CD-speler is geselecteerd en in de stand "Inactief" te zetten als de radio is geselecteerd.
De CD wordt steeds uitgeworpen of kan niet worden afgespeeld door de CD-speler.
De CD is ondersteboven in de speler geplaatst, kan niet worden gelezen, \
bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de juiste zijde boven in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
- Controleer de inhoud van de CD als deze zelf is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's is onvoldoende om deze door de autoradio te laten afspelen.
Op het display wordt de melding "Storing USB-randapparatuur" weergegeven.
De Bluetooth-verbinding wordt onderbroken.
De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
De USB-stick wordt niet herkend.
De stick is misschien defect.
Formateer de stick opnieuw.

360
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORDOPLOSSING
Ik heb geen toegang tot mijn voicemail. Er zijn slechts weinig telefoons en providers die deze functionaliteit ondersteunen.
De CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg ze zorgvuldig op.
De audio-instellingen (bassen, hoge tonen, geluidssfeer) zijn niet op \
de CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge tonen op 0, zonder een geluidssfeer te selecteren.
De voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
Het verkeerde golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets BAND AST om het golfbereik (FM1, FM2, FMAST) terug te vinden waarin de voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
De functie TA (verkeersinformatie) is ingeschakeld, maar ik krijg geen verkeersinformatie te horen.
De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden. Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt.
De ontvangstkwaliteit van de beluisterde radiozender neemt geleidelijk af of de voorkeuzezenders kunnen niet worden ontvangen (geen geluid, 87,5 Mhz wordt weergegeven...).
De auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostati\
on of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt\
. Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
De omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.) veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is ingeschakeld.
Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezig of beschadigd (bijvoorbeeld in een wasstraa\
t of ondergrondse parkeergarage). Laat de antenne controleren door het PEUGEOT-netwerk.

361
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAGANTWOORDOPLOSSING
Het geluid van de radio valt 1 tot 2 seconden weg.
Het RDS zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar een eventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
Na het afzetten van de motor wordt de radio na enkele minuten automatisch uitgeschakeld.
Als de motor is afgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoesta\
nd van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De melding "het audiosysteem is oververhit" verschijnt op het display.
Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt.
Schakel het audiosysteem enkele minuten uit om het systeem te laten afkoelen.

.
Index363
Aanhangergewichten ....................................237Aansluiting 12V .............................124, 127, 13 3Aansluitingen audio/video ............................272Accessoires...................................................233Accu ..................4, 24, 43, 44, 87, 195, 221-224Accu laden ............................................221, 223Achterklep .....................................................104Achterklep sluiten .................................103, 104Achterruitverwarming ...............................79, 88Achteruitrijcamera .........................................185Achteruitrijlicht ..............................................212Afmetingen ....................................................238Afstandsbediening ..............................90, 91, 95Afzetten van de motor ...............................Afzetten van de motor ...............................Afzetten van de motor2 7, 2 8Airbags ............................................................58Airbags vóór ..........................................Airbags vóór ..........................................Airbags vóór160, 163Airconditioning ................................................40Airconditioning (handbediend) .......................75Alarmknipperlichten ......................................151Alarmsysteem .................................................96Algemeen menu ............................................346Allesdragers ..................................................231Antispinregeling (ASR) ...........................5 7, 1 5 6Armleuning ....................................................124Armleuning achter .........................................Armleuning achter .........................................Armleuning achter13 0Armleuning vóór ............................................Armleuning vóór ............................................Armleuning vóór126Audio-aansluitingen ..............125, 126, 350, 352Automatische airconditioning ...................75, 76Automatische ruitenwissers ..................11 6 , 11 9Automatisch inschakelen alarmknipperlichten ....................................151Automatisch inschakelen verlichting ....1 0 9 , 114Autoradio's ......................................................70AUX-aansluiting ....................................329, 352Aux-aansluitingen .................................272, 350
Bagageafdekking ..........................................13 4Banden ............................................................40Bandenreparatieset ......................................197Bandenspanning .....................................40, 239Bandenspanningscontrole (met set) .............197Bandenspanning te laag (detectie) ...............152Batterij afstandsbediening ........................94, 95Batterij afstandsbediening vervangen ............94Bediening autoradio aan stuurkolom .........250, 345Bediening zonnescherm panoramadak........131Bekerhouder .................................................Bekerhouder .................................................Bekerhouder124Beladen ...................................................40, 231Beveiliging tegen beknellen ....................9 8, 131Binnenspiegel .................................................89Bluetooth (handsfree set) .....273 -275, 312, 353Bluetooth (telefoon) ........................273-275, 312Boordcomputer .........................................Boordcomputer .........................................Boordcomputer71, 73Brandstof .........................................Brandstof .........................................Brandstof40, 105, 10 6Brandstofniveaumeter ...................................Brandstofniveaumeter ...................................Brandstofniveaumeter105Brandstoftank ........................................105, 107Brandstof tanken ....................................105 -107Brandstoftank leeg (diesel) ...........................19 0Brandstofverbruik .....................................40, 42Brandstofvuldop ............................................105Brandstofvulklep ...................................105, 107Buitenspiegels.................................................88
A
C
CD MP3 .........................................................349CD-/MP3 -speler ...........................................CD-/MP3 -speler ...........................................CD-/MP3 -speler349Centrale vergrendeling ...........................91, 101Claxon ...........................................................151Configuratie van de auto ....................49, 65, 68Controle motorolieniveau................................63Controles .......................................191, 195, 19 6
B
Dagrijverlichting ............................112, 209, 210Dagteller ..........................................................Dagteller ..........................................................Dagteller64Dashboardkastje ...........................................125Dashboardverlichting ......................................64Datum (instellen) .............................................65Derde remlicht ...............................................213Detectie te lage bandenspanning .........152, 203Diensten PEUGEOT .....................................243Diesel ........................................................35, 36Dieselmotor ...................Dieselmotor ...................Dieselmotor106, 190, 191, 236, 237Dimlicht .........................................108, 209, 210Dimmer dashboardverlichting .........................64Display instrumentenpaneel ...........................48Dynamische noodrem ...................................167
D
Eco-mode ......................................................225Eco off .............................................................Eco off .............................................................Eco off36Electronic Stability Program (ESC) ........5 7, 1 5 5Electronic Stability Program (ESP) ..............15 4Elektrisch bediende handrem ...............16 4, 167Elektrisch verstelbare stoelen ........................81Elektronische startblokkering ...................93, 95Elektronisch gestuurde versnellingsbak.......19 6Energiestromen hybridesysteem ..........4, 24, 33ESP/ASR .......................................................15 4Extra ingang .........................272, 329, 350, 352
E