7
51 Veiligheid
Autogordels
3-deurs
5-deurs
De zitplaatsen achter zijn voorzien van twee driepuntsgordels met oprolautomaat.
U kunt de gespen van de autogordels opbergen inA.
Trek aan de gordel en steek de gesp in de gordelsluiting.
Controleer de vergrendeling van de gesp door even aan de gordel te trekken.
Druk op de knop van de gordelsluiting om de gordel los te maken.
Autogordels vóór met pyrotechnischegordelspanners en
spanbegrenzers
Dankzij de toepassing van autogordels met gordelspanners en spanbegrenzersis de veiligheid van de voorste inzittenden bij frontale aanrijdingen nog verder verbeterd. De gordelspannersdienen om bij een krachtige aanrijding de autogordels stevig tegen de lichamen van de inzittenden te trekken.
De autogordels met gordelspanners werken alleen als het contact is aangezet. De spanbegrenzer beperkt de krachtwaarmee de gordel tegen de borst van de inzittenden getrokken wordt. Zij worden daardoor beter beschermd.
Autogordels omdoen/losmaken
7
53 Veiligheid
*
Volgens uitvoering.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat alle passagiers tijdens het rijden op de juiste wijze hun autogordel dragen.Zorg ervoor dat alle inzittenden tijdenshet rijden hun autogordel dragen, ook albetreft het een korte rit. Draai de gespen van de autogordels niet om; de gordels zijn dan nietvoldoende effectief.
Als de zitplaatsen zijn voorzien van armsteunen * , moet de heupgordel altijdonder de armsteun door worden geleid. De autogordels zijn voorzien van een oprolautomaat die ervoor zorgt dat delengte van de gordel automatisch wordtaangepast aan uw lichaamsbouw. De gordel wordt automatisch opgerold alsdeze niet wordt gebruikt. Controleer zowel voor en na het gebruik van de gordel of deze goed is opgerold.De heupgordel moet zo laag mogelijk op het bekken worden geplaatst. De schoudergordel moet langs hetholle gedeelte van de schouder worden geplaatst.
De oprolautomaten zijn voorzien vaneen automatische blokkeerinrichting diein werking treedt bij een aanrijding, eennoodstop of het over de kop slaan van de auto. U kunt de blokkeerinrichting deblokkeren door kort aan de riem te trekkenen deze weer los te laten.
Voor een effectieve werking van deautogordel:- dient deze strak om het lichaam teworden gedragen,- mag deze door niet meer dan éénvolwassen persoon worden gedragen,- mag deze geen beschadigingen of rafels ver tonen, - moet deze in een vloeiende bewegingnaar voren worden getrokken, om tevoorkomen dat de gordel gedraaid raakt, - mag er om te voorkomen dat de gordelniet goed werkt niets aan wordengewijzigd. Vanwege de wettelijke veiligheidsvoorschriften moeten werkzaamheden en controles aande autogordels worden uitgevoerd door het PEUGEOT- net wer k of door een gekwalificeerdewerkplaats. Het-netwerk zorgt tevens voor degarantie en voert de werkzaamheden volgens de voorschriften uit. Laat de autogordels van uw auto regelmatig controleren door het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats, met name op beschadigingen van de riem. Reinig de autogordels met zeepsop of een reinigingsmiddel voor textiel, verkrijgbaar bij het PEUGEOT- net wer k . Controleer na het neerklappen of verstellenvan een stoel of de achterbank of de gordel zich op de juiste plaats bevindt en goed isopgerold.
Voorschriften voor kinderen:
- Maak voor kinderen tot 12 jaar of kleiner dan 1,50 m gebruik van een geschikt kinderzitje,
- Gebruik geen gordelgeleider *
wanneer een kinderzitje is geïnstalleerd,
- Deautogordel mag door niet meer dan één persoon gedragen worden,
- Laat nooit een kind op schoot zittentijdens het rijden. De gordelspanners kunnen, afhankelijk van de aard en de kracht van de aanrijding , vóór en onafhankelijk van de airbags afgaan.Het activeren van de gordelspanners gaatgepaard met wat onschadelijke rook en eenknal, als gevolg van de activering van depyrotechnische lading die in het systeem is geïntegreerd.
Het waarschuwingslampje van de airbag gaat in ieder geval branden. Laat het systeem na een aanrijding controleren en eventueel ver vangendoor het PEUGEOT-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
9
73 Praktische informatie
*
Zekeringen achter het instrumentenpaneel. Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om ze te (laten) ver vangen.
ZekeringnummerAmpère(A
) AAFuncties
110Remlichten - ABS - 2 Tronic versnellingsbak
225Centrale vergrendeling - afstandsbediening
320 Achterruitverwarming
47, 5
Achterlichten - kentekenplaatverlichting - instrumentenpaneel - display - koplampverstelling - LED-dagrijverlichting - parkeerlichten
57,5Diagnoseaansluiting
67, 52 Tronic versnellingsbak - mistachterlicht - ESP - LED-dagrijverlicihting - instrumentenpaneel - toerenteller
7-Niet gebruikt
87,5
ABS/ESP - stuurbekrachtiging - koelventilator
910
Achteruitrijlichten - centrale vergrendeling - ruitbediening - achterruitver warming - snelheidsmeter -airconditioning - ver warming - toerenteller - afstandsbediening
1020Ruitenwissers en -sproeiers voor en achter
1115
Autoradio - 12V-aansluiting (maximaal 120 W)
127, 5
Achterruitver warming - ABS - koelventilator - ruitenwissers en -sproeiers voor en achter - stuurbekrachtiging - centrale vergrendeling - airconditioning - ver warming - ruitbediening - snelheidsmeter - toerenteller -afstandsbediening - achteruitrijlichten
1315
Airbag - brandstoftoevoersysteem - 2 Tronic versnellingsbak -instrumentenpaneel - toerenteller - LED-dagrijverlichting
147, 5 Airconditioning- ver warming
15 *40
Autoradio - 12-volts aansluiting - ruitenwissers en -sproeiers vóór en achter - stuurbekrachtiging -ABS/ESP - koelventilator
16 * 30Ruitbediening
17 *40
Airconditioning - ver warming
9
75 Praktische informatie
ZekeringnummerAmpère(A)Functies
15 LED-dagrijverlichting
220 Mistlichten voor
310
Lamp linksvoor
410
Lamp rechtsvoor
57, 5 2 Tr o n i c v e r s n e l l i ngsbak -Brandstoftoevoersysteem
67, 5
2 Tronic versnellingsbak -Brandstoftoevoersysteem
730
LED-dagrijverlichting - mistlichten voor
825
ABS
30
ABS/ESP (met VSC)
930
Startmotor- achterruitverwarming-ABS - koelventilatotgroep - ruitenwissers en -sproeiers voor en achter - stuurbekrachtiging - centrale vergrendeling - airconditioning- ver warming - ruitbediening- snelheidsmeter - toerenteller -
afstandsbediening - achteruitrijlichten-airbag - brandstoftoevoersysteem - 2 Tronic versnellingsbak - instrumentenpaneel - LED-dagrijverlichting
ZekeringnummerAmpère(A)Functies
1010 Alarmknipperlichten - instrumentenpaneel - toerenteller - richtingaanwijzers
1120 Lichten linksvoor- lichten rechtsvoor
1215
Plafonnier - snelheidsmeter - autoradio - instrumentenpaneel - toerenteller
1315
Brandstoftoevoersysteem - koelventilator
1410 Claxon
157, 5
Reservezekeringen
1610
Resevezekeringen
1715 Reservezekeringen
1850 2 Tr o n i c v e r s n e l l i ngsbak
1930 / 40
Koelventilator
20
40 ABS
50 ABS/ESP (met VSC)
2150 Stuurbekrachtiging
01
VOLMENUSRC/
LIST
ESC
SEEK +
_
MP3
94
BASISFUNCTIES
Selecteren van de geluidsbron:
- FM1, FM2, AM, CD, USB, AUX, Streamin
g.
- een
binnenkomend gesprek aannemen.
Lang indrukken:
- toe
gang tot het logboek gesprekken van
de gekoppelde telefoon.
- o
f beëindigen van het telefoongesprek.
Instellen van de geluidsweergave:
klankkleur, hoge tonen, bassen, loudness, balans.
A
an/uit.
Huidige bewerking annuleren.
Omhoog in de menustructuur (menu of afspeellijst).
Uitwerpen van
de CD.
Selecteren van een
opgeslagen voorkeuzezender. Radio: lang indrukken: opslaan van een zender als gg
voorkeuzezender. p
Andere geluidsbron: zie hetdesbetreffende hoofdstuk. gg
Automatisch zoeken naar zenders in aflopende/oplopende volgorde.
Selecteren van het vorige/volgende nummer van
de CD, USB.
Zoeken in een lijst.
In
gedrukt houden: snel vooruit of terug. To e
gang tot het
algemene menu.
Weergave van de lijst metradiozenders, de nummers
van een CD/USB.
Lan
g indrukken: lijst met
voorkeuzezenders wijzigen.
Volumeregeling.
03
99
AUDIO
CD, USB
INFORMATIE EN TIPS
Op een CD kunt u maximaal 255 MP3-bestanden zetten, verdeeld
over maximaal 192 afspeellijsten op maximaal 8 niveaus. Wij raden
echter aan om ze over hooguit 2 niveaus te verdelen om de duur van
het lezen van de CD beperkt te houden.
Bi
j het lezen van de CD wordt de menustructuur genegeerd.
Selecteer voor het branden van een CD-R of CD-RW de standaard
ISO 9660 niveau 1, 2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen afspelen.
Als de CD in een ander formaat is
gebrand, kan het zijn dat deze nietgoed wordt afgespeeld.
Het is raadzaam voor één
CD niet meer dan één standaard voor het
branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid (maximaal 4x)in voor een optimale geluidskwaliteit.
V
oor het branden van een multisessie-CD is het raadzaam destandaard Joliet te gebruiken.
Sluit
geen externe harde schijf of USB-apparaten die niet bestemd zijn
voor audioweergave aan op de USB-poort; hierdoor zou namelijk deaudio-installatie beschadigd kunnen raken.
De autoradio speelt via een
CD uitsluitend bestanden met de extensie".mp3", ".wma", ".wav" af en via een USB-stick bestanden met de extensie".ogg".
Als de bestanden sterk zijn gecomprimeerd, kan dat de geluidskwaliteit negatief beïnvloeden.
Afspeellijsten op de CD, de MP3-speler, de iPod of de USB-stick moeten van het type ".m3u" of ".wpl" zijn.
Het maximum aantal herkende bestanden bedraa
gt 5.000 verdeeld
over 500 afspeellijsten op maximaal 8 verschillende niveaus.
04
105
TELEFONEREN
Op het scherm wordt een toetsenbordweergegeven: voer een code van minimaal
4 cijfers in en bevestig uw invoer met "OK".
Op het scherm van de telefoon wordt een berichtweergegeven: voer dezelfde code in en bevestig uw invoer.
Op het scherm verschijnt een bericht ter bevestiging van de
koppeling.
U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen door naar gedetecteerde Bluetooth-apparatuur te zoeken.
Accepteer de koppeling op de telefoon.
Mocht de koppelin
g niet gelukt zijn dan kunt u het, een onbeperkt
aantal keren, nogmaals proberen. Het tele
foonboek en de gesprekkenlijst zijn na de synchronisatie
beschikbaar (mits de telefoon compatibel is).
De automatische verbindin
g moet in de telefoon ingesteld worden om elke keer bij het aanzetten van het contact automatisch verbinding te
kunnen maken met de telefoon.
Soms verschi
jnt het bluetooth adres in plaats van de naam van de
telefoon.
04
107
TELEFONEREN
Houd de toets SRC/TEL
even ingedrukt
tot de lijst met gesprekken verschijnt.
Kies het
gewenste nummer uit de lijst: "Gemiste oproepen" , "Gekozen nummers"
of "Beantwoorde oproepen".
Vo r ige of volgende bladzijde van delijst.
Druk op "OK"
om het nummer tebellen.
BELLEN - LAATST GEKOZEN NUMMERS *
Navigeren door de lijst met gesprekken. De li
jst bevat alle verzonden en ontvangen gesprekken die vanuit de
auto met de aangesloten telefoon zijn gevoerd.
U kunt ook rechtstreeks met de telefoon bellen, zoek in dat
geval
altijd eerst een veilige parkeerplaats op voordat u gaat bellen.
*
Afhankelijk van de specificaties van de telefoon.
U kunt ook op MENU drukken, vervolgens "Telefoon"
selecteren, dan "Bellen"en ten slotte "Oproep info"voor een overzicht van de gesprekken.