7
55 Veiligheid
Schakel voor de veiligheid van uw kind
de airbag aan passagierszijde altijd uitals u een kinderzitje met de rug in derijrichting op de voorstoel plaatst. Anderskan een kind bij het afgaan van de airbaglevensgevaarlijk gewond raken. )Zet het contact uit , steek de sleutel in deschakelaar voor uitschakelen van de airbagaan passagierszijde 1, draai deze in de stand "OFF"en verwijder de sleutel zonder de stand van de schakelaar te veranderen.
In de stand "OFF"werkt de airbag aanpassagierszijde bij een eventuele aanrijding niet.
Als u het kinderzitje "met de rug in de
rijrichting" hebt ver wijderd, zet dan deschakelaar weer in de stand "ON"om deairbag opnieuw in te schakelen en zo de
veili
gheid van uw passagier te garanderen. Het verklikkerlamp
je op het
instrumentenpaneel brandt zolang de
airbag is uitgeschakeld.
Als het waarschuwin
gslampjeknippert, duidt dit op een storing in
ten minste één van deze airbags.
Raadpleeg het PEUGEOT- net wer k of een gekwalificeerde werkplaats om hetsysteem te laten controleren. De kans bestaat
dat de airbags bij een ernstige aanrijding niet
worden geactiveerd.
Uitschakeling (controle)
Storing airbags
*
Volgens uitvoering.
Zijairbags * en
window-airbags *
De zijairbags zijn aan de zijde van de por tieren in de rugleuningen van de voorstoelenaangebracht.
De zijairbags worden aan de desbetreffendezijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse aanrijding binnen de impactzone opzij B,loodrecht op de lengteas van de auto en vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van deauto, die zich op een horizontale ondergrondmoet bevinden. De zijairbag wordt opgeblazen
tussen de inzittende vóór en het desbetreffende
portierpaneel. De kans op borstletsel bij de
voorpassagiers wordt daardoor verminderd.
De window-airbags zijn aangebracht in de hemelbekleding.
De window-airba
g wordt opgeblazen tussen de
inzittende vóór of achter en de ruiten. De kansop hoofdletsel wordt daardoor verminderd.
Bij een lichte aanrijding of bij het over de kop
slaan, kan het zijn dat de airbag niet wordtgeactiveerd. Bij een aanrijding van achterenof een frontale aanrijding wordt de airbag nietgeactiveerd.
Uitschakelen airbag aan
passagierszijde
.
135 Index
Starten van de auto.......................................42Starten van de motor......................................r4Stilzetten van de auto ................................... 42Stoelen achter...............................................r39Stoelen verstellen ...................................38, 39Storing airbags........................................54, 55Streaming audio Bluetooth.........................103Stuurslot........................................................26Stuurwiel (verstellen)....................................37Synchroniseren afstandsbediening ..............27
T
Te l a ag brandstofniveau..........................23, 30Te l l e r........................................................r19,23Te m p e r a t u u r r egeling...............................34, 35Tijd instellen..........................................25, 117To egang tot de achterbank ( 3-deurs) ..........38Toerenteller...................................................r19
UUitschakelen airbag passagier.....................r55USB-aansluiting....................................40, 101
V
Veiligheidsgordels .......................22, 51,53,59Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen..........................................28, 57,63Ventilatie.......................................13,17, 33-35Ventilatieroosters....................................33-35Vergrendelen/ontgrendelen portier van binnenuit.....................................................28
Ver keer sinformatie (TA)................................97Verklikkerlampje airbags...............................54Verklikkerlampje handrem............................48Verklikkerlampje veiligheidsgordel
bestuurder niet vastgemaakt ................22, 52Verklikkerlampje veiligheidsgordels .......22, 52Ver lichting ...............................................44,68Versnellingshendel........................................17Verwarming.................................12,13, 17, 34Voorstoelen...................................................38
W
Waarschuwing geopend bestuurdersportier......................................r28Waarschuwing vergeten verlichting..............44Wiel demonteren...........................................65Wiel monteren...............................................65Wiel verwisselen...........................................65Window-airbags......................................55, 56
ZZekeringen....................................................71Zekeringen vervangen..................................71Zekeringkast instrumentenpaneel................71Zekeringkast motorruimte.............................71Zicht ...............................................................33Zij-airbags ...............................................55, 56Zijknipperlicht................................................70Zijruiten achter..............................................r29Zonneklep..................................................... 40Zuinig rijden..................................................17