132
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
LAMPJES EN
BERICHTEN
ALGEMENE
STORINGSMELDING
(geel)
Het lampje gaat bij de volgende om-
standigheden branden.
Storing buitenverlichting
Het lampje gaat branden (bepaalde
uitvoeringen) als er een storing is in
een van de volgende systemen:
– parkeerlicht
– remlichten (behalve derde remlicht)
– mistachterlichten
– richtingaanwijzers
– kentekenverlichting.
De storing kan betreffen: doorbran-
den van een of meer lampen, door-
branden van de bijbehorende zekering
of een onderbreking in de elektrische
verbinding.
Op het display verschijnt de bijbeho-
rende melding.
Verstopt roetfilter
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat branden als het roet-
filter verstopt is en de rijomstandighe-
den verhinderen dat de regeneratiepro-
cedure automatisch wordt uitgevoerd.
è
Voor de regeneratieprocedure en ver-
volgens het reinigen van het filter ra-
den wij u aan te blijven rijden, totdat
de weergave van het lampje verdwijnt.
Op het display verschijnt de bijbeho-
rende melding.
Storing motoroliedruksensor
Het lampje gaat branden bij een sto-
ring in de motoroliedruksensor. Wendt
u zo snel mogelijk tot het Lancia Ser-
vicenetwerk.
Storing schemer-/regensensor
Het lampje gaat branden als er een
storing is in de schemer- en regensen-
sor. Wendt u zo snel mogelijk tot het
Lancia Servicenetwerk.
Op het display verschijnt de bijbeho-
rende melding.
Brandstofnoodschakelaar
geactiveerd
Het lampje gaat branden als de brand-
stofnoodschakelaar is ingeschakeld.
Op het display verschijnt de bijbeho-
rende melding. STORING
ELEKTRONISCHE
STARTBLOKKERING
– LANCIA CODE (geel)
Als u de contactsleutel in stand MAR
zet, dan gaat het lampje één keer
knipperen en dooft vervolgens.
Als het lampje, met de contactsleutel
in stand MAR, blijft branden, dan
duidt dit op een mogelijke storing (zie
„Lancia CODE” in het hoofdstuk
„Dashboard en bediening”).
BELANGRIJK Als de lampjes Uen
Ytegelijk branden, dan is er een
storing in de Lancia CODE.
Als bij een draaiende motor het
lampje
Yknippert, dan wordt de
auto niet beveiligd door het systeem
(zie de paragraaf „Lancia Code” in
het hoofdstuk „Dashboard en bedie-
ning”).
Wendt u tot het Lancia Servicenet-
werk om alle sleutels in het geheugen
te laten opslaan.
Y
MISTACHTERLICHTEN
(geel)
Het lampje gaat branden als de mist-
achterlichten worden ingeschakeld.
4
135
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
NOODGEVALLEN
PORTIEREN OPENEN/SLUITEN.................... 136
MOTOR STARTEN ........................................... 136
SNELLE BANDENREPARATIESET
FIX & GO automatic......................................... 138
WIEL VERWISSELEN..................................... 142
GLOEILAMP VERVANGEN............................. 147
GLOEILAMP BUITENVERLICHTING
VERVANGEN ................................................... 150
GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING
VERVANGEN ................................................... 155
ZEKERINGEN VERVANGEN ........................... 156
ACCU OPLADEN ............................................. 161
OPKRIKKEN VAN DE AUTO ........................... 161
SLEPEN VAN DE AUTO .................................. 162In geval van nood raden wij u aan het gratis nummer te bellen
dat in de Service- en garantiehandleiding vermeld staat.
U kunt ook de site www.lancia.com raadplegen voor
de dichtstbijzijnde vestiging van het Lancia Servicenetwerk.
137
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, blijf dan niet proberen maar
wendt u tot het Lancia Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de minklem-
men van de twee accu’s niet direct
met elkaar: eventuele vonken kunnen
het explosieve gas ontsteken dat uit de
accu kan ontsnappen. Als de hulpaccu
is geïnstalleerd aan boord van een an-
dere auto, mogen tussen deze auto en
de auto met de lege accu niet per on-
geluk metalen delen met elkaar in
verbinding staan.
fig. 2L0D0396m
Laat deze procedure door
gespecialiseerd personeel
uitvoeren. Onjuiste handelingen
kunnen leiden tot vonken. De vloei-
stof in de accu is giftig en corrosief.
Vermijd het contact met de huid en
de ogen. Kom ook niet dicht bij een
accu met open vuur of een bran-
dende sigaret en veroorzaak geen
vonken.
ATTENTIE
Gebruik voor een noodstart
beslist nooit een accusnel-
lader: de elektronische sys-
temen kunnen beschadigen;
in het bijzonder de regeleenheden
van de ontsteking en de inspuiting.
141
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
Controleer de bandenspanning op
de manometer F-fig. 6. Voor een
nauwkeurige aflezing moet de
compressor worden uitgeschakeld;
❒als u er niet in slaagt binnen 5 mi-
nuten de bandenspanning op ten
minste 1,5 bar te krijgen, koppel
dan de compressor los van het
ventiel en de stekkerdoos en ver-
plaats vervolgens de auto ongeveer
10 meter naar voren of naar ach-
teren, zodat de afdichtvloeistof in
de band verdeeld wordt; pomp de
band vervolgens weer op;
❒als u er ook dan niet in slaagt om,
binnen 5 minuten na inschakeling
van de compressor, de spanning op
ten minste 1,8 bar te brengen, mag
niet verder worden gereden, omdat
de band te erg beschadigd is en de
reparatieset de vereiste wegligging
niet kan garanderen; wendt u tot
het Lancia Servicenetwerk;
fig. 8L0D0485m
Plaats de sticker op een
voor de bestuurder goed
zichtbare plaats om aan te geven
dat de band behandeld is met de
snelle bandenreparatieset. Rijd
voorzichtig vooral in bochten. Rijd
niet harder dan 80 km/h. Vermijd
bruusk accelereren en remmen.
ATTENTIE
Als de bandenspanning on-
der 1,8 bar is gedaald, mag
niet verder worden gereden: de
snelle reparatieset Fix & Go auto-
matic kan de vereiste wegligging
niet garanderen omdat de band te
erg beschadigd is. Wendt u tot het
Lancia Servicenetwerk.
ATTENTIE
❒als de band op de juiste spanning
is gebracht (zie de paragraaf „Ban-
denspanning” in het hoofdstuk
„Technische gegevens”), vertrek
dan onmiddellijk;
❒stop na ongeveer 10 minuten en
controleer opnieuw de banden-
spanning; vergeet niet de handrem
aan te trekken;
❒als een spanning van ten minste
1,8 bar wordt gemeten, herstel
dan de correcte bandenspanning
(met draaiende motor en aange-
trokken handrem) en rijd verder;
❒rijd zeer voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde werkplaats van het
Lancia Servicenetwerk.
ALLEEN VOOR
HET CONTROLEREN
EN HERSTELLEN
VAN DE SPANNING
De compressor kan ook worden ge-
bruikt voor het herstellen van de ban-
denspanning. Maak de snelkoppeling
los en verbind de koppeling direct met
het ventiel van de band; op deze ma-
nier wordt de spuitbus niet met de
compressor verbonden en wordt de af-
dichtvloeistof niet in de band gespoten.
148
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
Modificaties of reparaties
aan de elektrische instal-
latie die niet correct worden uitge-
voerd en waarbij geen rekening
wordt gehouden met de technische
specificaties van het systeem, kun-
nen storingen in de werking en
zelfs brand veroorzaken.
ATTENTIE
Halogeenlampen bevatten
gas onder druk. Bij breuk
kunnen er glassplinters wegschieten.
ATTENTIE
TYPEN GLOEILAMPEN fig. 16
Op de auto zijn verschillende typen
gloeilampen gemonteerd:
A
Glasfittinglampen: deze zijnvoorzien van een klemfitting.
Verwijder de lamp door de lamp
uit de houder te trekken.
B Lampen met bajonetfitting: ver-
wijder de lamp uit de houder
door hem iets in te drukken en
linksom te draaien.
C Buislampen: verwijder de lamp
door hem uit de veercontacten
los te maken.
D-E Halogeenlampen: verwijder de
lamp door de borgveer los te ha-
ken uit de zitting.
L0D0178mfig. 16
De achterlichten en rem-
lichten zijn voorzien van
LEDs; wendt u bij een storing tot
het Lancia Servicenetwerk.
ATTENTIE
BELANGRIJK Bij lage buitentempe-
raturen of hoge luchtvochtigheid of na
een hevige regenbui of na het wassen
kunnen de koplampunits of de ach-
terlichtunits beslagen zijn en/of kun-
nen er in de units condensdruppels
ontstaan. Dit is een natuurlijk ver-
schijnsel als gevolg van het verschil in
temperatuur en vochtigheidsgraad
voor en achter het lampenglas. Het
duidt niet op een defect en heeft geen
invloed op de normale werking van de
verlichtingsunits. De wasem verdwijnt
snel vanaf het midden van de verlich-
tingsunit geleidelijk naar de randen,
als de verlichting wordt ingeschakeld.
153
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
MISTLAMPEN VOOR fig. 25
(voor bepaalde
uitvoeringen/markten)
Wendt u voor het vervangen van de
gloeilampen in de mistlampen tot het
Lancia Servicenetwerk.
fig. 25L0D0406m
ACHTERLICHTUNITS
De achterlichten en remlichten zijn
voorzien van LEDs. Wendt u bij sto-
ringen tot het Lancia Servicenetwerk.
Gloeilamp van richtingaanwijzer ver-
vangen:
❒open de achterklep;
❒draai het bevestigingsmechanisme
Alinksom (linker deksel) of recht-
som (rechter deksel) en verwijder
het deksel;
❒maak de stekker Clos;
❒draai de 2 bevestigingsmoeren B
los;
❒verwijder de lichtunit met behulp
van de handgreep op lichtunit zelf;
❒druk op de bevestigingslippen van
de lamphouder en verwijder de
houder uit de zitting;
❒verwijder de lamp door hem iets in
te drukken en linksom te draaien;❒plaats de lamphouder in de lich-
tunit en controleer of de twee be-
vestigingslippen goed geborgd zijn;
plaats de lichtunit in de daarvoor
bestemde zitting en sluit de stek-
kerCaan; draai de twee bevesti-
gingsmoeren Bvast; maak het
deksel vast, waarbij de lippen in
de zittingen moeten vallen, en
draai het bevestigingsmechanisme
Alinksom (linker deksel) of recht-
som (rechter deksel).
fig. 26L0D0187m
fig. 27L0D0188m
154
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
DERDE REMLICHT
Het derde remlicht is voorzien van
LED-verlichting. Wendt u bij een sto-
ring tot het Lancia Servicenetwerk.
fig. 28L0D0407m
KENTEKENPLAATVERLICHTING
fig. 29/a
Gloeilampen vervangen:
❒verwijder het lampenglas Aop het
door de pijl aangegeven punt;
❒maak de lamp Blos uit de veer-
contacten aan de zijkant en ver-
vang hem; controleer of de nieuwe
lamp goed vastzit in de veercon-
tacten;
❒monteer het lampenglas.
fig. 29/aL0D0357mfig. 29/bL0D0426m
fig. 29/cL0D0427m
MISTACHTERLICHTEN fig. 29/b
Wendt u voor het vervangen van de
gloeilamp in het mistachterlicht tot
het Lancia Servicenetwerk.
ACHTERUITRIJLICHTEN
fig. 29/c
Wendt u voor het vervangen van een
gloeilamp in het achteruitrijlicht tot
het Lancia Servicenetwerk.
156
LAMPJES EN
BERICHTEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABTETISH
REGISTER
DASHBOARD
EN
BEDIENING
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
NOODGE-
VALLEN
BAGAGERUIMTEVERLICHTING
fig. 34
Gloeilamp vervangen:
❒open de achterklep;
❒maak de lichtunit Aop het door de
pijl aangegeven punt los.
❒open het beschermdeksel Ben ver-
vang de geklemde lamp;
❒sluit het beschermdeksel Bop het
lampenglas;
❒monteer het plafondlampje Adoor
het eerst aan een zijde in de juiste
stand te plaatsen en vervolgens de
andere zijde aan te drukken, tot-
dat de borging inklikt.
fig. 34L0D0197m
ZEKERINGEN
VERVANGEN
ALGEMENE AANWIJZINGEN
fig. 35
Het elektrische systeem wordt door
zekeringen beveiligd: de zekering
brandt door bij een storing of bij on-
eigenlijk gebruik van het systeem.
Als een elektrisch onderdeel niet
werkt, controleer dan eerst of de ze-
kering niet is doorgebrand: de ver-
bindingsstripAmag niet onderbroken
zijn. Is dit wel het geval, dan moet
u de zekering vervangen door een
exemplaar met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur).
B: zekering in goede staat
C: zekering met doorgebrande strip.
Gebruik het tangetje Dvoor het ver-
vangen van de zekeringen. Dit tange-
tje is vastgehaakt in de zekeringenkast
op het dashboard.
fig. 35L0D0198m
Als de zekering opnieuw
doorbrandt, wendt u dan
tot het Lancia Servicenetwerk.
ATTENTIE
Vervang een zekering nooit
door een zekering met een ho-
gere stroomsterkte (ampère);
BRANDGEVAAR.
Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDI-FUSE,MAXI-FUSE) doorbrandt, wendt
u dan tot het Lancia Servicenetwerk.
ATTENTIE
Als een zekering van de
veiligheidssystemen (air-
bagsysteem, remsysteem), de aan-
drijving van de auto (motorma-
nagementsysteem, regelsysteem
van de versnellingsbak) of de
stuurinrichting doorbrandt: wendt
u tot het Lancia Servicenetwerk.
ATTENTIE