2
WAT U MOET WETEN VOOR U UW AUTO
START
UW SLEUTELS . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 CONTACTSLEUTEL VERWIJDEREN . . . . . . . . 12
WAARSCHUWINGSSYSTEEMCONTACTSLEUTEL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
PORTIEREN MET DE SLEUTEL VERGRENDELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
SENTRY KEY® . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13 VERVANGENDE SLEUTELS . . . . . . . . . . . . . . 14
SLEUTELS LATEN PROGRAMMEREN . . . . . . 15
ALGEMENE INFORMATIE . . . . . . . . . . . . . . . . 15
ALARMSYSTEEM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15 ALARM OPNIEUW INSCHAKELEN . . . . . . . . . 15
ALARM INSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
ALARM UITSCHAKELEN . . . . . . . . . . . . . . . . 16
ALARMSYSTEEM HANDMATIGOMZEILEN . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
INSTAPVERLICHTING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
AFSTANDSBEDIENING . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17 PORTIEREN ONTGRENDELEN . . . . . . . . . . . . 17
PORTIEREN VERGRENDELEN . . . . . . . . . . . . 17
BAGAGERUIMTE ONTGRENDELEN . . . . . . . . 17
9
WAARSCHUWING!
Zet, voordat u de auto verlaat,altijd de versnellingshendel in de
stand PARK, trek de handrem aan
en neem de sleutelhouder uit het
contact. Sluit altijd de auto af
wanneer u de auto verlaat.
Laat nooit kinderen alleen in een
auto achter of in de buurt van een
auto die niet is afgesloten.
Het achterlaten van kinderen zon-
der toezicht in een auto is om ver-
schillende redenen gevaarlijk.
Kinderen of derden lopen dan het
risico op ernstig of zelfs dodelijk
letsel. Waarschuw kinderen dat ze
niet aan de handrem, het rempe-
daal of de schakelhendel mogen
komen.
Laat de sleutelhouder niet in of bij
de auto achter en laat de contact-
schakelaar niet in de stand ACC of
ON/RUN staan. Een kind zou de
knoppen van de elektrische raam-
bediening of andere schakelaars
kunnen bedienen of de auto in
beweging kunnen zetten.
LET OP!
Een niet-afgesloten auto is een uit-
nodiging voor dieven. Verwijder al-
tijd de sleutel uit de contactschake-
laar en vergrendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht
achterlaat.WAARSCHUWINGSSYSTEEM
CONTACTSLEUTELWanneer het bestuurdersportier
wordt geopend terwijl sleutel zich in
de contactschakelaar bevindt, klinkt
een geluidssignaal om u eraan te her-
inneren de sleutel te verwijderen.
OPMERKING:
Het waarschuwingssysteem voor
de contactsleutel werkt alleen
wanneer de contactschakelaar in
de stand LOCK of ACC is gezet. Als een of beide voorportierenzijn geopend en de sleutel zich
in de contactschakelaar bevindt,
werken de knoppen van de cen-
trale portiervergrendeling op de
bekledingpanelen niet. Dit is bedoeld om te voorkomen dat de
sleutels in de auto worden inge-
sloten.
PORTIEREN MET DE
SLEUTEL
VERGRENDELEN
De auto is met slechts één slotcilinder
aan de buitenzijde uitgerust. Deze be-
vindt zich in het bestuurdersportier.
U kunt de sleutel met een van beide
zijden naar boven gekeerd aanbren-
gen. Draai de sleutel rechtsom om het
portier te vergrendelen. Draai de sleu-
tel linksom om het portier te ontgren-
delen. Raadpleeg voor het smeren van
het slot de paragraaf "Onderhouds-
procedures" in het hoofdstuk "Onder-
houd van uw auto".
SENTRY KEY®
De Sentry Key® startonderbreker
voorkomt ongeoorloofd gebruik van
de auto door derden door de motor te
blokkeren. U hoeft het systeem niet te
activeren of in te schakelen. Dit sys-
teem werkt automatisch, ongeacht of
de auto is afgesloten.
13
Het systeem maakt gebruik van con-
tactsleutels met een ingebouwde elek-
tronische chip (transponder) om on-
geoorloofd gebruik van de auto te
voorkomen. De auto kan daardoor al-
leen bediend en gestart worden met
sleutels die specifiek voor de desbe-
treffende auto zijn geprogrammeerd.
Als iemand een ongeldige sleutel ge-
bruikt om de motor te starten, scha-
kelt het systeem na twee seconden de
motor uit.
OPMERKING:
Een sleutel die niet is geprogram-
meerd, wordt ook als ongeldige
sleutel beschouwd, zelfs wanneer
de sleutel in de contactschakelaar
van de desbetreffende auto past.
Nadat het contact is ingeschakeld zal
tijdens normale werking het controle-
lampje van het beveiligingssysteem
gedurende drie seconden branden
voor een gloeilampcontrole. Als het
lampje na deze controle blijft bran-
den, is sprake van een storing in de
elektronica. Als het lampje na de
gloeilampcontrole gaat knipperen,
geeft dat aan dat iemand een ongel-
dige sleutel heeft gebruikt om de mo-tor te starten. In beide situaties wordt
de motor na twee seconden uitgescha-
keld.
Als het controlelampje van het bevei-
ligingssysteem gaat branden tijdens
normaal gebruik van de auto (nadat
deze langer dan tien seconden heeft
gereden), duidt dat op een storing in
de elektronica. Laat in dat geval de
storing zo snel mogelijk verhelpen
door een erkende dealer.
LET OP!
De Sentry Key® startonderbreker is
niet compatibel met sommige op af-
stand bediende startsystemen die
achteraf worden aangebracht. Der-
gelijke systemen kunnen startpro-
blemen veroorzaken en de startblok-
kering van de auto belemmeren.
Alle sleutels die met uw nieuwe auto
zijn meegeleverd, zijn geprogram-
meerd voor de elektronica van uw
auto.
VERVANGENDE SLEUTELS
OPMERKING:
Voor het starten van de motor kun-
nen alleen sleutels worden ge- bruikt die voor de elektronica van
de auto zijn geprogrammeerd. Zo-
dra een Sentry Key® voor een auto
is geprogrammeerd, kan deze niet
voor een andere auto worden ge-
programmeerd.
LET OP!
Verwijder altijd de Sentry Keys uit
de auto en vergendel alle portieren
wanneer u de auto zonder toezicht
achterlaat.
Bij de aankoop ontvangt de eerste ei-
genaar een persoonlijk identificatie-
nummer (pincode) van vier cijfers.
Bewaar de pincode op een veilige
plaats. Deze code is vereist bij vervan-
ging van de sleutels door een erkende
dealer. Het dupliceren van sleutels be-
staat uit het programmeren van een
'blanco' sleutel voor de elektronica
van de auto. Een 'blanco' sleutel is een
sleutel die nog niet eerder is gepro-
grammeerd. Raadpleeg uw erkende
dealer wanneer u vervangende sleu-
tels of extra sleutels voor uw auto
nodig hebt.
14
OPMERKING:
Als de Sentry Key® startonderbre-
ker moet worden gerepareerd,
dient u alle sleutels van de auto
naar de erkende dealer mee te
brengen.
SLEUTELS LATEN
PROGRAMMEREN
Raadpleeg uw erkende dealer wan-
neer u vervangende sleutels of extra
sleutels voor uw auto nodig hebt.
ALGEMENE INFORMATIE
Sentry Key® werkt op een draaggolf-
frequentie van 433,92 MHz.
De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
De apparatuur mag geen schade-lijke interferentie veroorzaken.
De apparatuur moet eventuele ont- vangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt. ALARMSYSTEEM
Het alarmsysteem van de auto be-
waakt de portieren, de bagageruimte
en de contactschakelaar tegen onbe-
voegde toegang of ongeoorloofd ge-
bruik.
Als het alarmsysteem is ingeschakeld,
zijn de schakelaars van de portierslo-
ten en het kofferdeksel in het interieur
uitgeschakeld.
Als het alarmsysteem wordt geacti-
veerd, treedt onmiddellijk de claxon
in werking en knipperen de koplam-
pen, de parkeerlichten, de achterlich-
ten en het controlelampje van het be-
veiligingssysteem in de
instrumentengroep.
ALARM OPNIEUW
INSCHAKELEN
Als het alarm afgaat en er geen actie
wordt ondernomen om het alarm te
uit te schakelen, schakelt het alarm-
systeem de claxon na drie minuten
uit. Na 15 minuten worden ook alle
lichtsignalen uitgeschakeld, waarna
het alarmsysteem zichzelf weer in-
schakelt. ALARM INSCHAKELEN
1. Verwijder de sleutel uit de contact-
schakelaar en verlaat de auto.
2. Sluit de portieren af door de scha-
kelaar van de centrale portiervergren-
deling of de vergrendelknop op de
afstandsbediening in te drukken.
OPMERKING:
Het alarmsysteem wordt niet inge-
schakeld als u de portieren ver-
grendelt met de knoppen voor
handmatige portiervergrendeling.
3. Sluit alle portieren. Het controle-
lampje van het beveiligingssysteem in
de instrumentengroep knippert snel
gedurende 16 seconden. Dit geeft aan
dat het alarmsysteem is ingeschakeld.
Na 16 seconden gaat het controle-
lampje van het beveiligingssysteem
langzaam knipperen. Dit geeft aan
dat het alarmsysteem volledig is inge-
schakeld.
15
OPMERKING:
Als tijdens de inschakeltijd van16 seconden een portier wordt
geopend of de contactschake-
laar in de stand ON/RUN wordt
gezet, wordt het alarmsysteem
automatisch uitgeschakeld.
Als het alarmsysteem is inge- schakeld, zijn de schakelaars
van de portiersloten en het kof-
ferdeksel in het interieur uitge-
schakeld.
ALARM UITSCHAKELEN
Druk op de ontgrendelknop op de af-
standsbediening of steek een geldige
Sentry Key® in de contactschakelaar
en draai deze naar de stand ON/RUN
of START.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet wor- den in- of uitgeschakeld via de
slotcilinder van het bestuur-
dersportier of de bagageruimte-
knop op de afstandsbediening.
Het alarmsysteem blijft inge- schakeld wanneer het koffer-
deksel wordt geopend. Als u op
de bagageruimteknop drukt, wordt het alarmsysteem niet uit-
geschakeld. Als iemand de auto
binnendringt via de bagage-
ruimte en een portier opent, gaat
het alarm af.
Als het alarmsysteem is geacti- veerd, kunt u de portieren niet
ontgrendelen met de portierver-
grendelingsschakelaars in het
interieur.
Het alarmsysteem is bedoeld om uw
auto te beveiligen, maar er zijn om-
standigheden die een ongewenst
alarm kunnen veroorzaken. Als een
van de eerder beschreven procedures
voor het inschakelen van het alarm is
uitgevoerd, zal het alarmsysteem wor-
den ingeschakeld, ongeacht of u zich
in de auto bevindt. Wanneer u dan in
de auto blijft zitten en vervolgens een
portier opent, gaat het alarm af. Als
deze situatie zich voordoet, schakel
dan het alarmsysteem uit.
Wanneer het alarmsysteem is geacti-
veerd en de accu wordt losgekoppeld,
blijft het alarmsysteem actief nadat
de accu weer is aangesloten. De bui-
tenverlichting knippert en de claxon klinkt. Als deze situatie zich voordoet,
schakel dan het alarmsysteem uit.
ALARMSYSTEEM
HANDMATIG OMZEILEN
Het alarmsysteem wordt niet inge-
schakeld als u de portieren vergren-
delt met de knoppen voor handmatige
portiervergrendeling.
INSTAPVERLICHTING
De interieurverlichting gaat branden
wanneer u de ontgrendelknop op de
afstandsbediening indrukt of een por-
tier opent.
De interieurverlichting gaat na circa
30 seconden langzaam uit of gaat on-
middellijk uit als de contactschake-
laar van de stand OFF in de stand
ON/RUN wordt gezet.
OPMERKING:
De interieurverlichting vooraan
in de dakconsole en de portier-
verlichting gaat branden als de
dimschakelaar in de hoogste
stand staat.
De instapverlichting werkt niet als de dimschakelaar in de laag-
ste stand staat.
16
EXTRA
AFSTANDSBEDIENINGEN
PROGRAMMEREN
Zie Sentry Key®, "Sleutels laten pro-
grammeren".
Als u geen geprogrammeerde af-
standsbediening heeft, neem dan con-
tact op met uw erkende dealer voor
meer informatie.
ALGEMENE INFORMATIE
De afstandsbediening en ontvangers
werken op een draaggolffrequentie
van 433,92 MHz.
De werking moet voldoen aan de vol-
gende voorwaarden:
1. De apparatuur mag geen schade-
lijke interferentie veroorzaken.
2. De apparatuur moet eventuele
ontvangen interferentie tolereren, ook
interferentie die mogelijk een onge-
wenste werking veroorzaakt.OPMERKING:
Wijzigingen of aanpassingen die
niet uitdrukkelijk zijn goedge-
keurd door de voor conformiteit
verantwoordelijke instantie kun-
nen het gebruik van de apparatuur
onrechtmatig maken.
Als uw afstandsbediening niet goed
werkt vanaf een normale afstand,
controleer dan of sprake is van het
volgende:
1. Batterij van afstandsbediening is
bijna leeg. De verwachte gebruiks-
duur van de batterij bedraagt vijf jaar.
2. Nabijheid bij zendapparatuur, zo-
als bijvoorbeeld een zendmast, ver-
keerstoren van een luchthaven, mili-
taire basis en sommige mobiele of 27
MC-zendapparatuur.
BATTERIJ VERVANGEN
Als vervangende batterij wordt een
CR2032-batterij aanbevolen.
1.
Houd de knoppen van de afstands-
bediening naar beneden, maak de twee
helften van de afstandsbediening met
een platte schroevendraaier van elkaar los. Let erop dat u de afdichting tijdens
het openen niet beschadigt.
2. Verwijder en vervang de batterij.
Raak de nieuwe batterij niet met uw
vingers aan. Door huidvet kan de wer-
king verslechteren. Als u een batterij
hebt aangeraakt, maak deze dan
schoon met reinigingsalcohol.
3. Om de afstandsbediening weer te
sluiten drukt u de twee helften op
elkaar.Helften van de afstandsbediening
scheiden
18
OMLAAG-knopDruk kort op de OMLAAG-
knop om de verschillende
ritfuncties of persoonlijke
instellingen op het scherm
te laten weergeven.
Kompasknop
Druk kort op de kompas-
knop om het kompas, de
buitentemperatuur en de
audio-info (bij ingescha-
kelde radio) weer te laten geven, wan-
neer het huidige scherm niet het kom-
pas, de buitentemperatuur en de
audio-info weergeeft.
Selectieknop
Druk kort op selectieknop
om een keuze te bevestigen.
Met de selectieknop kunnen
ook diverse ritfuncties wor-
den gereset.
SCHERM VAN
ELEKTRONISCH
VOERTUIGINFORMATIE-
CENTRUM (EVIC)
Onder bepaalde voorwaarden geeft
het EVIC de volgende berichten weer: Turn Signal On (richtaanwijzers
aan) (met een continu geluidssig-
naal nadat 1,5 km is afgelegd)
Left Front Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer linksvoor de-
fect) (met één geluidssignaal)
Left Rear Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer linksachter de-
fect) (met één geluidssignaal)
Right Front Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer rechtsvoor de-
fect) (met één geluidssignaal)
Right Rear Turn Signal Light Out (richtingaanwijzer rechtsachter de-
fect) (met één geluidssignaal)
RKE (Remote Keyless Entry) Bat- tery Low (batterij van afstandsbe-
diening bijna leeg - met één ge-
luidssignaal)
Personal Settings Not Available – Vehicle Not in Park (persoonlijke
instellingen niet beschikbaar - auto
staat niet in PARK)
Personal Settings Not Avail – Vehi- cle in Motion (persoonlijke instel-
lingen niet beschikbaar - auto in
beweging) Door Ajar (portier open - met af-
beelding van geopende portier. Een
geluidssignaal klinkt wanneer de
auto in beweging is).
Doors Ajar (portieren open - met afbeelding van geopende portieren.
Een geluidssignaal klinkt wanneer
de auto in beweging is).
Trunk Open (bagageruimte open - met afbeelding van geopend koffer-
deksel en een geluidssignaal)
Lights On (verlichting aan)
Key in ignition (sleutel in contact- slot)
Remote Start Aborted — Door Ajar (starten met afstandsbediening af-
gebroken — portier open)
Remote Start Aborted — Hood Ajar (starten met afstandsbediening af-
gebroken — motorkap open)
Remote Start Aborted — Trunk Ajar (starten met afstandsbedie-
ning afgebroken — kofferklep
open)
Remote Start Aborted — Fuel Low (starten met afstandsbediening af-
gebroken — brandstofpeil te laag)
129
Flash Lamps with LOCK
(Verlichting knippert bij
vergrendelen)
Als u ON selecteert, knipperen de
richtingaanwijzers voor en achter
wanneer u de portieren vergrendelt of
ontgrendelt via de afstandsbediening.
Deze functie kan worden geselecteerd
met of zonder claxonsignaal bij ver-
grendelen. Druk op de selectieknop
tot ON of OFF verschijnt om uw keuze
te maken.
Headlamp Off Delay
(Uitschakelvertraging koplampen)
Als u deze functie selecteert, kunt u
kiezen of bij uitstappen de koplampen
nog 0, 30, 60 of 90 seconden blijven
branden. Druk op de selectieknop tot
0, 30, 60, of 90 verschijnt om uw
keuze te maken.
Headlamps with Wipers
(Koplampen aan bij inschakelen
ruitenwissers) (uitsluitend
beschikbaar in combinatie met
automatische koplampen)
Als ON is geselecteerd en de koplamp-
schakelaar in de stand AUTO staat,
gaan de koplampen ca. 10 seconden
nadat de ruitenwissers zijn ingescha-keld branden. Wanneer de koplam-
pen via deze functie zijn ingescha-
keld, gaan ze uit wanneer u de
ruitenwissers uitschakelt. Druk op de
selectieknop tot ON of OFF verschijnt
om uw keuze te maken.
OPMERKING:
Als overdag de koplampen worden
aangezet, wordt de verlichting van
het instrumentenpaneel gedimd.
(Raadpleeg "Verlichting" in "De
functies van uw voertuig" voor in-
formatie over het verhogen van de
intensiteit.)
Key-Off Power Delay (Stroom bij
contactschakelaar in stand OFF)
Wanneer deze functie is geselecteerd,
blijven de portierruitschakelaars, ra-
dio, Uconnect™ telefoon en de aan-
sluitcontacten actief gedurende
10 minuten nadat de contactschake-
laar in de stand LOCK is gezet. Door
het openen van een voorportier wordt
deze functie uitgeschakeld. Druk op
de selectieknop tot OFF, 45 sec.,
5 min. of 10 min. verschijnt om uw
keuze te maken.
Illumin. Approach (Verlichting bij
nadering)
Als deze functie is geselecteerd, gaan
de koplampen automatisch maximaal
90 seconden branden wanneer de por-
tieren worden ontgrendeld met de af-
standsbediening. Druk op de selec-
tieknop tot “OFF,” “30 sec,” “60 sec,”
of “90 sec” verschijnt om uw keuze te
maken.
Display Units In (Maateenheden
display in)
De eenheden van het EVIC en de ki-
lometerteller kunnen in Engelse en
metrische eenheden worden weerge-
geven. Druk kort op de selectieknop
tot "U.S." of "METRIC" verschijnt
om uw keuze te maken.
Kompasafwijking
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
Calibrate Compass (Kompas
kalibreren)
Raadpleeg “Weergave kompas” voor
meer informatie.
136