met een snelheid van meer dan 48 km/u,
raadpleegt u zo snel mogelijk uw erkende
dealer om vast te stellen wat het probleem is en
om het probleem op te lossen.
OPMERKING:
•Het controlelampje ESC OFFvan het
elektronisch stabiliteitsprogramma en het
controle-/storingslampje elektronisch
stabiliteitsprogramma (ESC) gaan tijdelijk
branden, wanneer het contact in de posi-
tie ON wordt gezet.
• Telkens wanneer het contact wordt inge-
schakeld, wordt het ESC-systeem geacti-
veerd, ook wanneer dit eerder werd uitge-
schakeld.
• Het ESC-systeem maakt zoemende of
klikkende geluiden wanneer het actief is.
Dit is normaal. De geluiden houden op
wanneer ESC inactief wordt na de ma-
noeuvre die de activering van het ESC-
systeem heeft veroorzaakt. 5. Controlelampje TOW/HAUL
(trekken/slepen) — indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer
u de knop TOW/HAUL indrukt. De
knop TOW/HAUL bevindt zich in
het midden van het dashboard
(onder de bedieningselementen
van de klimaatregeling).
6. Controlelampje richtingaanwijzers De pijltjes knipperen tegelijkertijd met de
richtingaanwijzers nadat u de richting-
aanwijzerhendel naar boven of naar be-
neden hebt geduwd. Wanneer de richtingaan-
wijzers ingeschakeld blijven over een afstand
langer dan 1,6 km zal een geluidssignaal klin-
ken en een EVIC-bericht verschijnen.
OPMERKING:
Als één van de richtingaanwijzers sneller
knippert dan normaal, moet u controleren of
er een gloeilampje aan de buitenkant defect
is.
7. Controlelampje groot licht Dit lampje geeft aan dat het grootlicht
is ingeschakeld. 8. Controlelampje voorste mistlampen —
indien aanwezig
Dit lampje gaat branden wanneer de
mistlichten vóór aan zijn.
9. Indicatielampje hellingsregeling —
Indien aanwezig Het symbool geeft de stand aan
van de functie Hellingsregeling
(HDC). Het lampje is aan als het
HDC-systeem in de waakfunctie
staat. Het HDC-systeem kan alleen
in de waakfunctie worden gezet
als de tussenbak in de stand 4WD Low (vier-
wielaandrijving laag) staat en de snelheid min-
der dan 50 km/u bedraagt. Als niet aan deze
voorwaarden wordt voldaan als men probeert
de HDC-functie te gebruiken, knippert het
HDC-indicatielampje aan/uit.
10. Display elektronisch
voertuiginformatiecentrum (EVIC) /Display
kilometerteller
De kilometerteller duidt aan hoeveel kilometers
de auto in totaal heeft gereden.
178
•Automatic high beams on (Automatisch
grootlicht aan)
• Automatic high beams off (Automatisch
grootlicht uit)
• Service Four Wheel Drive System (Onder-
houd vierwielaandrijving)
• ECO — Fuel Saver Indicator (ECO – Indi-
cator voor brandstofbesparing)
• Terrain Settings — Automatic (terreininstel-
lingen — automatisch)
• Terrain Settings — Rock (terreininstellingen
— rotsen)
• Terrain Settings — Sand/Mud (terreininstel-
lingen — zand/modder)
• Terrain Settings — Snow (terreininstellin-
gen — sneeuw)
• Terrain Settings — Sport (terreininstellingen
— sport)
• Sport Not Available in 4 Low 4 High is
Required (Sport niet beschikbaar in 4 laag,
4 hoog vereist) •
Rock Not Available in 4 Low 4 High is
Required (Rotsen niet beschikbaar in 4
laag, 4 hoog vereist)
• To Tow Vehicle Safely, Read Neutral Shift
Procedure in Owners Manual (Om het voer-
tuig veilig te slepen, lees eerst de procedure
voor het naar neutraal schakelen in de ge-
bruikershandleiding)
• For 4x4 Low Slow Below 5 MPH or 8 KPH
Put Trans in N Press 4 Low (Voor4x4laag,
langzamer dan 8 km/h zet transmissie in N
en druk 4 Low)
• For 4x4 Low Slow Below 5 MPH or 8 KPH
Put Trans in N Press 4 Low (Voor4x4laag,
langzamer dan 8 km/h zet transmissie in N
en druk 4 Low)
• Terrain System Settings Not Available (In-
stellingen terreinsysteem niet beschikbaar)
• Raising Vehicle Ride Height (Verhogen rij-
hoogte
voertuig) (met icoon)
• Lowering Vehicle Ride Height (Verlagen
rijhoogte voertuig) (met icoon) •
Normal Vehicle Ride Height (Normale rij-
hoogte voertuig) — Deze melding wordt
weergegeven (gedurende 5 seconden) wan-
neer het voertuig de normale rijhoogte heeft
bereikt.
• Off Road Ride Height Level 1 (Offroad-
rijhoogte niveau 1) — Deze melding wordt
weergegeven (gedurende 5 seconden) wan-
neer het voertuig offroad-rijhoogte niveau 1
heeft bereikt.
• Off Road Ride Height Level 2 (Offroad-
rijhoogte niveau 2) — Deze melding wordt
weergegeven (gedurende 5 seconden) wan-
neer het voertuig offroad-rijhoogte niveau 2
heeft bereikt.
• Vehicle Lowered To Entry/Exit (Park) Height
(Voertuig verlaagd tot inrit-/uitrit-
(parkeer)hoogte) — Deze melding wordt
weergegeven (gedurende 5 seconden) wan-
neer het voertuig de parkeerhoogte heeft
bereikt.
187
onafhankelijk van de gekozen versnelling. PAR-
KEREN, ACHTERUIT EN NEUTRAAL blijven
wel werken. Het storingsindicatielampje (MIL)
is misschien aan. Dankzij de noodloopmodus
kan de auto voor reparatie naar een erkende
dealer worden gereden zonder dat de trans-
missie beschadigd raakt.
In het geval van een kortstondig probleem kan
de transmissie weer worden ingesteld om alle
voorwaartse versnellingen terug te krijgen als
de volgende stappen worden uitgevoerd:
1. Stop de auto.
2. Zet de transmissie in de stand PARK (par-
keren).
3. Zet de contactschakelaar in de stand
LOCK/OFF.
4. Wacht ongeveer 10 seconden.
5. Start de motor opnieuw.
6. Schakel naar de gewenste versnelling. Als
het probleem is verholpen, hervat de versnel-
lingsbak de normale werking.OPMERKING:
Ook al kan de versnellingsbak opnieuw wor-
den afgesteld, wordt het toch aangeraden zo
snel mogelijk naar uw erkende dealer te
gaan. Uw dealer kan met meetapparatuur
bepalen of het probleem zich nogmaals kan
voordoen.
Als geen versnellingsbak-reset mogelijk is, is
onderhoud door de dealer vereist.
Electronic Range Select (ERS -
elektronische bereikselectie) Bediening
Met Electronic Range Select (ERS) (elektro-
nisch schakelen) kan de bestuurder instellen
welke versnelling de hoogst beschikbare is
wanneer de keuzehendel in de stand DRIVE
staat. Als u de keuzehendel bijvoorbeeld in de
derde versnelling zet, zal er niet worden opge-
schakeld naar een hogere versnelling, maar
wel normaal worden teruggeschakeld naar de
tweede en eerste versnelling.
Met ERS (of de modus TOW/HAUL) wordt een
extra kruipversnelling ingeschakeld die nor-
maal gesproken niet wordt gebruikt bij het
doorschakelen in een hogere versnelling. Deze
extra tussenschakeling kan de prestatie en hetkoelvermogen van de auto verbeteren als een
aanhanger de helling wordt opgetrokken. In de
ERS-modus zijn 1, 2 en 3 kruipversnellingen en
is ERS 4 een directe versnelling. ERS 5 en 6
(overdrive-versnellingen) zijn hetzelfde als de
normale vierde en vijfde versnelling.
U kunt bij elke rijsnelheid schakelen tussen de
stand DRIVE en de ERS-modus. Wanneer de
keuzehendel in de stand DRIVE staat, werkt de
versnellingsbak automatisch en wordt er ge-
schakeld tussen alle beschikbare versnellin-
gen. Door de keuzehendel naar links (-) te
tikken, wordt de ERS-modus geactiveerd, de
huidige versnelling in het instrumentenpaneel
weergegeven, en blijft deze versnelling de
hoogst beschikbare versnelling. Als u in de
ERS-modus de keuzehendel kort naar links (-)
of rechts (+) duwt, wordt een andere versnel-
ling ingesteld als hoogste beschikbare versnel-
ling.
Als u de ERS-modus wilt beëindigen, houdt u
de keuzehendel naar rechts (+) gedrukt totdat
de indicator van de keuzehendel in de instru-
mentengroep opnieuw de letter
Dweergeeft.
256
WAARSCHUWING!
Schakel op gladde oppervlakken niet terug
voor meer motorremwerking. Hierdoor kun-
nen de aangedreven wielen hun grip verlie-
zen, waardoor de auto in een slip kan raken,
wat op zijn beurt kan leiden tot een ongeval en
persoonlijk letsel.
Display-
weergave12 3 4 5 6 D
Toege-
stane
versnel-
lingen 1 1-2 1-3 1,2,4 1,2,
4,51,2,
4-6 1-5
OPMERKING:
Beweeg om de juiste versnelling te kiezen
voor een maximale vertraging (motorrem-
werking) de keuzehendel naar links (-) en
houd hem in die stand. De versnelling scha-
kelt naar het bereik waarin de auto het beste
kan worden afgeremd. Bediening van de overdrive
De automatische versnellingsbak is uitgerust
met een elektronisch geregelde overdrive
(vierde en vijfde versnellingen). De transmissie
schakelt automatisch naar de overdrive-
versnelling als aan de volgende voorwaarden
wordt voldaan:
•
de keuzehendel staat in de stand DRIVE,
• de transmissievloeistof voldoende warm is,
• de motorkoelvloeistof voldoende warm is,
• de voertuigsnelheid voldoende hoog is,
• de bestuurder het gaspedaal niet stevig
heeft ingetrapt,
• de schakelaar TOW/HAUL niet is geacti-
veerd.
Wanneer gebruikt u de modus TOW/HAUL
(trekken/slepen)
Wanneer u op heuvelachtig terrein rijdt, een
aanhanger trekt of een zware lading vervoert,
en wanneer er veel wordt geschakeld, drukt u
op de knop TOW/HAUL om de modus TOW/
HAUL in te schakelen. Hierdoor worden de
prestaties sterk verbeterd en wordt het risico op oververhitting of beschadiging van de ver-
snellingsbak door overmatig schakelen vermin-
derd. Tijdens rijden in de modus TOW/HAUL
treedt er vertraging op in het opschakelen en
de versnellingsbak schakelt automatisch naar
een lagere versnelling (voor remmen op de
motor) bij constant remmen.
Als de schakelaar is geactiveerd, gaat het
lampje TOW/HAUL op het instrumentenpaneel
branden. Als u nogmaals op de schakelaar
drukt, keert de versnellingsbak terug naar de
normale werking. Als de modus TOW/HAUL is
vereist, moet de schakelaar telkens worden
ingedrukt als de motor wordt gestart.
Schakelaar TOW/HAUL
257
Schakelen in NEUTRAL
1. Draai de contactsleutel in de stand ON, de
motor draait niet.
2. De auto staat stil, de voet op de rem.
3. Zet de transmissie in de stand NEUTRAL
(Neutraal).
4. Houd depenschakelaar NEUTRAL gedu-
rende vier seconden ingedrukt (bijv. met be-
hulp van een pen) totdat het LED-lampje bij de
schakelaar begint te knipperen. Dit duidt er op
dat de bak geschakeld wordt. Het lampje stopt
met knipperen (brandt continu) wanneer de
tussenbak volledig in NEUTRAL geschakeld is. 5. Herhaal stappen 1 tot 4 om uit NEUTRAL te
schakelen.
OPMERKING:
Wanneer niet aan de vereiste
schakelcondities/koppelingen voldaan
wordt, knippert de melding “To Tow Vehicle
Safely, Read Neutral Shift Procedure in Ow-
ners Manual” (Raadpleeg de procedure voor
het in neutraal schakelen in de gebruikers-
handleiding voor veilig afslepen van het
voertuig) in het
Elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC). Voor meer informatie
raadpleegt u het Elektronisch voertuiginfor-
matiecentrum (EVIC) inDe functies op uw
dashboard.Quadra-Drive II systeem — indien
aanwezig
Het optionele Quadra-Drive II systeem be-
staat uit twee koppelingen voor overdracht van
het aandrijfkoppel. Deze koppelingen omvat-
ten een achteras met elektronisch beperkte
slipdifferentieel (ELSD) en de Quadra-Trac II
tussenbak. De optionele ELSD-as werkt volau-
tomatisch en hoeft niet bediend te worden door
de bestuurder. Onder normale rijomstandighe-
den functioneert de unit als een standaard as
die het motorkoppel gelijkmatig distribueert
naar de wielen links en rechts. Als de linker- en
rechterwielen verschillende grip hebben, con-
stateert de vloeistofkoppeling een verschil in
wielrotatiesnelheid. Zodra het ene wiel sneller
gaat ronddraaien dan het andere, wordt het
aandrijfkoppel automatisch overgedragen van
het wiel met minder grip naar het wiel met grip.
Hoewel het ontwerp van de tussenbak afwijkt
van dat van de aandrijfaskoppelingen, is de
werking gelijk. Volg voor het schakelen met dit
systeem de schakelprocedures voor de
Quadra-Trac II tussenbak in het vorige hoofd-
stuk.
Schakelaar voor de neutraalstand
261
Aantal
pennen Functie Kleur draad
7 Positieverlichting linksachter, zij-
markeringsver- lichting en ver- lichting
kentekenplaat achter.
b
Groen/Zwart
8 Achteruitrijlich- tenBlauw/Rood
9 Vaste voedings- bron (+12V) Rood
10 Door contact- schakelaar be-diende voe-dingsbron (+12V) Geel
11
aRetourlijn voor
contact (pen) 10 Geel/Bruin
12 Reserve voor latere toewijzing –
13
aRetourlijn voor
contact (pen) 9 Rood/Bruin
Aantal
pennen Functie Kleur draad
Opmerking: de toewijzing van pen 12 is ver-
anderd van Code voor gekoppelde aanhan-
ger inReserve voor latere toewijzing.
aDe drie retourlijnen mogen niet elektrisch
in de aanhanger worden aangesloten.
bDe verlichting van de kentekenplaat achter
wordt zo aangesloten dat geen enkel lampje
een gemeenschappelijke verbinding heeft
met zowel pen 5 als 7.
Tips voor het trekken van een
aanhanger
Oefen voordat u met de aanhanger de weg op
gaat het nemen van bochten, remmen en ach-
teruitrijden met de aanhanger in een gebied
zonder druk verkeer.
Automatische versnellingsbak
Gebruik de stand DRIVE bij het rijden met een
aanhanger. Als er dikwijls geschakeld moet
worden in dit bereik, moet men de functie
TOW/HAUL (trekken/slepen), indien aanwe-
zig, of een lagere versnelling kiezen. OPMERKING:
Door gebruik van de modus TOW/HAUL (in-
dien aanwezig) of door een lagere versnelling
te kiezen (met behulp van de versnellingsre-
geling Electronic Range Select (ERS)) terwijl u
het voertuig bestuurt onder zware omstandig-
heden, kunt u de prestaties verbeteren en de
levensduur van de versnellingsbak verlengen
door warmte-opbouw als gevolg van overma-
tig schakelen te verminderen. Hierdoor zal
ook de motorremwerking worden verbeterd.
Vervang de transmissievloeistof en het filter
wanneer u REGELMATIG langer dan 45 minu-
ten een aanhanger trekt. Zie
Onderhouds-
schema voor de juiste onderhoudsintervallen.
OPMERKING:
Controleer voor u gaat slepen het peil van de
versnellingsbakvloeistof (5,7L motor).
Om oververhitting van de versnellingsbak te
voorkomen bij het trekken van een beladen
aanhanger over steile hellingen bij lage
snelheden (32 km/u of lager), raden wij u aan
de eerste versnelling ingeschakeld te hou-
den (met behulp van het ERS-systeem) (uit-
sluitend 5.7L-modellen).
306
BRAZILIËChrysler do Brasil
Av. Alfred Jurzykowski, 562
09680-900 São Bernardo do Campo-S.P
Tel.: 55 11 4173 6611
Fax: 55 11 4173 9200
BULGARIJEBALKAN STAR
Resbarska Str. 5
1510 Sofia
Tel.: 359 2 91988
Fax: 359 2 945 40 14
CHILIComercial Chrysler S.A.
Av. Americo Vespucio 1601, Quilicura
Santiago, Chili
Tel.: (56-2) 620 7600
Fax: (56-2) 730 6201
CHINAChrysler Group (China) Sales Limited
16F,Gemdale Plaza Tower A
Jian Guo Road 91
Chaoyang District
Peking 100022, P.R. CHINA
Merk Chrysler Tel: 400-650-1195
Merk Dodge Tel: 400-650-0118
COLOMBIAChrysler Colombia S.A.
Avenida Calle 26 # 70A-25
Bogotá Colombia
Tel.: 57 1 4236700
Fax: 57 (1) 410 5667
COSTA RICAAutoStar
La Uruca, frente al Banco Nacional
San José, Costa Rica
Tel.: (506) 295 - 0000
Fax: (506) 295 - 0052
KROATIËEUROLINE d.o.o.
Kovinska 5
10 000 Zagreb
Tel.: 385 1 3441 111
Fax: 385 1 3441 113
TSJECHIËChrysler Czech Republic s.r.o
Daimlerova 2296/2
149 45 Praha 4 - Chodov
Tsjechië
Tel.: +420 (0)2 71077 111
Tel.: +420 (0)2 25101 111
Fax: +420 (0)2 71077 507
DENEMARKENChrysler Danmark ApS
Frederikskaj 4
DK- 1790 København V.
Tel.: +45 (0)35 256 830
Fax: +45 (0)35 256 832393