23
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
– druk na het selecteren van het submenu dat u wilt wijzigen,
kort op de knop MODE;
– als het submenu “Tijd” is gekozen: druk kort op de knop
MODE; op het display knipperen de “uren”;
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op het display knipperen de
“minuten”;
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren;
– als het submenu “Formaat” is gekozen:druk kort op de knop
MODE ; op het display knippert de tijdsaanduiding;
– druk op de knop ▲of ▼voor weergave van de tijd in
“24h” of “12h”.
Druk na het uitvoeren van de instelling kort op de knop
MODE om terug te keren naar het scherm van het submenu
of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het
scherm van het hoofdmenu zonder op te slaan.
– druk nogmaals lang op de knop MODE om terug te keren
naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk van waar
u zich in het menu bevindt. Inschakeling Trip B (Gegevens trip B)
Met deze functie kan de weergave van Trip B (dagteller)
worden ingeschakeld (On) of uitgeschakeld (Off).
Zie voor meer informatie de paragraaf “Tripcomputer”.
Ga voor het in-/uitschakelen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert (On)
of (Off), afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Klokje instellen (Tijd instellen)
Met deze functie kan het klokje worden ingesteld m.b.v. twee
submenu's: “Tijd” en “Formaat”.
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display verschijnen de
twee submenu's “Tijd” en “Formaat”;
– druk op de knop ▲of ▼om tussen de submenu's te
navigeren;
Herhaling informatie audiosysteem (Zie radio)
Met deze functie kan op het display de informatie over de
autoradio worden weergegeven.
– Radio: frequentie of RDS-bericht van het geselecteerde
radiostation, automatisch zoeken of AutoSTore inschakelen;
– audio-CD, MP3-CD: nummer van het muziekstuk;
– CD-wisselaar: CD-nummer en nummer muziekstuk.
Ga voor het inschakelen (On) of uitschakelen (Off) van de
informatie van het audiosysteem op het display als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert (On)
of (Off), afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Centrale portiervergrendeling
bij rijdende auto
(Autoclose)
Als deze functie is ingeschakeld (On), worden de portieren
automatisch vergrendeld als de auto sneller rijdt dan
20 km/h.
Ga voor het inschakelen (On) of uitschakelen (Off) van deze
functie als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display verschijnt een
submenu; Datum instellen (Datum instellen)
Met deze functie kan de datum worden ingesteld (dag –
maand – jaar).
Ga voor het instellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert de
“dag” (dd);
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert de
“maand” (mm);
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert het
“jaar” (jjjj);
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren.
OPMERKING Elke keer als u de knop ▲of ▼indrukt, wordt
de waarde een eenheid verhoogd of verlaagd. Als u de knop
ingedrukt houdt, lopen de cijfers automatisch snel door of
terug. Als u dicht bij de juiste waarde bent, stelt u de exacte
waarde in door de knop telkens in te drukken en los te laten.
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
24
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
25
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
– als het submenu “Afstand”is gekozen: – druk kort op de
knop MODE; op het display wordt “km” of “mi”
weergegeven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze uit te voeren;
– als het submenu “Verbruik” is gekozen: druk kort op de knop
MODE; op het display wordt “km/l”, “l/100km” of “mpg”
weergegeven, afhankelijk van de instelling;
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op “km”, kan de
meeteenheid verbruik worden ingesteld op “km/l” of “l/100
km”.
Als de meeteenheid afstand is ingesteld op “mijl”, geeft het
display de hoeveelheid verbruikte brandstof aan in “mpg”.
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze uit te voeren;
– als het submenu “Temperatuur” is gekozen: druk kort op de
knop MODE; op het display wordt “°C” of “°F”
weergegeven, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze uit te voeren;
Druk na het uitvoeren van de instelling kort op de knop
MODE om terug te keren naar het scherm van het submenu
of houd de knop even ingedrukt om terug te keren naar het
scherm van het hoofdmenu zonder op te slaan.
– druk nogmaals lang op de knop MODE om terug te keren
naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk van waar
u zich in het menu bevindt. – druk kort op de knop MODE ; op het display knippert
(On) of (Off), afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
scherm van het submenu of houd de knop even ingedrukt om
terug te keren naar het scherm van het hoofdmenu zonder
op te slaan;
– druk nogmaals lang op de knop MODE om terug te keren
naar het beginscherm of het hoofdmenu, afhankelijk van waar
u zich in het menu bevindt.
Meeteenheid instellen (Meeteenheid)
Met deze functie kunnen de meeteenheden worden ingesteld
in drie submenu's: “Afstand”, “Verbruik” en “Temperatuur”.
Ga voor het instellen van de gewenste meeteenheid als volgt
te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display worden drie
submenu's weergegeven;
– druk op de knop ▲of ▼om tussen de drie submenu's te
navigeren;
– druk na het selecteren van het submenu dat u wilt wijzigen,
kort op de knop MODE;
Volumeregeling knoppen (Vol. toetsen)
Het akoestische signaal dat klinkt bij het indrukken van de
knoppen MODE, ▲en ▼kan worden ingesteld op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert het
“niveau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Herinschakeling buzzer voor melding SBR-systeem
(Buzz. gordels)
De functie wordt alleen weergegeven als het SBR-systeem
door het Fiat Servicenetwerk is uitgeschakeld (zie de
paragraaf “SBR-systeem” in het hoofdstuk “Veiligheid”). Taal instellen (Taal)
U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Duits,
Engels, Spaans, Frans, Portugees en Nederlands.
Ga om de gewenste taal in te stellen als volgt te werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert de
eerder ingestelde “taal”;
– druk op de knop ▲of ▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Volumeregeling waarschuwingszoemer
(Vol. waarschuwingen)
Het volume van het akoestische signaal (buzzer) dat klinkt
voor het melden van een storing of waarschuwing, kan
ingesteld worden op 8 niveaus.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt te
werk:
– druk kort op de knop MODE; op het display knippert het
“niveau” van het ingestelde volume;
– druk op de knop ▲of ▼om de instelling uit te voeren;
– druk kort op de knop MODE om terug te keren naar het
menuscherm of houd de knop even ingedrukt om terug te
keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
26
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
27
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
OPMERKING Het “Geprogrammeerd Onderhoudsschema”
heeft van de motoruitvoering afhankelijke
onderhoudsintervallen; deze weergave verschijnt automatisch
als de contactsleutel in stand MAR staat vanaf 2000 km (of
1240 mijl) voor een servicebeurt en wordt elke 200 km (of
124 mijl) herhaald. Op dezelfde wijze worden meldingen
betreffende het olieverversen herhaald. Met de knoppen
▲en ▼kan afwisselend de informatie over het
geprogrammeerd onderhoud en het olieverversen worden
weergegeven. Onder de 200 km wordt de weergave met
kleinere intervallen weergegeven. De weergave in km of mijl
is afhankelijk van de ingestelde meeteenheid. Als u dicht bij
de volgende servicebeurt bent en u de contactsleutel in stand
MAR draait, verschijnt op het display het opschrift “Service”
gevolgd door het aantal kilometers/mijlen dat resteert tot de
volgende servicebeurt. Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk
voor het uitvoeren van de werkzaamheden van het
“Onderhoudsschema” en voor het op nul zetten van deze
weergave (reset).
OPMERKING Wanneer het verversen van de olie binnenkort
moet gebeuren, wordt op het display de betreffende melding
getoond wanneer de contactsleutel naar MAR wordt
gedraaid. Als men onder deze omstandigheden blijft rijden,
nemen de motorprestaties af. Wanneer het vervaltijdstip
wordt bereikt, verschijnt de speciale melding op het display
en gaan de lampjes
ven Ubranden. Wendt u zich tot
het Fiat-servicenetwerk. Geprogrammeerd onderhoud (Service)
Geprogrammeerd onderhoud
Deze functie zorgt voor weergave van informatie over de
intervallen waarmee de servicebeurten uitgevoerd moeten
worden.
Ga voor het raadplegen van deze informatie als volgt te werk:
– druk kortstondig op de knop MODE: het display geeft het
interval in kilometers of mijlen aan, op grond van wat eerder
is ingesteld (zie paragraaf "Meeteenheden")
– druk kortstondig op de knop MODE om terug te keren
naar het menuscherm of druk langdurig op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm.
Olie verversen
Deze functie geeft informatie over het aantal kilometers
waarna de olie ververst moet worden.
Ga voor het raadplegen van deze informatie als volgt te werk:
– druk kortstondig op de knop MODE: het display geeft een
schatting (afhankelijk van de rijwijze) van het aantal
kilometers tot de volgende olieverversing;
– druk kortstondig op de knop MODE om terug te keren
naar het menuscherm of druk langdurig op de knop om terug
te keren naar het standaardscherm.
28
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MODE
MODE
MODE
▼ ▲
▼ ▲
▼ ▲
▼ ▲
F0N1022g F0N1023g
F0N1024g F0N1025g
F0N1026g F0N1022gF0N1022g
F0N1027gF0N1028g
Inschakeling/Uitschakeling van de frontairbag aan
passagierszijde en de zij-airbag voor de bescherming
van borstkas/bekken (sidebag) (Bag passagier) fig. 18
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de passagiersairbag worden in-
/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop MODE en druk, na het verschijnen op
het display van het bericht (Bag pass: Off) (voor
uitschakelen) of de melding (Bag pass: On) (voor
inschakelen) door op de knop ▲of ▼te drukken,
nogmaals op de knop MODE;
❒op het display verschijnt de melding om de instelling te
bevestigen;
❒selecteer door het indrukken van de knop ▲of ▼(Ja)
(voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of
(Nee) (om te annuleren);
❒druk kort op de knop MODE; er verschijnt een
bevestiging van de gekozen instelling en er wordt
teruggekeerd naar het menuscherm of, wanneer de knop
even ingedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit het menuscherm
worden afgesloten. Druk kort op de knop MODE om terug
te keren naar het beginscherm zonder op te slaan. Als u de
knop ▼indrukt, wordt teruggekeerd naar de eerste
menuoptie (Beep Snelheid).
fig. 18
29
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Weergegeven gegevens
Buitentemperatuur
Geeft de buitentemperatuur aan.
Autonomie (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Geeft het aantal kilometers aan dat nog gereden kan worden
met de brandstof in de brandstoftank, waarbij ervan uit
wordt gegaan dat de rijstijl niet verandert. Op het display
verschijnt de indicatie “---” als:
– de actieradius kleiner is dan 50 km (of 30 mijl)
– de auto langere tijd met draaiende motor stilstaat.
Afgelegde afstand
Geeft de afstand aan die de auto heeft afgelegd vanaf het
begin van een nieuwe rit.
Gemiddeld verbruik (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Geeft het gemiddelde brandstofverbruik aan vanaf het begin
van een nieuwe rit.
Huidig verbruik (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Geeft doorlopend de wijziging in het brandstofverbruik aan.
Als de auto stilstaat met draaiende motor wordt “---” op het
display weergegeven.
Gemiddelde snelheid
Geeft de gemiddelde snelheid van de auto aan op basis van de
tijd die verstreken is vanaf het begin van een nieuwe rit.TRIPCOMPUTER
Algemene informatie
Met de “Tripcomputer” kan, als de contactsleutel in stand
MAR staat, op het display informatie worden weergegeven
over de werking van de auto. Deze functie bestaat uit
“Trip A” en “Trip B” die onafhankelijk van elkaar werken en
betrekking hebben op de hele rit van de auto.
Beide functies kunnen op nul worden gezet (reset – begin van
een nieuwe rit).
“Trip A” geeft informatie over:
– Buitentemperatuur
– Autonomie (actieradius)
– Afgelegde afstand
– Gemiddeld verbruik
– Huidig verbruik
– Gemiddelde snelheid
– Reistijd.
“Trip B”, alleen aanwezig op het multifunctionele display,
geeft informatie over:
– Afgelegde afstand B
– Gemiddeld verbruik B
– Gemiddelde snelheid B
– Reistijd B
OPMERKING De functie “Trip B” kan worden uitgeschakeld
(zie de paragraaf “Inschakeling Trip B”). De gegevens
“Autonomie” en “Huidig verbruik” kunnen niet op nul
worden gezet.
F0N0019mfig. 19
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het scherm
van “Trip A” wordt weergegeven, dan worden alleen de
gegevens van “Trip A” op nul gezet.
BELANGRIJK Als u het systeem op nul zet terwijl het scherm
van “Trip B” wordt weergegeven, dan worden alleen de
gegevens van “Trip B” op nul gezet.
Procedure voor het begin van een rit
Voor het op nul zetten (reset) moet u, met de sleutel in
stand MAR, langer dan 2 seconden op de knop TRIP drukken.
Trip verlaten
De functie Trip verlaten: houd de knop MODE langer dan
2 seconden ingedrukt. Reistijd
Geeft de verstreken tijd aan vanaf het begin van een nieuwe
rit.
BELANGRIJK Als er geen informatie is, verschijnt bij alle
functies op de Tripcomputer de aanduiding
“- - - -” in plaats van de waarde. Wanneer de normale werking
weer hersteld is, worden de waarden van de functies weer
op normale wijze weergegeven. De waarden die voor de
storing werden weergegeven, worden niet op nul gezet en er
wordt geen nieuwe rit begonnen.
Bedieningsknop TRIP fig. 19
Met de knop TRIP, op het uiteinde van de rechter hendel,
krijgt u, als de contactsleutel in stand MAR staat, toegang tot
de hiervoor beschreven gegevens en kunnen de gegevens op
nul worden gezet om een nieuwe rit te beginnen:
– kort indrukken voor weergave van de verschillende
gegevens;
– even ingedrukt houden voor het op nul zetten (reset) en
het beginnen van een nieuwe rit.
Nieuwe rit
Begint als een reset is uitgevoerd:
– “handmatig” door de gebruiker door het indrukken van de
betreffende knop;
– “automatisch” wanneer de “afgelegde afstand” de waarde
3999,9 km of 9999,9 km, afhankelijk van het geïnstalleerde
display, bereikt of wanneer de “reistijd” de waarde 99.59 (99
uur en 59 minuten) bereikt;
– iedere keer als de accu losgekoppeld is geweest.
30
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER