166
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
VERSLETEN REMBLOKKEN
(geel)
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat
branden als de remblokken voor versleten zijn; laat
deze in dat geval zo snel mogelijk vervangen.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bijbehorende melding
op het display.
d
Storing Hill Holder-systeem
Als het lampje gaat branden, is er een storing in het Hill
Holder-systeem. Wendt u in dat geval zo snel mogelijk tot
het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bijbehorende melding
op het display.
STORING PARKEERSENSOREN (geel)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het lampje gaat branden als er een storing is in de
parkeersensoren.
Op enkele uitvoeringen gaat het lampje èbranden.
Wendt u in dat geval tot het Fiat Servicenetwerk.
Op enkele uitvoeringen verschijnt een bijbehorende melding
op het display.
t
MISTLAMPEN (groen)
Het lampje gaat branden als de mistlampen voor
worden ingeschakeld.
5
RICHTINGAANWIJZER LINKS (groen –
knipperend)
Het lampje gaat branden als de
richtingaanwijzerhendel omlaag wordt gezet of,
tegelijkertijd met het lampje van de rechter richtingaanwijzer,
als de drukknop voor de waarschuwingsknipperlichten wordt
ingedrukt.
F
DIMLICHTEN (groen)
FOLLOW ME HOME (groen)
Dimlichten
Het lampje gaat branden wanneer de dimlichten worden
ingeschakeld.
Follow me home
Het lampje gaat branden als dit systeem wordt gebruikt (zie
“Follow me home” in het hoofdstuk “Wegwijs in uw auto”).
Op het display verschijnt de bijbehorende melding.
3
167
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
CRUISE-CONTROL
(SNELHEIDSREGLAAR)
(indien aanwezig) (groen)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje op het instrumentenpaneel brandt als de
draaiknop van de cruise-control in stand ON staat. Op
enkele uitvoeringen verschijnt een bijbehorende melding op
het display.
Ü
RICHTINGAANWIJZER RECHTS (groen –
knipperend)
Het lampje gaat branden als de
richtingaanwijzerhendel omhoog wordt gezet of,
tegelijkertijd met het lampje van de linker richtingaanwijzer,
als de drukknop voor de waarschuwingsknipperlichten wordt
ingedrukt.
D
GROOTLICHT (blauw)
Het lampje gaat branden als het grootlicht wordt
ingeschakeld.
1
STORING STUURBEKRACHTIGING
(rood)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje op het instrumentenpaneel branden. Na
enkele seconden moet het lampje doven.
Als het lampje blijft branden, de melding op het display blijft
weergegeven en er een akoestisch signaal (zoemer) klinkt,
dan werkt de stuurbekrachtiging niet en is meer kracht nodig
voor het draaien van het stuur. Wendt u tot het Fiat
Servicenetwerk.
g
168
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BEPERKTE ACTIERADIUS
(uitvoeringen met multifunctioneel display)
Op het display verschijnt een melding om de gebruiker te
waarschuwen als de actieradius van de auto kleiner wordt
dan 50 km.
SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN
Op het display verschijnt een melding als de ingestelde
snelheidslimiet wordt overschreden (zie “Multifunctioneel
display” in het hoofdstuk “Wegwijs in uw auto”).
GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Op het display verschijnt een speciaal bericht naast de
waarschuwingen voor geprogrammeerde onderhoud en dit
bericht verdwijnt pas na afloop van een vervaltermijn. Het
lampje dooft nadat de onderhoudswerkzaamheden door het
Fiat-servicenetwerk zijn verricht of na 1000 km voor de
volgende onderhoudsbeurt.
DAGVERLICHTING DEFECT
(met herconfigureerbare multifunctionele display)
Het display geeft het speciale bericht weer en de icoon
buitenverlichting defect gaat branden wanneer een defect aan
de dagverlichting is vastgesteld. STORING AUTOMATISCHE
VERSNELLINGSBAK/
MAXIMUM OLIETEMPERATUUR IN
AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK
(rood)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het lampje
op het instrumentenpaneel branden. Na enkele seconden
moet het lampje doven.
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat knipperen (op
het display verschijnt ook een melding en er klinkt een
akoestisch signaal) als er een storing is in de versnellingsbak
Het lampje op het instrumentenpaneel gaat constant branden
(op het display verschijnt ook een melding en er klinkt een
akoestisch signaal) bij een te hoge temperatuur van de
transmissie-olie.
KANS OP GLADHEID
Als de buitentemperatuur gelijk is aan of lager wordt dan
3 °C, dan knippert de temperatuuraanduiding om aan te geven
dat er kans op gladheid bestaat.
Op het display verschijnt een bijbehorende melding (alleen bij
uitvoeringen met multifunctioneel display). STORING AUTOMATISCHE
NIVEAUREGELING (rood)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat het
lampje branden. Na enkele seconden moet het lampje doven.
Het lampje gaat branden als er een storing is in de
automatische niveauregeling.
Œ
t
277
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Grootlichten
– bediening .............................. 68
– grootlichtsignaal ................. 69
– lamp vervangen ................... 185
Grootlichtsignaal ...................... 69
Handmatige klimaatregeling .. 49
Handrem ................................... 145
Handremhefboom ................... 145
Hill Holder ................................ 111
Hoofdsteunen ........................... 40
Identificatiegegevens ............... 227
Identificatieplaatje .................... 227
– carrosserielak ..................... 228
– identificatiegegevens .......... 227
Inbouwvoorbereiding voor
"Isofix" kinderzitje ................. 134
Installatie trekhaak ................... 151
– installatiediagrammen .. 153-154
Instrumenten (paneel) .... 14-15
– brandstofmeter .................. 16
– motorolieniveau meter ...... 17
– multifunctionele display .... 18– snelheidsmeter..................... 15
– temperatuurmeter koelvloei-
stoftemperatuurmeter ...... 16
– toerenteller ......................... 15
– trip computer ..................... 29
Instrumentenpaneel ................ 14
Intensief gebruik van de auto
(onderhoud) ........................... 208
Interieur (onderhoud) ............ 225
Interieuruitrusting .................... 84
"Isofix" kinderzitje ................... 134
Ken uw auto ............................. 3
Kentekenverlichting (lamp
vervangen) ............................... 192
Koelvak ...................................... 84
Koelvloeistoftemperatuurmeter . . 1 6
Koplampen ................................ 107
– koplampafstelling ................ 107
– koplampafstelling in het
buitenland ................................ 108
– lamp vervangen ................... 184
– luchtbundel afstellen .......... 107 Extra onafhankelijke
verwarming ............................. 61
Extra verwarming .................... 60
Extra verwarming achter ....... 66
Fiat CODE ................................ 4
"Fix & Go automatic" .............. 176
Fix & Go automatic (snelle
bandenreparatiekit) ............... 176
Follow Me Home (systeem) .. 70
Frontairbags .............................. 137
Geprogrammeerd
onderhoudsschema ....... 204-206
Gewichten ................................. 241
– bestelwagen ......................... 241
– chassis/schutbord ............... 255
– chassis-cabine ...................... 251
– combi .................................... 259
– dubbele cabine .................... 257
– Panorama ............................. 262
– platformchassis
met cabine ........................... 247
– vrachtwagen ........................ 243
Gordelspanners ......................... 127
278
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Koplampen (waarschuwingen
voor het reinigen) ................. 225
Koplampsproeiers
– bediening .............................. 73
– onderhoud ........................... 223
Koplampverstelling .................. 107
Krachtbegrenzers .................... 127
Laadvermogen
(waarschuwingen) .................. 147
Lakwerk
– identificatieplaatje .............. 228
– onderhoud ........................... 224
Lamp vervangen ....................... 181
– algemene informatie .......... 181
– binnenste lamp vervangen 193
– buitenste lamp vervangen 184
– typen lampen ..............182-183
Lampjes en meldingen..... 157
Langdurige stilstand.................. 154
Lichtunits
– achter (lamp vervangen) ... 189
– voor (lamp vervangen) ...... 184
Luchtfilter .................................. 217
Milieu (milieubescherming) ... 124
Milieubescherming ..................... 124
Mistachterlicht
– bediening ................................ 80
– lamp vervangen ............189-191
Mistlichten
– afstelling .................................. 108
– bediening ................................ 79
– lamp vervangen .................... 188
Mobiel platform ......................... 101
Motor
– identificatiecode ................... 229
– motorcode ............................ 228
– motorkap ............................... 104
– technische gegevens ............ 230
Motorcodes ................................ 228
Motorkap ..................................... 104
Motorkoelvloeistof
– het niveau controleren ....... 214
– temperatuurmeter .............. 16
Motorolie
– het niveau controleren ....... 211
– motorolieniveau meter ....... 17– olieverbruik ........................... 214
– technische gegevens ............ 264
Motorolieniveau meter............. 17
Motorruimte
– de niveaus controleren ...... 209
– motorkap openen/sluiten .. 104
– reinigen .................................... 225
MSR ............................................... 112
Multifunctionele display ............ 18
Noodgevallen ........................... 169
Officiële typegoedkeuring
voor radiofrequentie
afstandbediening...................... 271
Onderhoud en zorg ........... 205
– Geprogrammeerd
onderhoud ........................... 205
– Geprogrammeerd
onderhoudsschema ... 206-207
– periodieke controles ......... 208
– Intensief gebruik
van de auto .......................... 208
280
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
S.B.R. .......................................... 126
Schutbord achter ..................... 87
Sensor automatische
inschakeling koplampen
(schemersensor) .................... 70
Sidebags ..................................... 139
Skidrager .................................... 106
Slepen van het voertuig .......... 203
Sleutels ....................................... 5
– Code-card ........................... 5
– de batterij vervangen ........ 8
– sleutel met
afstandsbediening ............... 6
– sleutel zonder
afstandsbediening ................... 8
Sloop (richtlijnen voor de
behandeling van het voertuig
aan het einde van de
levensduur) ............................. 268
Smeermiddelen (hoeveelheid
en producten) ................263-264
Sneeuwkettingen ...................... 155
Snelheidsmeter.......................... 15Snelle bandenreparatiekit
Starten en rijden ...................... 143
Startschakelaar ......................... 12
– stuurslot ............................... 13
Stilstand....................................... 156
Stoelen
– afstelling .......................31-32
– armsteunen........................... 33
– bergruimte onder de stoel 36
– Combi uitvoeringen .......... 38
– draaivoet ...................... 33-34
– hoofdsteunen ...................... 40
– klep op zitbank ................... 36
– kunststof deksels
draaivoet .............................. 37
– Panorama uitvoeringen ..... 37
– reiniging ................................ 226
– Stoelen (kinderzitjes op de
stoelen plaatsen) ........ 133-136
– verwarming ......................... 35
Stopcontact ............................... 89Stopcontact draagbaar
navigatiesysteem .................... 91
Stuurslot .................................... 13
Stuurwiel (afstelling) ................ 41
Symbolen ................................... 4
Tachograaf ................................ 105
Tankdop ..................................... 123
Tanken (hoeveelheid
en producten) ................263-264
Technische gegevens........ 227
Telepass
(Inbouwvoorbereiding) ........ 122
Tips voor het laden .................. 147
Toerenteller .............................. 15
Toets laadruimte ...................... 108
Topsnelheden ........................... 240
Traction Plus ............................. 114
Traction Plus systeem ............ 114
Transmissie (specificaties) ...... 231
Trip computer .......................... 29
TV camera en display voor
achteruitzicht .......................... 92