Systeem inschakelen
Het systeem schakelt op alle portieren/deuren automa-
tisch in als de knop
;op de sleutel met afstandsbedie-
ning twee keer wordt ingedrukt.
Als het systeem is ingeschakeld, knipperen de richting-
aanwijzers 2 keer.
Het systeem schakelt niet in als een of meerdere portie-
ren/deuren niet goed gesloten zijn: zo wordt voorkomen
dat een persoon via het geopende portier het interieur van
de auto kan betreden en, als het portier vervolgens wordt
gesloten, de auto niet meer kan verlaten.
Systeem uitschakelen
Het systeem schakelt in de volgende gevallen automatisch
op alle portieren/deuren uit:
❒als de portieren/deuren worden ontgrendeld;
❒als de contactsleutel in stand MAR wordt gedraaid. Extra afstandsbedieningen bestellen
Het systeem kan maximaal 8 afstandsbedieningen herken-
nen. Als u in de loop der tijd een nieuwe afstandsbedie-
ning nodig hebt, kunt u zich tot het Fiat Servicenetwerk
wenden. Neem dan de CODE-card, een identiteitsbewijs
en het kentekenbewijs mee.
DEAD LOCK-SYSTEEM
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit veiligheidssysteem verhindert de werking van de bin-
nenhandgrepen, waardoor de portieren/deuren niet van
binnenuit kunnen worden geopend bij een inbraakpoging
(bijvoorbeeld na het inslaan van een ruit).
Het dead lock-systeem biedt dus de beste bescherming te-
gen inbraakpogingen. Daarom raden wij u aan om iedere
keer als u de auto verlaat, het systeem in te schakelen.
8
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als het dead lock-systeem is ingeschakeld,
kunnen de portieren/deuren op geen enke-
le wijze van binnenuit worden geopend. Controleer
daarom, voordat u de auto verlaat, of er geen per-
sonen meer aan boord zijn.
ATTENTIE!
Als de batterij van de sleutel met afstands-
bediening leeg is, kan het systeem alleen
worden uitgeschakeld door met de metalen sleutel
het slot van de portieren te bedienen: in dat geval
blijft het systeem alleen op de deuren van de laad-
ruimte ingeschakeld.
ATTENTIE!
102
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis)
kan een doorlopende diagnose worden uitgevoerd op die
componenten op de auto die van invloed zijn op de emis-
sie. Bovendien meldt het systeem, door het branden van
het lampje Uop het instrumentenpaneel (op enkele uit-
voeringen verschijnt ook een melding op het display) dat
de betreffende componenten defect zijn (zie het hoofd-
stuk Lampjes en meldingen”).
Het doel is:
❒de werking van het systeem controleren;
❒signaleren wanneer door een storing de emissies bo-
ven de wettelijk vastgestelde drempelwaarde uitkomen;
❒signaleren wanneer het noodzakelijk is defecte com-
ponenten te vervangen.
Het systeem beschikt verder nog over een diagnosestek-
ker die het mogelijk maakt, na het aansluiten van speciale
apparatuur, de door de regeleenheid opgeslagen sto-
ringscodes en de specifieke parameters voor de diagnose
en werking van de motor te lezen.
Deze controle kan ook worden uitgevoerd door de ver-
keerspolitie.
BELANGRIJK Na het verhelpen van de storing moet het
Fiat Servicenetwerk voor een complete controle van het
systeem, tests uitvoeren op een testbank en, zo nodig, een
proefrit maken die eventueel een langere afstand kan om-
vatten.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait en het lampje
Ugaat niet branden
of het gaat branden of knipperen tijdens het rij-
den (op enkele uitvoeringen verschijnt ook een
melding op het display), wendt u dan zo snel mo-
gelijk tot het Fiat Servicenetwerk. De werking van
het lampje
Ukan met speciale apparatuur door
de verkeerspolitie gecontroleerd worden. Houdt
u aan de wetgeving van het land waarin u rijdt.
ATTENTIE!
SPEED BLOCK
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto is uitgerust met een snelheidsbegrenzer die op
verzoek van de gebruiker kan worden ingesteld op een van
de volgende 4 waarden: 90, 100, 110, 130 km/h.
Wendt u tot het Fiat Servicenetwerk om deze functie te
laten in-/uitschakelen.
Na de instelling zal er op de voorruit een sticker worden
aangebracht waarop de ingestelde maximum snelheid staat
aangegeven.
ATTENTIE De snelheidsmeter kan vanwege wettelijke
voorschriften, een hogere dan de werkelijke maximum
snelheid, die door de dealer is ingesteld, aangegeven.