3
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
WEGWIJS IN UW AUTO
DASHBOARD
De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de lampjes kunnen per uitvoering
verschillen.
1. Luchtrooster voor lucht naar de zijruiten – 2. Verstelbaar en regelbaar luchtrooster – 3. Linker hendel: bediening buitenver-
lichting – 4. Instrumentenpaneel en controle-/waarschuwingslampjes – 5. Rechter hendel: ruitenwissers, achterruitwisser, trip-
computer – 6. Verstelbare en regelbare luchtroosters – 7. Autoradio (voor bepaalde uitvoeringen/markten) – 8. Schakelaarpaneel
– 9. Frontairbag passagierszijde (voor bepaalde uitvoeringen/markten) – 10. Dashboardkastje – 11. Bedieningsknoppen voor ver-
warming/ventilatie/airconditioning – 12. Versnellingspook – 13. Start-/contactslot – 14. Frontairbag bestuurderszijde – 15. Hendel
voor motorkapontgrendeling
F0V0185mfig. 1
18
❒op het display verschijnt de melding om de instelling te
bevestigen;
❒selecteer door het indrukken van de knop▲of▼
(YES) (voor bevestiging van de inschakeling/uitscha-
keling) of (no) (om te annuleren);
❒druk kort op de knop SET ESC; er verschijnt een be-
vestiging van de gekozen instelling en er wordt terug-
gekeerd naar het menuscherm of, wanneer de knop
even ingedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm
zonder op te slaan.
Dagverlichting (D.R.L.)
Met deze functie kunt u de dagverlichting in- of uitscha-
kelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
het opschrift DRL;
–drukopdeknop▲of▼om de dagverlichting in te scha-
kelen (On) of uit te schakelen (Off);
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan. Volume buzzer (bUZZ) instellen
Met deze functie kan het volume van het akoestische sig-
naal (buzzer) worden ingesteld, dat klinkt bij de melding
van een storing/waarschuwing en bij het indrukken van
de knoppen SET ESC,▲en▼.
Ga voor het instellen van het gewenste volume als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
het opschrift (bUZZ);
– druk op de knop▲of▼om het gewenste volume in
te stellen (instelling mogelijk op 8 niveaus);
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het menuscherm of houd de knop even ingedrukt om te-
rug te keren naar het beginscherm zonder op te slaan.
Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag en de zij-airbag (sidebag) aan
passagierszijde (BAG P)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de frontairbag en de zij-airbag aan
passagierszijde (voor bepaalde uitvoeringen/markten) wor-
den in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
❒druk op de knop SET ESC en druk, nadat op het dis-
play het bericht (BAG P OFF) (voor uitschakeling) of
het bericht (BAG P On) (voor inschakeling) is ver-
schenen door het indrukken van de knop▲of▼,op-
nieuw op de knop SET ESC;
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
27
Dagverlichting (D.R.L.)
Met deze functie kunt u de dagverlichting in- of uitscha-
kelen.
Ga voor het in- of uitschakelen van deze functie als volgt
te werk:
– druk kort op de knop SET ESC; op het display verschijnt
een submenu;
– druk kort op de knop SET ESC; op het display knippert
On of Off, afhankelijk van de instelling;
– druk op de knop▲of▼om de keuze uit te voeren;
– druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het scherm van het submenu of houd de knop even inge-
drukt om terug te keren naar het scherm van het hoofd-
menu zonder op te slaan;
– houd de knop SET ESC nogmaals even ingedrukt om
terug te keren naar het beginscherm of het hoofdmenu,
afhankelijk van waar u zich in het menu bevindt.
Menu verlaten
Laatste functie waarmee de instellingen uit het menu-
scherm worden afgesloten.
Druk kort op de knop SET ESC om terug te keren naar
het beginscherm zonder op te slaan.
Als u de knop▼indrukt, wordt teruggekeerd naar de eer-
ste menuoptie (Beep Snelheid). Bag passagier Inschakeling/Uitschakeling
van de frontairbag aan passagierszijde
en zij-airbag voor de bescherming
van borstkas/bekken (sidebag)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Met deze functie kan de frontairbag en de zij-airbag (voor
bepaalde uitvoeringen/markten) aan passagierszijde wor-
den in-/uitgeschakeld.
Ga als volgt te werk:
– druk op de knop SET ESC en druk, na het verschijnen
op het display van het bericht (Bag pass: Off) (voor uit-
schakelen) of het bericht (Bag pass: On) (voor inschake-
len) door op de knop▲of▼te drukken, nogmaals op
de knop SET ESC;
– op het display verschijnt de melding om de instelling te
bevestigen;
– selecteer door het indrukken van de knop▲of▼(Ja)
(voor bevestiging van de inschakeling/uitschakeling) of
(Nee) (om te annuleren);
– druk kort op de knop SET ESC; er verschijnt een be-
vestiging van de gekozen instelling en er wordt terugge-
keerd naar het menuscherm of, wanneer de knop even in-
gedrukt wordt gehouden, naar het beginscherm zonder
op te slaan.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
121
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
ZEER GEVAARLIJK: Monteer absoluut
geen kinderzitje achterstevoren op de pas-
sagiersstoel voor als de frontairbag aan
passagierszijde is ingeschakeld. Als bij een
ongeval de airbag in werking treedt (op-
blaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot
gevolg hebben. Wij raden u aan kinderen altijd op
de zitplaatsen achter te vervoeren, omdat die
plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming
bieden. Kinderzitjes moeten dus niet op de zit-
plaats voor gemonteerd worden bij auto’s die zijn
uitgerust met een airbag aan passagierszijde. Als
bij een ongeval de airbag in werking treedt (op-
blaast), kan dit ernstig letsel en zelfs de dood tot
gevolg hebben, onafhankelijk van de zwaarte van
het ongeluk. Als er geen andere mogelijkheid is,
kunnen kinderen op de passagiersstoel voor wor-
den vervoerd bij auto’s die zijn uitgerust met een
uitschakelbare frontairbag aan passagierszijde. In
dit geval moet u er absoluut zeker van zijn dat
de airbag is uitgeschakeld door te controleren of
het waarschuwingslampje “op het instrumen-
tenpaneel brandt (zie „Frontairbag aan passa-
gierszijde” in het hoofdstuk „Frontairbags”). Bo-
vendien moet de stoel zo ver mogelijk naar ach-
teren zijn geschoven om te voorkomen dat het kin-
derzitje eventueel in aanraking komt met het
dashboard.
ATTENTIE!Kinderen met een lengte van meer dan 1,50 m worden,
met betrekking tot de veiligheidssystemen, gelijkgesteld
met volwassenen en moeten dan ook normaal de veilig-
heidsgordels omleggen.
In het Fiat Lineaccessori-programma zijn kinderzitjes op-
genomen voor elke gewichtsgroep. Wij raden u deze kin-
derzitjes aan omdat ze speciaal ontworpen zijn voor de
Fiat-modellen.
124
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK
VAN DE UNIVERSELE KINDERZITJES
De Fiat Doblò (typegoedkeuring M1) voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijn voor de montage van kin-
derzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgende tabel:
Hieronder zijn de richtlijnen voor een veilig
vervoer van kinderen aangegeven. U dient zich
hieraan te houden:
❒monteer kinderzitjes altijd op de zitplaatsen achter, om-
dat die plaatsen bij een ongeval de meeste bescherming
bieden;
❒als de frontairbag aan passagierszijde buiten werking
wordt gesteld, moet altijd gecontroleerd worden of de
airbag daadwerkelijk is uitgeschakeld: het betreffende
lampje
“op het instrumentenpaneel moet continu
branden;
❒houdt u bij de montage van het kinderzitje strikt aan
de instructies. De fabrikant is verplicht deze instruc-
ties bij te leveren. Bewaar de instructies samen met
het instructieboekje in de auto. Monteer geen ge-
bruikte kinderzitjes waarvan de gebruiksaanwijzingen
ontbreken;
❒controleer of de gordels goed zijn vastgemaakt door
aan de gordelband te trekken;
❒ieder veiligheidssysteem is bedoeld voor slechts één
kind: vervoer nooit twee kinderen in een systeem;
Groep Gewicht Passagierszitplaats Passagierszitplaats Passagierszitplaatsvoor achter (eerste rij) achter (tweede rij)
Groep 0, 0+ tot 13 kg U U X
Groep 1 9-18 kg U U X
Groep 2 15-25 kg U U X
Groep 3 22-36 kg U U X
Legenda:
U = geschikt voor „Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven „groepen”.
X = zitplaats die niet geschikt is voor kinderen in die gewichtscategorie.
125
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
❒controleer altijd of de gordel niet langs de nek van het
kind loopt;
❒zorg er tijdens de rit voor dat het kind geen afwijken-
de houding aanneemt of de gordels losmaakt;
❒vervoer kinderen nooit in uw armen, ook geen pasge-
boren kinderen. Niemand is sterk genoeg om ze bij een
ongeval vast te houden;
❒Na een ongeval moet het zitje door een nieuw exem-
plaar worden vervangen.
Monteer absoluut geen kinderzitje op de
voorstoel aan de passagierszijde als deze
is uitgerust met een airbag, omdat kinderen nooit
op de voorstoel vervoerd mogen worden.
ATTENTIE!
F0V0113mfig. 120
MONTAGEVOORBEREIDING
VOOR ISOFIX-KINDERZITJE
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Bij uitvoeringen met typegoedkeuring M1is de auto voor-
bereid op de montage van Isofix Universeel-kinderzitjes;
een nieuw gestandaardiseerd Europees systeem voor het
vervoeren van kinderen.
128
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
FRONTAIRBAGS
De auto is voorzien van een frontairbag voor de bestuur-
der en voor bepaalde uitvoeringen/markten van een fron-
tairbag voor de passagier.
FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor de bestuurder/passagier (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) beschermen de inzittenden
voor bij middelzware en zware frontale botsingen, door
het opblazen van een luchtkussen tussen de inzittende en
het stuurwiel of het dashboard.
Als de airbags niet worden geactiveerd bij andere soorten
botsingen (zijdelings, van achter, over de kop slaan enz.),
betekent dit niet dat het systeem niet goed functioneert.
Bij een frontale botsing zorgt een regeleenheid ervoor, in-
dien nodig, dat het kussen wordt opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op, waardoor het lichaam van
de inzittenden voor wordt opgevangen en de kans op letsel
beperkt wordt. Direct daarna loopt het kussen weer leeg.
De frontairbags voor de bestuurder/passagier (voor be-
paalde uitvoeringen/markten) zijn geen vervanging voor de
veiligheidsgordels, maar een aanvulling. Draag dus altijd vei-
ligheidsgordels. Bovendien is het dragen van veiligheids-
gordels wettelijk verplicht in Europa (en in de meeste lan-
den daarbuiten).
Bij een ongeval kan een inzittende die geen veiligheids-
gordel heeft omgelegd, in contact komen met een airbag
die nog niet volledig opgeblazen is. Hierdoor wordt de
inzittende minder door de airbag beschermd.De frontairbags kunnen in de volgende gevallen niet wor-
den geactiveerd:❒bij frontale botsingen, met een ander deel van de au-
to dan het front, tegen makkelijk vervormbare objec-
ten (bijv. als het voorspatbord tegen de vangrail komt);
❒als de auto onder andere auto’s of veiligheidsvoorzie-
ningen schuift (bijvoorbeeld onder vrachtwagens of
de vangrail);
omdat geen enkele aanvullende bescherming wordt ge-
boden op de veiligheidsgordels. Als de airbags in deze ge-
vallen niet geactiveerd worden, betekent dit niet dat het
systeem niet goed functioneert.
Plaats geen stickers of andere objecten op
het stuurwiel, op het dashboard ter hoog-
te van de airbag aan passagierszijde of op de stoe-
len. Plaats geen voorwerpen op het dashboard
aan de passagierszijde (bijv. een mobiele telefoon),
omdat deze het correct openen van de airbag aan
passagierszijde kunnen hinderen en de inzitten-
den ernstig kunnen verwonden.
ATTENTIE!
De frontairbags aan bestuurders- en passagierszijde zijn
ontworpen voor een optimale bescherming van de inzit-
tenden voor met omgelegde veiligheidsgordels.
Als de airbags volledig opgeblazen zijn, vullen zij het groot-
ste deel van de ruimte tussen het stuurwiel en de be-
stuurder en het dashboard en de voorpassagier.
129
F0V0024mfig. 123F0V0025mfig. 124
Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij de werking van de
veiligheidsgordel voldoende is) worden de airbags niet ge-
activeerd. Daarom moeten de veiligheidsgordels altijd wor-
den gedragen; ook omdat ze bij frontale aanrijdingen er al-
tijd voor zorgen dat de inzittende in de juiste stand wordt
gehouden.
FRONTAIRBAG AAN
BESTUURDERSZIJDE fig. 123
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen dat in een daar-
voor bestemde ruimte in het midden van het stuurwiel is
geplaatst.
FRONTAIRBAG AAN PASSAGIERSZIJDE
fig. 124(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Deze bestaat uit een opblaasbaar kussen met een groter
volume dan dat aan bestuurderszijde. Het kussen is in een
daarvoor bestemde ruimte in het dashboard geplaatst.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Monteer absoluut geen kinderzitje ach-
terstevoren op de passagiersstoel voor als
de airbag aan passagierszijde is ingescha-
keld. Als bij een ongeval de airbag wordt
geactiveerd, kan het kind hierdoor dode-
lijke verwondingen oplopen. Als er geen andere
mogelijkheid is, moet in ieder geval de airbag aan
passagierszijde uitgeschakeld worden als het kin-
derzitje op de passagiersstoel voor wordt ge-
plaatst. Bovendien moet de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren zijn geschoven om te voor-
komen dat het kinderzitje eventueel in aanraking
komt met het dashboard. Ook als het niet wet-
telijk verplicht is, raden wij u aan, voor een opti-
male bescherming van de volwassenen, de airbag
onmiddellijk weer in te schakelen zodra er geen
kinderen meer vervoerd worden.
ATTENTIE!