
24
II
AFSTANDSBEDIENING
IN- EN UITKLAPPEN VAN DE SLEUTEL
Met behulp van de knop D kunt u de sleutel van de afstandsbediening uit-en inklappen.
Het mechanisme van de sleutel kan beschadigd worden als u knop Dnietgebruikt.
Vervangen van de batterij van de afstandsbediening
Maak de behuizing open om de batterij te vervangen.
Batterij: CR 0523 van 3 V.
Na het vervan
gen van de batterij kan het nodig zijn dat de afstandsbedie-
ning opnieuw geïnitialiseerd moet worden. Zet hiervoor het contact aan endruk meteen op knopB van de afstandsbediening. Houd de knop vast totdathet initialiseren is begonnen. Dat kan enkele tientallen seconden duren.Let op:noteer de nummers van de sleutels en de afstandsbediening op het
ASSISTA NCE-kaartje. Bewaar dit kaartje op een veilige plaats.
Gooi batterijen nooit bij het huishoudelijk afval, maar lever ze in bijeen CITROËNjjerkend bedrijf of bij een erkend inzamelpunt (bijvoorbeeldeen fotozaak).
De afstandsbediening werkt niet wanneer de sleutel in het contact steekt, ook niet als het contactis afgezet. Dit geldt niet bij het opnieuw initialiseren.
Let op: als u per ongeluk de afstandsbediening in uw binnenzak bedient, kan dat het ongewenstontgrendelen van de portieren tot gevolg hebben.
Wanneer er echter niet binnen dertig seconden na het ontgrendelen een portier wordt geopend,worden de portieren automatisch weer vergrendeld.
Let op: als er een verkeerd type batterij wordt gebruikt, kan het systeem beschadigd raken.
Gebruik bij vervanging altijd identieke batterijen of batterijen die overeenkomen met het type datwordt voorgeschreven door CITROËN.jggj
"FOLLOW ME HOME"-VERLICHTING
Als u op de knop C drukt, schakeltu de "Follow me home"-verlichtingin. Dan gaan de parkeerlichten enhet dimlicht gedurende één minuutbranden.
Druk nog een keer op deze knop
om de verlichting uit te schakelen
als deze nog niet uit zichzelf is uit-gegaan.
LOKALISEREN VAN DE AUTO
Om uw auto op een parkeerplaatsgemakkelijk terug te kunnen vinden,
drukt u op knopB. De binnenver-lichting van de auto gaat brandenen de richtingaanwijzers knipperengedurende enkele seconden. De
auto blijft dan vergrendeld.

74
II
REMMEN
ABS Antiblokkeersysteem
Het ABS vergroot de veiligheid en voorkomt het blokkeren van de wielen bij een noodstop en op een wegdek
dat weinig grip biedt. Zo blijft de auto onder alle omstandigheden bestuurbaar.
Alle belangrijke onderdelen van het systeem worden voor en tijdens het rijden door een elektronisch systeem gecon-
troleerd. Bij het aanzetten van het contact gaat het ABS-controlelampje even branden. Na enkele seconden moet
dit lampje weer uitgaan. Het ABS-controlelampje gaat bij het aanzetten van het contact even branden en dooft naenkele seconden.
Als het controlelampje niet uitgaat, betekent dit dat het ABS vanwege een storing buiten werking is gesteld. Als ditlampje tijdens het rijden gaat branden, betekent dit ook dat het ABS is uitgeschakeld. In beide gevallen blijft hetremsysteem normaal functioneren, net als bij een auto zonder ABS. Het is echter noodzakelijk om de auto zo snelmogelijk te laten nakijken door het CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde werkplaats om de veiligheid die hoorty,j j
bij de correcte werking van het ABS te herstellen.
Rijd op gladde wegen (grind, sneeuw, ijs, enz.) wel altijd extra voorzichtig.
BRAKE ASSIST SYSTEM (BAS)
Dit systeem zorgt ervoor dat in geval van nood in nog kortere tijd een optimale remdruk kan worden opgebouwd,
teneinde de remweg te bekorten. Het treedt in werking afhankelijk van de snelheid waarmee u het rempedaal intrapt:er wordt een verminderde weerstand gedetecteerd. Houd het rempedaal ingetrapt tot de auto stilstaat: het brakeassist system blijft dan langer in werking. Houd het rempedaal ingetrapt tot de auto stilstaat.
Als het controlelampje gelijktijdig met hetSTOP-lampje brandt terwijl de elektrische parkeerrem
is vrijgezet, duidt dat op een te laag remvloeistofniveau of een storing van de remdrukverdeler.Stop onmiddellijk. Waarschuw zo snel mogelijk het CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerdejg , p g g
werkplaats.

149
TREFWOORDENREGISTER
A
Aanhangergewichten ..................XVI
Aanstekers...................................113
ABS..............................................74
Accu vervangen ..........................124
12-v
olts accu ..........124 → 126 - XIV
Achterruitverwarming....................90
Achterzitplaatsen...................97 - 99
Actieve vering en geregelde schokdempers ..........................106
Adviezen bij het rijden....................X
Afmetingen........................146 - 147
Afstandsbediening.................23 - 24
Airbags ........................101 - V → VII
Airco met zachte luchtstroom..........................85 - 89
Airconditioning.............42 - 85 → 91
Alarminstallatie ......................26 - 27
Alarmknipperlichten ......................50
Alarmverlichting inschakelen .......61
Algemeen...................................145
Antidiefstalbeveiliging...................82
Antidiefstalbout...........................143
Antiklemvoorziening ............56 - 11 8
Appèlverlichting ............................52
Armsteun voorin ..........................115
Asbak...........................................11 4
Autogordel in hoogte
verstellen ....................................57
Autogordels ...................61 - III → IV
Automatische airconditioningachter.........................................r92
A
Automatische
versnellingsbak..................65 → 68
Autoradio........39 – 43- 7.42 → 7.58
B
Bagageruimte......................84 - 117
Banden.............................141→XV
Bandenspanning.......141 - 148 - XV
Bandenspanningcontrole.....47 → 49
Beenruimteverlichting..................110
Bekerhouders ..............................111
Belading en
aanhangergewichten.................XVI
Bergvak achterin..........................11 2
Bergvak bestuurder.....................r111
Bergvakken met halve-maandeksel.....................11 4
Bestuurdersplaats................8 – 9 - II
Beweegbare spoiler......................r77
Binnenspiegel ...............................62
Binnenverlichting ............... 109 - 110
Boordcomputer............r40 - 44 → 49
Brake AssistSystem (BAS).............................74
Brandstof tanken .................35 - 133
Brandstofmeter.............................r35
Brandstofsoort ............................133
Brandstoftank .............................133
Buitenkant.......................................4
Buitenspie
gels(automatisch kantelen) ..............64
Buitenspie
gels inklappen ..............63
C
Centraal bergvak voorin..............11 2
Centraal ontgrendelen..................23
Centrale vergrendeling ..........23 - 25
Claxon..........................................50
Comfort in de auto...........111 → 116
Comfortabel autorijden........18 → 20
Contact.........................................28
Controlelampjes.....................31 - 32
Controles....................................121
D
Dakrails.......................................139
Dashboardkastje..........................111
Datum ............................39 - 41 - 43
Datum instellen......................41 - 43
Detectie autogordel bestuurder....r50
Dimlicht .........................................51
Display (kleuren) type C......39 → 42
Dorpelverlichting..........................110
Dynamische stabiliteitscontrole ESP...............73
E
Eco-modus................................... 28
Elektrisch bediende
buitenspiegels...................62 → 64
Elektrisch verstellen......................57
Elektrische accessoires .............XVIII
Elektrische instelling vanhet stuur.....................................r57
Elektrische parkeerrem..........75 - 76
Elektronische startblokkering........25
ESP .............................................. 73