8
IN EEN OOGOPSLAG
BESTUURDERSPLAATS
1.
Bediening ruiten / spiegels / kinderbeveiliging.
2.
Geheugen bestuurdersstoel.
3.
Openen van de motorkap.
4.
Bedieningstoetsen op het stuur:
- snelheidsbegrenzer
- snelheidsregelaar
5.
Claxon.
6.
Bediening op het stuurwiel van het audio-/
datacommunicatiesysteem.
7.
Airbag aan bestuurderszijde.
8.
Navigatieregelknoppen in de audio-/
datacommunicatiesystemen en boordcomputer.
9.
Ventilatierooster bestuurder.
10.
Instrumentenpaneel.
11 .
Ventilatierooster bestuurder.
12.
Bediening Stop & Start.
13.
Bediening ruitenwissers en -sproeier.
14.
Contactslot.
15.
Bediening ESP / parkeerhulp / Lane Departure
Warning System.
16.
Bediening stuurwielverstelling.
17.
Knie-airbag.
18.
Bergvak of bediening programmeerbare
verwarming.
Klep van zekeringkast.
19.
Bediening Check / anti-inbraakalarm /
parkeerplaatsassistent.
20.
Bediening verlichting / richtingaanwijzers /
mistlicht / spraakherkenning.
21.
Handmatige verstelling van de koplampen.
16
IN EEN OOGOPSLAG
INSTRUMENTARIUM
Bandenspanningscontrole
De bandenspanningscontrole is een
hulpmiddel dat u informeert over de
staat van uw banden.
Desondanks moet de bestuurder zelf
opletten en zijn verantwoordelijkheid
nemen.
Energiespaarmodus
Nadat de motor is afgezet, worden
bepaalde functies zoals autoradio,
ruitenwissers, open dak, elektrische
stoelverstelling, telefoon, video, bin-
nenverlichting en elektrisch bedienbare
achterklep maximaal 1 uur gevoed, om
te voorkomen dat de accu leeg raakt.
Bij een lage accuspanning is deze
tijd aanzienlijk korter. Na het verstrijken van deze tijd ver-
schijnt er een melding op het display
van het instrumentenpaneel en wor-
den de actieve functies in een stand-by
stand geschakeld.
Deze functies worden automatisch op-
nieuw geactiveerd als de motor wordt
gestart.
117
200
I
34
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Dynamische
stabiliteitscontrole
(ESP/ASR)
knippert. De ESP-/ASR-regeling is
actief. Deze functie verbetert de aandrijving en
zorgt voor een betere koersstabiliteit.
permanent, in combinatie
met een geluidssignaal
en een melding op
het display van het
instrumentenpaneel.
Storing in de ESP-/
ASR-regeling, tenzij deze is
uitgeschakeld en het lampje
in de schakelaar brandt. Laat dit controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Zelfdiagnose
motor
permanent. Er is een storing in de
emissieregeling. Het controlelampje moet doven als de
motor wordt gestart.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het
geval is.
knippert. Er is een storing in het
motormanagementsysteem. Kans op beschadiging van de katalysator.
Laat dit controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Slijtage
van de
remblokken
permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en
een melding op het
multifunctionele display.
De remblokken zijn aan
vervanging toe. Laat de remblokken vervangen door het
CITROËN-netwerk of eengekwalifi ceerde
werkplaats.
Uitschakeling
van de
automatische
werking van
de elektrische
parkeerrem
permanent. De functies "automatisch
aantrekken" (bij het
afzetten van de motor) en
"automatisch vrijzetten" zijn
uitgeschakeld of werken niet.
Activeer de functie (volgens land van
bestemming) via het confi guratiemenu van
de auto of raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats als de
parkeerrem niet meer automatisch wordt
aangetrokken of vrijgezet.
De parkeerrem kan met behulp van de
procedure voor de noodontgrendeling
handmatig worden vrijgezet.
Raadpleeg voor meer informatie over de
elektrische parkeerrem het hoofdstuk "Rijden".
I
35
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Laag
brandstofniveau
permanent. Als het lampje gaat branden
zit er nog ongeveer 5 liter
brandstof
in de tank. Ga zo snel mogelijk tanken om te
voorkomen dat u met een lege tank strandt.
Dit verklikkerlampje gaat elke keer na het
aanzetten van het contact branden zolang er
niet voldoende brandstof getankt is.
Inhoud brandstoftank: 71 liter.
Rijd nooit door tot de tank helemaal leeg is,
hierdoor kunnen het emissieregelsysteem
en het injectiesysteem beschadigd raken.
Te hoge
koelvloeistoftemperatuur
permanent rood. De temperatuur van de
koelvloeistof is te hoog.
Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de
koelvloeistof tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalifi ceerde
werkplaats.
Laadstroom
accu
permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
ontspannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor
uitgaan. Parkeer de auto op een veilige plek.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalifi ceerde werkplaats als dit niet het
geval is.
+
Autogordel niet
vastgemaakt /
losgemaakt
permanent.
De bestuurder en/of de
voor-/achterpassagier
heeft zijn autogordel niet
vastgemaakt of losgemaakt. Trek aan de gordel en klik de gesp vast in
de gesphouder.
Autogordels
losgemaakt
of niet
vastgemaakt
permanent, in
combinatie met het
waarschuwingslampje
autogordel
losgemaakt/niet
vastgemaakt.
De verlichte punten stellen de passagiers voor
die geen autogordel dragen.
De punten:
- branden gedurende 30 seconden na het
starten van de auto,
- branden in de loop van de rit bij een
wagensnelheid tussen 0 en 20 km/h,
- knipperen bij een wagensnelheid hoger
dan 20 km/h ongeveer 120 seconden in
combinatie met een geluidssignaal.
I
38
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes geven aan dat de desbetreffende functie handmatig is uitgeschakeld.
Soms klinkt er ook een geluidssignaal en verschijnt er een bericht op het multifunctionele display.
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Passagiersairbag
permanent. De schakelaar in het
dashboardkastje staat in de
stand " OFF
".
De frontairbag aan
passagierszijde is
uitgeschakeld.
In dit geval kunt u een
kinderzitje met de "rug in de
rijrichting" plaatsen. Zet de schakelaar in de stand " ON
" om de
frontairbag aan passagierszijde in te
schakelen.
Bevestig in dit geval op deze zitplaats
geen kinderzitje met de "rug in de
rijrichting".
ESP/ASR
permanent.
De toets midden op het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
controlelampje gaat branden.
De functie ESP/ASR wordt
uitgeschakeld.
ESP: dynamische
stabiliteitscontrole.
ASR: antispinregeling. Druk op de toets om de functie ESP/ASR
in te schakelen. Het controlelampje dooft.
De functie ESP/ASR wordt automatisch
ingeschakeld als de motor wordt gestart.
Wanneer het systeem is uitgeschakeld
wordt het automatisch opnieuw
ingeschakeld bij snelheden hoger dan
ongeveer 50 km/h.
II
45
MULTIFUNCTIONELE DISPLAYS
KLEURENDISPLAY 16X9(MET MYWAY )
Weergave op het display
Het display geeft automatisch en di-
rect de volgende informatie weer:
- de tijd,
- de datum,
- de hoogte,
- de buitentemperatuur (bij kans
op gladheid knippert de weerge-
geven temperatuur),
- de audiofuncties,
- de informatie van het navigatie-
systeem.
Bediening
Om met het bedieningspaneel van
uw MyWay een van de functies te
selecteren:
)
druk op de toets "RADIO"
, "MUSIC"
,
"NAV"
, "TRAFFIC"
, "SETUP"
of
"PHONE"
om toegang te krijgen tot het
desbetreffende menu,
)
draai aan de draaiknop om een
item te selecteren,
)
druk op de draaiknop om de se-
lectie te bevestigen,
of
)
druk op de toets "ESC"
om de
uitgevoerde handeling af te bre-
ken en terug te keren naar het
vorige scherm.
*
Volgens land van bestemming. Raadpleeg voor meer informatie
over deze functies het hoofdstuk
"Audio en telematica" of het spe-
cifi eke boekje dat u bij de boord-
documentatie hebt ontvangen.
Menu "SETUP"
)
Druk op de toets "SETUP"
om
naar het menu "SETUP"
te
gaan. Dit menu biedt toegang tot
de volgende functies:
- "Taal",
- "Datum en tijd",
- "Weergave",
- "Eenheden",
- "Parameters systeem".
Talen
Via dit menu kunt u de taal van het
display instellen: Deutsch, English,
Español, Français, Italiano, Nederlands,
Polski, Portugues, Türkçe * .