308
03
GELUIDSBRON : radio, CD, USB, externe apparatuur.
BOORDCOMPUTER: afstandeninvoeren, waarschuwingsmeldingen, status van functies.
TELEFOON: handsfree set, koppelingen, gespreksbeheer.
PERSOONLIJKE INSTELLING -CONFIGURATIE
: parameters van de auto, weergave, talen.
> MONOCHROOM DISPLAY C
> MONOCHROOM DISPLAY A
Raadpleeg voor een compleet overzicht van de beschikbaremenu's het gedeelte "Menustructuren" van dit hoofdstuk.
309
04
1
2
3
4
1
2
3
4
AUDIO
Druk herhaalde malen op de toets SOURCE om de radiofunctie teselecteren.
Druk op de toets BAND A
ST om het golfbereik te selecteren: FM1, FM2,
FMast of AM.
Druk kort op een van de toetsen om
automatisch naar zenders te zoeken.
Druk op een van de toetsen om
handmatig naar zenders te zoeken.
Druk op de toets LI
ST REFRESH
voor een lijst van de beschikbare zenders in het gebied waar u zich
bevindt (maximaal 30 zenders).
Druk lan
ger dan 2 seconden op de
toets om deze lijst bij te werken.
Er kunnen storingen in de ontvangst optreden door obstakels in de omgeving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.), ook als de
RDS-functie is ingeschakeld. Dit is een normaal verschijnsel en heeft niets
te maken met een storing in de autoradio.
RDS
RADIO
SELECTEREN VAN EEN ZENDER
Selecteer AUDIOFUNCTIES en druk
op OK.
Druk op de toets MENU.
Selecteer RDS VOLGEN ACTIVEREN en druk op OK. Op het
display verschijnt de aanduiding RDS.
Selecteer de functie VOORKEUZE FM-BAND en druk op OK.
Als de RDS-functie is in
geschakeld, zoekt de radio steeds naar
de sterkste frequentie van een zender, zodat u ernaar kunt blijvenluisteren. Sommige RDS-zenders zijn echter niet in het hele land
te ontvangen, omdat de frequenties van de zender niet het hele land dekken. Dit verklaart dat de zender tijdens het rijden kan
wegvallen.
310
04
2
3
1
AUDIO
Gebruik alleen CD's met een ronde vorm.
Bepaalde beveili
gingssystemen op de originele CD of zelfgebrandeCD's kunnen storingen veroorzaken, ongeacht de kwaliteit van deCD-speler.
Plaats zonder op de toets EJECT te drukken een CD in de CD-
speler; deze zal de CD automatisch afspelen.
CD
EEN CD AFSPELEN
Als er in de CD-speler al een CD
is geplaatst die u wilt beluisteren,
druk dan herhaalde malen op de
t
oets SOURCE om de CD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de lijst met nummers van deCD weer te geven.
Houd een van de toetsen ingedrukt om versneld vooruit of terug tespoelen.
VERKEERSINFORMATIE
BELUISTEREN
Druk op de toets TA om de weergave
van verkeersinformatie te activeren of uit te schakelen.
De
functie TA (Traffi c Announcement) geeft voorrang aan het
luisteren naar de verkeersinformatie. Om te worden geactiveerd moet deze functie een radiozender die deze berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen. Zodra er een bericht wordt uitgezonden,wordt de geluidsbron die op dat moment wordt weergegeven (Radio, CD, ...) automatisch onderbroken en wordt de
verkeersinformatie doorgegeven. Zodra het bericht is afgelopen,wordt de weergave van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
311
04
1
2
3
Selecteer voor het branden van een CD-R of CD-RW de standaardISO 9660 niveau 1,2 of bij voorkeur Joliet om deze te kunnen
afspelen.
Als de CD in een ander formaat is gebrand, kan het zijn dat dezeniet goed wordt afgespeeld.
H
et is raadzaam voor één CD niet meer dan één standaard voor het branden te gebruiken. Stel de laagst mogelijke snelheid(maximaal 4x) in voor een optimale geluidskwaliteit.
Voor het branden van een multisessie-
CD is het raadzaam de
standaard Joliet te gebruiken.
De autoradio speelt uitsluitend bestanden met de extensie
".mp3" en een samplingfrequentie van 22,05 kHz of 44,1 kHz af.Geluidsbestanden met een andere extensie (.wma, .mp4, .m3u...) kunnen niet worden afgespeeld.
Gebruik voor bestandsnamen maximaal 20 karakters en verwijder speciale tekens (bijv.: " ", ?, ù) om problemen met het afspelen of
de weergave te voorkomen.
Le
ge CD's worden niet herkend en kunnen het audiosysteem
beschadigen.
CD MP3
INFORMATIE EN TIPS
AUDIO
Het formaat MP3 (afkorting van MPEG 1,2 & 2.5 Audio Layer 3) is een standaard voor het comprimeren van geluid die de mogelijkheid
biedt enkele tientallen speellijsten op één CD te plaatsen.
Plaats een MP3-
CD in de speler.
De
CD-speler scant vervolgens de CD tot alle nummers zijngevonden, hierdoor kan het enkele tot enkele tientallen seconden
duren voordat het afspelen begint.
MP3-CD
EEN MP3-CD AFSPELEN
De CD-speler kan CD's met maximaal 255 MP3-bestanden, verdeeld over 8 speellijsten, afspelen. Het is echter raadzaam het aantal afspeellijsten tot
twee te beperken om een lange laadtijd van de CD te voorkomen.
Bij het afspelen wordt geen rekening gehouden met demappenstructuur.
Alle bestanden worden op hetzelfde niveau weergegeven.
Als er al een CD in het apparaat zit die
u wilt beluisteren, druk dan herhaaldemalen op de toets SOURCE om deCD-functie te selecteren.
Druk op een van de toetsen om een
nummer van de
CD te selecteren.
Druk op de toets LI
ST REFRESH om de speellijsten van de MP3-CD weer te geven.
Houd een van de toetsen in
gedrukt
om snel vooruit of terug te spoelen.
312
05
1
2
3
1
USB-BOX
Het systeem stelt playlists samen (tijdelijk geheugen). De tijd die
hiervoor nodig is, hangt af van de capaciteit van de USB-uitrusting.
Gedurende deze tijd zijn andere bronnen beschikbaar.
De pla
ylists worden iedere keer dat het contact wordt afgezet of een USB-stick wordt aangesloten, geactualiseerd.
Bi
j een eerste aansluiting wordt een indeling in mappen als indeling
aangeboden. Bij een volgend gebruik wordt de laatstgekozen
mappenstructuur aangehouden. Sluit de USB-stick direct of via een snoer aan o
p
de USB-poort. Als de autoradio is ingeschakeld,
wordt de USB-bron gedetecteerd zodra deze
wordt aangesloten. Het lezen begint automatisch na een bepaalde tijd, afhankelijk van de capaciteit van de USB-stick.
De herkende bestands
formaten zijn .mp3(uitsluitend mpeg1 layer 3), .wma (uitsluitend standaard 9, comprimeren met 128 kbit/s), .waven .ogg.
Uitsluitend pla
ylists van het type m3u, .pls en .wpl worden geaccepteerd.
Deze module bestaat uit een USB-
poort en eenJack-aansluiting
* . De bestanden op het externe
apparaat, zoals een draagbare MP3-speler of een USB-stick, worden overgebracht op uwAutoradio. Via de luidsprekers van de auto wordt de muziek weergegeven.
USB-stick
(1.1, 1.2 en 2.0) of iPod®
van de vijfde®
generatie of hoger:
- de U
SB-stick moet in FAT of FAT 32
geformateerd zijn (niet compatibel
met NTFS-formaat),
- het snoer van de iPod
®
is noodzakelijk,
- navi
gatie door de bestanden is mogelijk via
de bediening op het stuurwiel,
- de iPod-software moet voor een optimale
ver
binding regelmatig geüpdatet worden.
iPod ® 's van oudere
generaties en spelers die gebruik maken van het MTP-protocol * :
- afspelen uitsluitend via een Jack-Jack-snoer
(niet meegeleverd),
- nav
igatie door de bestanden is mogelijk viahet externe apparaat.
Een lijst met geschikte uitrustingen en compatible compressies is beschikbaar bij het CITROËN-netwerk. jg g
GEBRUIK VAN DE USB-BOX
AANSLUITEN VAN EEN USB-STICK
*
Afhankeli
jk van de uitvoering.
314
05
1
2
1
2
De weergave- en bedieningsfuncties verlopen
via de externe apparatuur zelf.
Stel eerst het volume van uw draagbare
apparatuur af.
Stel vervolgens het volume van deautoradio af. De AUX-aansluitin
g JACK of USB dient om een extern apparaat(mp3-speler…) aan te sluiten.
Sluit het externe apparaat(mp3-speler...) met behulp
van een adapterkabel (niet
meegeleverd) op de JACK- of USB-aansluiting aan.
Druk herhaalde malen op de toets
SOURCE om AUX te selecteren.
AUX-INGANG GEBRUIKEN
JACK- of USB-AANSLUITING (afhankelijk
van de
uitvoering van de auto)
VOLUMEREGELING EXTERNE
APPARATUUR
Sluit eenzelfde extern apparaat niet tegelijkertijd aan via de JACK-aansluiting en de USB-aansluiting.
USB-BOX
315
06
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
BLUETOOTH FUNCTIES
Het koppelen van de Bluetooth-telefoon aan het Bluetooth-systeem
van uw autoradio mag om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling de volledige aandacht van de bestuurder
vraagt, uitsluitend worden uitgevoerd bij stilstaande auto en met
aangezet contact.
Druk op de toets MENU.
Er wordt een venster weergegeven met de tekst "Bezig met
zoeken...".
A
ctiveer de functie Bluetooth van uw telefoon.
Ki
es in het menu:
- Bl
uetooth-telefoon - Audio
- Bluetooth confi
guratie
-
Zoeken via Bluetooth
De beschikbare functies zijn afhankelijk van het netwerk, de SIM-kaart ende compatibiliteit van de gebruikte Bluetooth-apparatuur.Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van uw telefoon of neem contact op met uw provider
voor meer informatie over de beschikbare functies. Een overzicht van de meest
geschikte telefoons is verkrijgbaar via het netwerk. Raadpleeg het CITROËN-netwerk.
BLUETOOTH-TELEFOON DISPLAY C
Met het menu TELEF
OON krijgt u onder andere toegang tot de
volgende functies: Adresboek * , Logboek gesprekken, Beheer van
de koppelingen.
D
e eerste vier herkende telefoons worden in dit venster
weergegeven.
Op het scherm wordt een toetsenbord
weergegeven: voer een code van
minimaal 4 cijfers in.
Bevesti
g met OK.
Mocht de koppeling niet gelukt zijn dan kunt u het, een onbeperkt
aantal keren, no
gmaals proberen.
Selecteer in de li
jst de te koppelen telefoon. U kunt slechts één
telefoon per keer koppelen.
Op het scherm van de geselecteerde telefoon
wordt een bericht weergegeven: voer, om de koppeling te accepteren, in de telefoon dezelfde code in en bevestig vervolgens met OK.
Op het scherm verschijnt "Koppeling Naam_telefoon geslaagd".
De toe
gestane automatische verbinding wordt geactiveerd nadat
de telefoon is geconfi gureerd.
Het adresboek en het lo
gboek gesprekken zijn na desynchronisatie beschikbaar.
KOPPELEN VAN EEN TELEFOON
*
Als uw telefoon volledig compatibel is.
U kunt ook via de tele
foon de koppeling tot stand brengen.
(AFHANKELIJK VAN MODEL EN UITVOERING)
316
06
1
2
1
2
2
3
EEN GESPREK ONTVANGEN
Een inkomend gesprek wordt aangegeven door een beltoon en het
verschijnen van een venster op het multifunctionele display.
Start de koppelingsprocedure tussen de telefoon
en de auto. Deze procedure kan gestart worden
via het telefoonmenu van de auto of via het
toetsenbord van de telefoon; zie hiervoor de
eerder beschreven stappen 1 t/m 10. Tijdens de koppeling moet de auto stilstaan en het contact aanstaan.
Selecteer in het telefoonmenu de te ko
ppelen telefoon.
Het audios
ysteem wordt automatisch verbonden met de zojuistgekoppelde telefoon.
Selecteer met behulp van de
toetsen de knop JA op het scherm
en bevestig met OK.
Druk op de toets
OK op het stuurwiel om het gesprek te accepteren.
Selecteer in het menu Bluetooth-telefoon - Audio, Beheer van het
telefoongesprek en vervolgens Bellen, Logboek gesprekken of Adresboek.
Druk
gedurende meer dan twee seconden op het uiteinde van de hendel aan de stuurkolom om
toegang te krijgen tot uw adresboek.
Of
Gebruik, als de auto stilstaat, het toetsenbord vanuw telefoon om een nummer in te voeren.
BELLEN
BLUETOOTH STREAMING AUDIO
Draadloze overdracht van muziekbestanden van de telefoon naar
het audiosysteem van de auto. De telefoon moet de desbetreffende
Bluetooth-profi elen (A2DP/AVRCP) kunnen ondersteunen.
*
In sommige gevallen moet het afspelen van audiobestanden via het
toetsenbord worden geactiveerd.
**
Al
s de telefoon deze functie ondersteunt.
Activeer de bron
Streaming door opde toets SOURCE *
te drukken. Via
de toetsen op het bedieningspaneel
van de radio en de bediening op het
stuurwiel kunt u op de gebruikelijke
wijze de muziekstukken aansturen ** .
De informatie over de muziekstukkenkan op het display worden
weergegeven.
BLUETOOTH FUNCTIES