07
146
MENUSTRUCTUUR DISPLAY
1
2
2
2
2
1
2
2
2
1
2
2
2
2
3
3
1
2
2
4
4
4
1
2
3
2
3
3
3
3
3
3
3
2
2
3
3
3
MENU
Radio
TA
RD
S
TXT
Invoer freq.
Media
N
ormaal
Random
Alle random
Telefoon
Bellen
Herhaling
TA
Status telefoon
Directory
Oproep info
Bluetooth
Bl
uetooth beheer
Z
oeken Gemiste oproepen
Gekozen nummers
Ontvangen oproepen
Instelling
Weergave
Afr
ollende tekst
Taal
D
eutsch
En
glish
Español
Français
It
aliano
Nederlands
Português
Versie
System Portu
guês-Brasil
Р
усский
T
ürkçe
147
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
Er is een verschil in geluidskwaliteit tussende verschillende geluidsbronnen (radio, CD...).
Voor een optimaal luister
genot kunt u de audio-instellingen (volume,bassen, hoge tonen, klankkleur, loudness) voor elke geluidsbronafzonderlijk instellen. Hierdoor kunnen bij het selecteren van een anderegeluidsbron (radio, CD...) verschillen in de geluidskwaliteit hoorbaar zijn.
Controleer of de audio-instellingen (bassen, hoge
tonen, klankkleur, loudness) zijn afgestemd op de
verschillende geluidsbronnen. Het is raadzaam de
audio-
functies (bassen, hoge tonen, balans V-A,
balans L-R) in de middelste stand te zetten, de
klankkleur te selecteren en de functie Loudnessin de stand "Actief" te zetten als de CD-speler isgeselecteerd en in de stand "Inactief" te zetten alsde radio is geselecteerd.
Bij het veranderen van
de bassen en ho
ge
tonen wordt de gekozen
klankkleur uitgeschakeld.
Bi
j het veranderen van de klankkleur worden de bassen en de hoge tonen
op 0 gezet. De klankkleur is gekoppeld aan de bassen en hoge tonen. Het is niet
mo
gelijk dit afzonderlijk van elkaar in te stellen, behalve als u een eigen klankkleur hebt ingesteld.
Stel de bassen en hoge tonen of de klankkleur naar eigen wens in.
Bi
j het veranderen
van de balans wordt
de geluidsverdeling
uitgeschakeld. De
geluidsverdeling is gekoppeld aan de balans. Stel de balans in of kies een geluidsverdeling naar eigen wens. In de vol
gende tabellen vindt u een antwoord op veelgestelde vragen.
148
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
De ontvan
gstkwaliteit
van de beluisterderadiozender neemtgeleidelijk af of de
voorkeuzezenders
kunnen niet worden
ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...).D
e auto bevindt zich te ver van de zender van het beluisterde radiostation
of er bevindt zich geen zender in het gebied waarin de auto zich bevindt. Activeer de functie RDS om het systeem te laten controleren of er een sterkere zender in het gebied aanwezig is.
De om
geving (bergen, gebouwen, tunnels, parkeergarages, enz.)
veroorzaakt storingen in de ontvangst, ook als de RDS-functie is
ingeschakeld. Dit is een normaal verschi
jnsel en heeft niets te maken met een storing in de autoradio.
De antenne is niet aanwezi
g of beschadigd (bijvoorbeeld ineen wasstraat of parkeergarage). Laat de antenne controleren door het
CITROËN-netwerk.
Het
geluid van de radio
valt 1 tot 2 seconden
weg. Het RD
S zoekt tijdens deze korte onderbreking van het geluid naar eeneventuele sterkere zender voor een betere ontvangst van het station. Schakel de RDS-functie uit als dit verschijnsel zich
te vaak en steeds op hetzelfde traject voordoet.
D
e functie TA (verkeersinformatie) is
ingeschakeld, maar ik krijg
geen verkeersinformatie
te horen.
De geselecteerde radiozender maakt geen deel uit van het regionale
netwerk van zenders die verkeersinformatie uitzenden. Stem af op een zender die wel verkeersinformatie uitzendt.
D
e voorkeuzezenders kunnen niet worden
ontvangen (geengeluid, 87,5 Mhz wordt
weergegeven...).Het verkeerde
golfbereik is geselecteerd. Druk op de toets SRC/TEL om het golfbereik (FM1 of FM2) te vinden waarin de
voorkeuzezenders zijn opgeslagen.
149
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD
OPLOSSING
De
CD wordt steeds
uitgeworpen of kan niet
worden afgespeeld door
de CD-speler. De CD is ondersteboven in de speler
geplaatst, kan niet worden gelezen,bevat geen audiobestanden of bevat audiobestanden die niet door de autoradio gelezen kunnen worden.
De
CD is voorzien van een beveiligingssysteem dat niet door de autoradio wordt herkend.
- Controleer of de CD met de
juiste zijde boven
in de speler is geplaatst.
- Controleer de staat van de CD: de CD kan niet
worden gelezen als deze te veel is beschadigd.
-
Controleer de inhoud van de CD als deze zelf
is gebrand: raadpleeg de tips in het hoofdstuk
Audio.
- De CD-speler van de autoradio kan geen DVD's afspelen.
- De kwaliteit van sommige zelfgebrande CD's
is onvoldoende om deze door de autoradio telaten afspelen.
De
CD-speler levert een slechte geluidskwaliteit. De gebruikte CD is gekrast of van slechte kwaliteit. Gebruik alleen CD's van goede kwaliteit en berg
ze zorgvuldig op.
De audio-instellin
gen (bassen, hoge tonen, klankkleur) zijn niet op de
CD-speler afgestemd. Zet het niveau van de bassen of de hoge
tonen op 0, zonder een klankkleurte selecteren.
De Bluetooth-verbindingwordt onderbroken.De batterijspanning van de randapparatuur is misschien te laag. Laad de batterij van de randapparatuur op.
Op het display wordt
de melding "Storing
USB-randapparatuur"
of "Randapparatuur niet herkend" weergegeven.D
e USB-stick wordt niet herkend.
D
e stick is misschien defect. Formateer de stick opnieuw.
E
en telefoon wordt
automatisch aangesloten
als een verbinding met een andere telefoon
wordt verbroken. Automatisch verbindin
g maken heeft voorrang op handmatig verbinding
maken. Verander de instellingen van de telefoon om het
automatisch verbinding maken uit te schakelen.
150
VEELGESTELDE VRAGEN
VRAAG ANTWOORD OPLOSSING
De IPod wordt bi
j het
aansluiten op de USB-
aans
luiting niet herkend.De IPod is niet compatibel met de USB-aansluitin
g.
De harde schij
f of andererandapparatuur wordt
bij het aansluiten op de
USB-aansluiting niet herkend.
Sommige schijven en randapparatuur hebben meer stroom nodig dan de
voeding die de radio levert. Sluit de randapparatuur op het 230 V- stopcontact, de
12 V-aansluiting of een externe voedingsbron aan.
Let op: controleer of de randapparatuur zelf geen signaal van meer dan 5 V afgeeft (kans opschade).
Tijdens streaming audio
wordt het geluid tijdelijkonderbroken.
Sommige telefoons geven voorrang aan de handsfree-signaalverbinding. Schakel de "handsfree"-verbinding uit voor eenbetere weergave van de streaming-audio.
Bi
j het afspelen tijdens "Alles random" wordensommige nummers
overgeslagen.D
e functie "Alles random" kan maximaal 999 nummers lezen.
N
a het afzetten van de motor wordt deradio na enkele minuten automatisch
uitgeschakeld. Als de motor is a
fgezet, blijft de radio nog werken zolang de laadtoestand
van de accu dat toestaat.
Het automatisch uitschakelen duidt erop dat de eco-modus van de
autoradio is geactiveerd om te voorkomen dat de accu van de auto ontladen raakt.
Start de motor om de accu op te laden.
De meldin
g "het
audiosysteem is
oververhit" verschijnt ophet display.
Om het audiosysteem te beschermen tegen een te hoge
omgevingstemperatuur, activeert de autoradio automatisch een
thermische beveiliging die het geluidsvolume verlaagt of de CD-speler uitschakelt. Schakel het audios
ysteem enkele minuten uit omhet systeem te laten afkoelen.
..
Tr e f w o o r d e n r e g i s t e r
157
Kentekenplaatverlichting............................102Kilometerteller...............................................r28Kinderbeveiliging ....................................67, 68Kinderen............................................64,65, 67Kinderen(veiligheidsvoorzieningen)..............61, 64-68Kinderzitjes.............................................61,64Klimaatregeling .......................................48,49Koelvloeistofniveau .....................................117Kofferdeksel sluiten ......................................36Koplampen ....................................................97Koplampverstelling........................................58
Mat bevestigen..............................................45Matten...........................................................45Mat verwijderen............................................45Menustructuren display..............................146Milieu .............................................................17
Neerklappen van de rugleuningvan de stoelen of de achterbank................ 40Niveaus controleren ............................. 117, 118Niveaus en controles...................115,117, 118Noodoproep gelokaliseerd.........................126
Laadkleppen.................................................37Lampen (toegang).........................................97Lampen (ver vangen, referenties)..........................................97,102Lekke band....................................................90Lichtschakelaar.............................................r56Luchtrecirculatie/toevoer
van buitenlucht............................................49
Onderhoudsintervalindicator........................r29Ontdooien......................................................51Ontwasemen.................................................51Opbergvakken...............................................44Opbergvakken portieren ...............................44Openen van de voorklep.............................114
L
MN K
O
Parkeerlichten.......................................97, 102Passagiersairbag uitschakelen .....................76Plafonnier......................................................r60Portieren .......................................................35
P
Radio ...........................................................129Rembekrachtigingsysteem ...........................70Remblokken ................................................119Remlichten..................................................102Remmen......................................................119Remschijven................................................119Remvloeistofniveau.....................................117Richtingaanwijzers ..........................69,97,102Ruimte onder
de voorklep ...............................................115Ruitbediening ................................................34Ruitensproeierreservoir..............................r117Ruitensproeiers.............................................59Ruitensproeiervloeistofniveau....................117Ruitenwisser achter......................................r59Ruitenwisserbladen (ver vangen)................110Ruitenwissers................................................59Ruitenwisserschakelaar................................r59
R
Mistachterlicht.......................................57, 102Mistlampen....................................................57Mistlampen vóór......................................r57,97Motorkapsteun ............................................114MP3 (CD)............................................133, 134
Selectiehendel ..............................................54Serienummer auto ......................................123Slepen van een auto ................................... 110Sleutel met afstandsbediening ...............31, 33Startblokkering, elektronische................32, 33Starten van de auto.................................52,54Stilzetten van de auto.............................52,54Stoelen verstellen...................................38, 40Streaming audio Bluetooth.........................137
S
Na het losnemen van de accukabels moet eencode ingevoerd worden om de radio weer te
kunnen gebruiken.
U kunt maximaal 5 pogingen doen om de codein te voeren. Bij de laatste twee pogingen moetu 15 minuten wachten voordat u een nieuwe poging kunt doen.
Bewaar decode op een veilige plaats buiten
de auto. Bewaar de code bij uw persoonlijke documenten als u een verre reis maakt.
CODE
AUTOR ADIO