Functie SPEECH VOLUME
(regeling telefoonvolume)
Met behulp van deze functie kan het volu-
me worden geregeld (tussen 1 en 40) door
de linker draaiknop A-fig. 1 te draaien of de
toetsen
/in te drukken, of worden uit-
geschakeld (OFF-instelling) van de telefoon
en van Blue&Me
™(met uitzondering van
de Media Player).
Op het display verschijnt de huidige status
van de functie:
❍„Speech Off”: functie uitgeschakeld.
❍„Speech Volume 23”: functie ingescha-
keld en volume ingesteld op 23.
Functie AUX OFFSET
(gelijkstellen van het volume
van het draagbare apparaat
aan dat van de andere
audiobronnen)
Met behulp van deze functie kan het volu-
me van de AUX-audiobron, dat afhankelijk
is van het aangesloten draagbare apparaat,
worden aangepast aan dat van de andere
audiobronnen. Druk om de functie te active-
ren op de toets MENU en selecteer de op-
tie “AUX offset”.
Druk op de toets
ofom het volume-
niveau te verlagen of verhogen (instelbaar
tussen −6 en +6).
Functie RADIO OFF
(in- en uitschakelwijze)
Met deze functie kan de uitschakelwijze van
de radio op twee manieren worden inge-
steld. De functie kan worden ingeschakeld
met de toets
of.
Op het display verschijnt de gekozen wijze:
❍„00 MIN”: uitschakeling afhankelijk van
de contactsleutel; de autoradio wordt au-
tomatisch uitgeschakeld zodra u de con-
tactsleutel in stand STOP draait;
❍„20 MIN”: uitschakeling onafhankelijk
van de contactsleutel; de autoradio blijft
maximaal nog 20 minuten ingeschakeld
nadat de contactsleutel in stand STOP
is gedraaid.
AUTORADIO
266
Functie SYSTEM RESET
Met deze functie kunt u alle oorspronkelij-
ke fabrieksinstellingen herstellen. De moge-
lijkheden zijn:
❍NO: geen restorewerkzaamheden;
❍YES: alle fabrieksinstellingen worden
hersteld. Tijdens deze procedure ver-
schijnt het opschrift „Resetting” op het
display. Na deze bewerking wijzigt de
bron niet en zal de oorspronkelijke si-
tuatie worden weergegeven.
VOORBEREIDING TELEFOON
Als op de auto een handsfree carkit is geïn-
stalleerd en u gebeld wordt, wordt het au-
diosysteem verbonden met de telefoon. Het
volume van de telefoon is vast ingesteld,
maar kan tijdens het gesprek worden gere-
geld met de linker draaiknop A(fig.1).
Het vaste volume kan worden geregeld met
de functie „SPEECH VOLUME” van het me-
nu. Tijdens het uitschakelen van het volume
voor een telefoongesprek verschijnt op het
display het opschrift „PHONE”.
DIEFSTALBEVEILIGING
De autoradio is voorzien van een diefstalbe-
veiliging die gebaseerd is op de informatie-
uitwisseling tussen de autoradio en de re-
geleenheid (Body Computer) in de auto.
Dit systeem garandeert maximale veiligheid
en zorgt ervoor dat de geheime code niet op-
nieuw ingevoerd hoeft te worden, als de voe-
ding van de autoradio onderbroken is geweest.
Als deze controle een positief resultaat heeft,
dan begint de autoradio te werken. Als de
codes bij de vergelijking echter niet overeen-
komen of als de regeleenheid (Body Com-
puter) wordt vervangen, dan moet de gebrui-
ker de geheime code invoeren op de wijze
die in de volgende paragraaf is beschreven.
AUTORADIO
267
268
AUTORADIO
Geheime code invoeren
Als u de autoradio inschakelt, verschijnt, als
de code wordt gevraagd, op het display on-
geveer 2 seconden het opschrift „Radio co-
de”, gevolgd door vier streepjes „- - - -”.
De geheime code bestaat uit vier cijfers tus-
sen 1 en 6. Elk streepje staat voor een cijfer.
Druk voor het invoeren van het eerste cij-
fer op de betreffende voorkeuzetoets (tus-
sen 1 en 6). Voer op dezelfde wijze de ove-
rige cijfers van de code in.
Als de vier cijfers niet binnen 20 seconden
worden ingevoerd, verschijnt op het display
het opschrift „Enter code - - - -”. Dit wordt
niet beschouwd als het invoeren van een ver-
keerde code.Na het invoeren van het vierde cijfer (bin-
nen 20 seconden), begint de autoradio te
werken.
Als een verkeerde code wordt ingevoerd,
hoort u een akoestisch signaal en verschijnt
op het display het opschrift „Radio blocked/
wait” om aan te geven dat de juiste code
moet worden ingevoerd.
Iedere keer als een verkeerde code wordt in-
gevoerd, wordt de wachttijd waarna
opnieuw een code kan worden ingevoerd,
verhoogd (1 min, 2 min, 4 min, 8 min,
16 min, 30 min, 1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur,
16 uur en 24 uur), totdat de wachttijd van
maximaal 24 uur is bereikt. De wachttijd
wordt op het display aangegeven door het
opschrift „Radio blocked/wait” weergege-
ven. Als dit opschrift is verdwenen, kan de
code opnieuw worden ingevoerd.
Code-Card
Dit document is het eigendomsbewijs van
de autoradio. Op dit document staan het mo-
del, het serienummer en de geheime code
van de autoradio aangegeven.
BELANGRIJK Bewaar de Code-Card zorgvul-
dig, zodat u bij diefstal van de autoradio
de gegevens aan de bevoegde instantie kunt
overleggen.
269
AUTORADIO
R R
A A
D D
I I
O O
( (
T T
u u
n n
e e
r r
) )
INLEIDING
Als u de autoradio inschakelt, dan wordt de
audiobron ingeschakeld die voor het uitscha-
kelen beluisterd werd: Radio, CD, MP3-CD,
Media Player (alleen met Blue&Me™) of
AUX (alleen met Blue&Me™) (voor bepaal-
de uitvoeringen/markten).
Om de Radio te selecteren tijdens het beluis-
teren van een andere audiobron, moet u kort
op de toets FM
ASof AM drukken, afhanke-
lijk van de gewenste golfband.
Als de Radio is ingeschakeld, verschijnen op
het display de naam (alleen RDS-stations),
de frequentie van het geselecteerde station,
de geselecteerde golfband (bijv. FM1) en het
nummer van de voorkeuzetoets (bijv. P1).
GOLFBAND SELECTEREN
Druk bij ingeschakelde Radio herhaaldelijk kort
op de toets FM
ASof AM om de gewenste golf-
band te selecteren.
Telkens als u op de toets drukt, wordt de vol-
gende golfband geselecteerd in de volgorde:
❍Na indrukken van toets FMAS: „FM1”,
„FM2” of „FMA”;
❍Na indrukken van toets AM: „MW1” of
„MW2”.
Elke band wordt op het display door een bij-
behorend opschrift aangegeven. Er wordt af-
gestemd op het laatst geselecteerde station
op de betreffende golfband.
De FM-band is onderverdeeld in: FM1, FM2
of FMA; de FMA-golfband is gereserveerd
voor de stations die met de AutoSTore-func-
tie automatisch worden opgeslagen.
VOORKEUZETOETSEN
De toetsen met de symbolen van 1 tot 6
maken de volgende voorkeuze-instellingen
mogelijk:
❍18 stations op de FM-golfband (6 op
FM1, 6 op FM2, 6 op FMT of „FMA”
(bij enkele uitvoeringen);
❍12 stations op de MW-golfband (6 op
MW1, 6 op MW2).
Kies voor het oproepen van een voorkeu-
zestation, de gewenste golfband en druk
vervolgens kort op de betreffende voorkeu-
zetoets (tussen 1 en 6).
Als langer dan 2 seconden de betreffende
voorkeuzetoets wordt ingedrukt, wordt het
geselecteerde station opgeslagen. Als het
station is opgeslagen, klinkt er een akoes-
tisch signaal.
LAATST BELUISTERDE STATION
OPSLAAN
De radio onthoudt automatisch naar welk
station op de diverse golfbanden is geluis-
terd. Op dit station wordt afgestemd als de
radio wordt ingeschakeld of wanneer van
golfband wordt gewisseld.
AUTOMATISCHE AFSTEMMING
Druk kort op toets ofom automatisch
in de gekozen richting te zoeken naar het
eerstvolgende te ontvangen station.
Als toets
oflanger wordt ingedrukt,
dan start het snel zoeken. Als de toets wordt
losgelaten, wordt er afgestemd op het eerst-
volgende te ontvangen station.
Als de TA-functie (verkeersinformatie) is in-
geschakeld, wordt alleen naar stations ge-
zocht die verkeersinformatie uitzenden.
HANDMATIGE AFSTEMMING
U kunt handmatig de stations op de gese-
lecteerde golfband zoeken.
Kies de gewenste golfband en druk vervol-
gens herhaaldelijk kort op toets
of
om in de gekozen richting te zoeken. Als
toets
oflanger wordt ingedrukt,
wordt er snel naar stations gezocht. Als de
toets wordt losgelaten, stopt het zoeken.
FUNCTIE AUTOSTORE
(automatisch opslaan
van stations)
Voor het inschakelen van de functie Auto-
STore moet u de toets FM
ASingedrukt hou-
den, totdat u een akoestisch signaal hoort.
Met deze functie worden automatisch de 6
stations met het sterkste signaal op de FMA-
golfband opgeslagen (in volgorde van afne-
mende sterkte).
Tijdens de automatische stationopslag knip-
pert op het display het opschrift „Autostore”.
Om de AutoSTore-functie te onderbreken
moet opnieuw op toets FM
ASworden ge-
drukt: er wordt afgestemd op het station
waarnaar u luisterde, voordat de functie
werd ingeschakeld.
Als de AutoSTore-functie is beëindigd, wordt
automatisch afgestemd op het eerste voor-
keuzestation op de FMA-golfband, dat is op-
geslagen onder voorkeuzetoets 1.
Onder de van 1 tot 6 genummerde toetsen
worden nu automatisch de stations opgesla-
gen die op dat moment op de geselecteer-
de golfband het sterkste signaal uitzenden.
Als is afgestemd op de MW-golfband en de
functie AutoSTore wordt ingeschakeld, dan
wordt automatisch de FMA-golfband geselec-
teerd, waarop de functie wordt uitgevoerd.BELANGRIJK Soms slaagt de functie AutoSTo-
re er niet in 6 stations met een voldoende
sterk signaal te vinden. In dat geval worden
onder de vrije voorkeuzetoetsen de stations
met het sterkste signaal opgeslagen.
BELANGRIJK Als de AutoSTorefunctie wordt
ingeschakeld, worden de eerder opgeslagen
stations op de FMA-golfband gewist.
AUTORADIO
270
ONTVANGST VAN
ALARMBERICHTEN
De autoradio is bij ingeschakeld RDS voor-
bereid op de ontvangst van alarmberichten in
geval van uitzonderlijke omstandigheden of
gebeurtenissen die gevaar kunnen opleveren
(aardbevingen, overstromingen enz.). Deze
berichten worden uitgezonden op het station
waarop is afgestemd.
Deze functie wordt automatisch ingescha-
keld en kan niet worden uitgeschakeld.
Tijdens het uitzenden van een alarmbericht
verschijnt op het display het opschrift
„Alarm”. Tijdens het bericht wijzigt het vo-
lume van de autoradio op dezelfde wijze als
bij het weergeven van verkeersinformatie.
FUNCTIE EON
(Enhanced Other Network)
In enkele landen zijn netwerken geformeerd
van meerdere stations die verkeersinforma-
tie uitzenden. Als dit het geval is, wordt het
programma van het station waarnaar u luis-
tert tijdelijk onderbroken voor:
❍verkeersinformatie (alleen bij ingescha-
kelde TA-functie);
❍regionale programma’s, iedere keer als
deze worden uitgezonden door een sta-
tion van hetzelfde netwerk.
UITZENDINGEN IN STEREO
Als het ontvangstsignaal te zwak is, wordt
de weergave automatisch veranderd van ste-
reo in mono.
AUTORADIO
271
C C
D D
- -
S S
P P
E E
L L
E E
R R
INLEIDING
Dit hoofdstuk bevat de specifieke instructies
voor de werking van de CD-speler: zie voor
de werking van de autoradio het hoofdstuk
„Functies en Instellingen”.
CD-SPELER SELECTEREN
Ga voor het inschakelen van de geïntegreer-
de CD-speler als volgt te werk:
❍plaats een CD, bij ingeschakeld appa-
raat: de weergave start vanaf het eer-
ste muziekstuk;
of
❍schakel als er reeds een CD in de spe-
ler zit, de autoradio in en druk vervol-
gens kort op de toets CD om de CD-spe-
ler te selecteren: de weergave start
vanaf het laatst beluisterde muziekstuk.
Voor een optimale weergave raden wij aan
originele CD’s te gebruiken. Als u een CD-R/
RW gebruikt, dan moet deze van goede
kwaliteit zijn en tijdens het opnemen op de
laagst mogelijke snelheid zijn beschreven.
LADEN/UITWERPEN VAN DE CD
Steek de CD voorzichtig in de opening, zo-
dat de CD automatisch en op de juiste wij-
ze in de speler wordt geladen.
De CD kan worden ingestoken bij uitgescha-
kelde autoradio en contactsleutel in stand
MAR: in dit geval blijft de autoradio uitge-
schakeld. Als u de autoradio inschakelt, dan
wordt de audiobron ingeschakeld die voor
het uitschakelen beluisterd werd.
Na het insteken van een CD verschijnt er
op het display het symbool „CD-IN” en het
opschrift „CD Reading”. Dit blijft weerge-
geven gedurende de tijd die de autoradio no-
dig heeft om de tracks op de CD te lezen.
Daarna start de autoradio automatisch met
de weergave van het eerste muziekstuk. Druk bij ingeschakelde autoradio op de toets˚voor het automatisch uitwerpen van de
CD. Na het uitwerpen wordt de audiobron
ingeschakeld die beluisterd werd voordat de
CD werd afgespeeld.
Als de CD niet uit de speler wordt verwijderd,
dan wordt de CD na ongeveer 20 secon-
den automatisch weer geladen en wordt
afgestemd op de Tuner (Radio).
De CD kan niet worden uitgeworpen bij uit-
geschakelde autoradio.
Als u de uitgeworpen CD weer in de speler
plaatst zonder dat hij volledig uit de opening
is verwijderd, dan schakelt de radio niet over
op de CD-speler.
AUTORADIO
272
Eventuele foutmeldingen
Als de geladen CD niet kan worden gele-
zen (bijv. als een CD-ROM is geladen, een
CD verkeerd is geplaatst of er een leesfout
is), verschijnt op het display het opschrift
„CD Disc error”.
Vervolgens wordt de CD uitgeworpen en
hoort u de audiobron die ingeschakeld was
voordat de CD-speler werd geselecteerd.
Als er externe audiobronnen („TA”, „ALARM”
en „Phone”) zijn ingeschakeld, dan wordt
de onleesbare CD niet uitgeworpen, zolang
deze functies actief zijn. Na beëindiging van
de functie, wordt bij ingeschakelde CD-spe-
ler, gedurende enkele seconden het opschrift
„CD Disc error” weergegeven en vervolgens
wordt de CD uitgeworpen.
INFORMATIE OP HET DISPLAY
Als de CD-speler is ingeschakeld, verschijnen
op het display de volgende meldingen:
❍„CD Track 5”: het nummer van het mu-
ziekstuk op de CD;
❍„03:42”: de verstreken speelduur van-
af het begin van het muziekstuk (als de
betreffende menufunctie is ingeschakeld).
MUZIEKSTUK SELECTEREN
(vooruit/achteruit)
Druk kort op de toets om het vorige mu-
ziekstuk op de CD te beluisteren en op de
toets
om het volgende muziekstuk te be-
luisteren. De muziekstukken worden cyclisch
geselecteerd: na het laatste muziekstuk
wordt het eerste muziekstuk geselecteerd
en omgekeerd.
Als het muziekstuk al meer dan 3 seconden
wordt weergegeven en kort op toets
wordt gedrukt, wordt het muziekstuk vanaf
het begin herhaald. Als u in dat geval het vo-
rige muziekstuk wilt beluisteren, moet de
toets twee maal na elkaar worden ingedrukt.
MUZIEKSTUKKEN SNEL
VOORUIT-/TERUGSPOELEN
Houd toets ingedrukt om het gekozen
muziekstuk versneld vooruit te spoelen of
houd toets
ingedrukt om het gekozen
muziekstuk versneld achteruit te spoelen.
Het snel vooruit-/achteruitspoelen wordt on-
derbroken als u de toets loslaat.
FUNCTIE PAUSE
Druk om de CD-speler in de pauzestand te
zetten op toets MUTE. Op het display ver-
schijnt het opschrift „CD Pause”.
Druk om de weergave te hervatten opnieuw
op de toets MUTE.
Als een andere audiobron wordt gekozen,
dan wordt de pauze-functie uitgeschakeld.
AUTORADIO
273