Page 65 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-12
6
OPMERKINGSla de stappen 5–7 over als de oliefilterpa-
troon niet wordt vervangen.5. Verwijder de oliefilterpatroon met een
oliefiltersleutel.
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.6. Smeer een dun laagje schone motoro-
lie op de o-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKIN
G
Zorg dat de o-ring correct aanligt.7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon met
een oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. Pakking
1
12
1. Oliefiltersleutel
2. Oliefilterpatroon
1
2
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
U2S3D2D0.book Page 12 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 66 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-13
6
8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motorolie,
breng dan de olievuldop aan en zet
deze vast.OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.
LET OP
DCA11620
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan
gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
10. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.
LET OP
DCA10401
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje olieniveau knippert of blijft
branden en laat het voertuig controleren
door een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in orde is.11. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig. Aanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment:
Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
Aanbevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid:
Zonder vervanging van oliefilterpa-
troon:
4.30 L (4.55 US qt, 3.78 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
4.70 L (4.97 US qt, 4.14 Imp.qt)
U2S3D2D0.book Page 13 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 67 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-14
6
DAU46577
Cardanolie Vóór elke rit moet het cardanhuis worden
gecontroleerd op olielekkage. In geval van
lekkage dient u de machine door een
Yamaha dealer te laten nakijken en repare-
ren. Bovendien dient de cardanolie als volgt
te worden gecontroleerd en ververst op de
aangegeven tijdstippen in het periodieke
onderhouds- en smeerschema.
WAARSCHUWING
DWA10370
Zorg ervoor dat geen verontreini-
gingen het cardanhuis kunnen bin-
nendringen.
Zorg dat er geen olie op de banden
of wielen terechtkomt.
Controleren van het olieniveau in het
cardanhuis
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKINGZorg dat de machine rechtop staat bij het
controleren van het olieniveau.2. Verwijder de controlebout voor carda-
nolie met de pakking en controleer of
er olie naar buiten stroomt.3. Als er geen olie naar buiten stroomt,
verwijder de ontluchtingsdop van het
cardanhuis door de bout en onderle-
gring te verwijderen en verwijder dan
de vulplug van de cardanolie met de
pakking.4. Controleer of de pakkingen bescha-
digd zijn en vervang ze indien dat no-
dig is.
5. Vul het aanbevolen type olie bij via de
vulopening voor cardanolie totdat de
olie uit de opening in de controlebout
stroomt.
6. Breng de olieniveaucontrolebout, de
olievulplug en hun pakkingen aan en
zet dan de pluggen vast met hun juiste
aanhaalmoment.
1. Controlebout cardanolie
2. Pakking
1
2
1. Bout ontluchtingsdop cardanhuis
2. Ring
3. Ontluchtingsdop cardanhuis
4. Vulplug cardanolie
5. Pakking
3 2 145
U2S3D2D0.book Page 14 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 68 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-15
6
7. Breng de ontluchtingsdop van het car-
danhuis aan door de onderlegring en
bout te plaatsen en zet de bout vervol-
gens vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
Om de cardanolie te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond.
2. Plaats een olieopvangbak onder het
cardanhuis om de gebruikte olie op te
vangen.
3. Verwijder de ontluchtingsdop van het
cardanhuis door de bout en onderle-
gring te verwijderen.4. Verwijder de vulplug van de cardanolie
en de aftapplug van de cardanolie met
hun pakkingen om de olie uit het car-
danhuis af te tappen.5. Monteer de aftapplug met een nieuwe
pakking en zet de plug dan vast met
het voorgeschreven aanhaalmoment.
6. Verwijder de controlebout voor carda-
nolie met de pakking.
7. Controleer de pakking van de olieni-
veaucontrolebout en de pakking van
de olievulplug en vervang deze indien
nodig.
8. Vul bij met de aanbevolen cardanolie
totdat de olie uit de opening in de con-
trolebout stroomt. Aanhaalmomenten:
Controlebout cardanolie:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Vulplug cardanolie:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aanhaalmoment:
Bout ontluchtingsdop cardanhuis:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1. Bout ontluchtingsdop cardanhuis
2. Ring
3. Ontluchtingsdop cardanhuis
4. Vulplug cardanolie
5. Pakking
3 2 145
1. Aftapplug cardanolie
2. PakkingAanhaalmoment:
Aftapplug cardanolie:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
1
12
U2S3D2D0.book Page 15 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 69 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-16
6
9. Breng de olieniveaucontrolebout, de
olievulplug en hun pakkingen aan en
zet dan de pluggen vast met hun juiste
aanhaalmoment.
10. Breng de ontluchtingsdop van het car-
danhuis aan door de onderlegring en
bout te plaatsen en zet de bout vervol-
gens vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
11. Controleer het cardanhuis op olielek-
kage. Zoek in geval van lekkage naar
de oorzaak.
DAU20070
Koelvloeistof Voor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU46691
Controleren van het koelvloeistofniveau
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.OPMERKING
Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud is,
temperatuurverschillen zijn namelijk
van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistofni-
veau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.
2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als de koelvloeistof bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan de beveiliging van
de dop van het vloeistofreservoir door
eerst de vergrendeling los te halen en
verwijder vervolgens de dop van het
reservoir.
4. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de reservoirdop aan.
WAARSCHUWING! Verwijder alleen
de dop van het koelvloeistofreser-
voir. Probeer nooit om de radiator-
vuldop te verwijderen als de motor
koud is.
[DWA15161]
LET OP: Als er geen
koelvloeistof aanwezig is, gebruik Aanbevolen cardanolie:
Originele Yamaha cardanolie SAE
80 API GL-5
Oliehoeveelheid:
0.30 L (0.32 US qt, 0.26 Imp.qt)
Aanhaalmomenten:
Controlebout cardanolie:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
Vulplug cardanolie:
23 Nm (2.3 m·kgf, 17 ft·lbf)
Aanhaalmoment:
Bout ontluchtingsdop cardanhuis:
10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)
1. Dop koelvloeistofreservoir
2. Beveiliging dop koelvloeistofreservoir
3. Bout
4. Merkstreep maximumniveau
5. Merkstreep minimumniveau
2
1
5 4
3
U2S3D2D0.book Page 16 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 70 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
dan in plaats daarvan gedistilleerd
water of onthard leidingwater. Ge-
bruik geen hard water of zout water,
dit is schadelijk voor de motor. Als
er in plaats van koelvloeistof water
is gebruikt, vervang dit dan zo snel
mogelijk door koelvloeistof, anders
is het systeem niet beschermd te-
gen vorst en corrosie. Als er water
aan de koelvloeistof is toegevoegd,
laat dan een Yamaha dealer zo snel
mogelijk het antivriesgehalte van
de koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
de koelvloeistof afneemt.
[DCA10472]
5. Plaats de beveiliging van de dop van
het reservoir door de vergrendeling
aan te brengen.
DAU46423
Om de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en laat het motorblok indien no-
dig afkoelen.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel A. (Zie
pagina 6-8.)3. Verwijder het luchtinlaatkanaal door
de bouten te verwijderen.
4. Schuif een opvangbak onder de motor
om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
5. Verwijder de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING! Probeer nooit
om de radiatorvuldop te verwijde-
ren als de motor warm is.
[DWA10381]
6. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir en het koelvloeistofreser-
voir zelf door de bouten los te halen.
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)
1. Bout
2. Luchtaanzuigkanaal
11
2
1. Radiatorvuldop
1. Bout
2. Dop koelvloeistofreservoir
3. Beveiliging dop koelvloeistofreservoir
4. Kap koelvloeistofreservoir
5. Koelvloeistofreservoir
1
4
5
1
2
3
1
U2S3D2D0.book Page 17 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 71 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
7. Verwijder de beveiliging van de dop
van het vloeistofreservoir door eerst
de vergrendeling los te halen en ver-
wijder vervolgens de dop van het re-
servoir.
8. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af
door het reservoir om te keren.
9. Monteer het deksel van het koelvloei-
stofreservoir en het reservoir door
deze in de oorspronkelijke stand te
plaatsen en breng daarna de bouten
aan.
10. Verwijder de aftapschroef voor koel-
vloeistof en de o-ring om het koelsys-
teem af te tappen.
11. Spoel het koelsysteem nadat alle koel-
vloeistof is uitgestroomd grondig door
met schoon leidingwater.12. Breng de aftapschroef voor koelvloei-
stof en de nieuwe o-ring aan.
13. Houd de machine rechtop en giet de
voorgeschreven hoeveelheid van de
gespecificeerde koelvloeistof in de ra-
diator en het reservoir. LET OP: Wan-
neer u de machine niet rechtop
houdt terwijl u de radiator met koel-
vloeistof vult, dan kan er lucht in het
koelsysteem blijven zitten.
[DCA16540]
14. Breng de dop van het vloeistofreser-
voir aan, en plaats vervolgens de be-
veiliging van de dop van het reservoir
door de vergrendeling aan te brengen.
15. Breng de radiatorvuldop weer aan.16. Start de motor, laat hem een paar mi-
nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
17. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig koelvloei-
stof bij tot het niveau boven in de radia-
tor staat en breng dan de
radiatorvuldop aan.
18. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder indien nodig
de beveiliging van de dop van het koel-
vloeistofreservoir, vul koelvloeistof bij
tot aan de merkstreep voor maximum-
niveau en breng dan de beveiliging
van de dop weer aan.
19. Start de motor en controleer dan of er-
gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
20. Monteer het luchtinlaatkanaal door de
bouten aan te brengen.
1. Aftapschroef koelvloeistof
2. O-ring
1
2
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol anti-
vries met corrosieremmers voor alu-
minium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Inhoud radiator (inclusief alle leidin-
gen):
3.75 L (3.96 US qt, 3.30 Imp.qt)
Inhoud koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.27 L (0.29 US qt, 0.24 Imp.qt)
U2S3D2D0.book Page 18 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 72 of 108
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
21. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU36764
Luchtfilterelement Het luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
DAU44734
Stationair toerental controleren Controleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.Stationair toerental:
950–1050 tpm
U2S3D2D0.book Page 19 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM