Page 41 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-26
3
Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-
plug.Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de uitgaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelknop op beide vorkpoten in de richting
(b).Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de ingaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(b).1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. Vorkplug
(a)
(b)
154321
2 1
Afstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
5
Standaard:
4
Maximum (hard):
1
1. Stelknop voor uitveerdemping
(a)
(b)1
Afstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
17 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
1
(b)(a)
U2S3D2D0.book Page 26 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 42 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-27
3
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan te
passen.
DAU46493
Schokdemperunit afstellen Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelknop voor veervoorspanning en met
stelknoppen voor in- en uitgaande demping.LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-
men.Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
knop in de richting (a). Draai om de veer-
voorspanning te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelknop in de richting
(b).OPMERKINGZet het betreffende merkteken op het afstel-
mechanisme recht tegenover het uiteinde
van de stelknop.
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
1. Stelknop veervoorspanningAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
11
Standaard:
6
Maximum (hard):
1
(a)
(b)
1
5
4
3
2
1
11
67
10
9
8
U2S3D2D0.book Page 27 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 43 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-28
3
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de uit-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b).Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
knop in de richting (a). Draai om de ingaan-
de demping te verlagen en zo de vering
zachter te maken de stelknop in de richting
(b).
OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee elk afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid. Het
kan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-
ge kleine productieverschillen niet exact
overeenkomt met de opgegeven specifica-
ties.
WAARSCHUWING
DWA10221
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
1. Stelknop voor uitveerdempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
20 klikken in de richting (b)*
Standaard:
12 klikken in de richting (b)*
Maximum (hard):
3 klikken in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
(b)(a)
1
1. Stelknop voor inveerdemping
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
12 klikken in de richting (b)*
Standaard:
10 klikken in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klikken in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
(b)
(a) 1
U2S3D2D0.book Page 28 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 44 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-29
3
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-
dealer.
DAU15210
Bagageriembevestiging Er zijn vier bevestigingspunten voor de ba-
gageriemen: een aan beide passagiers-
voetsteunen en twee onder het
passagierszadel.
DAU41941
EXUP-systeem Dit model is uitgerust met het Yamaha
EXUP-systeem (regelsysteem voor uitlaat-
druk). Dit systeem verhoogt het motorver-
mogen door een klep die de
binnendiameter van de uitlaatpijp reguleert.
De stand van de EXUP-klep wordt door een
computergestuurde servomotor constant
aangepast overeenkomstig het motortoe-
rental.LET OP
DCA15610
Het EXUP-systeem werd afgesteld en
uitgebreid getest op de Yamaha fabriek.
Als deze afstellingen worden gewijzigd
zonder dat voldoende technische kennis
aanwezig is, kan de werking van de mo-
tor achteruitgaan of wordt de motor be-
schadigd.
1. Bagageriembevestiging
1
1
U2S3D2D0.book Page 29 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 45 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-30
3
DAU15304
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie pagina 3-30 voor een uitleg over
het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10241
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig enlaat het repareren door een Yamaha
dealer als de werking niet naar behoren
is.
DAU44892
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshendel-
schakelaar en de vrijstandschakelaar deel
uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de zijstandaard is
opgeklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de ver-
snellingsbak in een versnelling is ge-
schakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U2S3D2D0.book Page 30 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 46 of 108

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-31
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
U2S3D2D0.book Page 31 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 47 of 108

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha dealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.
Controleer de tankbeluchtingsslang/overloopslang op obstakels, scheuren of be-
schadiging en controleer de slangaansluiting.3-22, 3-23
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-11
CardanolieControleer de machine op olielekkage. 6-14
KoelvloeistofControleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het koelsysteem op lekkage.6-16
U2S3D2D0.book Page 1 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM
Page 48 of 108

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-24, 6-25
AchterremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-24, 6-25
KoppelingControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-23
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de gasgreep.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-20, 6-27
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig.6-26
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.6-20, 6-23 ITEM CONTROLES PAGINA
U2S3D2D0.book Page 2 Tuesday, September 21, 2010 3:37 PM