2011 YAMAHA FZ1 S Instructieboekje (in Dutch)

Page 73 of 102

YAMAHA FZ1 S 2011  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-26
6
DAU22760
Spanning aandrijfketting De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.

Page 74 of 102

YAMAHA FZ1 S 2011  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-27
6
DAU23025
Aandrijfketting reinigen en sme-
ren De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het pe

Page 75 of 102

YAMAHA FZ1 S 2011  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-28
6
DAU23114
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet

Page 76 of 102

YAMAHA FZ1 S 2011  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
6
DAU23142
Controleren en smeren van rem- 
en koppelingshendels Remhendel
Koppelingshendel
De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan

Page 77 of 102

YAMAHA FZ1 S 2011  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
6
DAU23272
Voorvork controleren De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe

Page 78 of 102

YAMAHA FZ1 S 2011  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
6
DAU45511
Stuursysteem controleren Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontrol

Page 79 of 102

YAMAHA FZ1 S 2011  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
6
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloe

Page 80 of 102

YAMAHA FZ1 S 2011  Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
6
DAU43133
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekering voor het
elektronisch brandstofinjectiesysteem en
de kastjes met zekeringen voor de afzon-
derlij