i
17
IN EEN OOGOPSLAG
Airbag voorpassagier
STARTEN
1.
Steek de sleutel in de schakelaar.
2.
Selecteer de stand:
"OFF"
(uitschakelen) wanneer een
kinderzitje "met de rug in de rijrich-
ting" is bevestigd,
"ON"
(inschakelen) wanneer een
passagier op de voorstoel zit of een
kinderzitje "met het gezicht in de rij-
richting" is bevestigd.
3.
Verwijder de sleutel zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
1.
Stand Stop
.
2.
Stand Contact
.
3.
Stand Starten
.
A.
Verklikkerlampje veiligheidsgordels
voor en/of achter niet vastgemaakt
of weer losgemaakt.
B.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel
links voor.
C.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel
rechts voor.
D.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel
rechts achter.
E.
Verklikkerlampje veiligheidsgordel
links achter.
F.
Verklikkerlampje uitschakeling
airbag vóór aan passagierszijde.
G.
Verklikkerlampje airbag vóór aan
passagierszijde actief.
Veiligheidsgordels en airbag
vóór aan passagierszijde
VEILIGHEID VOOR DE INZITTENDEN
11 0
107, 111
Contactslot
72
Hang geen zware voorwerpen aan
de sleutel. Hierdoor kunnen storin-
gen of slijtage optreden.
1
34
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Handrem
permanent. De handrem is
aangetrokken of niet goed
vrijgezet. Zet de handrem vrij zodat het controlelampje
uitgaat; trap het rempedaal in.
Houd u aan de veiligheidsvoorschriften.
Raadpleeg het hoofdstuk "Rijden" voor meer
informatie over de handrem.
Airbag
vóór aan
passagierszijde
permanent op het
display van de
waarschuwingslampjes
voor de
veiligheidsgordels en
de airbag vóór aan
passagierszijde.
De schakelaar op
het dashboard aan
passagierszijde staat in de
stand " ON
".
De airbag vóór aan
passagierszijde is
geactiveerd.
Plaats
in dit geval geen
kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de stoel van de
voorpassagier. Als u geen kinderzitje op de stoel van de
voorpassagier wilt plaatsen, is het raadzaam de
airbag vóór aan passagierszijde in te schakelen.
Zet de schakelaar echter altijd in de stand "OFF"
als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting
op de stoel van de voorpassagier wilt plaatsen.
1
35
CONTROLE TIJDENS HET RIJDEN
Controlelampje
brandt
Oorzaak
Acties / Opmerkingen
Verklikkerlampjes uitgeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes, soms in combinatie met een geluidssignaal, geven aan dat de desbetreffende functie hand-
matig is uitgeschakeld.
Afhankelijk van de uitvoering van het instrumentenpaneel van uw auto wordt het branden van het verklikkerlampje ook
gecombineerd met:
Airbag
vóór aan
passagierszijde
permanent, op het
instrumentenpaneel
en/of op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde.
De schakelaar op de zijkant van het
dashboard aan passagierszijde staat
in de stand " OFF
".
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
U kunt een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel
plaatsen. Zet de schakelaar in de stand " ON
"
om de airbag vóór aan passagierszijde
in te schakelen. Bevestig in dit geval
op deze zitplaats geen kinderzitje met
de rug in de rijrichting.
ESP/ASR
permanent.
De toets in het midden van het dashboard
wordt ingedrukt. Het bijbehorende
verklikkerlampje gaat branden.
De volgende functies worden
uitgeschakeld:
- ESP (elektronisch
stabiliteitsprogramma),
- ASR (antispinregeling).
Druk opnieuw op de toets om deze functies
weer te activeren. Het verklikkerlampje dooft.
De functies worden automatisch opnieuw
geactiveerd bij snelheden hoger dan
ongeveer 50 km/h (uitgezonderd bij de 1.6
THP 200-benzinemotor).
Deze functies worden automatisch
geactiveerd als de motor wordt gestart.
- een melding op het multifunctionele
display, of
- een pictogram op het centrale display
van het instrumentenpaneel en een
melding op het multifunctionele display,
of
- een pictogram en een melding op
het centrale display van het instru-
mentenpaneel.
7
!
!
111
VEILIGHEID
Plaats geen kinderzitje op de voor-
stoel als minimaal één van beide
verklikkerlampjes van de airbags
permanent blijft branden.
Laat het systeem nakijken door het
PEUGEOT-netwerk of een gekwa-
lifi ceerde werkplaats.
Storing
Als dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel gaat bran-
den in combinatie met een ge-
luidssignaal en een melding op
het display, laat het systeem dan con-
troleren door het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalifi ceerde werkplaats. De
kans bestaat dat de airbags bij een
ernstige aanrijding niet worden geacti-
veerd.
Opnieuw inschakelen
Als u het kinderzitje hebt verwijderd, zet
dan de schakelaar weer op "ON"
om de
airbag opnieuw in te schakelen en zo
de veiligheid van uw passagier te ga-
randeren.
Als het contact is aangezet en
de airbag aan passagierszijde
opnieuw wordt ingeschakeld,
gaat dit verklikkerlampje op het
display van de verklikkerlampjes van
de veiligheidsgordels en de airbag aan
passagierszijde gedurende ongeveer
1 minuut branden. Schakel voor de veiligheid van uw
kind de airbag aan passagierszijde
altijd uit als u een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de voor-
stoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan
van de airbag levensgevaarlijk ge-
wond raken.
Afhankelijk van de uitvoering
van uw auto brandt dit verklik-
kerlampje op het instrumenten-
paneel en/of op het display voor
de verklikkerlampjes van de veiligheids-
gordels en de airbag aan passagierszij-
de, bij aangezet contact en zolang de
airbag is uitgeschakeld. Als dit verklikkerlampje knippert,
raadpleeg dan het PEUGEOT-
netwerk of eengekwalifi ceerde
werkplaats. De kans bestaat
dat de airbag aan passagiers-
zijde bij een ernstige aanrijding niet
wordt geactiveerd.
Uitschakelen
Alleen de airbag aan passagierszijde
kan worden uitgeschakeld:
)
zet het contact af
, steek de sleutel
in de schakelaar voor uitschakelen
van de airbag aan passagierszijde,
)
draai deze in de stand "OFF"
,
)
verwijder de sleutel zonder de stand
van de schakelaar te veranderen.
7
!
115
VEILIGHEID
Airbag aan passagierszijde OFF
Raadpleeg de voorschriften op de stic-
ker die zich aan beide zijden van de zon-
neklep aan passagierszijde bevindt.
Schakel voor de veiligheid van uw kind de airbag aan passagierszijde altijd uit
als u een kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorstoel plaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de airbag levensgevaarlijk gewond
raken.
286
INDEX
Uitschakelen airbag passagier....................................r110
USB-aansluiting................................97
Sneeuwkettingen ............................179
Sneeuwscherm...............................172
Snelheidsbegrenzer........................131
Snelheidsregelaar...........................133
Snelmenu's.....................................192
Spaarfase ....................................... 168
Starten van de auto..................72, 125
Stilzetten van de auto ...............72, 125
Stoelen achter..........................r66, 106
Stoelen verstellen .......................62, 63
Stoelverwarming...............................65
Stop & Start.................52, 57,83,128,138,144,166
Stuurkolomschakelaars..................190
Stuurslot...........................................72
Stuurwiel (verstellen)........................69
Supervergrendeling ..........................71
Synchroniseren
afstandsbediening.........................73
Synchroniseren van deafstandsbediening ........................73
Schakelaar nekverwarming..............65
Schakelaars stoelverwarming ..........65
Schakelaar wegklapbaar dak.............4
Selectiehendel automatischetransmissie.................................125
Selectiehendel handgeschakelde
versnellingsbak..........................122
Serienummer auto ..........................179
Set voor tijdelijkebandenreparatie.................100,146
Sfeerverlichting.................................94
SIM-kaart........................................216
Sjorogen...........................................99
Slepen van een auto......................169
Sleutel met
afstandsbediening............70,72,74
Tankbeveiliging.................................84
Technische gegevens .............174, 176
Te laag brandstofniveau...................83
Telefoon ...........................183, 213-215
Teller............................................r22-24
Tijdelijke bandenspanning(met set).....................................146
Tijd instellen....................................218
Resetten van het op een kier zetten van de portierruiten ...........77
Richtingaanwijzers...101, 155,157,158
Riem .................................................99
Roetfilter.................................r143,144
Roetfilter (vervangen).....................144
Roll-bars...................................66,106
Ruitbediening....................................77
Ruitbediening (vier ruiten tegelijk) ....77
Ruitensproeiers vóór........................r92
Ruitenwisserbladen
vervangen ............................93,169
Ruitenwissers.............................91,92
Ruitenwisserschakelaar..............91,92
S
T
U
V
TMC (verkeersinformatie) ...............205
Toegang tot deachterbank...................................64
Toerenteller..................................r22-24
Trekhaak.........................................171
Veiligheidsgordels...................107,109
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen.............. 110,114,117-121
Ventilatie...............................20,53,55
Ventilatieroosters ..............................53
Verbindingstoets PEUGEOT..........183
Vergrendeling kofferdeksel...............82
Vergrendeling van binnenuit.......................................80
Verkeersinformatie (TA) ..................206
Verkeersinformatie (TMC)......205,206
Verklikkerlampjes......26, 30, 32,35,40
Verlichting bagageruimte..................94
Verlichting overdag ...................87,155
Versnellingshendel...........................20
Verwarming.................................20,55
Vo orstoelen.................................62,63