Controleer bij voertuigen die zijn uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, dat het contactslot in de stand
"OFF" staat.
Controleer bij voertuigen die niet zijn uitgerust met
Keyless Enter-N-Go, dat het contactslot in de stand
"OFF" staat en dat de sleutel is verwijderd uit het
contactslot.
2. Sluit het voertuig af op een van de volgende manie- ren:
Druk op de vergrendeltoets LOCK van de portier-
vergrendeling aan de binnenzijde terwijl de
bestuurders- en/of passagiersdeur open staat.
Druk op de vergrendeltoets LOCK van de Passive
Entry-handgreep aan de buitenzijde, terwijl een sleu-
telhouder zich ook aan buitenzijde bevindt (raadpleeg
"Keyless Enter-N-Go" in "Wat u moet weten voordat u
de auto start" voor meer informatie).
Druk op de afstandsbediening (RKE) de vergrendel-
toets LOCK in.
3. Sluit eventueel openstaande portieren.
Het systeem deactiveren
Het voertuigbeveiligingsalarm kan op de volgende ma-
nieren worden uitgeschakeld:
Druk op de afstandsbediening (RKE) de vergrendel- toets UNLOCK in.
Neem de Passive Entry-ontgrendelhandgreep van de aan de buitenzijde vast, terwijl een sleutelhouder
zich ook aan buitenzijde bevindt (indien aanwezig;
raadpleeg "Keyless Enter-N-Go" in "Wat u moet weten voordat u de auto start" voor meer informa-tie).
Draai de contactsleutel uit de stand OFF.
Als uw auto is uitgerust met Keyless Enter-N-Go,drukt u op de toets Start/stop van de Keyless
Enter-N-Go (hiertoe dient minimaal één geldige
sleutelhouder aanwezig te zijn in het voertuig).
Als uw auto niet is uitgerust met Keyless Enter-N- Go, steekt u een geldige sleutel in de contactscha-
kelaar en draait u de sleutel in de stand ON.
OPMERKING:
Het alarmsysteem kan niet worden in- of uitgescha-
keld via de slotcilinder van het bestuurdersportier of
de kofferdekseltoets op de afstandsbediening.
Als het alarmsysteem is geactiveerd, kunt u de por-
tieren niet ontgrendelen met de schakelaars voor de
portiervergrendeling.
Het beveiligingsalarmsysteem is ontworpen om uw
auto te beveiligen, maar u kunt ook omstandigheden
veroorzaken die onbedoeld zorgen voor vals alarm. Als
een van de eerder beschreven procedures voor het
activeren van de waakfunctie is uitgevoerd, zal het
alarmsysteem worden ingeschakeld, ongeacht of u zich
in de auto bevindt. Als u in de auto blijft en een portier
opent, gaat het alarm af. Als deze situatie zich voor-
doet, schakelt u het alarmsysteem uit.
Als het beveiligingsalarmsysteem in de waakfunctie
staat en de accu wordt losgekoppeld, blijft het beveili-
gingsalarm in de waakfunctie wanneer de accu weer
18
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Toets "OMLAAG"Druk op de toets DOWN en laat deze weer
los om omlaag te bladeren door de hoofdme-
nu's en de submenu's.
Toets "SELECTEREN" Druk op de toets SELECT en laat deze weer
lost om de hoofdmenu's of de submenu's
binnen te gaan. Druk de SELECT toets in en
houd deze twee seconden ingedrukt om de
functies te resetten.
Toets "TERUG" Druk op de toets BACK om terug te gaan
naar een voorgaand menu of submenu.
SCHERMEN
VOERTUIGINFORMATIECENTRUM (EVIC)
Onder de juiste omstandigheden geeft het EVIC de
volgende berichten weer:
Turn Signal On (richtingaanwijzer aan, met een on- onderbroken geluidssignaal als de auto langer dan
1,6 km rijdt met ingeschakelde richtingaanwijzers)
Left Front Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzer linksvoor defect) (met één geluidssignaal)
Left Rear Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzer linksachter defect) (met één geluidssignaal)
Right Front Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzer rechtsvoor defect) (met één geluidssignaal)
Right Rear Turn Signal Light Out (Richtingaanwijzer rechtsachter defect) (met één geluidssignaal) RKE Battery Low (RKE-accu bijna leeg) (met één
geluidssignaal)
Personal Settings Not Available – Vehicle Not in Park (Persoonlijke instellingen niet beschikbaar - Auto
staat niet in PARK)
Left/Right Front Door Ajar (Linker-/ rechtervoorportier open, een of meer portiers ge-
opend, met één geluidssignaal bij rijsnelheden boven
1,6 km/u)
Left/Right Front Door Ajar (Linker-/ rechtervoorportier open, een of meer portiers ge-
opend, met één geluidssignaal bij rijsnelheden boven
1,6 km/u)
Door(s) Ajar (Portier[en] open) (met één geluidssig- naal als de auto rijdt)
Liftgate Ajar (Achterklep open) (met één geluidssig- naal)
Low Washer Fluid (Ruitensproeiervloeistof bijna op) (met één geluidssignaal)
"Ignition or Accessory On" (Contactschakelaar op ON of ACC)
Vehicle Not in Park (Auto niet in parkeerstand)
Key Left Vehicle (Sleutel niet in auto)
Key Not Detected (Sleutel niet aangetroffen)
Lage bandenspanning
Bandenspanning corrigeren
ECO (Fuel Saver Indicator) (indicator brandstofbe- sparing) — Indien aanwezig
Kanaal # zendt
21UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
is geselecteerd en het bestuurdersportier is geopend,
dan kunnen de overige portieren ontgrendeld worden
met behulp van de ontgrendel-/vergrendelschakelaar in
het voertuig (of gebruik de afstandsbediening).
Passive Entry (Keyless Enter-N-Go)
Druk op de schermtoets Passive Entry om dit scherm
te veranderen. Met deze functie kunt u de portieren
van uw auto vergrendelen en ontgrendelen zonder dat
de vergrendel- of ontgrendeltoets op de RKE-
afstandsbediening hoeft te worden ingedrukt. Druk,
om uw keuze te maken, op de schermtoets Passive
Entry. Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links. Raadpleeg “Keyless Enter-N-Go” in “Uw
auto”.
Stoelverwarming
Automatische stoelverwarming
Druk op de schermtoets Auto Heated Seats om dit
scherm te veranderen. Als deze functie is ingeschakeld,
zal de verwarming van de bestuurdersstoel automa-
tisch inschakelen wanneer de temperatuur lager dan
4,4°C is. Druk om deze functie te selecteren op de
schermtoets Auto Heated Seats, kies On (Aan) of Off
(Uit) en druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links.
Opties bij stilstaande motor
Makkelijk uitstappen
Druk op de schermtoets Easy Exit Seats om dit scherm
te veranderen. Deze functie zorgt ervoor dat de be-
stuurder makkelijker kan in- en uitstappen. Druk, omuw keuze te maken, op de schermtoets Easy Exit Seats
en kies ON of OFF. Druk vervolgens op de scherm-
toets met de pijl naar links. OPMERKING:
De stoel keert terug naar de
geheugenstand (als Geheugen oproepen op ON is
ingesteld met afstandsbediening) zodra de afstandsbe-
diening wordt gebruikt om het portier te ontgrende-len.
Uitschakelvertraging koplampen
Druk op de schermtoets Headlight Off Delay om dit
scherm te veranderen. Als u deze functie selecteert,
kunt u kiezen of bij uitstappen de koplampen nog 30, 60
of 90 seconden blijven branden. Druk, om de status van
de Headlight Off Delay te veranderen op de scherm-
toets 0, 30, 60 of 90. Druk daarna op de schermtoets
met de pijl naar links.
Stroom bij stilstaande motor
Druk op de schermtoets Engine Off Power Delay om
dit scherm te veranderen. Als deze functie is geselec-
teerd, blijven de elektrisch bedienbare ruiten, de radio,
het Uconnect™ phone systeem (indien aanwezig), het
dvd-videosysteem (indien aanwezig), het elektrisch be-
dienbare schuifdak (indien aanwezig) en de aansluitcon-
tacten nog maximaal 10 minuten werken nadat de
contactschakelaar in de stand OFF is gezet. Door het
openen van een voorportier wordt deze functie uitge-
schakeld. Druk, om de status van de Engine Off Power
Delay functie te veranderen, op de schermtoets 0 se-
conden, 45 seconden, 5 minuten of 10 minuten. Druk
daarna op de schermtoets met de pijl naar links.
32
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
Ontgrendelen door eenmaal te drukken op desleutelhouder
Wanneer de optie Unlock Driver Door Only On
1st Press is geselecteerd, wordt alleen het bestuur-
dersportier ontgrendeld bij de eerste druk op de toets
UNLOCK van de afstandsbediening. Als u Driver Door
1st Press selecteert, moet u twee keer op de ontgren-
deltoets van de afstandsbediening drukken om de an-
dere portieren te ontgrendelen. Wanneer u All Doors
1st Press selecteert, ontgrendelen alle portieren bij
de eerste keer indrukken op de UNLOCK-toets op de
afstandsbediening. OPMERKING: Wanneer het voertuig is uitgerust
met het "Enter-N-Go-systeem" voor sleutelloze toe-
gang en het EVIC is geprogrammeerd om alle portieren
na eenmaal drukken te ontgrendelen, dan zullen alle
portieren worden ontgrendeld, ongeacht welke por-
tierhandgreep wordt vastgepakt. Als "Driver Door 1st
Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na één keer
drukken) is geprogrammeerd, wordt alleen het be-
stuurdersportier ontgrendeld wanneer dit wordt vast-
gepakt. Wanneer bij Passive Entry de functie "Driver
Door 1st Press" (Ontgrendel bestuurdersportier na
één keer drukken) is geprogrammeerd en de hand-
greep meer dan één keer wordt aangeraakt, wordt het
bestuurdersportier geopend. Wanneer de functie
"Ontgrendel bestuurdersportier na één keer drukken"
is geselecteerd en het bestuurdersportier is geopend,
dan kunnen de overige portieren ontgrendeld worden
met behulp van de ontgrendel-/vergrendelschakelaar in
het voertuig (of gebruik de afstandsbediening). Passive Entry
Met deze functie kunt u de portieren van uw auto
vergrendelen en ontgrendelen zonder dat de
vergrendel- of ontgrendeltoets op de RKE-
afstandsbediening hoeft te worden ingedrukt. Druk,
om uw keuze te maken, op de schermtoets Passive
Entry. Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links. Raadpleeg “Keyless Enter-N-Go” in “Uw
auto”.
Opties bij stilstaande motor
Stoel met Easy Exit-functie
Deze functie zorgt ervoor dat de bestuurder makkelij-
ker kan in- en uitstappen. Druk, om uw keuze te
maken, op de schermtoets Easy Exit Seats en kies ON
of OFF. Druk vervolgens op de schermtoets met de pijl
naar links.
Stroom bij stilstaande motor
Als deze functie is geselecteerd, blijven de elektrisch
bedienbare ruiten, de radio, het Uconnect™ phone
systeem (indien aanwezig), het dvd-videosysteem (in-
dien aanwezig), het elektrisch bedienbare schuifdak
(indien aanwezig) en de aansluitcontacten nog maxi-
maal 10 minuten werken nadat de contactschakelaar in
de stand OFF is gezet. Door het openen van een
voorportier wordt deze functie uitgeschakeld. Druk,
om de status van de Engine Off Power Delay functie te
veranderen, op de schermtoets 0 seconden, 45 secon-
den, 5 minuten of 10 minuten. Druk daarna op de
schermtoets met de pijl naar links.
39
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
KEYLESS ENTER-N-GO
Het Passive Entry-systeem biedt verbeteringen ten
opzichte van het systeem met afstandsbediening (RKE)
en is een functie van Keyless Enter-N-Go. Met deze
functie kunt u de portieren van uw auto vergrendelen
en ontgrendelen zonder dat de vergrendel- of ontgren-
deltoets op de RKE-afstandsbediening hoeft te wordeningedrukt. OPMERKING:
Passive Entry kan ON/OFF (aan/uit) worden gepro-
grammeerd, raadpleeg "Uconnect Touch™ instellin-
gen" in "Uw auto" voor meer informatie.
Als u handschoenen draagt of als de portierhand-
greep met Passive Entry is natgeregend, is het mogelijk
dat de handgreep minder gevoelig wordt en daardoor
langzamer ontgrendelt.
Als de auto wordt ontgrendeld met de RKE-
afstandsbediening of Passive Entry en er wordt binnen
60 seconden geen portier geopend, worden de portie-
ren weer vergrendeld en het alarmsysteem ingescha-
keld (indien aanwezig).
Ontgrendelen vanaf de bestuurderszijde:
Houd een geldige afstandsbediening met Passive Entry
binnen 1,5 m van de handgreep van het bestuur-
dersportier en pak deze handgreep vast om het be-
stuurdersportier automatisch te ontgrendelen. De ver-
grendelknop aan de binnenzijde van de portieren zal
omhoog komen wanneer het portier wordt ontgren-
deld. (afb. 86)OPMERKING:
Als "Unlock All Doors 1st Press"
(ontgrendel alle portieren na één keer drukken) is
ingesteld, worden alle portieren ontgrendeld wanneer
u de handgreep van het bestuurdersportier vastpakt.
Raadpleeg voor het kiezen tussen "Unlock Driver
Door 1st Press" en "Unlock All Doors 1st Press",
"Uconnect Touch™ instellingen" in "Uw auto" voor
meer informatie.
Ontgrendelen vanaf de passagierszijde:
Houd een bijbehorende afstandsbediening met Passive
Entry binnen 1,5 m van de handgreep van het voorste
passagiersportier en pak deze handgreep vast om alle
vier portieren en de achterklep automatisch te ont-
grendelen. OPMERKING: Alle portieren en de achterklep wor-
den ontgrendeld wanneer de handgreep van het voor-
ste passagiersportier wordt vastgepakt, ongeacht de
(afb. 86) Handgreep van het bestuurdersportier vastpakken 103
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
ACHTERKLEP
De achterklep kan met de RKE-afstandsbediening,
Keyless Enter-N-Go (Passive Entry) of door het active-
ren van de vergrendelknop op het bekledingspaneel van
de voorportieren worden ontgrendeld of vergrendeld.
Raadpleeg voor meer informatie over Keyless Enter-
N-Go (Passive Entry) "Keyless Enter-N-Go" in "Starten
en rijden". OPMERKING:De achterklep kan niet worden ont-
grendeld of vergrendeld met de handmatige portierver-
grendeling op de panelen in de portieren of met het
cilinderslot aan bestuurderszijde.
Om de ontgrendelde achterklep te openen drukt u op
de hendel en trekt de achterklep naar u toe. De
pneumatische stangen gaan omhoog en houden de
achterklep in de open stand. (afb. 91) OPMERKING:
De gasdruk in deze steunen daalt
echter bij koud weer en dan moet u mogelijk ook zelf
iets ondersteunen bij het openen van de achterklep.
WAARSCHUWING!
Wanneer u met geopende achterklep
rijdt , kunnen giftige uitlaatgassen in het
interieur gezogen worden. Deze dampen kunnen
schadelijk zijn voor u en uw passagiers. Houd de
achterklep dicht terwijl u rijdt .
Wanneer u toch met open achterklep moet
rijden, zorg dan dat alle ramen gesloten zijn en
dat de aanjager van de airco op de hoogste stand
staat . Schakel de circulatiestand niet in.
(afb. 91) Achterklep ontgrendelen
108
UW AUTOVEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-
WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD
TECHNISCHE
SPECIFICATIES
INHOUD
KEYLESS ENTER-N-GOMet deze functie kan de bestuurder
via een druk op de toets de contact-
schakelaar bedienen, mits de af-
standsbediening (RKE) zich in het
passagierscompartiment bevindt.
NORMAAL STARTEN — DIESELMOTOR
Met de knop ENGINE START/STOP (Motor Aan/Uit)
1. Zet de contactschakelaar in de stand ON door tweemaal op de knop ENGINE START/STOP (Mo-
tor aan/uit) te drukken.
2. Kijk naar het controlelampje "Wachten met star- ten" in de instrumentengroep. Raadpleeg "Instru-
mentengroep" in “Waarschuwingslampjes en mel-
dingen” voor meer informatie. Dit zal twee tot tien
seconden branden, afhankelijk van de motortempe-
ratuur. Wanneer het controlelampje "Wachten met
starten" uitgaat, is de motor gereed om te worden
gestart.
3. DRUK NIET op het gaspedaal. Start de motor door het koppelingspedaal ingedrukt te houden terwijl u
tegelijkertijd de knop ENGINE START/STOP (Mo-
tor aan/uit) ingedrukt houdt. Laat de knop los als de
motor start.
OPMERKING: Onder zeer koude omstandigheden
kan het nodig zijn om de startmotor tot 30 seconden
te laten draaien om de motor te starten. Laat de knop los als de motor niet start. Wacht 25-30 seconden en
probeer dan opnieuw te starten.
4. Laat de motor na aanslaan nog ca. 30 seconden
stationair draaien voordat u gaat rijden. De olie kan
zo door het motorblok circuleren en de turbolader
smeren.
Motor uitschakelen met de knop ENGINE
START/STOP (Motor aan/uit)
1. Plaats nadat het voertuig tot stilstand is gekomen de keuzehendel in de stand NEUTRAL (vrij) en druk
daarna kort op de knop ENGINE START/STOP
(Motor aan/uit).
2. De contactschakelaar keert terug naar de stand OFF.
3. Plaats de keuzehendel in de eerste versnelling of Reverse (Achteruit) en schakel de handrem in.
OPMERKING:
Als de contactschakelaar in de stand ACC blijft staan,
zal het systeem na 30 minuten van inactiviteit automa-
tisch worden uitgeschakeld en de contactschakelaar in
de stand OFF worden gezet.
Als de contactschakelaar in de stand RUN blijft staan,
zal het systeem na 30 minuten van inactiviteit automa-
tisch worden uitgeschakeld, mits de auto stilstaat en de
motor is uitgezet.
Als de rijsnelheid hoger is dan 8 km/u, dient de knop
ENGINE START/STOP (Motor aan/uit) gedurende
twee seconden te worden ingedrukt voordat de motor
afslaat. De contactschakelaar blijft in de stand ACC
183UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU- WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD
Informatiecentrum, voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Inklapbare buitenspiegels . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60
Inleiding . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1
Inrijden van nieuw voertuig, aanbevelingen . . . . . . . 182
Inrijperiode nieuw voertuig . . . . . . . . . . . . . . . . . . 182
Inschakelen van het antidiefstalsysteem (beveiliging) . . 15
Inschuifbare bagageruimtecover . . . . . . . . . . . . . . . 111
Instapruimte, verlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Instelbare stuurkolom . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Instructieboekje (bedrijfshandboek) . . . . . . . . . . . . . . 4
Instructies voor het opkrikken . . . . . . . . . . . . . . . 214
Instrumentenpaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 202,203
Instrumentenpaneel en bedieningen . . . . . . . . . . . . . . 6
Instrumentenpaneel reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . 254
Instrumentenpaneeldeksel . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
Intensiteit overdag, interieurverlichting . . . . . . . . . . . 76
Intensiteit, interieurlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Interieur, verzorging en onderhoud . . . . . . . . . . . . 253
Interieur, zekeringen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 226
Interieurverlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Intervalstand ruitenwissers (intervalschakeling
van de ruitenwissers) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78
Kaart-/leeslampjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77
Kantelbare rugleuning passagiersstoel
(Easy Entry System) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Keuze van de koelvloeistof (antivries) . . . . . . . . 247,265
Keyless Enter-N-Go . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 103,183
Kilometerteller . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 204
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 155,156
Kinderen beveiligen . . . . . . . . . . . 155,157,159,163,165
Kinderzitje, gordelverankering . . . . . . . . . . . . . 160,163
Klimaatregeling, airco . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Kniebescherming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 167Knipperlichten
Richtingaanwijzers . . . . . . . . . . . . . . . . . 75,181,204
Waarschuwingsknipperlichten . . . . . . . . . . . . . . . 87
Knipperlichten, richtingaanwijzers . . . . . 75,181,204,224
Koelmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 242
Koelsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246 Belangrijke punten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 249
Controle . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Dieselmotor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 246
Inhoud koelvloeistofreservoir . . . . . . . . . . . . . . 264
Keuze van de koelvloeistof (antivries) . . . 247,264,265
Koelvloeistof bijvullen (antivries) . . . . . . . . . . . . 247
Koelvloeistofpeil . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 247,248
Oude koelvloeistof verwijderen . . . . . . . . . . . . . 248
Radiatordop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Temperatuurmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
Vloeistof laten aflopen en nieuw bijvullen . . . . . . . 247
Vuldop expansievat . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 248
Koelvloeistof (antivries) toevoegen . . . . . . . . . . . . 247
Koelvloeistofdop (Radiatorvuldop) . . . . . . . . . . . . . 248
Kofferruimte . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109 Bagagedrager . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 114
Verlichting . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 109
Koolstofmonoxide, waarschuwing . . . . . . . . . . . . . 178
Koplampen Automatisch . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Grootlicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Grootlichtschakelaar/dimmerschakelaar . . . . . . . . . 75
Inschakelen met ruitenwissers . . . . . . . . . . . . . . . 73
Inschakelvertraging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 74
Lampen vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 221
Passeersignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 76
Reiniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 253
Schakelaar . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73
Sproeiers . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81 273
UW AUTO VEILIGHEIDCORRECT
GEBRUIK VAN
DE AUTOWAARSCHU-WINGSLAMPJES
EN MELDINGENNOODGEVALLENONDERHOUD TECHNISCHE
SPECIFICATIESINHOUD