2011 FIAT DOBLO COMBI Instructieboek (in Dutch)

Page 97 of 274

FIAT DOBLO COMBI 2011  Instructieboek (in Dutch) 96
ABS
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het ABS dat geïntegreerd is in het remsysteem, voorkomt
dat tijdens het remmen de wielen blokkeren, ongeacht de
conditie van het wegdek en de pedaaldruk, e

Page 98 of 274

FIAT DOBLO COMBI 2011  Instructieboek (in Dutch) 97
Storing in EBD
Bij een storing branden de lampjes 
>enxop het ins-
trumentenpaneel (op enkele uitvoeringen verschijnt ook
een melding op het display (zie het hoofdstuk  Lampjes
en meldingen”).
In

Page 99 of 274

FIAT DOBLO COMBI 2011  Instructieboek (in Dutch) 98
ESP-SYSTEEM
(Electronic Stability Program) 
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van de auto als de wie-
len hun grip verliezen, waardoor de auto beter op koers
b

Page 100 of 274

FIAT DOBLO COMBI 2011  Instructieboek (in Dutch) 99
Tijdens het wegrijden zorgt de regeleenheid van het ESP
ervoor dat de wielen geremd blijven, totdat het noodza-
kelijke motorkoppel is bereikt om weg te rijden (of maxi-
maal 1,75 seconde), zodat u

Page 101 of 274

FIAT DOBLO COMBI 2011  Instructieboek (in Dutch) 100
MSR-systeem 
(regeling van motorremwerking)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de ASR, verhoogt bij
bruusk terugschakelen het motorkoppel, zodat overma-
tige vertraging van de aangedreven wielen

Page 102 of 274

FIAT DOBLO COMBI 2011  Instructieboek (in Dutch) 101
F0V0124mfig. 101
Voor de juiste werking van de ASR is het noodzakelijk
dat de banden van alle wielen van hetzelfde merk en type
zijn. De banden moeten in perfecte conditie en altijd van
het voorge

Page 103 of 274

FIAT DOBLO COMBI 2011  Instructieboek (in Dutch) 102
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis)
kan een doorlopende diagnose worden uitgevoerd op die
componenten op de auto die van invloed zijn op de emis-
sie. Bovendien meldt h

Page 104 of 274

FIAT DOBLO COMBI 2011  Instructieboek (in Dutch) 103
F0V0077mfig. 102
❒klinkt ononderbroken als de afstand tot het obstakel
minder is dan ongeveer 30 cm en stopt onmiddellijk als
de afstand tot het obstakel groter wordt;
❒blijft constant als de