Page 49 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-17
6
WAARSCHUWING
DWA10680
Controleer altijd de vrije slag van
het rempedaal na het spannen van
de ketting of na het verwijderen en
monteren van het achterwiel.
Vraag een Yamaha dealer de afstel-
ling te doen als de juiste afstelling
niet haalbaar is volgens de be-
schreven werkwijze.
Controleer de werking van het rem-
licht na het afstellen van de vrije
rempedaalslag.
DAU44820
Schakelpedaal controleren De werking van het schakelpedaal hoort
voorafgaand aan elke rit te worden gecon-
troleerd. Als de bediening niet soepel gaat,
vraag dan een Yamaha dealer de machine
te controleren.
DAU22293
Remlichtschakelaars Het remlicht, dat wordt geactiveerd door het
rempedaal en de remhendel, moet oplich-
ten nét voordat de remmen aangrijpen. Stel
de remlichtschakelaar achter indien nodig
als volgt af. De remlichtschakelaar voor
dient te worden afgesteld door een Yamaha
dealer.
1. Verwijder het paneel A. (Zie pagina
6-6.)
2. Terwijl de stelmoer wordt gedraaid,
moet de remlichtschakelaar op zijn
plaats worden gehouden. Draai de
stelmoer in de richting (a) om het rem-
licht eerder te laten branden. Draai de
stelmoer in de richting (b) om het rem-
licht later te laten branden.
3. Monteer het paneel.
1. Stelmoer vrije slag rempedaal
1
(a)
(b)
1. Remlichtschakelaar
2. Stelmoer remlichtschakelaar
U51DD0D0.book Page 17 Tuesday, November 3, 2009 12:59 PM
Page 50 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-18
6
DAU22380
Controleren van voorremblokken
en achterremschoenen De voorremblokken en achterremschoenen
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
DAU22430
Remblokken voorrem
Elk voorremblok is voorzien van slijtage-in-
dicatorgroeven, zodat het remblok kan wor-
den gecontroleerd zonder de rem te hoeven
demonteren. Let op de slijtage-indicator-
groeven om de remblokslijtage te controle-
ren. Wanneer een remblok zover is
afgesleten dat de slijtage-indicatorgroevenvrijwel zijn verdwenen, vraag dan een
Yamaha dealer de remblokken als set te
vervangen.
DAU43170
Remschoenen achterrem
De achterrem heeft een slijtage-indicator
zodat de remschoenslijtage kan worden ge-
controleerd zonder de rem te hoeven de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
schoenslijtage te controleren. Wanneer een
remschoen zover is afgesleten dat de slijta-
ge-indicator bij de slijtagelimiet komt, vraag
dan een Yamaha dealer de remblokken als
set te vervangen.
DAU37001
Controleren van remvloeistofni-
veau voorrem Bij een tekort aan remvloeistof kan lucht het
remsysteem binnendringen, waarna de
remwerking mogelijk minder effectief is.
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat en vul indien nodig bij.
Een laag remvloeistofniveau wijst mogelijk
op verregaande remblokslijtage en/of lekka-
ge in het remsysteem. Als het remvloeistof-
niveau laag is, controleer dan de
remblokken op slijtage en het remsysteem
op lekkage.
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen
in acht:
1. Slijtage-indicatorgroef remblok
1. Slijtagelimiet van remschoen
2. Slijtage-indicator remschoen
1
2
1. Merkstreep minimumniveau
U51DD0D0.book Page 18 Tuesday, November 3, 2009 12:59 PM
Page 51 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-19
6
Zorg bij het controleren van het rem-
vloeistofniveau dat de bovenzijde van
de hoofdremcilinder horizontaal is
door het stuur te draaien.
Gebruik uitsluitend de voorgeschreven
kwaliteit remvloeistof, anders kunnen
de rubber afdichtingen verslechteren
en zo lekkage en slechte remwerking
teweegbrengen.
OPMERKINGGebruik DOT 3 als DOT 4 niet leverbaar is.
Vul bij met hetzelfde type remvloeistof.
Bij vermengen van verschillende typen
remvloeistof kunnen schadelijke che-
mische reacties optreden en kan de
remwerking verslechteren.
Pas op en zorg dat tijdens bijvullen
geen water de hoofdremcilinder kan
binnendringen. Water zal het kookpunt
van de remvloeistof aanzienlijk verla-
gen zodat dampbelvorming kan optre-
den.
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemorste
remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
DAU22721
Remvloeistof verversen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
te verversen volgens de intervalperioden
voorgeschreven onder OPMERKING in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Laat bovendien de oliekeerringen van de
hoofdremcilinder, de remklauwen en de
remslang vervangen volgens de intervalpe-
rioden of wanneer ze lekken of zijn bescha-
digd.
Vloeistofafdichtingen: Vervang elke
twee jaar.
Remslang: Vervang elke vier jaar. Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
U51DD0D0.book Page 19 Tuesday, November 3, 2009 12:59 PM
Page 52 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-20
6
DAU22760
Spanning aandrijfketting De spanning van de aandrijfketting moet
voorafgaand aan elke rit worden gecontro-
leerd en indien nodig worden bijgesteld.
DAU22793
Aandrijfketting controleren op spanning
1. Zet de motorfiets op de middenbok.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand.
3. Draai het achterwiel enkele malen
rond en zoek de stand waarin de ket-
ting het meest strak staat.
4. Meet de spanning van de aandrijfket-
ting zoals getoond.5. Stel de spanning van de ketting als
volgt bij als deze niet correct is.
DAUP0060
Om de spanning van de aandrijfketting
af te stellen
1. Verwijder de splitpen voor de reman-
kerstang en draai dan de stelmoer
voor de vrije rempedaalslag, de re-
mankerstangmoer en de wielasmoer
los.
2. Draai de borgmoer op de kettingspan-
ner aan beide uiteinden van de achter-
brug los.3. Draai de stelbout op beide uiteinden
van de achterbrug in de richting (a) om
de aandrijfketting strakker te stellen.
Stel de ketting losser door de stelbout
op beide uiteinden van de achterbrug
in de richting (b) te draaien en dan het
achterwiel naar voren te drukken. LET
OP: Een onjuiste kettingspanning
leidt tot overbelasting van de motor
en andere essentiëIe onderdelen
van de machine en kan resulteren in
overslaan of breken van de ketting.
Houd om dit te voorkomen de ket-
tingspanning binnen de gespecifi-
ceerde waarden.
[DCA10571]
OPMERKINGGebruik voor een goede wieluitlijning de uit-
lijnmerktekens aan beide zijden van de ach-
terbrug om zeker te zijn dat beide
kettingspanners dezelfde positie hebben.
1. Spanning aandrijfkettingSpanning aandrijfketting:
20.0–30.0 mm (0.79–1.18 in)
1. Stelbout spanning aandrijfketting
2. Borgmoer kettingspanner
3. Wielasmoer
4. Bevestigingsmoer remankerstang
5. Splitpen remankerstang
6. Stelmoer vrije slag rempedaal
1
2
34
5
6
U51DD0D0.book Page 20 Tuesday, November 3, 2009 12:59 PM
Page 53 of 80

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-21
6
4. Draai beide borgmoeren vast en zet
dan de wielasmoer en de bevesti-
gingsmoer van de remankerstang vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
5. Breng een nieuwe splitpen aan.
6. Stel de vrije slag van het rempedaal af.
(Zie pagina 6-16.)
WAARSCHUWING
DWA10660
Controleer de werking van het remlicht
na het afstellen van de vrije rempedaal-
slag.
DAU23025
Aandrijfketting reinigen en sme-
ren De aandrijfketting moet worden gereinigd
en gesmeerd volgens de intervalperioden
zoals voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema, anders zal
de ketting snel slijten, met name in vochtige
of stoffige gebieden. Onderhoud de ketting
als volgt.LET OP
DCA10583
De aandrijfketting moet worden ge-
smeerd nadat de motorfiets is gewassen
of ermee in de regen of in vochtige ge-
bieden is gereden.1. Reinig de aandrijfketting met petro-
leum en een zacht borsteltje. LET OP:
Reinig de aandrijfketting niet met
stoomreinigers, hogedrukreinigers
of ongeschikte oplosmiddelen om
schade aan de O-ringen te voorko-
men.
[DCA11121]
2. Wrijf de aandrijfketting droog.
3. Smeer de aandrijfketting grondig met
speciale smering voor o-ringkettingen.
LET OP: Breng geen motorolie of
andere smeermiddelen aan op de
1. Uitlijnmerktekens
2. Kettingspanner
3. Borgmoer kettingspanner
4. Stelbout spanning aandrijfkettingAanhaalmomenten:
Wielasmoer:
80 Nm (8.0 m·kgf, 58 ft·lbf)
Bevestigingsmoer remankerstang:
19 Nm (1.9 m·kgf, 14 ft·lbf)
1
2
3
4
U51DD0D0.book Page 21 Tuesday, November 3, 2009 12:59 PM
Page 54 of 80
![YAMAHA YBR125 2010 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
aandrijfketting, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-ringen kun-
nen beschadigen.
[DCA11111]DAU23101
Kabels controleren en smeren De werking van alle be YAMAHA YBR125 2010 Instructieboekje (in Dutch) PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
aandrijfketting, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-ringen kun-
nen beschadigen.
[DCA11111]DAU23101
Kabels controleren en smeren De werking van alle be](/manual-img/51/53628/w960_53628-53.png)
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-22
6
aandrijfketting, deze kunnen stof-
fen bevatten die de O-ringen kun-
nen beschadigen.
[DCA11111]DAU23101
Kabels controleren en smeren De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenkabel kan de kabel-
werking hinderen en leiden tot roestvor-
ming op de binnenkabel. Vervang een
beschadigde kabel zo snel mogelijk om
onveilige omstandigheden te voorko-
men.
[DWA10721]DAU23112
Controleren en smeren van gas-
greep en gaskabel De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U51DD0D0.book Page 22 Tuesday, November 3, 2009 12:59 PM
Page 55 of 80
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-23
6
DAU23142
Controleren en smeren van rem-
en koppelingshendels Remhendel
Koppelingshendel
De werking van de rem- en de koppe-
lingshendel moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de hendelschar-
nierpunten moeten indien nodig worden ge-
smeerd.
DAU23182
Rempedaal controleren en sme-
ren De werking van het rempedaal moet vooraf-
gaand aan elke rit worden gecontroleerd en
het pedaalscharnierpunt moet indien nodig
worden gesmeerd.
Aanbevolen smeermiddelen:
Remhendel:
Siliconenvet
Koppelingshendel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U51DD0D0.book Page 23 Tuesday, November 3, 2009 12:59 PM
Page 56 of 80
PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-24
6
DAU23213
Middenbok en zijstandaard con-
troleren en smeren De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlakken
moeten indien nodig worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10741
Als de middenbok of de zijstandaard niet
soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze te
controleren of te repareren. Een slecht
functionerende middenbok of zijstan-
daard kan het wegdek raken en u aflei-
den, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAUM1651
Achterbrugscharnierpunten
smeren De achterbrugscharnierpunten moeten
worden gesmeerd door een Yamaha dealer
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
U51DD0D0.book Page 24 Tuesday, November 3, 2009 12:59 PM