Page 17 of 96

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
Om het stuur te ontgrendelen
1. Drukken
2. Draaien
Druk de sleutel in en draai hem dan
naar “OFF” terwijl de sleutel ingedrukt
wordt gehouden.
DWA10060
WAARSCHUWING0
Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
machine rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mo-
gelijk zult u zo de macht over het
stuur verliezen of een ongeval ver-
oorzaken. Zorg altijd dat de machi-
ne stilstaat voordat u de sleutel
naar “OFF” of naar “LOCK” draait.
DAU10941
F(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achter-
licht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht branden. De alarmverlich-
ting en richtingaanwijzers kunnen wor-
den ingeschakeld, maar alle andere
elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “F” te kunnen draaien.
DCA11020LET OP:
Gebruik de parkeerstand niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
DAU11003
Controle- en
waarschuwingslampjes
1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. Vrijstandcontrolelampje “N”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “y”
4. Controlelampje grootlicht “1”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “U”
6. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “u”
DAUB1510
Controlelampje richtingaanwijzers
“y”
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje van de richtingaanwijzers con-
troleert u door de sleutel naar “ON” te
draaien.
XT660Z 01-03 NL 7-04-2008 16:08 Pagina 3-3
Page 18 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAUB1520
Vrijstandcontrolelampje “N”
Dit controlelampje brandt terwijl de
versnellingsbak in de vrijstand staat.
Het elektrisch circuit voor het vrij-
standcontrolelampje controleert u
door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAUB1530
Controlelampje grootlicht “1”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje van het grootlicht controleert u
door de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAU11440
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “u”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als de motor oververhit raakt. Zet
in zo'n geval de motor onmiddellijk af
en geef deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waar-
schuwingslampje controleert u door
de sleutel naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang oplicht en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
om het elektrisch circuit te testen.
DCA10020LET OP:
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.
DAU11530
Waarschuwingslampje
motorstoring “U”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den of knippert wanneer een elek-
trisch circuit dat de motorwerking
controleert defect is. Vraag in dat ge-
val een Yamaha dealer het zelfdiag-
nosesysteem te controleren. (Zie pa-
gina 3-7 voor uitleg over de werkingvan het zelfdiagnosesysteem). Het
elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de
sleutel naar “ON” te draaien. Als het
waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
DAU26873
Controlelampje startblokkering “ ”
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het controlelampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft,
vraag dan een Yamaha dealer om het
elektrisch circuit te testen.
Als de sleutel naar “OFF” wordt ge-
draaid, begint het controlelampje na 30
seconden te knipperen om aan te geven
dat het startblokkeersysteem is inge-
schakeld. Het controlelampje stopt na
24 uur met knipperen, maar het start-
blokkeersysteem blijft ingeschakeld.
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het start-
blokkeersysteem. (Zie pagina 3-7 voor
uitleg over de werking van het zelf-
diagnosesysteem.)
XT660Z 01-03 NL 7-04-2008 16:08 Pagina 3-4
Page 19 of 96

DAUB1501
Multifunctioneel display
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. Kilometerteller
4. Rittellers/Ritteller voor brandstofreserve
5. Klok
6. Brandstofniveaumeter
7. Toets “RESET”
8. Toets “SELECT”
DWA12311
WAARSCHUWING0
Zorg dat de machine stilstaat, voor-
dat u wijzigingen in de instellingen
van het multifunctionele display
gaat aanbrengen.Het multifunctionele display toont de
volgende voorzieningen:
een snelheidsmeter (die de actu-
ele rijsnelheid aangeeft)
een digitale toerenteller (die het
motortoerental in tpm aangeeft)
een kilometerteller (die de totale
afgelegde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde
afstand aangeven sinds de tellers
het laatst werden teruggesteld op
nul)
een ritteller voor brandstofreserve
(die de afgelegde afstand aan-
geeft sinds het onderste segment
van de brandstofniveaumeter be-
gon te knipperen)
een klok
een brandstofniveaumeter
een voorziening voor zelfdiagno-
se
OPMERKING:
Vergeet niet de sleutel naar "ON"
te draaien voordat u de toetsen
"SELECT" en "RESET" gebruikt.
Alleen voor Groot-Brittannië: Om
de weergave voor snelheidsmeter
en kilometerteller/ritteller te wisse-
len tussen kilometers en mijlen,
drukt u tegelijkertijd op de toets
"SELECT" en de toets "RESET" en
draait u de sleutel naar "ON". Als
de cijfers gaan knipperen, drukt u
op de toets "SELECT" om kilome-
ters of mijlen te kiezen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
01holandes 28/5/10 06:33 Página 6
Page 20 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Toerenteller
1. Toerenteller
2. Rode zone
Met de toerenteller kan de bestuurder
het motortoerental controleren en dit
binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, slaat de naald van de toeren-
teller eenmaal helemaal uit tot aan het
hoogste aantal toeren per minuut en
keert daarna weer terug naar nul tpm
om het elektrische circuit te testen.
DCA10030LET OP:
Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 7.500 tpm en hoger.
Ritteller- en toerentellerweergaven
1. Toets “SELECT”
2. Toets “RESET”
Door op de toets “SELECT” te druk-
ken, wordt in de onderstaande volgor-
de gewisseld tussen de rittellerweer-
gaven “TRIP 1” en “TRIP 2”:
TRIP 1
6TRIP 2 6TRIP 1
Als de hoeveelheid brandstof in de
tank afneemt tot 6,7 L (1,77 US gal)
(1,47 Imp.gal), begint het onderste
segment van de brandstofniveaume-
ter te knipperen en wisselt de kilome-
tertellerweergave automatisch naar
de brandstofreserve-rittellermodus “F-
TRIP”, waarop de afgelegde afstand
vanaf dat punt wordt aangegeven. In
dat geval wordt door het indrukken van
de toets “SELECT” in onderstaande
volgorde gewisseld tussen de diverse
weergaven van de ritteller:
F-TRIP
6TRIP 1 6TRIP 2 6F-TRIP
Om een ritteller op nul terug te stellen,
selecteert u deze door op de toets
“SELECT” te drukken en daarna de
toets “RESET” minstens vier secon-
den lang ingedrukt te houden. Wan-
neer u de brandstofreserve-ritteller
niet zelf met de hand op nul terugstelt,
wordt deze automatisch teruggesteld
zodra na het tanken 5 km (3 mi) is ge-
reden en verschijnt de vorige weerga-
vemodus weer.
XT660Z 01-03 NL 7-04-2008 16:09 Pagina 3-6
Page 21 of 96

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
Klokweergave
1. Klok
2. Toets “SELECT”
3. Toets “RESET”
OPMERKING:
De klokweergave blijft zichtbaar als de
sleutel naar “OFF” wordt gedraaid.
De klok op tijd z
etten
1. Houd de toets “SELECT” minstens
vier seconden lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te
knipperen, drukt u op de “RESET”-
toets om de uren in te stellen.
3. Druk op de toets “SELECT” en de
minutenaanduiding zal gaan knip-
peren.
4. Druk op de toets “RESET” om de
minuten in te stellen.
5. Druk op de “SELECT”-toets en laat
deze dan los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
1. Brandstofniveaumeter
Als de contactsleutel op “ON” staat,
geeft de brandstofniveaumeter de hoe-
veelheid brandstof in de brandstoftank
aan. Als de contactsleutel naar “ON”
wordt gedraaid, verschijnen alle seg-
menten van de brandstofniveaumeter
een voor een op het display en verdwij-
nen daarna weer om het elektrisch cir-
cuit te testen. De displaysegmenten
van de brandstofniveaumeter verdwij-
nen richting “E” (Empty) naarmate het
brandstofniveau verder daalt. Wanneer
er nog maar één segment naast “E”
(Empty) is overgebleven, moet zo snel
mogelijk brandstof worden bijgevuld.
OPMERKING:
Deze brandstofniveaumeter is voorzien
van een zelfdiagnosesysteem. Raakt het
elektrisch circuit defect, dan beginnen al-
le segmenten te knipperen. Vraag in dat
geval een Yamaha dealer het elektrisch
circuit te testen
Zelfdiagnosesystemen
1. Waarschuwingslampje motorstoring “U”
2. Controlelampje startblokkering “ ”
Dit model is uitgerust met een zelf-
diagnosesysteem voor diverse elektri-
sche circuits.
Wanneer in een van deze circuits een
storing optreedt, gaat het waarschu-
wingslampje voor motorstoring knip-
peren. Als dit zich voordoet, vraag dan
XT660Z 01-03 NL 7-04-2008 16:09 Pagina 3-7
Page 22 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
Dit model is ook uitgerust met een
zelfdiagnosesysteem voor het start-
blokkeersysteem.
Wanneer een van de startblokke-
ringscircuits defect raakt, begint de
controlelamp van de startblokkering
te knipperen.
Als dit zich voordoet, vraag dan een Ya-
maha dealer de machine te controleren.
OPMERKING:
Als het controlelampje eerst vijfmaal
langzaam knippert en dan herhaalde-
lijk tweemaal snel, betreft het mogelijk
een signaalstoring. Als deze fout zich
voordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de
codeersleutel.
OPMERKING:
Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot en bewaar
niet meer dan één startblokkeersleutel
aan dezelfde sleutelring! Startblok-
keersleutels kunnen signaalstoring
veroorzaken, waardoor de motor mo-
gelijk niet kan worden gestart.
2. Als de motor start, zet deze dan
weer uit en probeer hem opnieuw te
starten met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden ge-
start met een of beide standaard-
sleutels, breng dan het voertuig,
de codeersleutel en beide stan-
daardsleutels naar een Yamaha
dealer en laat de standaardsleu-
tels opnieuw coderen.
Blijft de controlelamp van de startblok-
kering knipperen, laat het voertuig dan
door een Yamaha dealer controleren.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie)
Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel
antidiefstal-alarmsysteem. Neem con-
tact op met een Yamaha dealer voor
nadere informatie.
XT660Z 01-03 NL 7-04-2008 16:09 Pagina 3-8
Page 23 of 96

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
DAU12347
Stuurschakelaars
Links
1. Lichtsignaalschakelaar “1”
2. Dimlichtschakelaar “2/ 1”
3. Claxonschakelaar “o”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “y”
5. Schakelaar alarmverlichting “
r”
54
2
1
3
Rechts
1. Noodstopschakelaar “I/”
2. Lichtsignaalschakelaar “J”
DAU12350
Lichtsignaalschakelaar “1”
Druk deze schakelaar in om de kop-
lamp een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “2/1”
Zet deze schakelaar op “2” voor groot-
licht en op “2” voor dimlicht.
DAU12500
Claxonschakelaar “o”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
B
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “y”
Druk deze schakelaar naar “Δ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “Ÿ” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten
keert de schakelaar terug naar de
middenstand. Om de richtingaanwij-
zers uit te schakelen wordt de schake-
laar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12660
Noodstopschakelaar “I/”
Zet deze schakelaar voor u de motor
start op “I”. Zet deze schakelaar op
“ ” om de motor direct uit te schakelen
in een noodgeval, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel
blijft hangen.
DAU12710
Startknop “J”
Druk deze knop in om via de startmo-
tor de motor rond te draaien.
DCA10050LET OP:
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
B B
XT660Z 01-03 NL 7-04-2008 16:09 Pagina 3-9
Page 24 of 96

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “r”
Met de sleutel in de stand “ON” of F
kan deze schakelaar worden gebruikt
voor het inschakelen van de alarmver-
lichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in
een noodgeval of om andere verkeers-
deelnemers te waarschuwen als uw
machine stilstaat in een mogelijk ge-
vaarlijke verkeerssituatie.
DCA10061LET OP:
Gebruik de alarmverlichting niet
gedurende langere tijd als de motor
niet draait omdat hierdoor de accu
kan ontladen.
DAU12820
Koppelingshendel
1. Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te
ontkoppelen. Laat de hendel los om
de koppeling te laten aangrijpen. Voor
een soepele werking van de koppeling
moet de hendel snel ingetrokken wor-
den en langzaam worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van
een sperschakelaar die deel uitmaakt
van het startspersysteem. (Zie pagina
3-17.)
1
DAU12870
Schakelpedaal
1. Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de
linkerzijde van de motor en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel ge-
bruikt bij het schakelen van de versnellin-
gen van de 5-traps constant-mesh
versnellingsbak op deze motorfiets.
XT660Z 01-03 NL 7-04-2008 16:09 Pagina 3-10