73
ERGONOMIE en COMFORT
33
Spiegels en ruiten
ELEKTRISCH BEDIENBARE RUITEN
1. Schakelaar ruitbediening
bestuurderszijde
2. Schakelaar ruitbediening
passagierszijde
U kunt de ruiten op twee manieren
bedienen:
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel
stuit, stopt de ruit en gaat direct
gedeeltelijk weer open.
Automatische bediening
Duw of trek de schakelaar voorbij
het zware punt. Als u de schakelaar
hebt losgelaten, opent of sluit de
ruit volledig. Druk nogmaals op de
schakelaar om het openen of sluiten te
stoppen.
De elektrische ruitbediening wordt
uitgeschakeld:
- ongeveer 45 seconden na het
afzetten van het contact.
- als bij afgezet contact een voorportier wordt geopend.
Handbediening
Duw of trek de schakelaar tot aan
het zware punt om de ruit te openen
of te sluiten. De ruit stopt zodra de
schakelaar wordt losgelaten.
Resetten
Nadat de accukabels los zijn geweest
of in het geval van een storing, moet
de ruitbediening gereset worden. Gebruiksvoorschrift
Wanneer tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet de ruit weer
worden geopend. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Wanneer de bestuurder de ruit aan de
passagierszijde bedient, moet hij ervan
verzekerd zijn dat niets het correcte
sluiten van de ruit verhindert.
De bestuurder moet ervan verzekerd
zijn dat de passagiers op de juiste
manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.
Als een van de elektrisch bedienbare
ruiten te vaak achter elkaar geopend
en gesloten wordt, treedt een
beveiliging in werking en kan de ruit
alleen nog worden gesloten. Wacht
na het sluiten ongeveer 40 minuten.
Na deze tijd kan de ruit weer worden
bediend.
Open de ruit volledig en sluit de ruit.
Telkens als de schakelaar omhoog
wordt getrokken, sluit de ruit enkele
centimeters.
Laat de schakelaar los en trek hem
opnieuw omhoog totdat de ruit volledig
is gesloten.
Tijdens deze handelingen is
de beveiliging tegen beknellen
uitgeschakeld.
74
VEILIGHEID TIJDENS HET RIJDEN
CLAXON
Druk in het midden van het stuurwiel.
HANDREM
Aantrekken
Trek aan de hendel van de handrem om de auto op de handrem te zetten.
Controleer voordat u uitstapt of de handrem goed is aangetrokken.
Loszetten
Trek aan de hendel van de handrem en druk op de knop om de handrem los te zetten.
ALARMKNIPPERLICHTEN
Druk deze knop in, de richtingaanwijzers knipperen tegelijkertijd.
De alarmknipperlichten werken ook als het contact is afgezet.
Gebruik de alarmknipperlichten alleen bij een noodsituatie, een noodstop of in uitzonderlijke omstandigheden.
Als de auto stilstaat op een helling, draai dan de wielen richting trottoir en trek de handrem aan.
Het is zeker bij een beladen auto niet voldoende een versnelling in te schakelen bij het parkeren van de auto.
Als de handrem nog (iets) is aangetrokken, wordt dit aangegeven door dit verklikkerlampje op het instrumentenpaneel.
Automatische ontsteking van de alarmknipperlichten
Bij een noodstop schakelen de
alarmknipperlichten, afhankelijk
van de remvertraging die optreedt,
automatisch in. De alarmknipperlichten
blijven knipperen totdat er opnieuw gas
wordt gegeven.
U kunt de alarmknipperlichten echter
ook uitschakelen door de knop op het
instrumentenpaneel in te drukken. Veiligheid tijdens het rijden