132WEGWIJS IN UW AUTO
Magic
Parking
niet
beschikbaarEr is een probleem met het Magic Par-
king-systeem waargenomen. Wendt
u tot het servicenetwerk.
Probeer het
later nog eensHet Magic Parking-systeem heeft een
probleem waargenomen aan een van
de componenten die voor de werking
ervan essentieel zijn. Als het probleem
zich voor blijft doen, dient u zich tot
het servicenetwerk te wenden.
Stuurwiel
aangeraaktDe bestuurder heeft bedoeld of on-
bedoeld het stuurwiel aangeraakt.
Het systeem schakelt zichzelf uit en
de bestuurder dient de manoeuvre
zelf te voltooien.
Magic Parking
OFFHet Magic Parking-systeem wordt om
de volgende redenen uitgeschakeld:
manoeuvre gereed, snelheid te hoog,
aanwezigheid aanhanger, maximale
duur zoekfase overschreden, maxi-
male duur inparkeerfase overschre-
den, gebruik parkeersensoren in
zoekfase, afwijkende koers auto we-
gens obstakels voor de wielen.
Handmatig
beëindigen❍De inparkeerfase geregeld door Ma-
gic Parking is beëindigd, maar het
inparkeren is nog niet gereed en
moet door de bestuurder worden
voltooid.
❍Stuurwiel tijdens inparkeren aan-
geraakt.
❍Tijdens het inparkeren is de ach-
teruit uitgeschakeld en is de auto
verplaatst.
❍Door obstakels voor de wielen wijkt
de koers van de auto af van de koers
die nodig is om de auto goed te par-
keren.
Aanhanger
aanwezigEr is een poging gedaan Magic Parking
in te schakelen, maar achter de auto is
een aanhanger aanwezig (de aanhan-
gerstekker is op de juiste manier aan-
gesloten).
Magic Parking
uitgeschakeldMagic Parking is uitgeschakeld door
het inschakelen van de parkeersen-
soren tijdens de zoekfase en bij een
snelheid van minder dan 15 km/h.
BELANGRIJK Bij sommige meldingen die op het instrumentenpaneel worden weergegeven, klinkt ook een
akoestisch waarschuwingssignaal.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 132
136WEGWIJS IN UW AUTO
Obstakels aan de zijkant worden waargenomen vanaf een
afstand van minder dan 0,6 meter.
WERKING MET AANHANGER
De werking van de sensoren wordt automatisch uitge-
schakeld als de stekker van de elektrische kabel van de
aanhanger wordt aangesloten op de stekkerdoos van de
trekhaak. De sensoren worden automatisch weer inge-
schakeld als u de aanhangerstekker loskoppelt.
BELANGRIJK Als u de trekhaak permanent gemonteerd
wilt houden als er geen aanhanger wordt getrokken, kan
de trekhaak door de sensoren in het midden als obstakel
worden waargenomen. Wendt u in dat geval tot het Lan-
cia Servicenetwerk om het systeem te laten aanpassen.
STORINGSMELDINGEN
Eventuele storingen in de parkeersensoren worden bij het
inschakelen van de achteruit aangegeven door het bran-
den van het symbool
S(bij aanwezigheid van het Magic
Parking-systeem) of het symbool
t(uitvoeringen zon-
der Magic Parking-systeem) op het display. Bovendien ver-
schijnt er een bijbehorende melding of gaat het lampje
èop het instrumentenpaneel branden.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Let tijdens parkeermanoeuvres altijd zeer goed op obsta-
kels die zich boven of onder de sensoren kunnen bevinden.Obstakels die zich dicht bij de voor- of achterkant van
de auto bevinden, worden onder bepaalde omstandighe-
den niet door het systeem gesignaleerd en kunnen dus de
auto beschadigen of zelf beschadigd worden.
Hierna staan enkele omstandigheden vermeld die een goe-
de werking van het parkeersysteem kunnen beïnvloeden:
❍Een verminderde gevoeligheid van de sensoren en een
minder goede werking van het parkeerhulpsysteem kan
worden veroorzaakt door de aanwezigheid op de sensoren
van: ijs, sneeuw, modder of meerdere laklagen.
❍de sensoren signaleren een niet-bestaand object („echo-
storing”); dit wordt veroorzaakt door mechanische sto-
ringen, bijvoorbeeld: wassen van de auto, regen (met veel
wind) en hagel.
❍De metingen van de sensoren kunnen beïnvloed wor-
den door ultrasone systemen (bijv. luchtdrukremmen van
vrachtwagens of pneumatische hamers) die zich in de na-
bijheid bevinden.
❍De prestaties van het parkeerhulpsysteem kunnen ook
beïnvloed worden door de positie van de sensoren. Bij-
voorbeeld als de stand van de auto wordt gewijzigd (door
slijtage van schokdempers, wielophanging) of door de ban-
den te verwisselen, de auto te zwaar te beladen of door
speciale aanpassingen waardoor de auto verlaagd wordt.
❍Obstakels aan de bovenzijde van de auto kunnen niet
gesignaleerd worden, omdat het systeem obstakels sig-
naleert die de auto aan de onderzijde kunnen raken.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 136
WEGWIJS IN UW AUTO137
1
EXTRA ACCESSOIRES
Als u na aanschaf van uw auto accessoires wilt monteren
die constante voeding nodig hebben (diefstalalarm, anti-
diefstalsatellietbewaking enz.), of accessoires die de elek-
trische installatie zwaar belasten, wendt u dan tot het Lan-
cia Servicenetwerk. Het Lancia Servicenetwerk kan u de
meest geschikte installaties aanraden uit het Lancia Li-
neaccessori-programma en controleren of de elektrische
installatie van de auto geschikt is voor het extra stroom-
verbruik of dat het noodzakelijk is een accu met een gro-
tere capaciteit te monteren.ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE
SYSTEMEN MONTEREN
De elektrische/elektronische systemen die na aankoop van
de auto en binnen de aftersales-service worden gemon-
teerd, moeten voorzien zijn van het merkteken:
Fiat Group Automobiles S.p.A. autoriseert de montage van
zendontvangstapparatuur op voorwaarde dat de monta-
gewerkzaamheden op de juiste wijze bij een gespecialiseerd
bedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aanwijzingen van de
fabrikant in acht moeten worden genomen.
BELANGRIJK Als door de montage van systemen de ken-
merken van de auto worden gewijzigd, kan het kente-
kenbewijs worden ingenomen door de bevoegde instanties
en eventueel de garantie komen te vervallen bij defecten
die veroorzaakt zijn door de bovengenoemde modificatie
of op defecten die direct of indirect daarvan het gevolg
zijn. Fiat Group Automobiles S.p.A. is op geen enkele wij-
ze aansprakelijk voor schade die het gevolg is van de in-
stallatie van accessoires die niet door Fiat Group Auto-
mobiles S.p.A. zijn geleverd of aanbevolen en die niet
conform de geleverde instructies zijn geïnstalleerd.
001-142 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:47 Pagina 137
VEILIGHEID145
2
De veiligheidsgordels achter moeten worden omgelegd zo-
als is aangegeven in het afgebeelde schema in fig. 2.
BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordels op de juiste
wijze terug als de achterbank weer in de normale ge-
bruiksstand wordt gezet, zodat ze altijd direct klaar voor
gebruik zijn.
BELANGRIJK Als door een beweging van de achterbank
de veiligheidsgordel van de middelste zitplaats achter tij-
delijk blokkeert, dan kunt u de normale situatie herstel-
len door de achterbank naar de achterkant van de auto
te verschuiven.
fig. 2L0E0062m
SBR-SYSTEEM
De auto is uitgerust met het SBR-systeem (Seat Belt Re-
minder), dat de bestuurder en de passagier voor op de vol-
gende wijze waarschuwt als de veiligheidsgordel niet is
omgelegd.
❍de eerste 6 seconden gaat lampje
❍de daaropvolgende 96 seconden knippert het lampje
cia servicenetwerk te wenden.
Het SBR-systeem kan ook via het setup-menu van het dis-
play weer worden geactiveerd.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 145
146VEILIGHEID
GORDELSPANNERS
Voor een nog effectievere bescherming zijn de veilig-
heidsgordels van de auto voorzien van gordelspanners. Dit
systeem trekt bij een heftige botsing de gordel enige cen-
timeters aan. Op deze wijze worden de inzittenden veel
beter op hun plaats gehouden en wordt de voorwaartse
beweging beperkt. Het blokkeren van de veiligheidsgor-
del geeft aan dat de gordelspanner in werking is geweest;
de gordel wordt niet meer opgerold, ook niet als hij wordt
begeleid.
Deze auto is bovendien uitgerust met een tweede gordel-
spanner (ter hoogte van de dorpel). Een ingekorte meta-
len kabel geeft aan dat het systeem in werking is getreden.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming door de
gordelspanner moet de veiligheidsgordel zo worden om-
gelegd dat hij goed aansluit op borst en bekken.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er een beet-
je rook ontsnappen. Deze rook is niet schadelijk en duidt
niet op brand. De gordelspanner behoeft geen enkel on-
derhoud of smering. Elke verandering van de oorspron-
kelijke staat zal de doelmatigheid verminderen. Als de gor-
delspanner door extreme natuurlijke omstandigheden
(bijv. overstromingen en vloedgolven) met water en mod-
der in contact is geweest, dan moet de spanner worden
vervangen.
De gordelspanner werkt slechts eenmaal. Als
de gordelspanners hebben gewerkt, moet
u zich tot het Lancia Servicenetwerk wen-
den om ze te laten vervangen. De geldigheid van het
systeem staat vermeld op een plaatje dat zich op
de portierstijl bevindt: laat voor het verstrijken van
deze termijn het systeem door het Lancia Service-
netwerk vervangen.
Werkzaamheden waarbij stoten, sterke tril-
lingen of verhitting (maximaal 100°C gedu-
rende ten hoogste 6 uur) optreden, kunnen de
gordelspanners beschadigen of activeren: bij die om-
standigheden horen niet trillingen die voortgebracht
worden door een slecht wegdek of door contacten met
kleine obstakels zoals trottoirbanden. Wendt u altijd
tot het Lancia Servicenetwerk.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 146
148VEILIGHEID
BELANGRIJK De gordelband mag nooit gedraaid zijn.
Het diagonale gordelgedeelte moet via het midden van
de schouder schuin over de borst liggen. Het horizontale
gordelgedeelte moet over het bekken (zoals is aangegeven
in fig. 3) en niet over de buik liggen. Gebruik geen voor-
werpen (wasknijpers, klemmen enz.) die een goed aan-
sluiten van de gordel op het lichaam verhinderen.
BELANGRIJK Iedere gordel dient slechts ter bescherming
van een enkel persoon: gebruik de gordel niet voor een
kind dat bij een volwassene op schoot zit, waarbij de gor-
del beiden zou moeten beschermen. Plaats bovendien geen
enkel voorwerp tussen de gordel en het lichaam van een
inzittende.Voor maximale bescherming moet u de rug-
leuning rechtop zetten, tegen de leuning aan
gaan zitten en de gordel goed laten aanslui-
ten op borst en bekken. Draag altijd veiligheids-
gordels zowel voor als achter in de auto! Rijden zon-
der veiligheidsgordels vergroot het risico op ernstig
letsel of dodelijke afloop bij een ongeval.
Het is streng verboden onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordelspanners te demonteren of
open te maken. Werkzaamheden aan de veilig-
heidsgordels en gordelspanners moeten worden uit-
gevoerd door gekwalificeerd personeel. Wendt
u altijd tot het Lancia Servicenetwerk.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 148
162VEILIGHEID
BELANGRIJK De airbags voor en/of zij-airbags kunnen
worden geactiveerd bij krachtige stoten aan de onderzij-
de van de carrosserie, bijvoorbeeld bij zware botsingen te-
gen drempels of stoepranden of obstakels op het wegdek
of als de auto terecht komt in grote gaten of verzakkingen
in het wegdek.
BELANGRIJK Als de airbags in werking treden, ontsnapt
een beetje rook. Deze rook is niet schadelijk en duidt niet
op brand; bovendien kan het oppervlak van het opgebla-
zen kussen en het interieur van de auto bedekt zijn met
een laagje poeder: dit poeder kan de huid en de ogen ir-
riteren. Als u hiermee in aanraking bent gekomen, moet
u zich met neutrale zeep en water wassen. De geldig-
heidsduur van de pyrotechnische lading en die van het spi-
raalmechanisme zijn vermeld op het betreffende plaatje
op het bestuurdersportier. Laat voor het verstrijken van
deze termijn het systeem door het Lancia Servicenetwerk
vervangen.BELANGRIJK Het in werking treden van de gordelspanners,
de frontairbags en de zij-airbags wordt door de elektronische
regeleenheid bepaald, afhankelijk van het type ongeval. Als
een van deze onderdelen niet in werking treedt, dan duidt dat
niet op een storing in het systeem.
Steun niet met het hoofd, de armen of de el-
lebogen tegen het portier, de ruiten of in het
gebied van de headbag om verwondingen tij-
dens het opblazen te voorkomen. Steek nooit het
hoofd, de armen of de ellebogen uit het raam.
BELANGRIJK Na een ongeval waarbij een of meerdere
airbags zijn geactiveerd, dient u contact op te nemen met
het Lancia Servicenetwerk om de geactiveerde airbags te
laten vervangen en de werking van het systeem te laten
controleren.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en de vervanging
van de airbag moeten door het Lancia Servicenetwerk wor-
den uitgevoerd. Aan het einde van de lange levensduur
van uw auto, moet u contact opnemen met het Lancia Ser-
vicenetwerk om het systeem buiten werking te laten stel-
len. Bovendien moet bij verkoop van de auto de nieuwe
eigenaar op de hoogte gesteld worden van het gebruik en
de instructies, en moet hij het instructieboekje ontvangen.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 162
VEILIGHEID163
2
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de
borst en houd vooral geen pijp, potlood enz.
in de mond. Bij een ongeval waarbij de air-
bag in werking treedt, kan dit ernstig letsel ver-
oorzaken.
Rijd altijd met beide handen op de stuur-
wielrand, zodat bij het in werking treden van
de airbag, het systeem niet wordt gehinderd
door obstakels die ernstig letsel kunnen veroorza-
ken. Rijd niet met voorover gebogen lichaam maar
ga goed rechtop zitten en steun tegen de rugleuning.
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij
beschadiging of als de auto bij een overstro-
ming onder water is geweest, het airbagsys-
teem door het Lancia Servicenetwerk controleren.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Als u de contactsleutel in stand MAR draait
en het lampje ¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden, dan is er mogelijk
een storing in de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners niet geacti-
veerd worden bij een ongeval of, in een zeer beperkt
aantal gevallen, niet op de juiste wijze geactiveerd
worden. Voordat u verder rijdt, dient u contact op te
nemen met het Lancia Servicenetwerk om het sys-
teem direct te laten controleren.
Bedek de rugleuning van de voorstoelen niet met
hoezen of kleden bij aanwezigheid van sidebags.
143-164 Delta NL 3ed Allin. 4ed 20-04-2010 16:50 Pagina 163