•Het TPM-systeem registreert altijd de wer-
kelijke bandenspanning, ook als die span-
ning onder invloed van de verschillen in
seizoenstemperatuur verandert.
BasissysteemHet bandenspanningscontrolesysteem (TPMS)
maakt gebruik van draadloze technologie met
op de velg gemonteerde elektronische sensors
die het spanningsniveau meten. De sensors,
die bij de ventielsteel op de velgen zijn gemon-
teerd, sturen informatie over de bandenspan-
ning naar de ontvangstmodule.
OPMERKING:
Het is zeer belangrijk dat u de spanning van
al uw banden regelmatig controleert en de
banden op de juiste spanning houdt.
De TPMS bestaat uit de volgende onderdelen:
• Ontvangstmodule
• Vier bewakingssensors bandenspanning
• Bandenspanningsverklikker Bij een lage bandenspanning van een reserve-
band zal het TPM-verklikkerlicht niet gaan
branden, verschijnt geen waarschuwing op het
display en zal geen waarschuwingssignaal
klinken.
Het TPM-verklikkerlicht brandt in de
instrumentgroep, de melding “TIRE
LOW PRESSURE” (lage bandenspan-
ning) wordt gedurende 5 seconden op
het display weergegeven en er klinkt een ge-
luidssignaal, wanneer de bandenspanning in
een of meer van de vier in gebruik zijnde wielen
te laag wordt. Als dit gebeurt, dient u direct te
stoppen en de spanning van alle banden te
controleren. Breng de banden op de spanning
die in de bandenspanningstabel staat vermeld.
Het systeem wordt automatisch bijgewerkt en
het TPM-verklikkerlicht dimt zodra de nieuwe
bandenspanning is ontvangen. Het kan soms
nodig zijn ca. 20 minuten te rijden met een
snelheid boven de 24 km/u voordat het sys-
teem de spanning registreert.
Het TPM-verklikkerlicht knippert gedurende
75 seconden en blijft daarna continu branden
wanneer een systeemstoring is geconstateerd.
Daarnaast wordt, bij detectie van een systeem- storing, gedurende ongeveer 5 seconden de
melding “SERVICE TPM SYSTEM” (onderhoud
bandenspanningssysteem) weergegeven en
klinkt een waarschuwingssignaal. Als de con-
tactsleutel wordt omgedraaid, herhaalt dit zich,
als de systeemfout nog steeds bestaat. Het
verklikkerlicht voor lage bandenspanning dimt
wanneer de storing is opgeheven. Een sys-
teemfout kan optreden in de volgende omstan-
digheden:
1. Storing door elektronische toestellen of als
men langs installaties rijdt die dezelfde radio-
frequenties afgeven als de TPM-sensors.
2. Installatie van een bepaalde kleur ramen die
men later aanbrengt waardoor de radiogolfsig-
nalen worden beïnvloed.
3. Veel sneeuw of ijs aan de wielen of de
wielhuizen.
4. Het gebruik van sneeuwkettingen op het
voertuig.
5. Het gebruik van wielen/banden die niet zijn
uitgerust met TPM-sensors.
260
OPMERKING:
Uw systeem kan opgezet worden zodat het
de druk aangeeft in PSI, kPA of BAR.
Als er een lage bandenspanning optreedt in
één van de vier banden, moet u zo snel moge-
lijk stoppen en de opblaasdruk van de band of
banden die op de grafische weergaveknippe-
ren op de voor de auto aanbevolen koude
bandenspanning brengen. Het systeem wordt
automatisch bijgewerkt, de grafische weer-
gave met de spanningswaarde(n) knippert
(knipperen) niet meer en het bericht (de be-
richten) Lage bandenspanning gaat (gaan) uit
zodra de nieuwe bandenspanning is doorge-
geven. Het kan soms nodig zijn ca. 20 minuten te rijden met een snelheid boven de 24 km/u
voordat het systeem de spanning registreert.
Waarschuwing ONDERHOUD TPM-
SYSTEEM
Wanneer een systeemstoring gedetecteerd is,
zal het TPM-verklikkerlicht gedurende 75 se-
conden knipperen en vervolgens continu bran-
den. Daarnaast zal een geluidssignaal klinken.
Op het EVIC verschijnt de melding “SERVICE
TPM SYSTEM” (onderhoud TPM-systeem). Dit
bericht wordt gevolgd door een beeldweer-
gave met
-- in plaats van de spanningswaar-
de(n) en geeft aan welke controlesensor voor
de bandenspanning niet naar behoren werkt.
OPMERKING:
Uw systeem kan opgezet worden zodat het
de druk aangeeft in PSI, kPA of BAR. Als de contactsleutel wordt omgedraaid, her-
haalt dit zich, als de systeemfout nog steeds
bestaat. Wanneer de systeemfout is opgehe-
ven, knippert het TPM-verklikkerlicht niet meer,
wordt de melding
SERVICE TPM-SYSTEM niet
meer weergegeven en wordt de spannings-
waarde weergegeven in plaats van de lig-
gende streepjes. Een systeemfout kan optre-
den in de volgende omstandigheden:
1. Storing door elektronische toestellen of als
men langs installaties rijdt die dezelfde radio-
frequenties afgeven als de TPM-sensors.
2. Installatie van een bepaalde kleur ramen die
men later aanbrengt waardoor de radiogolfsig-
nalen worden beïnvloed.
262
WAARSCHUWING!
•Pas op voor de radiatorventilator wanneer
de motorkap omhoog staat. Deze kan op
elk ogenblik aanslaan wanneer het contact
ingeschakeld is. Er bestaat gevaar voor
verwonding door draaiende ventilatorbla-
den.
(Vervolgd)
WAARSCHUWING!(Vervolgd)
• Verwijder alle metalen sieraden zoals hor-
loges of armbanden die onbedoeld elek-
trisch contact kunnen maken. U kunt ern-
stig gewond raken.
• Accu’s bevatten zwavelzuur dat in uw huid
en ogen kan branden en ze produceren
waterstofgas dat ontvlambaar en explosief
is. Houd open vuur of vonken daarom altijd
uit de buurt van de accu.
1. Trek de handrem aan, zet de automatische
transmissie in de stand PARK (parkeren) en zet
de contactschakelaar in de stand LOCK (ver-
grendelen).
2. Schakel de verwarming, de radio en alle
overbodige stroomverbruikers uit.
3. Verwijder de beschermkap van de positieve
(+) hulppool. Trek de kap naar voren om deze
te verwijderen.
4. Wanneer u een ander voertuig auto gebruikt
voor het starten met behulp van startkabels,
parkeer dit voertuig dan zo dat accu met de startkabels bereikbaar is, trek de handrem aan
en zorg ervoor dat de contactschakelaar in de
stand OFF staat.
WAARSCHUWING!
Zorg ervoor dat beide voertuigen geen con-
tact kunnen maken. Hierdoor kan een massa-
verbinding ontstaan met mogelijk persoonlijk
letsel als gevolg.
Procedures voor starten met
startkabels
WAARSCHUWING!
Het niet opvolgen van deze procedure kan
door een exploderende accu leiden tot per-
soonlijk letsel of schade aan eigendommen.
LET OP!
Het niet opvolgen van deze procedures kan
leiden tot schade aan het laadsysteem van
het voertuig dat de starthulp biedt, of van het
voertuig met de lege accu.
Locatie hulppolen
1 — Positieve
(+) hulppool (met beschermkap)
2 — Negatieve (-) hulppool
289
Lo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
J19 60 A geel Ventilatormotor ra-
diateur hoog/
ventilatormotor ra-
diateur laag
J20 30 A roze Ruitenwisser voor-
ruit
J21 20 A blauw Regelaar wasinstal-
latie voor/achter
J22 25 amp Blanco Module schuifdak
M1 15 A blauwRemlichten
M2 20 A geelElektronisch be-
perkteslipdifferenti-
eel / pneumatische
ophanging
M3 20 A geelAchterklep/
hoofdsteun
M5 25 amp Blanco115 VAC omvormerLo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M6 20 A geelAansteker
M7 20 A geelAansluitcontact #2
(schakelbaar)
M8 20 A geelStoelverwarming
voor & stuurwiel-
verwarming
M9 20 A geelStoelverwarming
achterin
M10 15 A blauwVideo/universele
garagedeuropener
M11 10 A roodVerwarming, venti-
latie & airconditio-
ning (Klimaatrege-
ling)
M12 30 amp GroenRadio/versterker
M13 20 A geelInstrumentenpaneel
M14 20 A geelAchteruitrijcameraLo-
catie Pa-
troon- zeke- ring Kleine
zeke- ring Omschrijving
M15 20 A geelModule(s)
stoelverstelling/
adaptieve
cruisecontrol/
audiotelematica/
relais dagrijlichten/
module
pneumatische
ophanging/
instrumentgroep
M16 10 A roodRegelaar voor vast-
houden inzittende
M19 25 amp BlancoAutomatisch uit-
schakelen 1 en 2
M20 15 A blauwInstrumentenpaneel
M21 20 A geelAutomatisch uit-
schakelen 3
M22 10 A roodClaxons (laag/
hoog) – rechts
319
Aanhangergewicht.............272
Aanhangwagen ..............269
Bedrading ................275
Gewicht trailer en dissel ........272
Minimumvereisten ............273
Tips voor koeling ............277
Trekhaak .................277
Accu ....................303
Achteras (differentieel) ..........311
Achterklep ..................27
Achterligger .................77
Achtermistlamp ..............178
Achterruit, onderdelen ...........163
Achterruitontdooiing ............163
Achterste mistlampen ...........178
Achterste ruitenwisser/sproeier ......163
Achteruitkijkspiegels ............71
Achteruitkijkspiegels, elektrisch
bediend ...................72
Additieven, brandstof ...........266
Afstandsbediening autoradio .......202
Afstandsbediening autoradio op
stuurwiel ..................202
Afstandsbediening deurslot,
programmering ...............15
Afstandsbediening deurslot,
vervanging ..................15 Afvalverwijdering
Motorolie .................302
Airbag .................. 39,46
Airbag-waarschuwingslampje .....45,49,
61,172
Airbag, onderhoud .............48
Airbag, ontplooien van ...........47
Airbag, raam (zijgordijn) .......42,44,46
Airco ....................203
Airco, bediening ..............203
Airco, gebruikstips .............210
Airco, koelvloeistof .............304
Airco, onderhoud .............303
Aircosysteem ............. 203,206
Alarm (beveiliging) ............177
Alarmknipperlichten ............284
Alarmsysteem (beveiliging) ........15
Alarmsysteem (diefstalbeveiliging) ....177
Algemene informatie ........15,20,264
Anti-slingerinrichting aanhanger
(TSC) ....................249
Antiblokkeersysteem (ABS) ........245
Antiblokkeersysteem,
waarschuwingslampje ...........176
Antidiefstalsysteem ............177
Antivries (motorkoeling) ..........325
Automatisch dimmen van de spiegel . . . 71 Automatisch openen van de ruiten
....25
Automatische koplampen .........116
Automatische portiervergrendelingen . . . 21
Automatische temperatuurregeling
(ATC) ....................206
Automatische transmissie ......224,312
Koppelomvormer ............228
Soort vloeistof ..............312
Speciale additieven ...........312
Vloeistof en filter vervangen ......312
Vloeistof toevoegen ...........314
Vloeistofpeil controleren ........313
Autostick ..................226
Bagage laden ...............321
Bagageruimte, voorzieningen .......160
Bagageverlichting .............160
Banden ................. 62,253
Bandenspanning ............254
Controlesysteem voor
bandenspanning ............258
Hoge snelheden .............254
Monteren van een wiel .........287
Opkrikken ................285
Radiaalbanden .............254
Reservewiel ...............285
364
Elektronische stabiliteitsregeling
(ESC)....................247
Ethanol ...................265
Filters Luchtfilter ................302
Oliefilter .................302
Functie Brandstofzuinig .............188
Gasdop (brandstofvuldop) . . . 267,269,299
Gegevensopname, gebeurtenis ......49
Geheugen
(zetel met geheugenfunctie) .......112
Geheugenfunctie zetels en autoradio . . 112
Geïntegreerde bekrachtigingsmodule
(zekeringen) ................317
Geluidssysteem (radio) ..........197
Geluidssysteem ........Raadpleeg het
geluidssysteemboekje
Gloeilampjes .................62
Gordelspanners Veiligheidsgordels ............36
Gordelsysteem ...............30
Gordelsystemen ........... 30,44,47
Gordelsystemen (sedan) .....41,42,44,46 Gordelsystemen, kinderen
.........50
Gordelverankering, kinderzitje .......55
Handleiding voor het trekken van een
aanhanger .................272
Handmatige uitschakelvergrendeling . . 224
Handvrije telefoon (uconnect™) ......79
Huisdieren vervoeren ............59
Hulpstart helling ..............249
Hulpstopcontract (stopcontact) ......156
Hulpversnellingsbak ............312
Onderhoud ...............312
Immobilisator (Sentry-sleutel) .......14
Indicatielampje groot licht .........173
Indicator regeling neergaande helling . . 173
Informatiecentrum, voertuig ........178
Inleiding ....................4
Inrijden van nieuw voertuig,
aanbevelingen ................59
Inrijperiode nieuw voertuig .........59
Inschakelbare vierwielaandrijving ....230
Inschuifbare bagageruimtecover .....161
Instapruimte, verlicht ............17
Instelbare snelheidsregeling (ACC)
(Snelheidsregeling) ............128 Instelbare stuurkolom
.........124,125
Instellingen, persoonlijke .........193
Instructieboekje (bedrijfshandboek) ....6
Instructies voor het opkrikken ......286
Instrumentenpaneel ............172
Instrumentenpaneel en bedieningen . . . 170
Instrumentenpaneel reinigen .......317
Interieur, verzorging en onderhoud . . . 316
Intervalstand ruitenwissers
(intervalschakeling van de
ruitenwissers) ...............122
Kalibreren, kompas ............191
Keuze van de olie .............301
Keyless Enter-N-Go ........22,190,218
Kilometerteller
...............173
Dagteller .................173
Kinderbeveiliging ............ 50,52
Kinderen beveiligen .......50,52,55,57
Kinderzitje, gordelverankering .......55
Klantenservice ...............354
Klimaatregeling, airco ...........203
Knipperlichten ...............284
Richtingaanwijzers .....62,173,322,323
Waarschuwingsknipperlichten .....284
366
Onderhoudsschema.........330,341
Onderhoudsvrije accu ...........303
Onderste bevestigingspunten
en -banden voor kinderzitjes
(LATCH-systeem) ..............55
Ongelode benzine .............264
Ontwarringsprocedure, autogordel ....34
Ophanging, luchtvering ..........234
Opname, gebeurtenisgegevens ......49
Opnieuw instellen controlelampje olie
verversen ..................187
Opslag van het voertuig .......210,321
Over de kop slaan, waarschuwing .....5
Overdrive ..................227
Overdrive OFF schakelaar ........227
Oververhitting van de motor .....178,284
Parkeerhulp achter ............143
Parkeerrem, handrem ...........244
Peilstokken Automatische transmissie .......313
Motorolie .................300
Stuurbekrachtiging ...........243
Persoonlijke instellingen ..........193
Polijsten en in de was zetten .......315Portierontgrendeling met
afstandsbediening
.............17
Portiersloten .................20
Portiersloten, automatisch .........21
Programmeerbare elektronische
onderdelen .................193
Programmeerzenders
(afstandsbediening
portiervergrendeling) ............17
Quadra-Lift .................234
Radiaalbanden ...............254
Radio (geluidssystemen) .........197
Radio, bediening .............203
Regeling neergaande helling .......251
Regengevoelig ruitenwissersysteem . . . 123
Reinigen van glasoppervlakken .....317
Rem/versnellingsbak vergrendeling . . . 224
Remhulpsysteem .............246
Remregelsysteem, elektronisch ......245
Remsysteem ................310
Antiblokkeersysteem (ABS) ......245
Handrem .................244
Hoofdremcilinder ............310
Remvloeistofpeil controleren ......310Waarschuwingslampje
.........175
Remvloeistof ................310
Reservewiel ................285
Reservewielen ...............256
Richtingaanwijzers ........173,322,323
Rijden ....................238
Off-Road .................238
Op onbestrate wegen .........238
Rijden bij vriesweer ............220
Rijden op het terrein
............238
Rijden op onverharde weg ........238
Rijden zonder sleutel .........12,190
Rijwinddruk ............ 27,153,155
Rotatie, banden ..............257
Ruiten ....................25
Elektrische bediening ..........25
Ruitensproeiers ..............122
Vloeistof .................305
Ruitensproeiers voorruit .......122,305
Ruitenwisser/sproeier achterklep .....163
Ruitenwisserbladen ............304
Ruitenwissers vooraan ..........122
Ruitenwissers, intervalschakeling ....122
Ruitenwissers, regengevoelig .......123
Ruitontdooiing ............. 61,205
369