Page 162 of 258

STARTEN EN RIJDEN161
3
TREKHAAK MONTEREN
Wendt u voor de montage van de trekhaak tot het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk.
WINTERBANDEN
Gebruik winterbanden die dezelfde maat hebben als de standaard
geleverde banden. Het Alfa Romeo Servicenetwerk kan u advise-
ren welke band het meest geschikt is voor het doel waarvoor u
hem wilt gebruiken.
Gebruik deze banden uitsluitend op wegen met sneeuw of ijzel.
De specifieke eigenschappen van winterbanden verminderen aan-
zienlijk als de profieldiepte minder is dan 4 mm. In dat geval is het
veiliger ze te vervangen.
Monteer op alle vier de wielen dezelfde banden (zelfde merk en
profieldiepte) voor meer veiligheid tijdens het rijden en remmen en
voor een betere bestuurbaarheid. Keer de draairichting van de ban-
den niet om.
Het ABS werkt niet op het remsysteem van de aan-
hanger. Wees daarom extra voorzichtig op gladde
wegen.
Voer in geen geval modificaties aan het remsys-
teem van de auto uit. Het remsysteem van de aan-
hanger moet geheel onafhankelijk van het hy-
draulisch remsysteem van de auto worden bediend.
153-162 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 10:34 Pagina 161
Page 164 of 258

NOODGEVALLEN163
4
In geval van nood raden wij u aan het gratis nummer te bellen dat
in de Service- en garantiehandleiding vermeld staat. U kunt ook de site www.alfaromeo.com
raadplegen voor de dichtstbijzijnde vestiging van het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Motor starten .......................................................................... 164
Wiel verwisselen ...................................................................... 165
Reparatieset „Fix&Go Automatic” ............................................... 173
Gloeilamp vervangen................................................................. 178
Gloeilamp buitenverlichting vervangen.......................................... 180
Gloeilamp interieurverlichting vervangen ....................................... 184
Zekeringen vervangen ............................................................... 187
Accu opladen ........................................................................... 197
Opkrikken van de auto .............................................................. 197
Slepen van de auto................................................................... 198
163-200 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:43 Pagina 163
Page 165 of 258

164NOODGEVALLEN
STARTEN VAN DE MOTOR
Als het lampjeYop het instrumentenpaneel blijft branden, wendt
u dan onmiddellijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
STARTEN MET EEN HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor worden gestart met een hul-
paccu, die dezelfde of een iets grotere capaciteit moet hebben als
de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk fig. 1:
❍verbind de pluspolen (+ teken nabij de pool) van de twee ac-
cu’s met een startkabel;
❍sluit een tweede startkabel aan op de minpool (–) van de hul-
paccu en op de massakabel
Eop de motor of de versnel-
lingsbak van de auto die gestart moet worden;
❍neem als de motor draait, de startkabels in de omgekeerde
volgorde los.Als de motor na enkele pogingen niet aanslaat, wendt u dan tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
BELANGRIJK Verbind de minklemmen van de twee accu’s niet di-
rect met elkaar! Als de hulpaccu is geïnstalleerd aan boord van een
andere auto, mogen tussen deze auto en de auto met de lege ac-
cu niet per ongeluk metalen delen met elkaar in verbinding staan.
ROLLEND STARTEN
Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te duwen, te slepen
of van een helling af te laten rijden.
fig. 1A0J0111m
163-200 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:43 Pagina 164
Page 177 of 258

176NOODGEVALLEN
❍pomp de band op met de spanning die staat aangegeven in de
paragraaf „Wielen” in hoofdstuk „6”. Controleer de banden-
spanning op de manometer B-fig. 18 en schakel de compres-
sor uit voor een nauwkeurige aflezing;
❍als u er niet in slaagt binnen 5 minuten de bandenspanning op
ten minste 1,5 bar te krijgen, koppel dan de compressor los
van het ventiel en de contactdoos en verplaats vervolgens de
auto ongeveer 10 meter naar voren of naar achteren, zodat
de afdichtvloeistof in de band verdeeld wordt; pomp de band
vervolgens weer op;
fig. 18A0J0114m
❍als u tijdens het herstellen van de bandenspanning er niet in
slaagt de spanning op ten minste 1,8 bar te brengen, mag niet
verder worden gereden; wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk;
❍stop na ongeveer 10 minuten en controleer opnieuw de ban-
denspanning: vergeet niet de handrem aan te trekken;
❍als de bandenspanning ten minste 1,8 bar bedraagt, moet de
correcte bandenspanning worden hersteld (met draaiende mo-
tor en aangetrokken handrem), en kan verder worden gere-
den. Rijd zeer voorzichtig naar een vestiging van het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
163-200 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:43 Pagina 176
Page 182 of 258
NOODGEVALLEN181
4
DIMLICHT
Met gloeilampen
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het deksel B-fig. 22;
❍verwijder het beschermdeksel A-fig. 24 van de lamp;
❍verwijder en vervang de lamp;
❍monteer de lamphouder en controleer of de lamp goed vastzit;
❍monteer het deksel B-fig. 22.
Met gasontladingslampen (Bixenon)
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
RICHTINGAANWIJZERS
Voor
Pak voor het vervangen van de lamp sleutel A-fig. 25 (deze be-
vindt zich in de tas met documenten) steek de sleutel in zitting B
en draai de lamphouder linksom. Verwijder en vervang de lamp.
fig. 24A0J0040m
Wendt u voor het vervangen van deze lampen tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 25A0J0018m
163-200 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:44 Pagina 181
Page 183 of 258

182NOODGEVALLEN
Flankrichtingaanwijzers
Gloeilamp vervangen:
❍duw tegen het lampenglas A-fig. 26 zodat de interne borgveer
B wordt ingedrukt en trek de unit naar buiten;
❍draai lamphouder C linksom, verwijder en vervang de lamp;
❍plaats de lamphouder C in het lampenglas door hem recht-
som te draaien;
❍monteer de unit en controleer of de interne borgveer B goed
vastzit (geborgd).
MISTLAMPEN
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Wendt u voor het vervangen van deze lampen tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
ACHTERLICHTUNITS
De verlichtingsunits zijn bereikbaar via de zijbekleding in de ba-
gageruimte (zie fig. 27). In de units zijn de lampen voor de bui-
tenverlichting, de richtingaanwijzer en het remlicht opgenomen.
ACHTERLICHTEN/REMLICHTEN
Dit zijn LED’s. Wendt u voor de vervanging van deze lampen tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
RICHTINGAANWIJZERS
Verwijder lamphouder A-fig. 27 om de lamp te vervangen.
fig. 26A0J0042mfig. 27A0J0043m
163-200 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:44 Pagina 182
Page 184 of 258
NOODGEVALLEN183
4
MISTACHTERLICHT EN ACHTERUITRIJLICHTEN
Laat de lampen van het mistachterlicht A-fig. 28 of het achteruit-
rijlicht B door het Alfa Romeo Servicenetwerk vervangen.
KENTEKENPLAATVERLICHTING
Gloeilamp vervangen:
❍verwijder het lampenglas A-fig. 29;
❍draai de lamphouder B-fig. 30 rechtsom, verwijder en ver-
vang de lamp C.
DERDE REMLICHT
Dit zijn LED’s en ze bevinden zich op de achterklep. Wendt u voor
de vervanging van deze lampen tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
fig. 28A0J0044mfig. 30A0J0045m
fig. 29A0J0046m
163-200 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:44 Pagina 183
Page 189 of 258
188NOODGEVALLEN
Als de zekering opnieuw doorbrandt, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Vervang een defecte zekering nooit door ander
materiaal.
Vervang een zekering nooit door een zekering met
een hogere stroomsterkte (ampère); BRANDGE-
VAAR.
Als een hoofdzekering doorbrandt, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Controleer, voordat u een zekering vervangt, of
de contactsleutel uit het contactslot is genomen
en alle stroomverbruikers uitstaan en/of zijn uit-
geschakeld.
163-200 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:44 Pagina 188