Page 161 of 258

160STARTEN EN RIJDEN
Acceleratie
Met vol gas optrekken kost veel brandstof en verhoogt de uit-
stoot van schadelijke uitlaatgassen: het is beter geleidelijk op te
trekken en het toerental waarbij het maximum koppel wordt ge-
leverd, niet te overschrijden.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij korte ritten en regelmatig koud starten bereikt de motor niet de
optimale bedrijfstemperatuur. Hierdoor neemt niet alleen het brand-
stofverbruik toe (van 15 tot aan 30% in stadsverkeer), maar ook
de uitstoot van uitlaatgassen.
Verkeerssituatie en conditie van het wegdek
Op een drukke weg, bijvoorbeeld bij filerijden waarbij overwegend
lage versnellingen worden gebruikt, of in de stad waar zich veel
verkeerslichten bevinden, zal het brandstofverbruik aanzienlijk ho-
ger zijn. Bochtige trajecten, bergwegen en een slecht wegdek ver-
hogen eveneens het brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als u langere tijd stilstaat (bijv. spoorwegovergangen), is het raad-
zaam de motor uit te zetten.
TREKKEN VAN AANHANGERS
BELANGRIJKE TIPS
Voor het trekken van aanhangwagens of caravans moet de auto
uitgerust zijn met een trekhaak van een goedgekeurd type en
een adequate elektrische installatie. De montage van de trekhaak
moet door gespecialiseerd personeel worden uitgevoerd.
Monteer zo nodig speciale en/of extra achteruitkijkspiegels, waar-
mee u voldoet aan de geldende verkeerswetgeving.
Let er op dat het maximum klimvermogen van de auto door het
gewicht van een aanhanger of caravan wordt beperkt. Ook de rem-
weg wordt langer en u hebt meer tijd nodig om in te halen.
Schakel een lage versnelling in tijdens het afdalen om te voorko-
men dat u constant moet remmen.
Het gewicht van de aanhanger dat op de trekhaak rust, moet wor-
den afgetrokken van het laadvermogen van de auto. Om er ze-
ker van te zijn dat u het maximum toelaatbaar aanhangergewicht
(vermeld op het kentekenbewijs) niet overschrijdt, moet u er re-
kening mee houden dat het maximum betrekking heeft op het
totale gewicht van de aanhangwagen of caravan, inclusief acces-
soires en bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkingen die voor auto’s met aan-
hanger gelden. U mag in geen geval harder rijden dan 100 km/h.
153-162 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 10:34 Pagina 160
Page 167 of 258

166NOODGEVALLEN
De krik dient uitsluitend voor het verwisselen van
een wiel van de auto waarbij de krik geleverd is
of voor auto’s van hetzelfde model. Gebruik de
krik niet voor het opkrikken van andere auto’s. En beslist
nooit voor het uitvoeren van werkzaamheden onder de
auto. Als de krik niet juist geplaatst wordt, kan de opge-
krikte auto van de krik vallen. Op een sticker op de krik
is het maximum hefvermogen aangegeven; de krik mag
nooit voor een zwaardere last worden gebruikt. Het
noodreservewiel is niet geschikt voor de montage van
sneeuwkettingen. Als u een lekke voorband (aangedre-
ven wiel) hebt en er moet met sneeuwkettingen worden
gereden, dan moet u een wiel van de achteras afhalen en
daarvoor in de plaats het noodreservewiel monteren. Zo
hebt u op de vooras twee normale wielen waarop uw
sneeuwkettingen kunt monteren.
Door een verkeerde montage kan het wieldeksel
tijdens het rijden loslaten. Maak het ventiel abso-
luut niet open. Plaats geen enkel stuk gereedschap
tussen velg en band. Controleer regelmatig de spanning
van de banden en van het noodreservewiel (zie hoofd-
stuk „6”).
Bij een gemonteerd noodreservewiel veranderen
de rij-eigenschappen van de auto. Vermijd met vol
gas optrekken, bruusk remmen en hoge snelhe-
den in de bochten. Het noodreservewiel heeft een le-
vensduur van ongeveer 3000 km. Na deze afstand moet
de band van het noodreservewiel vervangen worden door
een nieuwe band van hetzelfde type. Monteer nooit een
normale band op de velg van het noodreservewiel. Laat
het verwisselde wiel zo snel mogelijk repareren en mon-
teren. Gebruik nooit twee of meer noodreservewielen.
Smeer voor montage de schroefdraad van de wielbou-
ten niet met vet: de bouten kunnen loslopen.
163-200 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:43 Pagina 166
Page 205 of 258

204ONDERHOUD EN ZORG
2 Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarlijks minder dan 10.000
km rijdt, dan moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden worden vervangen.
30 60 90 120 150 180
●●● ●●●
●●● ●●●
●
●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●
●●●
●●● ●●●
1 Om de juiste werking te garanderen en om ernstige schade aan de motor te voorkomen, is voor de uitvoeringen
1.4 Turbo Benzine, 1.4 Multi Air en 1.4 Turbo Multi Air het volgende van fundamenteel belang:
- gebruik uitsluitend het merk en type bougies dat specifiek is voorgeschreven voor de uitvoeringen 1.4 Turbo Benzine,
1.4 Multi Air en 1.4 Turbo Multi Air (zie de paragraaf „Motor”);
- houdt u strikt aan het vervangingsinterval van de bougies dat in het Geprogrammeerd Onderhoudsschema staat
aangegeven;
- wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
x 1000 km
Uitlaatgasemissie controleren
Motormanagementsysteem controleren (m.b.v. diagnosestekker)
Aandrijfriem(en) voor hulporganen vervangen
Getande distributieriem vervangen (*)
Bougies vervangen 1
Luchtfilterelement vervangen
Motorolie en oliefilter vervangen (of om de 24 maanden) 2
Remvloeistof vervangen (of om de 24 maanden)
Pollenfilter vervangen (of om de 24 maanden)
(*) Ongeacht de kilometerstand moet de distributieriem bij zware bedrijfsomstandigheden (koude klimaten, gebruik in stadsverkeer, langdurig statio-
nair draaien) om de 4 jaar worden vervangen of in ieder geval om de 5 jaar.
201-226 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:47 Pagina 204
Page 229 of 258
228TECHNISCHE GEGEVENS
IDENTIFICATIEGEGEVENS
De identificatiegegevens van de auto zijn:
❍Typeplaatje met identificatiegegevens;
❍Chassisnummer;
❍Plaatje met informatie over de carrosserielak;
❍Motornummer.
TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS
fig. 1
Het typeplaatje is links op de bodemplaat in de bagageruimte aan-
gebracht en bevat de volgende informatie:
B Nummer typegoedkeuring.
C Identificatiecode van het autotype.D Chassisnummer.
E Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto.
F Max. toelaatbaar totaalgewicht van de auto met aanhanger.
G Max. toelaatbare voorasbelasting.
H Max. toelaatbare achterasbelasting.
I Motortype.
L Code van de carrosserie-uitvoering.
M Nummer voor onderdelen.
N Correctiewaarde voor de uitlaatrookgasmeting (alleen bij die-
selmotoren).
fig. 1A0J0161m
227-248 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 8:50 Pagina 228