VEILIGHEID133
2
BELANGRIJK Als de rugleuning goed is vergrendeld, dan is de „ro-
de band” B-fig. 3 op de hendels A niet meer zichtbaar. Als de „ro-
de band” zichtbaar is, is de rugleuning niet goed vergrendeld.
BELANGRIJK Plaats de veiligheidsgordels op de juiste wijze terug
als de achterbank weer in de normale gebruiksstand wordt ge-
zet, zodat ze altijd direct klaar voor gebruik zijn.SBR-SYSTEEM
(Seat Belt Reminder)
Dit akoestische waarschuwingssysteem waarschuwt, samen met
het knipperende lampje
Op enkele uitvoeringen is boven de binnenspiegel ook een pa-
neel fig. 4 aanwezig (als alternatief voor de waarschuwingslamp-
jes op het instrumentenpaneel) dat de passagiers op de zitplaat-
sen achter via een zichtbaar en akoestisch signaal waarschuwt
als ze hun veiligheidsgordels niet hebben omgelegd.
Voor permanente uitschakeling dient u zich tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk te wenden. Het SBR-systeem kan ook via het setup-
menu van het display weer worden geactiveerd (zie hoofdstuk „1”).
Controleer of de rugleuning aan beide zijden goed
vergrendeld is („rode band” B-fig. 3 niet zichtbaar)
om te voorkomen dat in geval van bruusk rem-
men, de rugleuning naar voren klapt en de passagiers
verwondt.
fig. 4A0J0210m
AB
fig. 3A0J0182m
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 133
VEILIGHEID135
2
GORDELSPANNERS
De veiligheidsgordels voor zijn voorzien van gordelspanners. Dit
systeem trekt bij een heftige frontale botsing de gordel enige cen-
timeters aan. Op deze wijze worden de inzittenden veel beter op
hun plaats gehouden en wordt de voorwaartse beweging beperkt.
Als de gordelspanners hebben gewerkt, dan is dit herkenbaar aan
een gordel die naar de rolautomaat is teruggetrokken.
De auto is bovendien uitgerust met een tweede gordelspanner (ter
hoogte van de dorpel): een ingekorte metalen kabel geeft aan dat
het systeem in werking is getreden.
Tijdens de werking van de gordelspanner kan er een beetje rook
ontsnappen; deze rook is niet schadelijk en duidt niet op brand.
BELANGRIJK Voor een maximale bescherming door de gordel-
spanner moet de veiligheidsgordel zo worden omgelegd dat hij
goed aansluit op borst en bekken.
De gordelspanner behoeft geen enkel onderhoud of smering: el-
ke verandering van de oorspronkelijke staat zal de doelmatigheid
verminderen. Als de gordelspanner door extreme natuurlijke om-
standigheden (bijv. overstromingen en vloedgolven) met water en
modder in contact is geweest, dan moet de spanner worden ver-
vangen.
TREKKRACHTBEGRENZERS
Om de bescherming van de inzittenden bij een ongeval te vergro-
ten, zijn de oprolautomaten van de gordels voor voorzien van trek-
krachtbegrenzers die tijdens een frontale aanrijding de piekbelas-
ting op de borst en schouders beperken.
De gordelspanner werkt slechts eenmaal. Als de
gordelspanners hebben gewerkt, moet u zich tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk wenden om de
spanners te laten vervangen. De geldigheid van het sys-
teem staat vermeld op een plaatje dat zich in het dash-
boardkastje bevindt: laat voor het verstrijken van deze
termijn het systeem door het Alfa Romeo Servicenetwerk
vervangen.
Werkzaamheden waarbij stoten, sterke trillingen
of verhitting (maximaal 100°C gedurende ten
hoogste 6 uur) optreden, kunnen de gordelspan-
ners beschadigen of activeren: bij die omstandigheden ho-
ren niet trillingen die voortgebracht worden door een
slecht wegdek of door contacten met kleine obstakels zo-
als trottoirs. Wendt u altijd tot de Alfa Romeo Service-
netwerk.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 135
VEILIGHEID137
2
Iedere gordel dient slechts ter bescherming van een enkel persoon:
gebruik de gordel niet voor een kind dat bij een volwassene op
schoot zit, waarbij de gordel beiden zou moeten beschermen fig.
7. Plaats bovendien geen enkel voorwerp tussen de gordel en het
lichaam van een inzittende.
HOE U DE VEILIGHEIDSGORDELS
IN OPTIMALE STAAT HOUDT
❍Zorg dat de gordel goed uitgetrokken en niet gedraaid is; con-
troleer ook of de oprolautomaat zonder haperingen werkt;
❍vervang de gordels na een ongeval, ook al zijn ze ogenschijnlijk
niet beschadigd. Vervang de gordels ook als de gordelspanners
in werking zijn geweest;
❍u kunt de gordels met de hand wassen met warm water en
een neutrale zeep; spoel ze uit en laat ze in de schaduw dr-
ogen. Gebruik geen bijtende, blekende of kleurende middelen.
Vermijd het gebruik van alle chemische producten die het weef-
sel van de gordel kunnen aantasten;
❍voorkom dat vocht in de oprolautomaat komt: de werking
van de oprolautomaten is alleen gegarandeerd, als ze niet
nat zijn geweest;
❍vervang de gordels bij tekenen van slijtage of beschadigingen.
fig. 7A0J0096m
Het is streng verboden onderdelen van de veilig-
heidsgordels of gordelspanners te demonteren of
open te maken. Werkzaamheden aan de veilig-
heidsgordels en gordelspanners moeten worden uitge-
voerd door gekwalificeerd personeel. Wendt u altijd tot
het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Als de gordel aan een zware belasting wordt bloot-
gesteld (bijvoorbeeld tijdens een ongeval), dan
moet de gordel samen met de verankeringen, be-
vestigingspunten en de eventueel gemonteerde gordel-
spanners worden vervangen. Ook als de schade niet zicht-
baar is, dan kan de gordel toch verzwakt zijn.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:11 Pagina 137
150VEILIGHEID
Als de airbag in werking treedt, ontsnapt er een kleine hoeveelheid
poederachtige stof: deze stof is niet schadelijk en duidt niet op
brand. Dit poeder kan de huid en de ogen irriteren: als u hiermee
in aanraking bent gekomen, moet u zich met neutrale zeep en wa-
ter wassen.
Alle controlewerkzaamheden, reparaties en vervanging van het air-
bagsysteem moeten door het Alfa Servicenetwerk worden uitgevoerd.
Aan het einde van de lange levensduur van uw auto, moet u con-
tact opnemen met het Alfa Romeo Servicenetwerk om het air-
bagsysteem buiten werking te laten stellen.
Het in werking treden van de gordelspanners en de airbags wordt
door de elektronische regeleenheid bepaald, afhankelijk van het
type ongeval. Als een van deze onderdelen niet in werking treedt,
dan duidt dat niet op een storing in het systeem.Haak geen harde voorwerpen aan de kleding-
haakjes en aan de steunhandgrepen.
Steun niet met het hoofd, de armen of de ellebo-
gen tegen het portier, de ruiten of in het gebied
van de headbag om verwondingen tijdens het op-
blazen te voorkomen.
Steek nooit het hoofd, de armen of ellebogen uit
het raam.
BELANGRIJKE TIPS
De stoelen mogen niet met water of met stoom worden gerei-
nigd (met de hand of in een automatisch wasapparaat).
De frontairbags en/of zij-airbags kunnen worden geactiveerd bij
krachtige stoten aan de onderzijde van de carrosserie, bijvoorbeeld
bij zware botsingen tegen drempels of stoepranden of obstakels
op het wegdek, of als de auto terecht komt in grote gaten of ver-
zakkingen in het wegdek.Als het lampje ¬niet gaat branden als u de con-
tactsleutel in stand MAR draait, of blijft branden
tijdens het rijden (op enkele uitvoeringen verschijnt
ook een bericht op het display), dan is er mogelijk een
storing in de veiligheidssystemen; in dat geval kunnen de
airbags of gordelspanners niet geactiveerd worden bij een
ongeval of, in een zeer beperkt aantal gevallen, niet op
de juiste wijze geactiveerd worden. Voordat u verder rijdt,
dient u contact op te nemen met het Alfa Romeo Servi-
cenetwerk om het systeem direct te laten controleren.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 150
VEILIGHEID151
2
De geldigheidsduur van de pyrotechnische lading
en die van het spiraalmechanisme zijn vermeld op
het betreffende plaatje in het dashboardkastje.
Wendt u vóór het verstrijken van deze periode tot het
Alfa Romeo Servicenetwerk om de gordelspanner te la-
ten vervangen.
Reis niet met voorwerpen op schoot of voor de
borst en houd vooral geen pijp, potlood enz. in
de mond. Bij een ongeval waarbij de airbag in wer-
king treedt, kan dit ernstig letsel veroorzaken.
Laat bij diefstal of een poging tot diefstal, bij be-
schadiging of als de auto bij een overstroming on-
der water is geweest, het airbagsysteem door het
Alfa Romeo Servicenetwerk controleren.
Bedenk dat als de contactsleutel in stand MAR
staat, ook bij uitgezette motor de airbags geacti-
veerd kunnen worden als de auto wordt aange-
reden door een andere auto. Daarom mogen, ook als de
auto stilstaat, absoluut geen kinderen op de passagiers-
stoel voor worden geplaatst. Als de contactsleutel echter
in stand STOP staat, wordt bij een ongeval geen enkel be-
veiligingssysteem (airbag of gordelspanners) geactiveerd;
als een systeem niet in werking treedt, betekent dit niet
dat het systeem niet goed werkt.
Als u de contactsleutel in stand MAR draait, gaat
het lampje
“(met ingeschakelde frontairbag aan
passagierszijde) enige seconden branden en ver-
volgens enige seconden knipperen, om aan te geven dat
de airbag aan passagierszijde bij een ongeval wordt ge-
activeerd. Hierna moet het lampje doven.
De frontairbag treedt in werking als de botsing
zwaarder is dan een botsing waarbij alleen de gor-
delspanners worden geactiveerd.
Bij aanrijdingen die tussen die twee drempelwaarden in
liggen, treden alleen de gordelspanners in werking.
131-152 Alfa MiTo NL 1ed 9-10-2009 11:12 Pagina 151
154STARTEN EN RIJDEN
MOTOR STARTEN
BENZINEMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan en zet de versnellingspook in vrij;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in stand AVV en laat de sleutel los zod-
ra de motor is aangeslagen.
BELANGRIJKE TIPS
❍Als de motor bij de eerste poging niet aanslaat, moet u de sleu-
tel terugdraaien in stand STOP voordat u opnieuw start.
❍Als met de contactsleutel in stand MAR het lampje Yop het
instrumentenpaneel (of het symbool op het display) blijft bran-
den samen met het lampje
U, draai dan de sleutel in stand
STOP en vervolgens weer in stand MAR; als het lampje nog
steeds blijft branden, probeer het dan met de andere gelever-
de sleutels. Als u er dan nog niet in slaagt de motor te star-
ten, voer dan een noodstart uit (zie „Noodstart” in hoofdstuk
„4”) en wendt u tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
❍Laat de contactsleutel niet in stand MAR staan als de motor stil-
staat.
DIESELMOTOR STARTEN
Ga als volgt te werk:
❍trek de handrem aan en zet de versnellingspook in vrij;
❍draai de contactsleutel in stand MAR: op het instrumentenpa-
neel gaan de controlelampjes
menY(of het symbool op
het display) branden;
❍wacht tot het lampje (of het symbool op het display) gedoofd is;
❍trap het koppelingspedaal geheel in, zonder het gaspedaal in
te trappen;
❍draai de contactsleutel in stand AVV direct nadat het lampje
mgedoofd is. Als u te lang wacht, zijn de voorgloeibougies
weer afgekoeld. Laat de sleutel los zodra de motor is aange-
slagen.
Als het lampje mgedurende 1 minuut gaat knip-
peren na het starten of tijdens een langdurige start-
poging, dan duidt dat op een storing in het voor-
gloeisysteem. Als de motor aanslaat, kunt u de auto op
de gewone manier gebruiken, maar wendt u zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
Het is zeer gevaarlijk om de motor in afgesloten
ruimten te laten draaien. De motor verbruikt zuur-
stof en produceert kooldioxide, koolmonoxide en
andere giftige gassen.
153-162 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 10:34 Pagina 154
STARTEN EN RIJDEN155
3
Het is raadzaam om gedurende de eerste ge-
bruiksperiode geen maximale prestaties van uw
auto te verlangen (bijv. snel accelereren, langdu-
rig rijden met hoge toerentallen en krachtig remmen).
Zolang de motor niet is aangeslagen werken de
rem- en stuurbekrachtiging niet, waardoor meer
kracht nodig is voor de bediening van het rempe-
daal en het stuur.
Probeer auto’s nooit te starten door ze aan te du-
wen, te slepen of van een helling te laten rijden. De-
ze handelingen kunnen de katalysator beschadigen.
Laat de contactsleutel niet in het contactslot zit-
ten als de motor is uitgezet, om te voorkomen
dat de accu ontlaadt.
MOTOR OPWARMEN NA HET STARTEN
(benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❍rijd rustig weg, laat de motor niet met hoge toerentallen draai-
en en trap het gaspedaal niet bruusk in;
❍verlang de eerste kilometers geen maximale prestaties. Wij ra-
den u aan te wachten tot de wijzernaald van de koelvloei-
stoftemperatuurmeter begint te bewegen.
NOODSTART
Als het lampje Yop het instrumentenpaneel constant blijft bran-
den, wendt u dan onmiddellijk tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
MOTOR UITZETTEN
Draai bij stationair draaiende motor de contactsleutel in stand STOP.
BELANGRIJK Het is beter om de motor na een zware rit niet on-
middellijk uit te zetten, maar hem even stationair te laten draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de motorruimte dalen.
Gasgeven voordat u de motor uitzet heeft geen en-
kel nut, verspilt brandstof en is, vooral voor mo-
toren met turbocompressor, schadelijk.
153-162 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 10:34 Pagina 155
156STARTEN EN RIJDEN
PARKEREN
Zet de motor uit en trek de handrem aan. Schakel een versnel-
ling in (de 1eals de weg omhoog loopt of de achteruit als de weg
omlaag loopt) en zet de voorwielen iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling staat, blokkeer de wielen dan met
stenen of wiggen. Neem de contactsleutel altijd uit het contact-
slot als u de auto verlaat.
HANDREM fig. 1
Om de handrem in te schakelen, moet u de hendel A omhoog trek-
ken zodat de auto blokkeert. Om de handrem uit te schakelen,
moet u de hendel A iets omhoog trekken, knop B indrukken en
ingedrukt houden en de hendel laten zakken.BELANGRIJK Voer deze handelingen uit met ingetrapt rempedaal.
BELANGRIJK Bij auto’s die zijn uitgerust met een armsteun voor,
moet eerst deze armsteun omhoog worden geplaatst zodat de
handrem ongehinderd bediend kan worden.
fig. 1A0J0110m
De auto moet geblokkeerd zijn als de hendel en-
kele tanden is aangetrokken: als dit niet het ge-
val is, laat dan de handrem afstellen door het Alfa
Romeo Servicenetwerk.
153-162 Alfa MiTo NL 1ed 12-10-2009 10:34 Pagina 156