Page 65 of 225
63
Praktische voorzieningen
ERGONOMIE en COMFORT
3
INDELING CABINE
Afhankelijk van de uitvoering is de cabine
voorzien van de volgende inrichting. Dashboardkastje
Het dashboardkastje is voorzien van een
slot en is afsluitbaar met de sleutel.
Als de auto is voorzien van airconditioning,
kan het dashboardkastje worden
gekoeld. Het dashboardkastje bevat drie
aansluitingen voor externe elektronische
apparatuur (videocamera, ...) als de auto is
voorzien van een kleurenscherm.
Bovendien bevat het dashboardkastje
bekerhouders en speciale ruimtes voor
wegenkaarten, een pakje sigaretten, een
document met A4-formaat, een pen, enz. Opbergvak
AAN BOORD
Zonneklep
Klap de zonneklep omlaag om verblinding
door de zon te voorkomen.
De zonneklep aan de bestuurderszijde is
voorzien van een etui voor het opbergen van
tolkaarten, tickets, ...
Page 66 of 225
64
Praktische voorzieningen
Asbak Opbergvak en flessenhouder (1,5 L) Bekerhouder
Gemorste vloeistof kan bij contact met
schakelaars op het dashboard en de
middenconsole storingen veroorzaken.
Wees daarom voorzichtig met het gebruik
van de bekerhouder.
12 V-aansluiting
De 12 V-aansluiting, type aansteker, is
geschikt voor apparaten met een vermogen
tot maximaal 120 W.
Page 67 of 225
65
Praktische voorzieningen
ERGONOMIE en COMFORT
3
Tickethouder
Volgens uitvoering. Dakconsole
De dakconsole bevindt zich boven de
zonnekleppen en bevat twee opbergvakken
waarin bijvoorbeeld een trui of een map kan
worden opgeborgen.
Let erop dat harde voorwerpen in
de opbergvakken gerammel kunnen
veroorzaken. Tip: de holle ruimte in het midden van de
dakconsole ligt in het verlengde van het
dak tussen de laadruimte en de cabine
en is geschikt voor het vervoer van
lange voorwerpen. Zorg ervoor dat deze
voorwerpen stabiel liggen en goed zijn
vastgemaakt.
De tunnel kan worden aangevuld met een
galerij in de laadruimte, die als accessoire
kan worden besteld.
Auto's met een verhoogd dak zijn voorzien van
een plank boven de dakconsole, die plaats
biedt aan kleine en lichte voorwerpen (riemen,
doeken, handschoenen, helmen, enz.).
Page 68 of 225

66
Praktische voorzieningen
PLAFONNIER
Automatisch inschakelen/uitschakelen
De plafonnier vóór gaat automatisch branden
als de sleutel uit het contact wordt gehaald,
bij het ontgrendelen van de auto, zodra een
voorportier wordt geopend en als de auto
wordt gelokaliseerd met de afstandsbediening.
De plafonnier gaat geleidelijk uit nadat het
contact is aangezet en nadat de auto is
vergrendeld. Blijft branden, bij aangezet
contact. Cabine: de plafonniers gaan
branden zodra een van de
voorportieren wordt geopend.
Laadruimte: de plafonnier gaat
branden zodra een van de
achterportieren wordt geopend.
Als de portieren enkele minuten
geopend blijven, gaan de plafonniers uit.
Uit. Leeslampjes vóór (volgens uitvoering)
Plafonnier achter
Deze kunnen bij aangezet contact
worden in- en uitgeschakeld met
behulp van een schakelaar.
Vensters voor parkeer-/tolkaarten
De athermische voorruit bevat twee niet-
reflecterende gedeelten aan weerskanten
van de binnenspiegel.
Hier kunnen de parkeer- en-/of tolkaarten
worden bevestigd.
Plafonnier vóór
Page 69 of 225
67
Praktische voorzieningen
ERGONOMIE en COMFORT
3
INDELING LAADRUIMTE
Afhankelijk van de uitvoering van de
auto maken de volgende inrichtingen uw
laadruimte compleet. Bevestigingspunten voor sjorrail
Aan weerszijden van de laadruimte bevinden
zich bevestigingspunten voor een sjorrail.
Sjorogen
Zet uw lading vast met de sjorogen op de
vloer van de laadruimte.
Om veiligheidsredenen (noodstop) is het
raadzaam de zwaarste lading zo dicht
mogelijk bij de cabine te plaatsen.
Zet de lading stevig vast met de sjorogen op
de vloer van de laadruimte. Bekleding
De wanden van de laadruimte zijn aan de
onderzijde bekleed om beschadiging door
lading te voorkomen.
Dakkoffer bij uitvoeringen met
verhoogd dak
De dakkoffer is een extra opbergruimte in de
laadruimte, boven de cabine.
Page 70 of 225
68
Praktische voorzieningen
12 V-aansluiting
Deze werkt ook bij afgezet contact, dus
let erop het gebruik ervan te beperken om
te voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Maximaal vermogen: 120 W. Verticale laddervormige afscheiding
of scheidingswand
De verticale laddervormige afscheiding
of scheidingswand bevindt zich achter
de bestuurdersstoel en beschermt de
bestuurder tegen schuivende lading.
Schot
Het schot achter de voorstoelen beschermt
de bestuurder en voorpassagiers tegen
schuivende lading.
Een scheidingswand met of zonder ruit
scheidt de laadruimte af van de cabine.
Page 71 of 225
69
Praktische voorzieningen
ERGONOMIE en COMFORT
3
Tunnel en galerij in het interieur
De tunnel boven de cabine is toegankelijk
via de laadruimte. In combinatie met een speciale galerij biedt deze
tunnel de mogelijkheid om langwerpige
lichte voorwerpen te vervoeren (kabelgoten, slangen , enz.).
Page 72 of 225

70
Achtervering
Standaard vering
De lange veerwegen zorgen zowel in
onbeladen als in beladen toestand voor
een stabiel weggedrag. U hoeft er geen
werkzaamheden aan te verrichten. Zorg er
wel voor dat het veersysteem goed wordt
onderhouden en dat het laadvermogen niet
wordt overschreden. constante wagenhoogte achter. Twee
wagenhoogtesensoren detecteren het
verhogen of verlagen van het laadgewicht
van de auto. Zodra alle portieren van de
auto zijn gesloten, activeren de sensoren de
automatische regeling van de wagenhoogte en
wordt op basis van de rijomstandigheden de
optimale hoogte van de achtervering bepaald.
Automatische wagenhoogteregeling uitschakelen
De knop waarmee de automatische
wagenhoogteregeling kan worden uitgeschakeld,
bevindt zich rechts aan de achterzijde van de auto.
ACHTERVERING
De automatische wagenhoogteregeling
moet onder de volgende omstandigheden
zijn uitgeschakeld:
- werkzaamheden aan de onderzijde van de auto,
- wielen verwisselen,
- vervoeren van de auto per vrachtauto,
trein, ferryboot, schip, ...
Er zijn 2 typen vering leverbaar.
Luchtvering achter
(volgens uitvoering)
Dit type vering zorgt onafhankelijk van
de belading (als het laadvermogen
niet wordt overschreden) voor een
1. Automatische
regeling
2. Handmatige
regeling
1 - Automatische wagenhoogteregeling achter
De luchtvering regelt automatisch de hoogte
van de achtervering van uw auto.
Als de wagenhoogte niet optimaal
is en wordt aangepast, knippert
een rood verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel van uw auto,
rijd met een lage snelheid tot het
verklikkerlampje uitgaat.
De automatische wagenhoogteregeling
wordt onderbroken:
- als een portier/achterdeur is geopend,
- tijdens het remmen of bij stilstaande auto en ingetrapt rempedaal (bijv.
wachten voor het rode licht). Bij stilstaande auto:
- druk lang op de knop,
- laat de knop.
Het uitschakelen wordt bevestigd
door het lampje dat ongeveer 30 seconden
blijft branden.
Automatische wagenhoogteregeling weer
inschakelen
Bij stilstaande auto:
- druk lang op de knop,
- laat de knop los.
Het inschakelen wordt bevestigd
door het lampje dat uit gaat.
Afhankelijk van de instellingen kan er
tijdens deze handelingen een geluidssignaal
klinken.
Twee functies